Persoonlijke Vorming

Persoonlijke Vorming

Persoonlijke ontwikkeling leerjaar 3 HOM

Vakantie!
Vakantie!

Test

Introductie zakelijk Prezi

Waarom?

Ik ben trots op...
Ik ben trots op...

Wie o wie?

Tja...

Inleiding

Inleiding

In leerjaar 3 is het belangrijk dat je jezelf als instrument gaat zien. Het werken met mensen, het werken in de horeca doe je voornamenlijk door jezelf in te zetten.

 

Je bent en blijft 100% jezelf, maar dan wel de beste versie van jezelf!!!

De competenties van een leidinggevende

 

Wanneer ben je een slechte leidinggevende in de horeca? 

Praktijkopdracht jij en management en horeca introductie

Leidinggeven in de horeca

Leiderschapsstijlen
Wat past bij jou? Maak de test!

De opdracht

Groei

 

 

 

 

Hoe ga je te werk? Het is de bedoeling dat je een persoonlijk website of een etc maakt waarbij je laat zien welke stijl van leidinggeven bij jouw past. De nadruk ligt op jou als persoon. Maak het persoonlijk!! Laat zien welke competenties van die stijl jij al bezit en waarin je al bent gegroeit en waarin je nog wilt groeien. Durf echt te kijken naar jezelf en stel je open voor feedback. Vraag je docent om raad.

 

Gebruik bij voorkeur jouwweb.nl. of maak een storyboard.

 

Voorbeeld;http://www.jouwweb.nl/v2/website/824484/editor/page/3104665?l=3104665

 

Koppel dit aan de competenties van de HOM.

 

 

 

Het wordt een inspirerend jaar waarbij je tijdens diverse projecten extra voeding krijgt om te groeien.

Eigen website

Eigen storyboard

Lesideeen

Laat je verrijken tijdens deze lessen en leer buiten je eigen kaders te denken. Met al deze ( nieuwe) inzichten kun jij je portfolio uitbreiden en ben je weer een stapje dichterbij jezelf gekomen. Wie ben jij als 'beginnend leidinggevende' en wat heb jij te bieden aan je gasten en aan je medewerkers en aan je leveranciers?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

lessuggesties

Introductie reflecteren A4 model

 

reflecteren

Reflecteren: stilstaan bij je werk om van te leren.

Wie reflecteert houdt zichzelf een spiegel voor. Je staat stil bij hoe je je werk uitvoert en hoe je

met anderen communiceert en werkt. Je richt de blik naar binnen en stelt jezelf vragen: ‘Waarom

reageer ik zoals ik reageer? Waarom handelde ik zoals ik deed? Wat wilde ik ermee bereiken?’

Reflectie is een soort van feedback, maar dan voor jezelf.

Bij reflectie herleef je een situatie die je hebt doorgemaakt. Je doet dit ‘hardop’, bewuster, op

een rustig moment en met je collega’s erbij. Je begint bij wat er gebeurde en welke signalen er

waren waar je op reageerde. Dan sta je stil bij je gevoelens en gedachten en hoe je de regie nam

over je reactie. Je kijkt ook naar de resultaten van je handelen.

 

Reflecteren: samen leren.

Reflecteren kun je doen in tweetallen, in kleine groepjes en in teamverband. Samen stilstaan bij

situaties vanuit de stage en de vragen die iemand hierbij heeft, maar ook bijvoorbeeld

over de samenwerking en communicatie in het team. Reflectie kost tijd. Het ‘werkt’ als je er bewust

met je collega’s mee bezig kunt zijn. Die tijd moet je maken. Je kunt ook in je eentje reflecteren:

dan doe je aan zelfreflectie.

Er zijn meer manieren, werkvormen om stil te staan bij het werk in de zorg/welzijn en in het team.

 

Opdracht 1

Stap 1: Opdracht geven.

Leg uit waar je op wilt terugblikken, bijvoorbeeld het functioneren, een activiteit

of een ervaring. Vraag de medewerker hiervoor een cijfer te geven (van 1

t/m 10).

Stap 2. Cijfer laten geven.

Nodig uit om het cijfer toe te lichten en vraag hierop door. Zeg bijvoorbeeld:

‘Je hebt een 8 gegeven, waar zit dat in?’ en ‘Het is geen 10, wat had er moeten

gebeuren om er een hoger cijfer van te maken?’. Gebruik je de werkvorm in de

groep, geef dan nog twee of drie andere personen het woord oom hun cijfer toe

te lichten een vraag ten slotte of iemand nog iets wil zeggen dat nog niet is gezegd.

