Doordat in het Ancien Regime alles via de koning liep, die de absolute macht had, ontstond er een corrupt ambtenarenapparaat. De koning bepaalde wie er een hoge post kreeg in zijn ambtenarenapparaat. Daarbij kwam dat Koning Lodewijk de XVI slecht besluiten kon nemen.
Hij had geen visie en wist niet om te gaan met de immense problemen in zijn land. Raadgevers bestookten hem. Hervormingen stelde hij uit en weigerde hij door te voeren.