Verlicht absolutisme

Inleiding - Verlicht absolutisme

Europa is in tijdvak 7 de tijd van absoluut regerende vorsten. Een dergelijke vorst legde geen verantwoording af aan zijn onderdanen. Hij beriep zich op het koningschap als een goddelijk recht (Droit Divin). Hoewel de Verlichting ideeën voortbracht die haaks stonden op dit gegeven, werden sommige vorsten ook geïnspireerd door de Verlichting. Deze vorsten worden ook wel verlichte despoten genoemd.

Zij beriepen zich niet zozeer op de goddelijke oorsprong van hun positie, maar zagen zichzelf als uitdrukking van de volkswil. Naar dat idee stond een vorst model voor het algemeen belang. In de praktijk was er weinig verschil tussen een Verlicht despoot en een vorst die zich beriep op het Droit Divin. Democratie en inspraak werden ook door Verlichte vorsten afgewezen. Wel hadden sommigen onder invloed van de Verlichting meer oog voor het welzijn van hun onderdanen.

Kenmerken

Absoluut vorst

Verlicht absoluut vorst

Vorst = goddelijk. Droit Divin = goddelijk recht waardoor de vorst regeert.

Vorst = oppermachtig, maar houdt meer rekening met zijn onderdanen. De vorst legt meer verantwoording af.

Besturen = uiterlijk machtsvertoon.

Bestuur wordt rationeler met meer ruimte voor overleg en argumentatie. Ook komt er meer aandacht voor het algemeen belang.

Boeren hebben als horige geen rechten.

Rechtspositie boeren verbetert.

Vorst neemt alle beslissingen: begroting, buitenlandse en binnenlandse politiek.

Vorst is gevoelig voor advies van ministers en bestuurders.

Geen godsdienstvrijheid.

Meer religieuze tolerantie.

Belastingstelsel drukt vooral op derde stand.

Belastingen worden eerlijker verdeeld.

Vorst heeft grote invloed op rechtspraak.

De rechtspraak wordt systematischer beschreven en gecodificeerd.

Standenmaatschappij als basis voor heerschappij absoluut vorst.

De bevoorrechte positie van de adel wordt minder sterk.

Vorsten in kaart gebracht - 1

Pruisen onder Frederik II (1712-1786)
Daden die duiden op de invloed van Verlichtingsideeën:

  • Bevordering van kunst en wetenschap;
  • Afschaffing horigheid op de kroondomeinen (25% v. Pruisen);
  • Meer religieuze vrijheid;
  • Vereenvoudiging van het recht, humanere rechtspraak.
    (Voor adel en boeren handhaafde hij aparte regels. Op het gebied van belastingen, eigendomsrechten, rechtspraak en militaire verplichtingen werd de adel ontzien. Voor het leger was Frederik nog sterk afhankelijk van de adel.)

Heilige Roomse Rijk onder Jozef II (1765-1780)
Daden die duiden op de invloed van Verlichtingsideeën:

  • Het lokale en regionale adellijke bestuur werd vervangen door een overheidsbureaucratie;
  • Iedereen (ook adel) moest belasting betalen;
  • Afschaffing horigheid.

Rusland onder Catharina de Grote (1762-1796)
Daden die duiden op de invloed van Verlichtingsideeën:

  • Verzachting van strafrecht;
  • Invoering van een zekere religieuze tolerantie, en secularisering kerkelijk bezit (de kerk werd geheel ondergeschikt aan de staat);
  • Sterk westers georiënteerd.

Vorsten in kaart gebracht - 2

  1. Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
    In Nederland was geen vorst aan de macht. Nederland was vanaf het eind van de 16e eeuw een republiek. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd in 1588 uitgeroepen tijdens de Opstand tegen Spanje. Daarmee werd de rechtmatige vorst verworpen. De Republiek verwierf in de 17e eeuw (Gouden Eeuw) grote politieke en economische macht. Aan de republikeinse staatsvorm kwam een einde door de inval van de Franse troepen in 1794/1795.
  2. Frankrijk
    Frankrijk staat bekend om haar absolute vorsten zoals Lodewijk XIV, bijgenaamd de Zonnekoning. De standenmaatschappij kwam in Frankrijk in één klap aan zijn einde door de Franse Revolutie. Vanaf 14 juli 1789 was Frankrijk een republiek.
  3. Stadsstaat Venetië
    De stadstaat Venetië was een autonome staat. Italië als eenheid en nationale staat ontstond pas in de 19e eeuw. Het was een kleine republiek.
  4. Oostenrijk-Hongarije
    Ook wel de dubbelmonarchie genaamd. In deze dubbelstaat waren vorsten- en hertogdommen samengevoegd tot een veelvolkerenstaat. De absolute macht lag bij de keizer.
  5. Turkse rijk
    Ook wel het Ottomaanse rijk genaamd. De Turken hadden een enorm rijk dat werd bestuurd door sultans. De opvolging van sultans ging oorspronkelijk van vader op zoon, maar kon later ook van broer op broer of anders plaatsvinden.
    Dit veroorzaakte regelmatig dodelijke rivaliteit tussen potentiële opvolgers en verzwakte de staat.
  6. Mecklenburg
    Mecklenburg behoort nu tot Duitsland. In de 18e eeuw was Mecklenburg een klein vorstendom. Pas in de 19e eeuw werd Duitsland een nationale staat en werden alle vorstendommen samengevoegd. Mecklenburg geldt als voorbeeld.
    Zoals je op de kaart ziet bestonden er nog talloze andere kleine vorstendommen. De macht lag dus bij de vorst.
  7. Vorstendom Napels
    Het vorstendom Napels was in de 18e eeuw een autonoom vorstendom. Italië als eenheid en nationale staat ontstond pas in de 19e eeuw. De macht lag bij de vorst.
  • Het arrangement Verlicht absolutisme is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-05-25 11:10:44
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
    Leerinhoud en doelen
    Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld