Democratische Revoluties

Inleiding - Democratische Revoluties

In de 18e eeuw vonden er in het Westen revoluties plaats. Deze revoluties vormen de bakermat van onze huidige democratie. In de meeste gevallen ontworstelde de burgerij zich van de absolute macht van de vorsten en de kerk. In economisch opzicht wilde de burgerij minder belasting betalen. In sociaal en politiek opzicht eiste de burgerij meer inspraak.

Een gevolg daarvan was dat kerk en staat gescheiden moesten worden en de bestuurlijke macht gescheiden diende te worden in: de uitvoerende, de wetgevende en de rechterlijke macht. Dit wordt Trias Politica genoemd. In ideologisch opzicht werd de burgerij geïnspireerd door de ideeën van de Verlichting. Nieuwe ideeën over vrijheid en gelijkheid gingen centraal staan. De Amerikaanse revolutie, de Franse revolutie en de Bataafse Nederlandse revolutie zijn daar een voorbeeld van.

Amerikaanse vrijheidsoorlog - 1

  • Koning George II
    1754 Koning George verhoogt de belastingen

  • 1773 The Boston Tea Party

  • 1775-1783 De Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog

  • 4 juli 1776 Declaration of Independence

  • 1787 De Amerikaanse Constitutie/Grondwet

  • 1789 George Washington eerste president

Amerikaanse vrijheidsoorlog - 2

1754: Koning George verhoogt de belastingen

Koning George

De koloniale Europese grootmachten zijn in de 18e eeuw elkaars concurrenten. Iedere grootmacht wilde de grootste zijn en wilde zijn rijk uitbreiden. Op politiek gebied werd er hard ingezet op een agressieve harde buitenlandse politiek: oorlog voeren. In economisch opzicht wilde elke grootmacht zijn economie beschermen tegen andere koloniale grootmachten. Protectionisme vierde hoogtij.

Engeland was destijds de grootste grootmacht. Grote delen van Noord-Amerika waren Engels, waaronder de 13 koloniën die later de onafhankelijkheid verklaarden. Het Britse Rijk voerde veel oorlog en raakte daardoor in financiële problemen. Koning George verhoogde daarom de belastingen in de 13 koloniën. De maatregelen bestonden uit het innen van belastingen: op suiker, op papier, op thee. In de 13 kolonies brak protest uit. Hierdoor verenigden de 13 kolonies zich. Er kwam een gemeenschappelijk optreden tegen het Britse moederland. Gevolg was dat er een stroom van pamfletten gepubliceerd werd waarin de 13 koloniën ageerden tegen de Engelse kolonisator.

1773: The Boston Tea Party

De Boston Tea Party.

Er kwam geen verandering in het beleid van koning George. Daarom kwamen vertegenwoordigers van de 13 koloniën in opstand tegen de door de Britten ingevoerde belastingen tussen 1764 en 1774, onder het motto ’No taxation without representation’. Op 16 december 1773 kwamen drie Engelse schepen vol met thee aan in de haven van Boston. De schepen wilden vertrekken maar zij werden tegengehouden.

Duizenden mensen liepen naar de schepen toe. Ze gingen verkleed als Indianen. Ze klommen aan boord, braken de 342 theekisten open, en gooiden vervolgens voor ruim 10.000 pond aan thee inclusief invoerrechten in het water. De omstanders moedigden de actie aan. De Engelse regering reageerde met de Dwang-wetten (Coercive of Intolerable Acts). Deze gebeurtenis, de Boston Tea Party, wordt aangeduid als de aanleiding tot het uitbreken van de onafhankelijkheidsoorlog.