Gaat het om een cijfer voor bijvoorbeeld ieders bijdrage in de situatie,

dan kun je beslissen om iedereen het woord te geven.

Stap 3 Geef zelf een cijfer (indien aan de orde)

Stap 4. Verdere gesprek voeren.

Vat de gedachtewisseling op basis van de cijfers samen en diep enkele argumenten

uit.

 

Opdracht 2

Stap 1: Introduceer tips en tops. Introduceer in het kort wat de bedoeling is. In

een enkel steekwoord horen Schrijf je tip op een geeltje. Schrijf ook een top op

een geeltje. Tips en tops: tip = kan beter, top = prima zo!

Stap 2. Tips en tops opschrijven. Medewerkers schrijven hun bevinding op een

geeltje.

Stap 3. Tips en tops inventariseren. Vraag ieder hun tips en tops te vertellen.

Plak ze op een flap. Mensen mogen een verhelderende vraag stellen.. Zorg dat

iedereen aan bod komt.

Stap 4. Samenvatten opbrengst. Vat zelf de belangrijkste inzichten samen of

vraag iemand uit de groep dit te laten doen. Benoem eventueel het vervolg op

de bevindingen, wat pak je op. Vraag de medewerkers ook wat ze met hun bevinding

gaan doen.

 

 

Opdracht 3

Stap 1: Kernvragen op de flap zetten. Het is voor jezelf en de deelnemers

overzichtelijk om de vragen bij de hand te hebben op flap of uitdeelkaarten

Stap 2. Methode introduceren. Licht kort de essentie van de methode toe en

geef ook aan dat men zich zo veel mogelijk moet doorvragen. Geef eventueel

een voorbeeld van hoe je door moet vragen (LSD)

Stap 3. Situatie vragen. Vraag wie er een situatie (uit de afgelopen periode) wil

inbrengen.

Stap 4. Toelichting vragen. De inbrenger vertelt kort om welke situatie het

gaat. Zorg dat de inbrenger alleen vertelt wat relevant is voor de anderen om te

weten. Bewaak de tijd goed en vraag na maximaal twee minuten om af te ronden.

Stap 5. Kernvragen stellen. Stel een voor een de kernvragen (of laat steeds een

andere deelnemer een kernvraag stellen). Geef zelf een goed voorbeeld als het

gaat om doorvragen en stimuleer de groep dit ook te doen.

Stap 6. Samenvatten opbrengst. Vat zelf de belangrijkste inzichten samen of

vraag de inbrenger dit te doen. Eventueel kun je een rondje in de groep maken,

waarbij alle deelnemers naar eigen inzicht naar aanleiding van de bespreking

reageren.

Kernvragen

1. Wat wilde je bereiken?

2. Had je succes? Hoe weet je dat?

3. Heb je een verklaring voor je succes / falen?

4. Wat ging goed? Wat ho je vast?

5. Wat doe je de volgende keer anders?

6. Wat heb je geleerd over je eigen denken/leren?

 

 

Reflecteren met een A4 model

Stap 1: Aangeven

Stap 2. Analyse

Stap 3. Alternatieven (adviezen)

Stap 4. Afspraken (acties)

Stap 5. Evaluatie

 

Of met het STARR-model;

schrijven van een relfletie m.b.v. STARR. Zie opdracht. 

 

 

1. AANGEVEN

· inbrenger brengt situatie in, licht deze kort toe (informatie) en sluit af met een

vraag/probleemstelling:

“hoe kan ik……”.

 

2. ANALYSE

· deelnemers stellen vragen (verhelderend/informatie) om de vraag achter de vraag scherp te

krijgen;

· deelnemer groep of de inbrenger schrijft vragen op;

· inbrenger reageert op vragen: wat spreekt aan, wat niet.

 

3. ALTERNATIEVEN (adviezen)

· vraag aan inbrenger welke alternatieven zij zelf nu ziet op basis van de voorafgaande ronde;

· als inbrenger klaar is, vullen deelnemers aan met hun adviezen, inbrenger stelt vragen ter

verheldering.

 

4. AFSPRAKEN (acties)

· inbrenger kiest een top drie van alternatieven;

· alternatieven toetsen aan de kernwaarden / gedragscode van organisatie

· discussie; wat betekent dit voor het dagelijkse werk, welke acties moeten we ondernemen,

door wie?

