Koude Oorlog

Inleiding - Koude oorlog

De Koude Oorlog heeft de wereldpolitiek vanaf 1945 tot 1989 gedomineerd. De wereld was verdeeld in twee ideologische blokken: Oost-Europa stond onder de invloedssfeer van de Sovjet-Unie en West-Europa onder invloed van de Verenigde Staten. Ideologisch stonden deze twee blokken lijnrecht tegenover elkaar. De VS stond voor het kapitalisme en de vrije markt-economie. In de Sovjet-Unie heerste het communisme en was een sprake van een strak geleide plan-economie waar ondernemingen eigendom waren van de staat. In materieel opzicht moest volgens de communistische partij iedereen gelijk zijn. De leefstijlen van het Westen en het Oosten stonden haaks op elkaar.

De Koude Oorlog dankt zijn naam aan het feit dat de twee supermachten elkaar nooit in een directe gewapende strijd bevochten. De dreiging van een 'hete' strijd was echter doorlopend aanwezig.
Er waren tijdens de Koude Oorlog talloze conflicten waarbij de grootmachten elkaar indirect bestreden. De oorlogen in Korea en Vietnam, de Cuba-crisis en inval van de Sovjet-Unie in Afghanistan zijn daar voorbeelden van. Zowel in het Westen als het Oosten waren mensen bang dat een conflict zou resulteren in een nucleaire oorlog. Beide machtsblokken probeerden elkaar af te troeven in een wapenwedloop.

Einde WOII, Begin Koude Oorlog

Na afloop van de Tweede Wereldoorlog was er sprake van een machtsvacuüm in Europa. De Europese landen waren verzwakt en afhankelijk van de Sovjet Unie en de Verenigde Staten. Het was al snel duidelijk dat Stalin het door hem bevrijde Oost-Europa niet zou prijsgeven. Hij wilde een buffer om de Sovjet-Unie in mogelijke toekomstige conflicten te beschermen. Een communistisch Europa was een doorn in het oog van de VS.

In de loop van 1946 werd het duidelijk dat de toekomst van Europa bepaald werd door de tegenstellingen tussen beide grootmachten. Churchill (video links) sprak in een beroemd geworden rede over een IJzeren Gordijn dat over Oost-Europa was neergedaald.
Aan de ene kant van de scheidslijn bevond zich het vrije en democratische door de VS gesteunde West-Europa, aan de andere kant het door de Sovjet-Unie beheerste communistische Oost-Europa.

In 1947 lanceerde Truman (video rechts), de opvolger van president Roosevelt een beleid dat bekend werd als de Truman Doctrine. Landen die zich bedreigd voelden door het communisme konden rekenen op de steun van de VS.

Kort daarop maakten de Amerikanen een groot herstelprogramma voor Europa bekend: het Marshallplan. Alle Europese landen - dus ook de Sovjet-Unie en de Oost-Europese landen - konden een beroep doen op financiële steun bij de wederopbouw.

De Sovjets wezen deze steun echter van de hand en verboden de Oost-Europese landen de Marshall-hulp te accepteren. Daarom werden alleen West-Europese landen en de westelijke bezettingszones van Duitsland betrokken in het grootscheepse hulpprogramma.

De scheiding in Europa begon zich hierdoor steeds scherper af te tekenen.
De Koude Oorlog was begonnen.

 

Kwestie Duitsland - 1

De geallieerden hadden na de Tweede Wereldoorlog geen overeenstemming over de toekomst van Duitsland. Op de conferentie van Jalta in 1945 werd wel besloten om Duitsland tijdelijk in 4 zones te verdelen: een Amerikaanse, Franse, Engelse en Russische zone. Alle ex-geallieerden kregen een zone om te bewaken.

De VS, Frankrijk en Engeland wilden de economie in Duitsland opnieuw tot bloei brengen. Deze opvatting stond lijnrecht tegenover de opvatting van Stalin. Hij wilde juist een zwak Duitsland en een stevige controle over het land.

Al snel ontstond er een conflict over het wel of niet invoeren van een gemeenschappelijke Duitse munteenheid. De VS, Frankrijk en Engeland voerden de D-mark in om de economie op gang te brengen.
Stalin was furieus en besloot tot een blokkade van de aanvoerroutes van West-Berlijn.

