3. Toepassen
Schrijfopdracht
- Schrijf een kaartje naar de hoofdpersoon. Laat duidelijk zien dat je de tekst hebt gelezen en geef aan wat je ervan vindt.
- Schrijf een reclametekst over jouw tekst.
- Schrijf een verhaal over de gebeurtenissen in jouw tekst.
- Schrijf een pagina in een dagboek, alsof jij een persoon bent die alles uit jouw tekst overkomt.
- Schrijf de tekst opnieuw, maar overdrijf enorm.
- Wat wist je al over dit onderwerp, wat wil je graag onthouden? Schrijf dit op over je tekst.
- Schrijf een gedicht dat past bij de inhoud van deze tekst.
- Schrijf een griezelverhaal bij deze tekst.
Spreekopdracht
- Maak een Powerpointpresentatie over het onderwerp van deze tekst. Laat deze aan je klas zien en vertel erbij.
Doe-opdracht
- Maak een journaal en een weerbericht dat past bij deze tekst. Je kunt dit opnemen met een camera als je klaar bent.
- Zoek achtergrondinformatie bij het onderwerp van deze tekst.
- Maak een livingstatue over het onderwerp van de tekst. Maak hier een foto van. Je mag hierbij samenwerken met anderen.
- Bij een instructie-tekst: voer de instructie uit, zoals die is beschreven in de tekst.
- Bouw na waar deze tekst over gaat.
- Maak een Powerpointpresentatie over deze tekst.
- Maak een beeldverhaal bij deze tekst. Je kunt hiervoor een camera gebruiken. Je mag bij deze opdracht samenwerken met nog drie anderen.
- Maak een stripverhaal bij deze tekst. Let hierbij opde tijdsindeling en volgorde.
- Maak een kijkdoos bij deze tekst. Bedenk hoe de situatie eruitziet en laat dit zien met je kijkdoos.
- Maak een waarschuwingssticker die past bij deze tekst.
- Maak een spel dat past bij jouw tekst: kwartet of triviant. Je mag bij deze opdracht samenwerken.