 

5. Evaluatie

· Inbrenger en groep kijken terug op het verloop van dit gesprek:

– wat heeft het de inbrenger opgeleverd?

– hoe zijn de groepsleden met de vraag omgegaan?

 

kriitsch lezen en denken

 

 

Oefening kritisch lezen en kritisch denken

krant-lezen

krant-lezen

Oefening: de leerlingen leren vragen stellen bij alle soorten berichten, informatie.

1. Een bericht (dat is een hoeveelheid informatie) heeft altijd een afzender. Wie heeft dit bericht samengesteld?

2. Berichten, informatie, heeft altijd een vorm. (woordgebruik, typografie, afbeeldingen) Welke techniek en welke vorm wordt gebruikt om mijn aandacht te trekken?

3. Berichten, informatie, worden door verschillende mensen anders opgevat. Hoe zouden anderen dit bericht kunnen opvatten? Hoe vat ik het op?

4. In een bericht, informatie, zitten altijd gezichtpunten en waarden en opvattingen. Welke waarden opvattingen en gezichtspunten kunnen we in deze informatie ontdekken, en welke niet?

5. De meeste berichten hebben als doel winst maken of macht uitoefenen. Waarom is dit bericht gepubliceerd?

 

Kies een bericht

samenwerken

 

 

Samenwerken opdrachten

 

 

Individueel zijn we een druppel en samen zijn we de oceaan.

 

 

Groepstekening 1

Doel: Van individu naar samenwerking. Samen één tekening maken. Vorm: De hele groep tegelijkertijd. Tijd: 30 minuten.

Groepsgrootte: 8 personen. Voorbereiding: Kies een thema dat de groep bezighoudt. Opdracht 1: Een vel papier op A1 formaat ligt op tafel met alle gekleurde stiften. De groepsleden staan rond de tafel. Iedereen begint tegelijkertijd ergens op het vel met een tekening over het thema. Na 1 minuut vraagt de trainer aan de deelnemers om één plaats op te schuiven en verder te tekenen aan de tekening van degene die naast hem stond. Na 1 minuut schuift iedereen weer een plaatsje op. Daarna na een halve minuut en zo door. De trainer houdt de spanning er in. Niemand weet wanneer hij weer moet doorschuiven. Bepaal het doorschuifmoment door te kijken naar hoe en wat er getekend wordt. Het doel is samen, dus als mensen erg hun best doen om hun eigen inbreng helemaal af te maken, laat ze dan doorschuiven. Ga door tot iedereen weer op zijn oorspronkelijke plek staat. Opdracht 2: Vraag nu om verbinding te tekenen tussen de verschillende tekeningen van de eerste ronde. Er weer schuift iedereen steeds een plaatsje op na een korte of langere minuut. Als het hele vel vol getekend is en de tekening lijkt af, dan stop je. Opdracht 3: Bekijk samen de tekening en laat de deelnemers vertellen wat ze zien en wat de tekening bij ze oproept.

Nabespreking: Over loslaten van je eigen tekening, over aanvullen bij een ander, over teleurstellingen en ontdekkingen van deze samenwerking. Maak daarna samen een vertaling van de ontdekkingen naar het werk.

Materialen: Een vel papier op A1 formaat. Voldoende gekleurde stiften.

Volg je hart diverse opdrachten

organiseren opdracht

 

 

Organisatorisch competent opdracht

 

Begeleiden bij verschillende organisatievormen

Om ervaring op te doen bij het begeleiden bij verschillende organisatievormen kun je kiezen uit de volgende activiteiten:

1. Bereid (in overleg met de mentor) een kringgesprek voor over een onderwerp naar keuze. Motiveer waarom je voor dit onderwerp hebt gekozen. Zet op papier hoe je het gaat doen. Breng dit in praktijk met een klein groepje studenten of de hele groep en maak een verslag van je ervaringen. Noem de belangrijkste aandachtspunten waaraan je de komende tijd wilt werken.

 

leren redeneren

Opdracht vlog maken

Je vlog duurt circa 60 seconden en je geeft aan welke trends je bent tegengekomen in je bpv en je geeft je eigen kritische kijk. Durf te denken en geef je mening vanuit jouw expertise.

Opdracht trends in de horeca

Trends 2

Opdracht voor donderdag!

Plannen

Opdracht  via https://www.tegeltjes.com/wijsheden-ghandi

 

Maak je eigen tegeltje voor aanstaande donderdag!

 

 

Dus...open...

Tegeltekst en website!

Wie o wie?