Zittend van links naar rechts:
Winston Churchill, Franklin D. Roosevelt
en Joseph Stalin tijdens de
conferentie van Jalta.
Van links naar rechts, Winston
Churchill, President Harry S. Truman,
en Josef Stalin op het congres van
Potsdam.

 

Kwestie Duitsland - 2

De blokkade van Berlijn in 1948 was het eerste serieuze conflict tussen beide kampen in de Koude Oorlog. De enige manier om West-Berlijn te bereiken, was door de lucht. De Amerikanen besloten een grootschalige luchtbrug op te zetten om de twee miljoen West-Berlijners te bevoorraden. De Sovjet-Unie was uiteindelijk niet bereid om een oorlog te riskeren - mede door de mogelijke inzet van atoomwapens door de VS - en hieven de blokkade in mei 1949 op.

Stalin zonderde zijn zone af en plaatste Oost-Duitsland onder een communistisch bestuur. De Oostelijke zone kreeg de naam Deutsche Demokratische Republik (DDR). De westelijke zones werden uiteindelijk samengevoegd tot de Bundesrepublik Deutschland (BRD) ofwel West-Duitsland.
Video: de luchtbrug van Berlijn

 

Kwestie Duitsland - 3

Bouw Berlijnse muur
Berlijn en de Berlijnse muur

De DDR werd officieel opgericht op 7 oktober 1949 en heeft bestaan tot 3 oktober 1990. De regering van de DDR stond onder directe controle van de Sovjet-Unie. In eerste instantie was er in de DDR veel informatie beschikbaar over het Westen: iedereen kon de West-Duitse televisie- en radiozenders volgen en de grenzen waren nog open.

Veel mensen in de DDR besloten te emigreren. In de periode 1949-1961 verlieten 2,6 miljoen mensen het land om in West-Duitsland een nieuw bestaan op te bouwen. De Oost-Duitse autoriteiten sloten in 1961 de grenzen en begonnen met de bouw van een muur die Oost-Berlijn definitief scheidde van West-Berlijn.

Na het sluiten van de grenzen werd het voor Oost-Duitsers praktisch onmogelijk om het land nog te verlaten. Herhaaldelijk vielen er bij vluchtpogingen gewonden en dodelijke slachtoffers. De val van de Berlijnse Muur op 9 november 1989 is het symbool van het einde van de Koude Oorlog geworden.

De Berlijnse Muur
Vluchtpogingen
De val van de Berlijnse Muur

Wapenwedloop, NAVO en Warschaupact

De tegenstellingen tussen de VS en de SU verhardden zich. Beide grootmachten organiseerden bondgenootschappen om hun macht en invloed te vergroten. Beide grootmachten probeerden hun tegenstander af te schrikken door militair machtsvertoon. Er ontstond een wapenwedloop waarin de partijen elkaar probeerden te overtreffen in wapentechnologie en in aantallen (kern)wapens. In april 1949 werd de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie opgericht, de NAVO opgericht. De VS en een groot aantal Westerse bondgenoten waaronder Nederland bundelden hun militaire kracht.

Stalin richtte in 1955 de Oost-Europese tegenhanger op: het Warschaupact. Alle Oostbloklanden traden tot het Warschaupact toe, behalve het onafhankelijke Joegoslavië. De toegetreden landen beloofden elkaar militaire bijstand in geval van gewapende conflicten.

Nederland en de wapenwedloop

Vredesdemonstratie in Amsterdam 1981

De angst voor een nucleaire oorlog tijdens de Koude Oorlog was ook in Nederland voelbaar. In de jaren 80 ontstond er veel weerstand tegen het plan van de VS om in Europa een nieuwe generatie wapens te plaatsen: de kruisraketten.

Er werden in 1981 en 1983 grote demonstraties georganiseerd om te protesteren tegen de plaatsing van kruisraketten in Nederland. De VS spraken van Hollanditis omdat het protest zich als een besmettelijke ziekte leek te verspreiden onder haar bondgenoten.