1775-1783 De Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog

Na de Boston Tea Party verhevigde de strijd tussen de kolonisten en de Britten zich. Toch waren er afgevaardigden in het Congres tegen een oorlog. Deze groep wilde een vreedzame band onderhouden met de Britten. Zij stelden een petitie op voor de koning, waarin zij uitlegden dat zij geen bezwaar hadden tegen hem, maar tegen zijn Parlement. De koning verwierp de petitie en verklaarde dat Amerika in opstand was en noemde alle afgevaardigden van het Congres landverraders. Groot-Brittannië verbood vervolgens alle handel met de 13 koloniën en nam 20.000 Duitse huurlingen (beroepssoldaten) in dienst om in de 13 koloniën te vechten. De onafhankelijkheidsoorlog was begonnen.

Ca. 400.000 Amerikanen sloten zich aan bij hun plaatselijke militie of bij het zogenaamde beroepsleger (het Continentale Leger). De opperbevelhebber van het beroepsleger was George Washington. Hij had ca. 5.000 beroepssoldaten onder zich. Er werden veel veldslagen gevoerd. De kolonisten waren niet zo goed georganiseerd maar toch hielden zij stand en behaalden overwinningen. De Britten hielden tot maart 1776 stand in Boston; toen trokken ze zich uit de stad terug. In juni leden ze nog een nederlaag in Charleston, South Carolina. In 1782 startte Engeland de vredesonderhandelingen met de Verenigde Staten (de voormalige 13 koloniën). De Britse troepen trokken zich terug. Kort daarop werd de stichting van de Verenigde Staten van Amerika als een onafhankelijke republikeinse federatie erkend (1783, vrede van Parijs). In de jaren die volgden schaarden Frankrijk, Spanje en Nederland zich achter de nieuwe natie. De Verenigde Staten werden snel door andere grootmachten erkend. Het was een aantrekkelijk land met veel mogelijkheden waarin zij wilden investeren.

Bekijk op Wikipedia meer informatie over de veldslagen.

Amerikaanse vrijheidsoorlog - 3

4 juli 1776: Declaration of Independence

De dertien koloniën wilden zelfstandig verder, zonder het Britse moederland. Thomas Jefferson, een verlicht denker uit Virginia, werkte aan de tekst van het Amerikaanse rechtssysteem en het nieuwe Amerikaanse bestuur. Het was de eerste keer dat er ideeën uit de Verlichting in een staatsdocument werden opgenomen.

Op 11 juni 1776 benoemde het Congres een comité van vijf mannen: Benjamin Franklin, Thomas Jefferson, John Adams, Robert Livingston en Roger Sherman, om een Verklaring van Onafhankelijkheid op te stellen. Terwijl de Onafhankelijkheid werd opgesteld in juni en juli, zorgde de kwestie van onafhankelijkheid nog steeds voor verhitte debatten. Sommige kolonies, waaronder Pennsylvania en New York, besloten pas op het allerlaatste moment de onafhankelijkheid te steunen. Maar op 4 juli 1776 werd de Verklaring, waarvan de eerste opzet was gemaakt door Thomas Jefferson, dan toch goedgekeurd.

1787: De Amerikaanse Constitutie/Grondwet

Na de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring werd 11 jaar later de Amerikaanse grondwet opgesteld. Kern van deze grondwet is dat :

  • De onafhankelijke Verenigde Staten van Amerika werden een federatie van staten. Elke staat had een eigen bestuur en Washington werd de hoofdstad van de VS.
  • De Trias Politica van Montesquieu werd ingevoerd. De wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht werden van elkaar gescheiden. De uitvoerende macht was verantwoording schuldig aan de wetgevende macht. De rechtelijke macht was onafhankelijk.
  • Naast de grondwet kwam een Bill of Rights met de grondrechten van elke staatsburger: vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid, rechtsbescherming, recht van petitie, vrij wapenbezit.​

1789: George Washington eerste president

In 1789 werd George Washington als eerste president van Amerika in New York City gehuldigd. Daarvoor was hij opperbevelhebber van het beroepsleger van de kolonisten.

