Dieren

Dieren

Leerdoel 1

Je kunt beschrijven hoe de bouw en functie van een dier bijdraagt aan de functie 'voeding'

 

Om dit leerdoel te behalen moet je de volgende opdrachten maken:

 

Keuze

BBL minimaal 3 opdrachten maken, KGT minimaal 4 opdrachten maken!

- Dierengebitten (15-25 minuten)

- Gebit & voeding (20-30 minuten)

- Ogen & voeding (25-25 minuten)

- Snavels & voeding (15-25 minuten)

- Poten & voeding (12-25 minuten)

Dierengebitten

Leerdoel 1: verplichte opdracht

Elk dier heeft een ander gebit. Dit is belangrijk bij het overleven van het dier.
Een dier heeft tanden en kiezen. Soms ook hoektanden.
Met de tanden snijd een dier het voedsel. Met de kiezen maalt hij het fijn.

Je gaat in deze opdracht nauwkeurig kijken naar de gebitten. Voor deze opdracht heb je het werkblad: dierengebitten nodig. Deze ligt  voor je klaar in het lokaal en vind je ook onderaan deze pagina.

 

 

Gebit & voeding

Leerdoel 1: keuzeopdracht

Aan het gebit van dieren kun je zien of ze alleen planten eten, alleen vlees eten of beide eten. Je gaat je bij deze opdracht verdiepen in de gebitten van de planteneters, de vleeseters en de alleseters.

Bekijk het filmpje: Filmpje!

Klik nu op de onderstaande link en verdiep je in de verschillende soorten gebitten.

KLIK!

Maak daarna de opdracht zoals beschreven in de werkkaart hieronder:

 

 

 

Ogen & voeding

Leerdoel 1: keuzeopdracht

In de dierenwereld kun je de dieren bijvoorbeeld onderverdelen in de groepen prooidieren en roofdieren.
De roofdieren jagen op andere dieren. De prooidieren zijn de prooi (dus het voedsel) voor de roofdieren.

Dieren zijn zo gebouwd dat ze kunnen overleven. Een prooidier heeft dus een lichaamsbouw die ervoor zorgt dat hij kan ontsnappen aan de roofdieren. De roofdieren zijn zo gebouwd dat ze zo goed mogelijk prooien kunnen vangen.

In deze opdracht ga je kijken naar de ogen van verschillende dieren. Je gaat bekijken hoe deze ogen een dier helpen te overleven.

Lees hier de opdracht:

 

Snavels & voeding

Leerdoel 1: keuzeopdracht

Verschillende soorten vogels hebben verschillende snavels. Deze snavels verschillen in grootte, kleur en vorm. Vooral de vorm van de snavel zegt veel over wat voor voedsel de vogel eet.

Onder aan deze pagina lees je hoe je deze opdracht moet uitvoeren.
Daarnaast heb je het werkblad: snavels & voeding nodig. Ook deze ligt geprint in het lokaal of vind je onderaan deze pagina.

Halverwege de opdracht heb je de informatie snavels nodig. Die informatie vind je hier: KLIK!

 

Poten & voeding

Leerdoel 1: keuzeopdracht

Dieren hebben verschillende soorten poten. Dit heeft te maken met de omgeving waar ze in leven. Daarnaast hebben roofdieren en prooidieren ook verschillende poten.

Hoe dit precies werkt ga je uitzoeken in deze opdracht! Je gaat leren wat een topganger, een zoolganger en een teenganger is.

Lees onderaan deze pagina hoe je deze opdracht moet uitvoeren. Onder het filmpje vind je ook de link naar het testje.

Bekijk nu eerst het onderstaande filmpje en maak daarna het werkblad:

 

 

 


Test dieren en poten: KLIK!

 

Leerdoel 2

Je kunt beschrijven hoe de bouw en functie van een dier bijdraagt aan de functie 'verdediging tegen vijanden en milieu'

 

Om dit leerdoel te behalen moet je de volgende opdrachten maken:

 

Verplicht

- Dieren bescherming (20-30 minuten)

 

Keuze (minimaal 1 opdracht kiezen)

- Dieren vechten (20-30 minuten)

- Camouflage (20-30 minuten)

Dieren en hun bescherming

Leerdoel 2: dieren en hun bescherming

Dieren komen in de natuur veel gevaren tegen,  soms komt het van andere dieren. Soms komt het doordat ze ergen leven waar de weersomstandigheden zwaar zijn. Toch leven dieren op deze plekken.

Dat komt omdat zij zich kunnen aanpassen. Zo hebben dieren die in een gebied leven waar het zomers warm is en ’s winters koud bijvoorbeeld een zomer en wintervacht. Ook zijn er dieren die in de winter in een winterslaap gaan. Vogels die vliegen voor de winter vaak naar warmere gebieden, de vogeltrek. Zo zijn er allemaal verschillende aanpassingen om tegen de kou te kunnen.

Dieren zijn in de natuur roofdier of prooidier. Er zijn maar weinig dieren die hier niet onder vallen.

Prooidieren moeten zich aanpassen anders worden ze opgegeten. Sommige dieren kunnen  heel hard rennen. Andere kunnen zich verstoppen en weer andere dieren hebben stekels of een schild. Allemaal aanpassingen om te overleven.

