Het arrangement De Republiek: uniek in Europa is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
- Auteur
- Laatst gewijzigd
- 2025-08-21 13:08:46
- Licentie
-
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
- het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
- het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
- voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
- Toelichting
- De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
- Leerinhoud en doelen
- Geschiedenis;
- Eindgebruiker
- leerling/student
- Moeilijkheidsgraad
- gemiddeld

Aan het begin van de 17e eeuw, later de Gouden Eeuw genoemd, was het lot van de Zeven Verenigde Provinciën nog niet beslist. Wel werd duidelijk dat een militaire overwinning van een van de strijdende partijen, Spanje of de opstandige provinciën, er op korte termijn niet in zat. In 1609 werd daarom het Twaalfjarig Bestand van kracht tussen de Nederlanden en Spanje. De wapenstilstand was een impliciete erkenning van de Republiek als soevereine (zelfstandige) staat. Tevens markeerde het bestand de definitieve scheiding tussen de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden. De kleine Republiek groeide uit tot een economische en politieke grootmacht in Europa en daarbuiten. De bloei die de Republiek doormaakt in de 17e eeuw werd door de rest van Europa met afgunst en bewondering bekeken.

Volgde in 1555 zijn vader Karel V op als heer der Nederlanden. Anders dan zijn vader die in Gent was geboren had hij geen persoonlijke band met de Nederlanden. Vanaf 1559 zetelde hij definitief in Spanje in liet het dagelijks bestuur over aan de landvoogdes Margaretha van Parma. Zij kreeg te maken met groeiend verzet tegen de centralisatie van het bestuur in Brussel en het verzet tegen de Spaanse kettervervolgingen van protestanten.
Bestuursorgaan waarin de Statenvergaderingen van de verschillende gewestelijke staten/provincies vanaf 1464 in Brussel, in het hertogdom Brabant bij elkaar kwamen. Eerst kwam de vergadering bij elkaar op initiatief van de vorst (vooral wanneer hij in geldnood zat en een bede volgde van de vorst aan de Staten-Generaal). Later vergaderden de Staten ook op eigen initiatief om dringende kwesties te bespreken.
De raadpensionaris de hoogste ambtenaar van de Staten van Holland en fungeerde als hoogste bestuurder van de Republiek. De belangrijkste dagelijkse bestuurszaken van Holland werden door hem geregeld. Verder stond hij aan het hoofd van de vertegenwoordiging van de Staten van Holland in de Staten-Generaal. Omdat de raadpensionaris voor langere tijd werd benoemd en omdat Holland de machtigste provincie was, werd de raadpensionaris een zeer invloedrijk figuur in de politiek. Omdat de belangen van Holland en de regenten vooral op het gebied van de handel lagen, kwam de raadpensionaris nog al eens in conflict met de stadhouder die vooral vanuit militair oogpunt dacht en handelde.
De stadhouder was oorspronkelijk de plaatsvervanger van de vorst, een ambt dat werd bekleed door iemand van adel. Sinds de Opstand was het ambt in feite overbodig. Toch werd de functie in ere gehouden om de belangrijke aanvoerders van de Opstand zoals Willem van Oranje een hoofdfunctie in de uitvoerende macht te geven. Officieel was de stadhouder uitvoerder van een ambt en dienaar van de Staten van iedere provincie. In de praktijk trok de stadhouder veel macht naar zich toe. Hij was de militaire leider van de Republiek en had ook het recht om in steden in zijn gewest of gewesten een deel van het bestuur te benoemen.
De afgevaardigden van de gewestelijke staten (de provincies) waren afkomstig uit het stedelijk bestuur (vroedschappen, burgemeesters, schout en schepenen), geestelijken en edelen. In de machtigste provincies Holland en Zeeland maakten vooral de regenten, de rijke burgerij, de dienst uit. De adel had daar weinig in te brengen.