Kaarten

Ontstaan Franse revolutie

Ancien Regime

Ancien Regime (Versailles, symbool van het Ancien Regime)

Ten tijde van het Ancien Regime hadden de geestelijkheid en de adel een bevoorrechte positie. De maatschappij was heel anders ingericht dan wij nu gewend zijn. Er was geen democratie en er was geen gelijkheid. Er waren rangen en standen en het was bijna onmogelijk om in een andere rang of stand terecht te komen. De geestelijkheid was de eerste stand (ca. 1 % van de bevolking). Er was een duidelijk verschil tussen de hogere en lagere geestelijkheid. De bisschoppen in de steden kwamen veelal uit de adellijke families en waren rijk. De pastoors in de boerendorpen daarentegen kwamen voort uit de Derde Stand en waren arm.

Bij de adel kon men verschil zien tussen de hoge adel, die bij de koning aan het hof leefde, de landadel in de provincies en de burgerlijke ambtsadel (degenen die een titel hadden gekocht). Duidelijk was in ieder geval dat de Derde Stand verreweg het grootst was. Zij vormden 89 procent van de bevolking, terwijl ze maar 30 procent van het land in handen had. Zij moest ook alle belastingen betalen. Geestelijkheid en adel waren daarvan vrijgesteld. De grond waarop de boeren werkten was vaak in handen van een edelman of van een rijke koopman uit de stad.

Ook was er geen eerlijk rechtssysteem. De rechtspraak lag in handen van de koning. De koning kon zogenaamde vijanden zonder onderzoek in de gevangenis zetten. Er ontstond weerstand tegen de ongelijkheid. Deze ongelijkheid mondde uiteindelijk uit in de Franse revolutie die vele gedaantes heeft gekend. Het Ancien regime brokkelde af. Ongekende absolute macht zou na de revolutie altijd op gespannen voet staan met andere machten...

Corrupte regering

Doordat in het Ancien Regime alles via de koning liep, die de absolute macht had, ontstond er een corrupt ambtenarenapparaat. De koning bepaalde wie er een hoge post kreeg in zijn ambtenarenapparaat. Daarbij kwam dat Koning Lodewijk de XVI slecht besluiten kon nemen.

Hij had geen visie en wist niet om te gaan met de immense problemen in zijn land. Raadgevers bestookten hem. Hervormingen stelde hij uit en weigerde hij door te voeren.

Economische problemen

Het belastingstelsel in Frankrijk was niet goed georganiseerd. De belastinginners hadden namelijk het recht maar een gedeelte aan de staat af te staan. Daarnaast voerde Frankrijk talloze oorlogen die de staat enorm veel geld kostte. De koningen gaven veel geld uit aan het leger.

Zij hadden al heel veel geld geleend en de grootste post op de begroting was het afbetalen van de leningen. Bezuinigen kon niet, meer lenen ook niet en de belastingen verhogen kon niet meer. Ook gaven de koningen veel geld uit aan de hofhouding. In 1788 werd Frankrijk bankroet verklaard.

Crisis landbouw

Er waren rijke en minder rijke boeren in Frankrijk. Het leven op het land was zwaar doordat zij grote delen van de oogst en opbrengsten moesten afstaan aan hun heer. Er ontstonden protesten hiertegen. Ook vonden de boeren het onterecht dat de adel mocht jagen en daarom grote stukken van land voor de jacht gebruikten. Kortom de boeren in Frankrijk waren ontevreden. Zij eisten meer land, afschaffing van de feodale verplichtingen en een rechtvaardiger belastingstelsel.

Belastingen
In 1788 was er een slechte oogst. Dat had tot gevolg dat de graanprijzen hoog waren. De gewone mensen moesten dus veel betalen om aan hun eten te komen. Daarbij kwam dat men toch pacht (= de huur van het land) moest betalen aan de landeigenaar. Men moest grondbelasting betalen. Ook andere belastingen, vaak per streek verschillend, moesten betaald worden. Rond 70 procent van het boereninkomen ging op aan belastingen. De prijzen stegen en het inkomen bleef gelijk.
De gevolgen waren dat de mensen armer werden en dat er honger werd geleden.

