Het arrangement Vorsten en absolute macht is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
- Auteur
- Laatst gewijzigd
- 2025-08-21 13:15:43
- Licentie
-
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
- het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
- het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
- voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
- Toelichting
- De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
- Leerinhoud en doelen
- Geschiedenis;
- Eindgebruiker
- leerling/student
- Moeilijkheidsgraad
- gemiddeld
Het proces van staatsvorming in de 17e eeuw was een krachtenspel waarin verschillende partijen hun belangen verdedigden. Vorsten streefden naar centralisatie van macht ten koste van de macht en privileges van de steden en de adel. De uitkomst van die strijd was verschillend. In Frankrijk slaagde Lodewijk XIV erin om de macht van de adel te breken en de absolute macht naar zich toe te trekken. In de Nederlanden en Engeland kwam het zwaartepunt van de macht bij het parlement te liggen, hetgeen ten koste ging van de positie van de soevereine vorst.
Grootmachten op het Europese politieke toneel in de 17e eeuw waren de Oostenrijkse en Spaanse Habsburgers, Engeland, Frankrijk (huis van Bourbon) en de Republiek der Nederlanden. De strijd tussen de grootmachten en de godsdienstoorlogen waren in de 17e eeuw aan de orde van de dag. De manier waarop oorlogen werden beslecht, veranderde.
In de Middeleeuwen vormde de hoge adel (en de daarvan afhankelijke lagere adel) een hiërarchische klasse van grootgrondbezitters, die de beschikking had over militaire middelen en land. De vorst kon in geval van gewapende conflicten een beroep doen op de adel. De adel was een gesloten kaste met een eigen cultuur en taalgebruik waarvan je door geboorte deel uitmaakte. In de late Middeleeuwen werd de positie van rijke handeldrijvende burgers in de steden steeds belangrijker. Personeel voor de uitdijende koninklijke bureaucratie werd steeds meer gerekruteerd uit deze nieuwe klasse van goed opgeleide burgers. De macht van de adel kalfde daarmee langzaam af. Steden kregen door handel meer macht en hadden bestuur en rechtspraak vaak in eigen hand. De adel kon hier weinig tegen uitrichten omdat zij geen handel mochten drijven. Na 1500 toen de bevolking groeide en de prijzen stegen(voedselschaarste) bleef het inkomen van de adel achter. Pachtafspraken werden voor lange perioden vastgesteld en konden niet zonder slag of stoot worden aangepast. De adel werd qua inkomen afhankelijker van de vorst die daar graag misbruik van maakte.