Opdrachten bij teksten

Niveau 2F

1. Onthouden

Schijfopdracht

  1. Schrijf de vijf belangrijkste woorden (kernwoorden) uit de tekst op.

Leesopdracht

  1. Lees de tekst goed door. Probeer eens in je eigen woorden aan je buurman of buurvrouw te vertellen waar de tekst over gaat.

 

2. Begrijpen

Schrijfopdracht

  1. Zet de gebeurtenissen uit de tekst in de goede volgorde. De gebeurtenis die het langst geleden was, komt helemaal links te staan. de gebeurtenis die het kortst geleden was, staat helemaal rechts.
  2. Bedenk een nieuwe titel en (nieuwe) tussenkopjes voor de tekst.
  3. Schrijf iets op van de tekst wat je leuk vindt en schrijf iets op wat je niet leuk vindt. Licht je antwoord toe.
  4. Schrijf een korte samenvatting van de tekst. Hierin geef je de belangrijkste informatie uit de tekst weer.
  5. Schrijf de moeilijke woorden uit de tekst op en geef de betekenis ervan.
  6. Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
  7. Beantwoord de volgende vragen:
    • Wie?
    • Wat?
    • Waar?
    • Wanneer?
    • Waarom?
    • Hoe?
  8. Maak in een tweetal een folder/flyer waarin het belangrijkste uit de tekst weergegeven wordt.
  9. Schrijf een sms met een samenvatting van de tekst. Let op: je mag maximiaal 145 tekens invoeren.
  10. Schrijf een spiekbriefje bij deze tekst, alsof je hem wilt leren. Schrijf dus alleen het belangrijkste op.

Spreekopdracht

  1. Je gaat de informatie uit de tekst bekijken. Bespreek met je buurman/buurvrouw de volgende vragen.
    • Welke informatie wist je al?
    • Wat was er nieuw?
    • Wat heb je geleerd van de tekst?
  2. In de tekst staan moeilijke woorden. Probeer je buurman of buurvrouw de moeilijke woorden eens in je 'eigen taal' uit te leggen.

3. Toepassen

Schrijfopdracht

  1. Schrijf een kaartje naar de hoofdpersoon. Laat duidelijk zien dat je de tekst hebt gelezen en geef aan wat je ervan vindt.
  2. Schrijf een reclametekst over jouw tekst.
  3. Schrijf een verhaal over de gebeurtenissen in jouw tekst.
  4. Schrijf een pagina in een dagboek, alsof jij een persoon bent die alles uit jouw tekst overkomt.
  5. Schrijf de tekst opnieuw, maar overdrijf enorm.
  6. Wat wist je al over dit onderwerp, wat wil je graag onthouden? Schrijf dit op over je tekst.
  7. Schrijf een gedicht dat past bij de inhoud van deze tekst.
  8. Schrijf een griezelverhaal bij deze tekst.

Spreekopdracht

  1. Maak een Powerpointpresentatie over het onderwerp van deze tekst. Laat deze aan je klas zien en vertel erbij.

Doe-opdracht

  1. Maak een journaal en een weerbericht dat past bij deze tekst. Je kunt dit opnemen met een camera als je klaar bent.
  2. Zoek achtergrondinformatie bij het onderwerp van deze tekst.
  3. Maak een livingstatue over het onderwerp van de tekst. Maak hier een foto van. Je mag hierbij samenwerken met anderen.
  4. Bij een instructie-tekst: voer de instructie uit, zoals die is beschreven in de tekst.
  5. Bouw na waar deze tekst over gaat.
  6. Maak een Powerpointpresentatie over deze tekst.
  7. Maak een beeldverhaal bij deze tekst. Je kunt hiervoor een camera gebruiken. Je mag bij deze opdracht samenwerken met nog drie anderen.
  8. Maak een stripverhaal bij deze tekst. Let hierbij opde tijdsindeling en volgorde.
  9. Maak een kijkdoos bij deze tekst. Bedenk hoe de situatie eruitziet en laat dit zien met je kijkdoos.
  10. Maak een waarschuwingssticker die past bij deze tekst.
  11. Maak een spel dat past bij jouw tekst: kwartet of triviant. Je mag bij deze opdracht samenwerken.