Door een doorbraak in onderhandelingen tussen de VS en de SU in 1987 kwam het niet tot concrete plaatsing van kernwapens in Nederland.
Video: Doe maar - De bom

 

Conflicten tijdens de Koude Oorlog - 1



Tijdens de Koude Oorlog kwam het tussen de VS en de SU nooit tot een openlijke oorlog. Wel waren er concflicten die in het teken stonden van de tegenstelling tussen de grootmachten. Zowel de VS als de SU probeerden hun invloedssfeer in de wereld uit te breiden ten koste van de tegenpartij. Zo raakten beide landen verwikkeld in een reeks militaire conflicten. Daarbij gaf de VS militaire steun aan de tegenstanders van communisten die op hun beurt vaak werden gesteund door de SU.

Een greep uit de Koude Oorlog-conflicten:

1950 - 1953 Korea

In 1947 draagt de VS de Verenigde Naties op om een commissie toezicht te laten houden op vrije verkiezingen in heel Korea. Noord-Korea weigert de toegang van deze VN-commissie. Het communistische Noord-Korea is het niet eens met de gestelde grens en valt Zuid-Korea binnen.

Zuid-Korea vraagt de VS om steun. Veel West-Europese landen schieten Zuid-Korea te hulp onder leiding van de Amerikaanse generaal MacArthur. Het communistische China en de Sovjet-Unie steunden Noord-Korea. MacArthur stelde voor om de atoombom in te zetten tegen de communisten. Zo ver kwam het gelukkig niet.

Na de dood van Stalin in 1953 werd een wapenstilstand getekend waarna de deling van Korea in het communistische Noorden en een op het Westen georiënteerd Zuiden een feit was.

1957 - 1975 Vietnam

Tijdens de Vietnam-oorlog kwamen 2,5 miljoen Vietnamezen en bijna 60.000 Amerikaanse soldaten om het leven. De Vietnam-oorlog was een uitvloeisel van de dominotheorie die president Eisenhouwer in 1954 formuleerde. De VS wilden voorkomen dat landen in de regio een communistisch bewind kregen. Als één land viel, zouden de anderen volgen, was de overtuiging. Dat gevaar was in de ex-koloniën van de verzwakte Europese landen niet denkbeeldig.

Vanaf 1957 nam de VS het beheer van Indochina van Frankrijk over en ging openlijk de strijd aan tegen de communistische Vietcong en het door de SU gesteunde Noord-Vietnam. De oorlog verzandde in een schimmige guerrillastrijd in de moeilijk toegankelijke oerwouden. De oorlog resulteerde in gefrustreerd Amerikaans geweld waarbij dorpen werden platgebombardeerd en napalm werd ingezet. Uiteindelijk trokken de Amerikanen zich in 1975 zonder overwinning terug.

Conflicten tijdens de Koude Oorlog - 2



1962 Cuba-crisis

In oktober 1962 dreigde een nucleaire oorlog tussen beide grootmachten. De Cuba-crisis staat daarom bij veel mensen nog in het geheugen gegrift. Castro kwam in 1959 na een bloedige revolutie aan de macht in Cuba.

Hij voerde een communistisch bewind in en ging over tot onteigening van Amerikaanse bedrijven. Voor de Sovjet-Unie was Cuba een strategisch belangrijke bondgenoot. In het geheim plaatste de Sovjet-Unie een raketbasis op het eiland waardoor de VS binnen bereik van de Russische raketten kwam te liggen.

De VS onder leiding van president Kennedy eiste ontmanteling van de Russische raketbasis op Cuba en de stopzetting van de verscheping van militaire goederen naar het eiland. Uiteindelijk gaf de Sovjet-Unie onder leiding van Chroesjtsjov gehoor aan de eis en trok zijn materieel en manschappen terug. Daarmee werd ternauwernood een kernoorlog voorkomen.

1979 Afghanistan

De oorlog in Afghanistan duurde voor de Sovjet-Unie 10 jaar en was in resultaat en impact te vergelijken met de Vietnam-oorlog voor de Amerikanen. De Russen steunden de Marxistische Democratische partij van Afghanistan en bestreden samen de islamitische verzetsgroepen van de Muhajedin.

Deze islamitische militaire groeperingen, waartoe ook de latere Taliban-strijders gerekend worden, werden gesteund door de Verenigde Staten. Het Sovjet-leger bleek niet opgewassen tegen de guerrillaoorlog van de Afghaanse Muhajedin-groepen. In 1989 trok het land zijn troepen terug.

Oostblok

De Oostbloklanden werden ook vaak aangeduid als de satellietstaten van de Sovjet-Unie. Ze waren communistisch en stonden onder directe controle van de Sovjet-Unie. De staat en de communistische partij beheerste het leven. Het communisme bracht een heel andere levensstijl voort dan in het Westen.

Het communistisch bewind probeerde haar burgers op te voeden tot ideale burgers met een onvoorwaardelijke trouw aan de partij. De communistische staat eiste van haar inwoners gehoorzaamheid en soberheid en bood een materiële eenvormigheid. Luxe-producten, mode en trends speelden geen rol. Reclameborden ontbraken en de productie in fabrieken werd gedicteerd door de communistische partij. Deelname aan internationale sportevenementen moest de superioriteit van het communisme demonstreren. De Oost-Europese landen waren dictaturen, zonder vrijheid van meningsuiting en geheel onder controle van de communistische partij. De geheime dienst hield de bevolking in de gaten en stond in nauw contact met de Sovjet-Unie.

De controle van de Sovjet-Unie over de satellietstaten in Oost-Europa verliep niet altijd even vlekkeloos. Regelmatig kwam de bevolking in opstand tegen het strenge Sovjet-bewind. De Hongaarse Opstand en de Praagse lente maakten diepe indruk in het Westen en intensiveerde de afkeer van het communisme.

Hongaarse opstand

Hongarije kreeg in 1956, drie jaar na de dood van Stalin, te maken met de gevolgen van de angst van de Sovjet-Unie om haar invloed in Oost-Europa te verliezen. Na de dood van Stalin leek er aanvankelijk iets meer speelruimte te komen om kritiek te uiten op het communistische regime. In Hongarije brak op 23 oktober 1956 een opstand uit tegen het communistische bewind. Honderdduizend betogers liepen massaal door de straten van Boedapest. Zij eisten vrije verkiezingen en een einde van de Sovjet-overheersing.

Sovjet-leider Chroesjtsjov stuurde tanks naar de hoofdstad en sloeg de opstand hardhandig neer. De verontwaardiging in het Westen was groot. In Nederland werd het hoofdkantoor van de Communistische Partij Nederland (CPN) bestormd. Er werden Hongaarse vluchtelingen in Nederland opgenomen. Op politiek gebied gebeurde er weinig en was het duidelijk dat het Westen de vingers niet wilde branden aan deze kwestie.

​​​

Praagse Lente

1968: de Praagse Lente

In 1968 werd het onrustig in de toenmalige dubbelstaat Tsjecho-Slowakije. Dit land werd als minst betrouwbare bondgenoot gezien en door de Sovjet-Unie nauwlettend in de gaten gehouden.

Alexander Dubček                          Leden van het Warschaupact

In januari 1968 kwam Alexander Dubček aan de macht die pleitte voor een gematigd socialisme met een 'menselijk gezicht’. Politieke hervormingen en vrijheid van meningsuiting vormden zijn speerpunten. Censuur werd afgeschaft en de bevolking maakte gebruik van haar vrijheid. Deze vrijheid duurde kort. In augustus 1968 maakten Sovjet-troepen een einde aan de hervormingen. Het land was weer terug bij af.

De invloed van de partij op het leven van de bevolking nam toe. De ontevredenheid bleef door gebrek aan vrijheid, schaarste en de stijgende prijzen groot. Acties werden voortaan weer in de kiem gesmoord door de geheime politie.

Het Westen

Het kapitalisme is gebaseerd op het principe van de vrije markt waar vraag en aanbod het ritme van de economie bepalen. De staat grijpt zo min mogelijk op het privéleven van mensen in. Lonen variëren in dit systeem naar gelang de mate van talent, ervaring en opleiding. Mensen die hun baan verliezen, kunnen in West-Europa aanspraak maken op een werkloosheidsuitkering. De vrijheid van meningsuiting is een belangrijke peiler van Westerse democratieën. Regeringen worden democratisch gekozen.