Invloed Verlichting

De eisen van de gegoede burgerij werden geïnspireerd door de ideeën van de Verlichting.
Het idee van vrijheid en gelijkheid was immers de basisgedachte van de Verlichtingsfilosofen.
Zij pleitten voor meer vrijheden, meer gelijkheid en eerlijke rechtspraak voor iedereen.

Gegoede burgerij was ontevreden

De bovenlaag van de burgerij bestond uit de gegoede burgerij. Zij waren relatief rijk. Tussen ca. 1500 tot ca. 1800 groeide deze bovenlaag. Zij probeerde op de adel te lijken en kochten soms adellijke titels. Het kopen van een adellijke titel betekende namelijk dat je geen belasting hoefde te betalen. De gegoede burgerij besefte dat dit systeem erg ongelijk was. Zij zagen in dat afkomst per definitie belangrijker was dan bezit of talent.

De gegoede burgerij werd langzaamaan een voorstander van meer gelijkheid. De volgende veranderingen stonden centraal:

  • Iedere functie in het leger moest openstaan voor mannen die talent hadden, ongeacht hun geboorte.
  • De geestelijkheid en de adel moesten ook belasting gaan betalen.
  • Zij wilden een vrijere pers.
  • Zij waren voorstanders van vrije handel en wilden minder overheidsbemoeienis.

Franse revolutie - 1

De koning riep de Staten Generaal bijeen

De koning zat door de torenhoge staatsschuld en groeiende ontevredenheid in de problemen. Hij riep daarom op 5 mei 1789, voor het eerst sinds 175 jaar, de Staten Generaal bijeen. Het doel van de vergadering moest zijn: het bespreken van nieuwe belastingen. De standpunten waren duidelijk: De adel wilde niet veranderen en belasting blijven innen van de Derde Stand.

Verder was alles onbespreekbaar. De geestelijkheid was verdeeld. Ongeveer 80 hogere geestelijken dachten als de adel. De overigen, de lagere geestelijken, zoals de dorpspastoors, dachten als de Derde Stand. De Derde Stand wilde gelijke rechten en plichten voor alle mensen. Ze wilden meebeslissen. Bovendien wilde de Derde Stand een stemming per hoofd ( = per persoon) in plaats van per stand.

De eed op de Kaatsbaan

Staten Generaal roepen zich uit tot Nationale Vergadering
Op 16 juni benoemde de Derde Stand zich tot 'Nationale Vergadering'. Zij weigerden verder de verdeling in drie standen te erkennen. De koning greep in. Hij liet de vergaderzaal op slot doen. De ‘Nationale Vergadering’ kon er niet in en week uit naar de Kaatsbaan. Daar legden zij de eed af: zij zouden niet uit elkaar gaan voordat zij Frankrijk een grondwet hadden gegeven. De koning en de adellijke raadgevers waren furieus. Zij besloten zich te verzetten tegen de Nationale Vergadering. Er werden buitenlandse troepen gemobiliseerd die aan de rand van Parijs stonden.

Bestorming van Bastille en boerenopstanden

De Parijse bevolking had angst voor de buitenlandse troepen van de koning en de adel. Daarnaast zagen zij de Bastille als een bastion van onderdrukking. Zij verzamelden zich ook om de gevangen te bevrijden en om de strijd aan te gaan. Op 14 juli 1789 vindt de Bestorming van de Bastille plaats door de Parijzenaars uit onvrede met hun koning Lodewijk XVI. Deze dag is nu nog steeds een feestdag in Frankrijk.

De opstand verspreidde zich naar het boerenland door een gerucht dat de troepen van de koning de boeren zouden vermoorden. De boeren waren furieus en gaan de strijd aan: zij kwamen massaal in opstand en plunderden landgoederen en kloosters. Ook moesten de belastinginners het ontgelden. De boeren weigerden nog langer belasting te betalen.

Franse revolutie - 2

Koning en Nationale Vergadering bijeen in Parijs

De Nationale Vergadering had op 4 en 5 augustus 1789 besloten om alle overblijfselen van het Ancien Regime (van het absolutisme) af te schaffen. De koning ging daar in eerste instantie niet op in.

De Parijse bevolking eiste dat de koning naar Parijs moest komen. Dit deed het koninklijk echtpaar. Zij vestigden zich in de Tuilerieen, een paleis middenin de stad. Uit vrees voor nieuwe opstanden besloot de koning de besluiten van de Nationale Vergadering goed te keuren.

Verklaring van de rechten van de mens en de burger

De Déclaration des droits de l’homme et du citoyen (Verklaring van de rechten van de mens en de burger) werd op 26 augustus 1789 door de Nationale Vergadering aangenomen. Het is één van de beroemdste documenten uit de Franse Revolutie, het gaat over mensenrechten en grondrechten.

In de grondwet kwam te staan dat de hoogste macht bij het volk berustte. Het kerkelijke grondbezit was voortaan van de staat. Pastoors zouden voortaan door het volk gekozen worden. Hierbij kwam er natuurlijk tegenstand van de gelovigen en van de paus.

Op 3 september 1791 werd de nieuwe grondwet afgekondigd. Frankrijk werd een parlementaire monarchie met een zwakke uitvoerende macht (de koning) en een wetgevende volksvertegenwoordiging. Alle ambtenaren, rechters en juristen zouden gekozen moeten worden. Er kwamen openbare rechtbanken. De staat werd verdeeld in 83 departementen met zelfstandig bestuur. De slogan ‘Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap’ werd steeds populairder.

Radicalen winnen terrein: de terreur

De radicalen wilden de hervormingen nog verder doorvoeren. Deze groep bestond vooral uit inwoners uit Parijs, werklieden en boeren. Zij hadden een belangrijke rol in de revolutie gespeeld maar zij hadden nog niet direct voordeel uit de revolutie gehaald. Zij streefden ernaar om de monarchie te vervangen voor een republiek. Zij wilden stemrecht voor iedereen, verhoging van de lonen en verlaging van de prijzen.

Deze radicale groep, de Jakobijnen, werden geleid door Robespierre. Zij wonnen van de gematigde Girondijnen. Robespierre begon een terreurcampagne tegen alle tegenstanders, ook tegen revolutionairen. Girondijnen werden gedood, adel en eigenlijk alle ‘vijanden’ werden van kant gemaakt door de Jakobijnen. Zij gebruikten daarvoor de guillotine. 50.000 Fransen werden gedood onder de guillotine. De guillotine werd door de revolutionairen gezien als een humaan middel om een executie in het openbaar te voltrekken. De guillotine werd in de jaren van de revolutie uitgevonden door de geneesheer Joseph-Ignace Guillotin (1738-1814). Dagelijks reden er karren met mensen die terecht gesteld moesten worden. Op het plein werden zij onthoofd met de guillotine. De menigte van mensen juichten dan. Het was voor de menigte een spektakel. De Jakobijnen geloofden dat de executies noodzakelijk waren om Frankrijk en de revolutie te redden. Doel was een nieuwe samenleving te creëren.

Franse revolutie - 3

Massale executies

Steeds meer mensen werden zich ervan bewust dat de Terreur vreselijk was. Iedereen werd door angst geleefd, ook vele Jakobijnen waren niet meer veilig. Een aantal van hen werd ook geëxecuteerd. Onder de Jakobijnen raakte men ervan overtuigd een einde te maken aan de terreur. Ironisch genoeg werd de leider van Jakobijnen, Robespierre, ook geëxecuteerd.

