De productie in fabrieken was zo groot dat er al gauw sprake was van overschotten. De grote hoeveelheid producten kon niet alleen in het moederland worden verkocht, daarvoor was de afzetmarkt in eigen land te beperkt. Ook om die reden was de verovering van nieuwe gebieden interessant voor de Europese mogendheden. Elk industrialiserend land ging op zoek naar nieuwe afzetmarkten. Inzet bij het veroveren van koloniën was dus meer dan de aanwezigheid van grondstoffen: ook het aantal inwoners was van belang.
Engeland veroverde gebieden met een omvangrijke bevolking zoals India en Pakistan. De katoenindustrie in Nederland exporteerde stoffen naar Nederlands-Indië dat een belangrijke afzetmarkt ging vormen voor haar producten. Door de industrialisering groeide de betekenis van Indië als producent van grondstoffen en als afzetmarkt van industriële producten.
[Bewerkte inhoud van fragment uit deze brief:] Volgens het bericht dat we ontvingen van onze agent in Soerabaja zouden daar enige kisten met dunne paarse katoenen zoals in bijgevoegd monster is te zien per el verkocht kunnen worden. Daarom bevelen we een bestelling aan van 5 a 10 kisten, mits er wordt gezorgd dat de stof dezelfde is als die van het monster. (handtekeningen) Bijgevoegd patroon is zeer gewild in beide kleuren. Ook dit is een zeer gewild patroon uit vroegere partijen (…).