De levensstijl in West-Europa werd na de Tweede Wereldoorlog gedomineerd door de VS. Amerikaanse producten, films en kleding werden enorm populair. In de jaren zestig kwam er veel kritiek op de materialistische levenswijze en overmatige consumptie. Dit verklaart de opkomende populariteit van links-radicale partijen onder jongeren in het Westen vanaf de jaren zestig.

Einde van de Koude Oorlog

Michail Gorbatsjov, de laatse Sovjet-leider.

Sovjet-leider Michail Gorbatsjov kampte in 1985 bij zijn aantreden met een enorme economische crisis van zijn land. Een jarenlang eenzijdig accent op de zware industrie, de lage opbrengsten in de landbouw en een enorme schaarste aan consumptiegoederen waren de oorzaak. Een nieuw bewapeningsprogramma van de VS onder president Ronald Reagan was de nekslag voor de SU. Een nieuwe fase in de wapenwedloop kon het land niet bolwerken. Gorbatsov zocht toenadering tot het Westen en kondigde een politiek aan van perestrojka (hervorming)en glasnost (openheid).

De politiek van glasnost luidde het einde in van de Sovjet-Unie. De nieuwe openheid maakte burgers mondig. In het Oostblok werden in 1989 protestmarsen gehouden tegen de SU en voor eigen onafhankelijkheid. Gorbatsjov kon het openlijk verzet niet meer keren. In Oost-Berlijn namen de mensen hun kans waar en sloopten de Berlijnse muur. In snel tempo maakten de satellietstaten zich definitief los van de invloed van Moskou.

De val van de Berlijnse Muur werd een volksfeest:

Verenigde Naties

Vlag van de Verenigde Naties

De Verenigde Naties (afkorting: VN) is een internationale organisatie, opgericht in 1945.
Het is een intergouvernementele organisatie die samenwerkt op het gebied van:

  • het internationale recht
  • mondiale veiligheid
  • behoud van mensenrechten
  • ontwikkeling van de wereldeconomie
  • het onderzoek naar maatschappelijke en culturele ontwikkelingen.

De organisatie is door 51 landen opgericht en telt nu (2021) 193 lidstaten. Vrijwel elk internationaal erkend, onafhankelijk land is lid van de organisatie.

De Verenigde Naties lijkt in sommige opzichten op een normaal land. Het heeft een soort parlement (de Algemene Vergadering), maakt zijn eigen "wetten" (resoluties), heeft een eigen "grondwet" (het Handvest) en heeft "ministeries" (gespecialiseerde organisaties) voor verschillende deelactiviteiten.

Algemene vergadering van de VN​

De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties is het "dagelijkse parlement" binnen de organisatie. In de Algemene Vergadering hebben alle VN-lidstaten zitting.

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties is het hoogste bestuursorgaan van de Verenigde Naties. De Veiligheidsraad heeft vijf permanente leden: de Volksrepubliek China, de Verenigde Staten, Rusland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.

In de Veiligheidsraad hebben nog tien andere landen zitting, die voor een periode van twee jaar worden gekozen.

De Veiligheidsraad heeft de primaire verantwoordelijkheid voor handhaving van de veiligheid en vrede. De besluiten van de Veiligheidsraad heten resoluties.
De Veiligheidsraad mag elk (dreigend) geschil onderzoeken en kan vervolgens niet-bindende maatregelen voorstellen of bindende maatregelen opleggen.

De permanente leden van Veiligheidsraad hebben vetorecht, d.w.z. dat alle permanente leden voor een resolutie moeten stemmen om de resolutie van kracht te laten worden. De tien niet-permanente leden van de Veiligheidsraad hebben geen vetorecht.

Voorbeelden van gespecialiseerde organisaties van de VN zijn:

  • Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft tot doel de gezondheidszorg van de wereldbevolking te bevorderen.
  • UNESCO heeft als missie het bijdragen aan de vredesopbouw, armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling.
  • UNICEF zet zich in voor het welzijn van kinderen.
  • International Monetair Fonds (IMF) voor monetaire zaken.
  • UNHCR is de vluchtelingenorganisatie van de VN.

Koude oorlog conflicten

  • Het arrangement Koude Oorlog is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-05-27 09:32:27
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
    Leerinhoud en doelen
    Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld