Franse revolutie - 1

De koning riep de Staten Generaal bijeen

De koning zat door de torenhoge staatsschuld en groeiende ontevredenheid in de problemen. Hij riep daarom op 5 mei 1789, voor het eerst sinds 175 jaar, de Staten Generaal bijeen. Het doel van de vergadering moest zijn: het bespreken van nieuwe belastingen. De standpunten waren duidelijk: De adel wilde niet veranderen en belasting blijven innen van de Derde Stand.

Verder was alles onbespreekbaar. De geestelijkheid was verdeeld. Ongeveer 80 hogere geestelijken dachten als de adel. De overigen, de lagere geestelijken, zoals de dorpspastoors, dachten als de Derde Stand. De Derde Stand wilde gelijke rechten en plichten voor alle mensen. Ze wilden meebeslissen. Bovendien wilde de Derde Stand een stemming per hoofd ( = per persoon) in plaats van per stand.

De eed op de Kaatsbaan

Staten Generaal roepen zich uit tot Nationale Vergadering
Op 16 juni benoemde de Derde Stand zich tot 'Nationale Vergadering'. Zij weigerden verder de verdeling in drie standen te erkennen. De koning greep in. Hij liet de vergaderzaal op slot doen. De ‘Nationale Vergadering’ kon er niet in en week uit naar de Kaatsbaan. Daar legden zij de eed af: zij zouden niet uit elkaar gaan voordat zij Frankrijk een grondwet hadden gegeven. De koning en de adellijke raadgevers waren furieus. Zij besloten zich te verzetten tegen de Nationale Vergadering. Er werden buitenlandse troepen gemobiliseerd die aan de rand van Parijs stonden.

Bestorming van Bastille en boerenopstanden

De Parijse bevolking had angst voor de buitenlandse troepen van de koning en de adel. Daarnaast zagen zij de Bastille als een bastion van onderdrukking. Zij verzamelden zich ook om de gevangen te bevrijden en om de strijd aan te gaan. Op 14 juli 1789 vindt de Bestorming van de Bastille plaats door de Parijzenaars uit onvrede met hun koning Lodewijk XVI. Deze dag is nu nog steeds een feestdag in Frankrijk.

De opstand verspreidde zich naar het boerenland door een gerucht dat de troepen van de koning de boeren zouden vermoorden. De boeren waren furieus en gaan de strijd aan: zij kwamen massaal in opstand en plunderden landgoederen en kloosters. Ook moesten de belastinginners het ontgelden. De boeren weigerden nog langer belasting te betalen.