Niveau 3F

3. Toepassen

Schrijfopdracht

  1. Schrijf een kaartje naar de hoofdpersoon. Laat duidelijk zien dat je de tekst hebt gelezen en geef aan wat je ervan vindt.
  2. Schrijf een reclametekst over jouw tekst.
  3. Schrijf een verhaal over de gebeurtenissen in jouw tekst.
  4. Schrijf een pagina in een dagboek, alsof jij een persoon bent die alles uit jouw tekst overkomt.
  5. Schrijf de tekst opnieuw, maar overdrijf enorm.
  6. Wat wist je al over dit onderwerp, wat wil je graag onthouden? Schrijf dit op over je tekst.
  7. Schrijf een gedicht dat past bij de inhoud van deze tekst.
  8. Schrijf een griezelverhaal bij deze tekst.

Spreekopdracht

  1. Maak een Powerpointpresentatie over het onderwerp van deze tekst. Laat deze aan je klas zien en vertel erbij.

Doe-opdracht

  1. Maak een journaal en een weerbericht dat past bij deze tekst. Je kunt dit opnemen met een camera als je klaar bent.
  2. Zoek achtergrondinformatie bij het onderwerp van deze tekst.
  3. Maak een livingstatue over het onderwerp van de tekst. Maak hier een foto van. Je mag hierbij samenwerken met anderen.
  4. Bij een instructie-tekst: voer de instructie uit, zoals die is beschreven in de tekst.
  5. Bouw na waar deze tekst over gaat.
  6. Maak een Powerpointpresentatie over deze tekst.
  7. Maak een beeldverhaal bij deze tekst. Je kunt hiervoor een camera gebruiken. Je mag bij deze opdracht samenwerken met nog drie anderen.
  8. Maak een stripverhaal bij deze tekst. Let hierbij opde tijdsindeling en volgorde.
  9. Maak een kijkdoos bij deze tekst. Bedenk hoe de situatie eruitziet en laat dit zien met je kijkdoos.
  10. Maak een waarschuwingssticker die past bij deze tekst.
  11. Maak een spel dat past bij jouw tekst: kwartet of triviant. Je mag bij deze opdracht samenwerken.

  •  

4. Analyseren

Schrijfopdracht

  1. Zoek een vergelijkbaar artikel (in kranten, tijdschriften of internet) en vergelijk dit artikel met je tekst.  Schrijf je vergelijking op: wat zijn overeenkomsten en verschillen?
  2. Vergelijk de belangrijkste persoon uit je tekst met jezelf. Hoe zou jij het aanpakken? Wat zijn de belangrijkste verschillen?
  3. Omschrijf de hoofdpersoon of de situatie in jouw tekst. Gebruik hierbij beoordelingswoorden.

Leesopdracht

  1. Lees de tekst. Benoem de eigenschappen van de personen.

Doe-opdracht

  1. Zoek een songtekst die bij de tekst past leg uit waarom jij vindt dat deze erbij past.
  2. Interview een deskundige met betrekking tot het onderwerp van de tekst. Je mag om deze deskundige te vinden internet gebruiken.

5. Evalueren

Schrijven

  1. Ben jij het eens met de tekst? Schrijf op waar je het eens mee bent en waarom. Geef ook aan waar je het niet mee eens bent en waarom.
  2. Schrijf een ingezonden brief naar de krant, waarin je duidelijk aangeeft wat jij vindt van het onderwerp dat in jouw tekst wordt besproken.
  3. Schrijf een brief aan de schrijver van jouw tekst. Geef in deze brief jouw mening. Je kunt eventueel ook vragen stellen.
  4. Een orakel geeft wijze raad. Doe of jij Orakel bent en geef een wijze raad aan de hoofdpersoon uit jouw tekst.

Spreken

  1. Lees de tekst door. Vorm je eigen mening over het onderwerp. Vertel je buurman/buurvrouw je mening. Geef tenminste twee argumenten bij je mening.
  2. Wat is jouw mening over de tekst? Gebruik beoordelingswoorden en geef argumenten voor je mening.
  3. Lees de tekst goed door. Ben je het eens met de mening van de schrijver Vertel waarom wel of waarom niet.
  4. Voer een discussie met een groep van maximaal vijf leerlingen over het onderwerp van jouw tekst.

Niveau 3F+

6. Creëren

Schrijfopdrachten

  1. Schrijf op wat jij denkt dat anders had gekund bij deze tekst: een andere keuze, een andere uitkomst, etc. Herschrijf dan de tekst.
  • Het arrangement Opdrachten bij teksten is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Sari de haan Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2017-06-28 09:07:05
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Schrijf-, spreek en doe-opdrachten, geordend volgens de taxonomie van Bloom.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Nederlands ROC Menso Alting. (z.d.).

    Opdrachten bij teksten

    https://maken.wikiwijs.nl/103869/Opdrachten_bij_teksten

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.