Modern imperialisme

Inleiding - Modern imperialisme

We onderscheiden in de geschiedenis twee vormen van imperialisme: traditioneel en modern imperialisme. De veroveringen die vanaf het einde van de 15de eeuw plaatsvonden in Noord- en Zuid-Amerika plaatsen we onder het begrip traditionele imperialisme. Handelsbelangen, grondstoffen, zendingsdrang en hebzucht waren daarbij de drijvende kracht.

Het moderne imperialisme vloeit rechtstreeks voort uit de industriële revolutie. Toen allerlei productieprocessen werden gemechaniseerd, groeide de behoefte aan meer grondstoffen en afzetmarkten. In korte tijd werden grote delen van Afrika en Azië geannexeerd door machtige landen als Engeland, Frankrijk, Italië en Duitsland.

Stijgende behoefte aan grondstoffen

In Europa gingen de ontwikkelingen snel: vanaf 1850 breidde het
spoorwegennet, het aantal ijzer- en steenkoolmijnen en industriële
gebieden zich in snel tempo uit.

De industriële revolutie had grote gevolgen voor de wijze van produceren. Door mechanisatie en grootschaligheid konden fabrieken veel meer produceren dan voorheen. Door stoommachines aangedreven weefgetouwen produceerden in een uur het veelvoud van wat een thuiswever in een hele week kon produceren. Een sterk toenemende behoefte aan meer grondstoffen was het gevolg. Voor de machines en producten waren o.a. steenkool, ijzererts en ruwe katoen nodig.

Om aan deze grondstoffen te komen, werden zo veel mogelijk gebieden veroverd. Vooral gebieden die rijk waren aan grondstoffen vormden een rijke buit.

Afzetmarkt

Nederlands-Indiė was vanaf de 19de eeuw
een belangrijke afzetmarkt van de Twentse
katoenindustrie. Grondstoffen voor deze
industrie waren o.a. steenkool, vlas en
katoen. Vlas werd deels in de omgeving
verbouwd maar de steenkool kwam uit
Duitsland. De katoengarens werden
geïmporteerd vanuit Engeland.

De productie in fabrieken was zo groot dat er al gauw sprake was van overschotten. De grote hoeveelheid producten kon niet alleen in het moederland worden verkocht, daarvoor was de afzetmarkt in eigen land te beperkt. Ook om die reden was de verovering van nieuwe gebieden interessant voor de Europese mogendheden. Elk industrialiserend land ging op zoek naar nieuwe afzetmarkten. Inzet bij het veroveren van koloniën was dus meer dan de aanwezigheid van grondstoffen: ook het aantal inwoners was van belang.
Engeland veroverde gebieden met een omvangrijke bevolking zoals India en Pakistan. De katoenindustrie in Nederland exporteerde stoffen naar Nederlands-Indië dat een belangrijke afzetmarkt ging vormen voor haar producten. Door de industrialisering groeide de betekenis van Indië als producent van grondstoffen en als afzetmarkt van industriële producten.

[Bewerkte inhoud van fragment uit deze brief:] Volgens het bericht dat we ontvingen van onze agent in Soerabaja zouden daar enige kisten met dunne paarse katoenen zoals in bijgevoegd monster is te zien per el verkocht kunnen worden. Daarom bevelen we een bestelling aan van 5 a 10 kisten, mits er wordt gezorgd dat de stof dezelfde is als die van het monster. (handtekeningen) Bijgevoegd patroon is zeer gewild in beide kleuren. Ook dit is een zeer gewild patroon uit vroegere partijen (…).

Nationalisme en rivaliteit

Het directe gevolg van de industriële revolutie was de verovering van Afrika en Azië door Europese landen. Ook industrialiserende landen als de Verenigde Staten en Rusland vergrootten hun macht. De Verenigde Staten maakten Latijns-Amerika tot hun invloedssfeer en Rusland koloniseerde Siberië en Centraal-Azië. Met de verovering van grondgebied vergrootten nationale staten hun prestige. Imperialisme ging wat dat betreft hand in hand met opkomend nationalisme. De strijd om de koloniën ging om meer dan grondstoffen en afzetmarkten alleen. Land veroveren in den vreemde was ook een manier om je als land te onderscheiden en de concurrenten te tonen wie het machtigst en belangrijkst was.

Afbeelding: Cecil Rhodes (1853-1902), Brits imperialist en stichter van het land Rhodesië (het gebied ter grootte van het huidige Zambia en Zimbabwe).
‘Ik beweer dat wij het eerste ras ter wereld zijn: hoe meer wij van deze wereld bewonen, des te beter het is voor het menselijke ras. Ik geloof dat het mijn plicht is tegenover God, mijn koningin en mijn vaderland, de hele kaart van Afrika rood te kleuren, rood van de Kaap tot aan Cairo. Dit is mijn overtuiging, mijn droom en mijn roeping.’

Culturele overheersing

Pygmeeën werden niet gezien als
volwaardige mensen en zelfs
tentoongesteld in Europese
dierentuinen.

Europese mogendheden zagen zichzelf graag als superieur ten opzichte van concurrenten en voelden zich ver verheven boven de volkeren die ze inlijfden. De oorspronkelijke cultuur was onbelangrijk en diende te worden vervangen door de cultuur van het moederland. In de koloniën werd de taal van het moederland gesproken. Ook in deze tijd wordt in de voormalige koloniën uit de tijd van het moderne imperialisme de taal van het moederland gesproken. In veel Noord-Afrikaanse landen wordt bijvoorbeeld nog veel Frans gesproken en in een land als India wordt de Engelse taal nog veel gebruikt. Ook de cultuur van het moederland is vaak nog zichtbaar aanwezig in de vorm van infrastructuur en gebouwen uit de koloniale tijd.

Franse koloniale gebouwen in Bamako (Mali).

 

  • Het arrangement Modern imperialisme is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-05-25 12:00:19
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
    Leerinhoud en doelen
    Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld