Het arrangement Democratische Revoluties is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
- Auteur
- Laatst gewijzigd
- 2025-08-21 13:16:00
- Licentie
-
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
- het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
- het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
- voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
- Toelichting
- De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
- Leerinhoud en doelen
- Geschiedenis;
- Eindgebruiker
- leerling/student
- Moeilijkheidsgraad
- gemiddeld


In de 18e eeuw vonden er in het Westen revoluties plaats. Deze revoluties vormen de bakermat van onze huidige democratie. In de meeste gevallen ontworstelde de burgerij zich van de absolute macht van de vorsten en de kerk. In economisch opzicht wilde de burgerij minder belasting betalen. In sociaal en politiek opzicht eiste de burgerij meer inspraak.
Na de Boston Tea Party verhevigde de strijd tussen de kolonisten en de Britten zich. Toch waren er afgevaardigden in het Congres tegen een oorlog. Deze groep wilde een vreedzame band onderhouden met de Britten. Zij stelden een petitie op voor de koning, waarin zij uitlegden dat zij geen bezwaar hadden tegen hem, maar tegen zijn Parlement. De koning verwierp de petitie en verklaarde dat Amerika in opstand was en noemde alle afgevaardigden van het Congres landverraders. Groot-Brittannië verbood vervolgens alle handel met de 13 koloniën en nam 20.000 Duitse huurlingen (beroepssoldaten) in dienst om in de 13 koloniën te vechten. De onafhankelijkheidsoorlog was begonnen.
De dertien koloniën wilden zelfstandig verder, zonder het Britse moederland. Thomas Jefferson, een verlicht denker uit Virginia, werkte aan de tekst van het Amerikaanse rechtssysteem en het nieuwe Amerikaanse bestuur. Het was de eerste keer dat er ideeën uit de Verlichting in een staatsdocument werden opgenomen.
Na de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring werd 11 jaar later de Amerikaanse grondwet opgesteld. Kern van deze grondwet is dat :


Ten tijde van het Ancien Regime hadden de geestelijkheid en de adel een bevoorrechte positie. De maatschappij was heel anders ingericht dan wij nu gewend zijn. Er was geen democratie en er was geen gelijkheid. Er waren rangen en standen en het was bijna onmogelijk om in een andere rang of stand terecht te komen. De geestelijkheid was de eerste stand (ca. 1 % van de bevolking). Er was een duidelijk verschil tussen de hogere en lagere geestelijkheid. De bisschoppen in de steden kwamen veelal uit de adellijke families en waren rijk. De pastoors in de boerendorpen daarentegen kwamen voort uit de Derde Stand en waren arm.
Bij de adel kon men verschil zien tussen de hoge adel, die bij de koning aan het hof leefde, de landadel in de provincies en de burgerlijke ambtsadel (degenen die een titel hadden gekocht). Duidelijk was in ieder geval dat de Derde Stand verreweg het grootst was. Zij vormden 89 procent van de bevolking, terwijl ze maar 30 procent van het land in handen had. Zij moest ook alle belastingen betalen. Geestelijkheid en adel waren daarvan vrijgesteld. De grond waarop de boeren werkten was vaak in handen van een edelman of van een rijke koopman uit de stad.
Doordat in het Ancien Regime alles via de koning liep, die de absolute macht had, ontstond er een corrupt ambtenarenapparaat. De koning bepaalde wie er een hoge post kreeg in zijn ambtenarenapparaat. Daarbij kwam dat Koning Lodewijk de XVI slecht besluiten kon nemen.
Het belastingstelsel in Frankrijk was niet goed georganiseerd. De belastinginners hadden namelijk het recht maar een gedeelte aan de staat af te staan. Daarnaast voerde Frankrijk talloze oorlogen die de staat enorm veel geld kostte. De koningen gaven veel geld uit aan het leger.
Er waren rijke en minder rijke boeren in Frankrijk. Het leven op het land was zwaar doordat zij grote delen van de oogst en opbrengsten moesten afstaan aan hun heer. Er ontstonden protesten hiertegen. Ook vonden de boeren het onterecht dat de adel mocht jagen en daarom grote stukken van land voor de jacht gebruikten. Kortom de boeren in Frankrijk waren ontevreden. Zij eisten meer land, afschaffing van de feodale verplichtingen en een rechtvaardiger belastingstelsel.
De bovenlaag van de burgerij bestond uit de gegoede burgerij. Zij waren relatief rijk. Tussen ca. 1500 tot ca. 1800 groeide deze bovenlaag. Zij probeerde op de adel te lijken en kochten soms adellijke titels. Het kopen van een adellijke titel betekende namelijk dat je geen belasting hoefde te betalen. De gegoede burgerij besefte dat dit systeem erg ongelijk was. Zij zagen in dat afkomst per definitie belangrijker was dan bezit of talent.
De koning zat door de torenhoge staatsschuld en groeiende ontevredenheid in de problemen. Hij riep daarom op 5 mei 1789, voor het eerst sinds 175 jaar, de Staten Generaal bijeen. Het doel van de vergadering moest zijn: het bespreken van nieuwe belastingen. De standpunten waren duidelijk: De adel wilde niet veranderen en belasting blijven innen van de Derde Stand.
Staten Generaal roepen zich uit tot Nationale Vergadering
De Parijse bevolking had angst voor de buitenlandse troepen van de koning en de adel. Daarnaast zagen zij de Bastille als een bastion van onderdrukking. Zij verzamelden zich ook om de gevangen te bevrijden en om de strijd aan te gaan. Op 14 juli 1789 vindt de Bestorming van de Bastille plaats door de Parijzenaars uit onvrede met hun koning Lodewijk XVI. Deze dag is nu nog steeds een feestdag in Frankrijk.
De Nationale Vergadering had op 4 en 5 augustus 1789 besloten om alle overblijfselen van het Ancien Regime (van het absolutisme) af te schaffen. De koning ging daar in eerste instantie niet op in.
De Déclaration des droits de l’homme et du citoyen (Verklaring van de rechten van de mens en de burger) werd op 26 augustus 1789 door de Nationale Vergadering aangenomen. Het is één van de beroemdste documenten uit de Franse Revolutie, het gaat over mensenrechten en grondrechten.
De radicalen wilden de hervormingen nog verder doorvoeren. Deze groep bestond vooral uit inwoners uit Parijs, werklieden en boeren. Zij hadden een belangrijke rol in de revolutie gespeeld maar zij hadden nog niet direct voordeel uit de revolutie gehaald. Zij streefden ernaar om de monarchie te vervangen voor een republiek. Zij wilden stemrecht voor iedereen, verhoging van de lonen en verlaging van de prijzen.
Steeds meer mensen werden zich ervan bewust dat de Terreur vreselijk was. Iedereen werd door angst geleefd, ook vele Jakobijnen waren niet meer veilig. Een aantal van hen werd ook geëxecuteerd. Onder de Jakobijnen raakte men ervan overtuigd een einde te maken aan de terreur. Ironisch genoeg werd de leider van Jakobijnen, Robespierre, ook geëxecuteerd.
Tijdens het Directoraat, waarin Barras en Carnot de meest vooraanstaande leden waren, werden grote militaire en diplomatieke successen behaald gedurende de eerste twee jaren van haar bestaan. De winter van 1796-1797 bracht voor de arbeiders van Parijs slechts armoede, honger en koude, terwijl de gegoede burgerij zich vermaakte in luxe en overdaad. Er kwam een Parijse opstand die door o.a. de generaal Napoleon werd neergeslagen. Napoleon Bonaparte zou al snel het ontstane machtsvacuüm op gaan vullen.
De Franse Revolutie eindigde toen de generaal Napoleon Bonaparte (1769-1821) in 1799 als consul aan de macht kwam. Napoleon stelde een regering samen die orde op zaken ging stellen. In de eerste regeringsjaren sloot Napoleon vrede met Oostenrijk en Rusland. Door deze verdragen kreeg hij veel aanzien bij de burgers van Frankrijk. Al snel wilde Napoleon echter meer macht en paste hij de grondwet aan.
Door de aantrekkingskracht van de Amerikaanse revolutie raakten veel mensen in Nederland geïnteresseerd in bestuurlijke vernieuwing. Het scheiden van de uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht (de Trias Politica), een grondwet vormden een grote inspriratiebron.
In de tweede helft van de 18e eeuw ging het niet goed met de Republiek. Nederland verloor van Engeland tijdens de Vierde Engelse oorlog.
Door de economische en morele crisis, de invloed van de Verlichting, de Amerikaanse revolutie en de Franse revolutie ontstond er een nieuw elan in de Republiek. Niet de stadhouder moest de problemen oplossen, maar de staat zelf. De patriotten werden de voortrekkers van dit nieuwe elan.
In 1785 besloten de Staten Generaal het gewest Holland onder invloed van de Patriotten te stellen. Zij wilden niet meer dat stadhouder Willem V het gezag had over de troepen in Den Haag. De stadhouder Willem V vertrok eerst naar Gelderland, in het Loo (Apeldoorn) en later vestigde hij zich in Nijmegen. De Republiek stond daarmee aan de rand van een burgeroorlog. Wilhelmina van Pruisen, de vrouw van Willem V, wilde orde op zaken stellen en zij vertrok in het geheim naar Den Haag.
1794 In december 1794 trokken Franse troepen onder leiding van generaal Pichegru over de bevroren rivieren en bezetten de Nederlanden.