 

Dieren die zich niet aanpassen zullen sterven en zo blijven alleen de sterkste leven.

Dit noemen ze in de biologie “survival of the fittest”  (de sterkste zal overleven).


Maak nu het werkblad: Dieren en hun bescherming. Deze ligt voor je klaar in de kast.

 

 

 

Dieren en hun verdediging

Leerdoel 2: Dieren en hun verdediging

Veel dieren hebben een manier om zich te verdedigen

Het ene dier vlucht, het andere dier vecht. Sommige dieren passen hun lichaam aan door middel van stekels of een schild.

Dieren met de beste manieren om zich te verdedigen maken het meeste kans om te overleven. Als je dat niet kunt word je opgegeten.

Bekijk onderstaande presentatie:

 

 

Nadat je de presentatie hebt bekeken ga je aan de slag met de opdracht.

Lees hieronder wat je moet doen en pak daarna het werkblad: dieren en hun verdediging uit de kast.

 

Camouflage

Leerdoel 2: keuzeopdracht

Camouflage zorgt ervoor dat dieren minder goed gezien worden door de vijand. Op deze manier zorgen prooidieren ervoor dat ze minder snel aangevallen en opgegeten worden. Sommige dieren zijn zo goed in zichzelf camoufleren dat je ze bijna niet meer kunt zien!

Bekijk nu eerst de onderstaande filmpjes:

 

 

 

Lees nu hieronder hoe je de opdracht moet uitvoeren:

 

Leerdoel 3

Je kunt voorbeelden noemen van hoe een huisdier verzorgd moet worden

 

Om dit leerdoel te behalen moet je de volgende opdrachten maken:

 

Verplicht

- Verzorg je huisdier (80 minuten)

 

Keuze (Verplicht voor KGT!)

- Verzorging dierentuindieren (20-30 minuten)

Verzorg je huisdier

Leerdoel 3 - verplichte opdracht

Er zijn heel erg veel verschillende huisdieren en ze hebben allemaal een andere verzorging nodig. Een hond eet heel wat anders dan een goudvis en een konijn heeft een ander verblijf nodig dan een kat.

In deze opdracht ga jij je verdiepen in de verzorging van één huisdier. Je gaat een dier grabbelen uit de bak en hierover ga je een PowerPoint maken. Deze PowerPoint ga je ook presenteren aan de klas.

Wat er precies in de PowerPoint moet staan vind je hier:

 

Verzorging dierentuindieren

Leerdoel 3: keuzeopdracht (verplicht voor KGT!)

Ook de dieren in de dierentuin hebben een speciale verzorging nodig. Dit zijn meestal hele andere dieren dan je thuis kunt hebben. De dieren leven normaal gesproken niet in Nederland. Het verblijf van zo'n dier is dus heel anders dan de stal van je paard!

In deze opdracht ga je je verdiepen in de verzorging van één dierentuindier. Wat eten ze? Hoe leven ze?

Lees hieronder hoe deze opdracht uit te voeren. Je ziet hier ook een voorbeeld hoe een verzorgingskaart eruit kan zien. 

VOORBEELD:

 

Leerdoel 4

Je kunt uitleggen waarom dieren beschermd moeten worden en voorbeelden geven van hoe dit gedaan wordt

 

Om dit leerdoel te behalen moet je de volgende opdrachten maken:

 

Verplicht

- Gastles dierenbeschermingsorganisatie 

- KGT: Dieren in het buitenland (35-45 minuten)

Gastles dierenbescherming

Leerdoel 4: verplicht

Zoals de naam al zegt, de dierenbescherming zorgt in ons land voor de bescherming van dieren. Hoe ze dat precies doen gaan jullie leren in een gastles van een van de mensen van de dierenbescherming!

Dieren in het buitenland

Leerdoel 4: verplichte opdracht (voor KGT!)

In deze opdracht ga je onderzoeken hoe dieren in het buitenland gebruikt/misbruikt worden, vooral voor toeristen. Je gaat hier daarna een betoog over schrijven. Een betoog is een verslagje waarin je jouw mening over een bepaald onderwerp geeft.

Lees hier eerst wat een betoog is: Klik!

Lees daarna hieronder de opdracht:

 

Leerdoel 5

Je weet hoe dieren in een veehouderij leven en verzorgd worden.

 

Dit leerdoel wordt behandeld in de eindopdracht.

Leerdoel 6

Je weet het verschil tussen gangbare en biologische veehouderij. 

 

Dit leerdoel wordt behandeld in de eindopdracht.

Eindopdracht BBL en KGT

Eindopdracht thema 3: Dieren

In deze eindopdracht ga je debatteren. Een debat is een discussie over een bepaalde stelling. Je geeft argumenten voor of tegen de stelling en probeert zo het debat te winnen.

Het debat gaat over de veehouderij. In de les hoor je meer over de veehouderij en over het voeren van het debat!

Eindtoets

Onder aan deze pagina vind je een document met alle theorie voor de eindtoets dieren.

Dit is alle informatie die je moet kennen voor de eindtoets.

Succes met leren!

  • Het arrangement Dieren is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Het Perron
    Laatst gewijzigd
    2019-07-18 10:54:45
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO gemengde leerweg, 1;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.