Gematigden winnen terrein

Pogingen van de Parijse volksmassa's om een revolutionair bewind opnieuw te vestigen mislukten. De Constitutie, die voorzag in een stelsel van twee Kamers gekozen door een beperkt kiesrecht en een uitvoerend Directoraat van vijf gekozen leden, werd ter goedkeuring voorgelegd op 22 augustus 1795.

Tijdens het Directoraat, waarin Barras en Carnot de meest vooraanstaande leden waren, werden grote militaire en diplomatieke successen behaald gedurende de eerste twee jaren van haar bestaan. De winter van 1796-1797 bracht voor de arbeiders van Parijs slechts armoede, honger en koude, terwijl de gegoede burgerij zich vermaakte in luxe en overdaad. Er kwam een Parijse opstand die door o.a. de generaal Napoleon werd neergeslagen. Napoleon Bonaparte zou al snel het ontstane machtsvacuüm op gaan vullen.

Komst Napoleon

De Franse Revolutie eindigde toen de generaal Napoleon Bonaparte (1769-1821) in 1799 als consul aan de macht kwam. Napoleon stelde een regering samen die orde op zaken ging stellen. In de eerste regeringsjaren sloot Napoleon vrede met Oostenrijk en Rusland. Door deze verdragen kreeg hij veel aanzien bij de burgers van Frankrijk. Al snel wilde Napoleon echter meer macht en paste hij de grondwet aan.

Hij rekte de benoemingsperiode als consul van tien jaar op tot voor het leven en liet zich vervolgens in 1804 in de Notre-Dame in Parijs tot keizer van Frankrijk uitroepen. Napoleon was een verlicht despoot. Hij voerde talloze bestuurlijke vernieuwingen door. Hij was ook een bekwame wetgever. Zo voerde hij in veel (overwonnen) landen de burgerlijke stand in. Uiteindelijk deden zijn aspiraties om heerser van Europa te worden hem de das om. De rol van Napoleon raakte uitgespeeld na zijn verlies in de Slag bij Waterloo. Hij werd verbannen naar Sint Helena, waar hij in mei 1821 overleed.

Nederland: Bataafse Revolutie en het ontstaan van een nationale staat

Amerikaanse Revolutie en Trias Politica

Door de aantrekkingskracht van de Amerikaanse revolutie raakten veel mensen in Nederland geïnteresseerd in bestuurlijke vernieuwing. Het scheiden van de uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht (de Trias Politica), een grondwet vormden een grote inspriratiebron.

Gedachte van deze vernieuwers was dan ook om de macht in Nederland beter te verdelen en te scheiden. Met name de macht van adel en regenten en de stadhouder. De vernieuwers heetten in Nederland de Patriotten.

Franse Revolutie

Net zoals de Amerikaanse revolutie werkte ook de Franse revolutie aanstekelijk op de Patriotten. Zij waren, net zoals de Franse revolutionairen, voor de gelijkheidsidealen: gelijkheid, vrijheid en broederschap. Zij vonden dat de stadhouder en de regenten veel te veel macht hadden. Kortom de patriotten waren voor een democratische maatschappij.

Onder de patriotten begon steeds meer een nationaal gevoel te ontstaan dat werd aangewakkerd door de Franse bezetting die ook waren behept met de slogan van de Franse revolutie: 'Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap'.

Invloed Verlichting

De ideeën die uit de Verlichting waren ontstaan, hadden de grote revoluties uit de 18e eeuw beïnvloed. Zowel de Franse als ook de Amerikaanse revolutie stonden immers sterk onder invloed van de ideeën gelijkheid en vrijheid. De macht kon niet meer bij een vorst of adellijke familie rustten. De discussies werden voortgezet en pamfletten werden verstuurd.

Crisis in de Republiek

In de tweede helft van de 18e eeuw ging het niet goed met de Republiek. Nederland verloor van Engeland tijdens de Vierde Engelse oorlog.

Toen Nederland na Frankrijk het tweede land was dat de Verenigde Staten erkende, verklaarden de Britten Nederland de oorlog. De oorlog werd beëindigd met de Vrede van Parijs in januari 1784. Gevolg was dat er een algehele crisis uitbrak. Er ontstond grote werkeloosheid in de Republiek. Veel mannen raakten verslaafd aan alcohol. Daardoor kwamen er ook grote sociale problemen en ontstonden discussies over het algemeen belang. Wie er verantwoordelijk voor een (morele) crisis, armoede en ellende?

De gegoede burgerij en soms zelfs ook adellijke families uitten steeds meer kritiek op het beleid van stadhouder Willem V en zijn zogenaamde regentenkliek. Hij kreeg steeds meer kritiek van burgers. Er braken rellen uit in Den Haag tussen Prinsgezinden en Patriotten. De Staten van Holland gaven het leger de opdracht de rust te herstellen. Ze passeerden met dit bevel de stadhouder. De stadhouder werd daarom nog minder serieus genomen. Hij toonde geen goed leiderschap. Zijn positie werd steeds minder geloofwaardig.

Strijd patriotten (vrijkorpsen) en de prinsgezinden

Door de economische en morele crisis, de invloed van de Verlichting, de Amerikaanse revolutie en de Franse revolutie ontstond er een nieuw elan in de Republiek. Niet de stadhouder moest de problemen oplossen, maar de staat zelf. De patriotten werden de voortrekkers van dit nieuwe elan.

Het begin van de patriottentijd wordt gelegd bij de verschijning van het pamflet 'aan het volk van Nederland' (1781), anoniem geschreven door de Overijsselse edelman Joan Derk van der Capellen tot den Pol (zie afbeelding). In zijn patriottisch pamflet riep hij de burgers op hun aandeel in het landsbestuur op te eisen. Het beleid van de stadhouder was niet democratisch en daarom niet acceptabel. Het pamflet werd verboden, maar de toon was gezet. Er vormden zich twee partijen. Aan de ene kant de aanhangers van de stadhouder Willem V: de Prinsgezinden. Aan de andere kant de patriotten. Beide kanten maakten volop gebruik van het politieke pamflet. Er kwamen discussies op gang waarom de Republiek in verval was geraakt. Door de vele discussies en oproer ontstond er een nationaal gevoel. De patriotten versterkten dit gevoel. Nederland zou als een politieke eenheid bestuurd moeten worden. Maar hoe konden burgers zich in de politiek vertegenwoordigen?

De problemen escaleerden zich. De Patriotten richtten op verschillende plekken in Nederland vrijkorpsen op. Dat waren eigenlijk gewapende burgermilities. Op deze manier hoopten zij van Nederland een democratisch en nationale staat te maken. Tussen 1783 en 1787 wisten deze gewapende burgers in een aantal steden en gewesten de macht over te nemen.

Goejanverwellelsluis

In 1785 besloten de Staten Generaal het gewest Holland onder invloed van de Patriotten te stellen. Zij wilden niet meer dat stadhouder Willem V het gezag had over de troepen in Den Haag. De stadhouder Willem V vertrok eerst naar Gelderland, in het Loo (Apeldoorn) en later vestigde hij zich in Nijmegen. De Republiek stond daarmee aan de rand van een burgeroorlog. Wilhelmina van Pruisen, de vrouw van Willem V, wilde orde op zaken stellen en zij vertrok in het geheim naar Den Haag.

De patriotten ontdekten dit en hielden de prinses aan in de buurt van Goejanverwellesluis, nabij Gouda (zie afbeelding). Enkele uren later lieten ze haar vrij, zonder excuses. De boerderij van Adriaan Leeuwenhoek staat er nog steeds. Terug in Nijmegen schreef ze haar broer Frederik, de koning van Pruisen, en haalde hem over excuses te eisen voor de onheuse bejegening van zijn zuster en zwager.

Hij schoot te hulp en stuurde een Pruisische leger van 25.000 man naar Nederland. Van enige tegenstand was geen sprake. Als hazen vluchtten de patriotten voor het leger uit, een deel zocht zijn heil in Parijs. De macht van Willem V was, tot de inval van de Fransen in 1795, hersteld.

Bataafse tijd 1794-1814

  • 1794 In december 1794 trokken Franse troepen onder leiding van generaal Pichegru over de bevroren rivieren en bezetten de Nederlanden.
    Afbeelding: Franse troepen in Rotterdam.
  • 1795 Op 18 januari 1795 vluchtte stadhouder Willem V naar Engeland. Op talrijke plaatsen in het land namen revolutionaire comités van patriotten het bestuur over. Zij waren voorstander van gelijke rechten van alle burgers ('vrijheid, gelijkheid en broederschap') en voor verkiezing van het bestuur. Daarmee keerden ze zich tegen het oude Stadhouderlijke Bewind, waarin regenten de baantjes onderling verdeelden en schaarden zij zich onder de Franse bezetters.
    Afbeelding onder: Willem V vertrekt naar Engeland.
  • 1796 Voor het eerst in Nederland kwam er een Nationale Vergadering bijeen. Het waren de eerste tekenen van een democratie in Nederland. Patriotten raakten verdeeld. Er waren patriotten die voor een federale staat waren en de anderen waren voor een centrale staat.
    Afbeelding boven: Nationale vergadering in het binnenhof.
  • 1799 De politieke omwentelingen in Frankrijk hadden ook consequenties voor de Republiek. Napoleon was na de chaotische periode aan de macht gekomen. Hij regeerde als ‘verlicht despoot’. Hij heeft de staatsinrichting, het bestuur en de rechtspraak gemoderniseerd in Nederland. Ook voerde hij nieuwe maten (de meter) en gewichten (de kilogram) in. Er werd een burgerlijke stand geïntroduceerd, waardoor iedereen een familienaam moest aannemen. En hij voerde het Continentaal Stelsel in. Dat hield in dat de zeegrens van Europa moest worden afgesloten voor de Engelse handelaars, zodat Engeland niet kon handelen met de rest van Europa. Dit werkte enorm veel smokkelhandel in de hand aan de Nederlandse kust. Het Continentaal Stelsel werkte niet goed. Het was zelfs zo dat Frankrijk en de door Frankrijk gecontroleerde gebieden er meer last hadden dan Engeland.
    Afbeelding onder: Napoleon Bonaparte.
  • 1800-1814 Napoleontische oorlogen duren voort.
    Afbeelding boven: De slag om Waterloo.
  • 1806 In 1806 benoemde Napoleon zijn broer Lodewijk tot koning van Holland. Nederland werd een koninkrijk.
    Afbeelding onder: Lodewijk Napoleon.
  • 1813 Na de val van Napoleon ontstond er een machtsvacuüm in Nederland. Er ontstond een voorlopig bewind. Vooraanstaande leden van dit bewind nodigde de zoon van de gevluchte stadhouder uit om de macht weer over te nemen. De staatsman van Hogendorp nam hierin het voortouw. Hij moest de aankomende koning overtuigen om een grondwet aan te nemen. In de grondwet werd o.a. ook de erfopvolging van de Oranjes geregeld. De grondwet was nog lang niet een democratisch document, maar het duurde niet lang meer of ook in de Nederlanden zou een echt democratisch bestuur worden geregeld. Dit waren immers de eerste tekenen.
    De zoon van de stadhouder Willem V, Willem I (zie afbeelding) werd in 1813 soeverein vorst van het kersverse Koninkrijk der Nederlanden. Hij kwam aan in Scheveningen vanuit Engeland en werd van daaruit naar Den Haag vervoerd.
  • Het arrangement Democratische Revoluties is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-05-25 11:35:15
    Licentie
    CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
    Leerinhoud en doelen
    Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld