Vorsten en absolute macht

Inleiding - Vorsten en absolute macht

Het proces van staatsvorming in de 17e eeuw was een krachtenspel waarin verschillende partijen hun belangen verdedigden. Vorsten streefden naar centralisatie van macht ten koste van de macht en privileges van de steden en de adel. De uitkomst van die strijd was verschillend. In Frankrijk slaagde Lodewijk XIV erin om de macht van de adel te breken en de absolute macht naar zich toe te trekken. In de Nederlanden en Engeland kwam het zwaartepunt van de macht bij het parlement te liggen, hetgeen ten koste ging van de positie van de soevereine vorst.

Naast het proces van staatsvorming werd de 17e eeuw gekenmerkt door een sterke rivaliteit tussen de staten onderling. Oorlogen kregen vaak het karakter van godsdienstoorlogen omdat de Reformatie en Contrareformatie een actieve rol gingen spelen bij de rivaliserende vorstenhuizen en staten.
De rivaliteit tussen staten nam daarnaast toe door de ontwikkeling van het wereldwijde handelskapitalisme. Dat leidde tot spanningen en gewapende conflicten om handelsroutes en handelsposities in Azië, Afrika en Latijns-Amerika.

Staatsvorming

Grootmachten op het Europese politieke toneel in de 17e eeuw waren de Oostenrijkse en Spaanse Habsburgers, Engeland, Frankrijk (huis van Bourbon) en de Republiek der Nederlanden. De strijd tussen de grootmachten en de godsdienstoorlogen waren in de 17e eeuw aan de orde van de dag. De manier waarop oorlogen werden beslecht, veranderde.
Door militaire vernieuwingen en de ontwikkeling van nieuw wapentuig waaronder het handvuurwapen, waren vorsten gedwongen tot een herinrichting van het defensieapparaat. Er kwamen staande professionele legers in plaats van huurlegers.
Deze staande legers oefenden permanent met de nieuwe wapens. Omdat ook de omvang van de legers enorm toenam, waren overheden gedwongen tot ingrijpende financiële hervormingen.

Daarbovenop kwam nog het feit dat het geldverslindende karakter van oorlogen toenam omdat oorlogen door professionalisering van het militair apparaat langer gingen duren. Dit alles vroeg om een nieuwe rol van de overheid. De vorst probeerde de macht naar zich toe ging trekken en het verzet van de adel te breken. Een efficiënt ambtenarenapparaat dat belasting ging innen van de onderdanen was voor de vorst noodzakelijk. De centralisatie van de macht was voor vorsten noodzakelijk om zich staande te houden ten opzichte van rivaliserende staten.

Absolutisme, Frankrijk, Lodewijk XIV-1

Het paleis van Versailles werd door Lodewijk XIV
uitgebreid tot een gigantisch domein van 800 hectaren.
Er wordt geschat dat er aan het eind van Lodewijks
bewind dagelijks tussen de 3000 en 10.000 mensen
aan het hof verbleven.

Frankrijk is het land waar het absolutisme tijdens de regeerperiode van Lodewijk de XIV (1638 – 1715) het verst werd doorgevoerd. Omdat Lodewijk na het overlijden van zijn vader in 1643 te jong was om de troon te bestijgen nam kardinaal Mazarin in de eerste jaren zijn rol waar. Deze voerde een beleid van centralisatie en ingrijpende belastingmaatregelen, dat lijnrecht inging tegen de belangen en wensen van de adel.

Het verzet van de adel in de periode 1648-1653 kreeg de naam de Fronde (de slinger). Mazarin wist het verzet van de adel te breken. Lodewijk XIV die in 1661 officieel het koningschap op zich nam, zette de lijn van centralisatie en absolutisme stevig door. Hij nam persoonlijk de belangrijke beslissingen, duldde geen inspraak van de Staten-Generaal en beschouwde zichzelf als de verpersoonlijking van de staat.

Absolutisme, Frankrijk, Lodewijk XIV-2

Vertrek in Versailles met portret van
Lodewijk XIV aan de muur.

Een vorst als Lodewijk XIV stond boven de wet en ontleende zijn gezag rechtstreeks aan God, zo werd gedacht. De grootheidswaan van Lodewijk XIV uitte zich in een uitbundige hofhouding en prestigieuze projecten. Zo liet hij het paleis van Versailles enorm uitbreiden tot een gebied van 800 hectaren.

Het paleis had honderden vertrekken waar mensen voor korte of lange tijd konden verblijven. Dat had naast alle pracht en praal ook een praktische functie. Door adel aan het hof te ontbieden kon Lodewijk XIV observeren welk gevaar hij van wie had te duchten.

Navolging andere vorstenhuizen

Het ontwerp van Slot Sanssouci van de Pruisische vorst Frederik
de Grote in Berlijn, was geïnspireerd op het paleis van Versailles.
Ook het Paleis Het Loo is geïnspireerd op het paleis van Versailles.
Het werd gebouwd door Willem III om Lodewijk XIV te imiteren
en zo de grandeur van een koning (i.p.v. een stadhouder) uit te stralen.

Het parlement in Engeland

Terwijl de rol van het parlement tijdens de regeerperiode van Lodewijk XIV was uitgespeeld, kreeg het parlement in de Republiek der Nederlanden en in Engeland een belangrijke rol. In het parlement zaten vertegenwoordigers van de bevolking: dat wil zeggen de adel, geestelijkheid en bourgeoisie.

In Engeland was een strijd gaande tussen Karel I die streefde naar absolute macht en het parlement. In 1642 brak er een burgeroorlog uit tussen Koninklijke en parlementaire troepen.

Karel I
Oliver Cromwell

Voor Karel I liep deze strijd slecht af, in 1649 werd hij onthoofd. De monarchie werd afgeschaft en Engeland ging verder als republiek onder bestuurlijke leiding van Oliver Cromwell.

De niets en niemand ontziende Cromwell greep in 1653 de macht d.m.v. een staatsgreep. Uiteindelijk werd de monarchie door het parlement in 1658 weer hersteld. De Glorious Revolution in 1688 luidde een nieuwe fase in voor de parlementaire democratie in Engeland. De macht van de koning werd beperkt en de zwaartepunt van de politieke macht kwam definitief bij het parlement te liggen.

Conflicten vorsten met adel en steden - 1

In de Middeleeuwen vormde de hoge adel (en de daarvan afhankelijke lagere adel) een hiërarchische klasse van grootgrondbezitters, die de beschikking had over militaire middelen en land. De vorst kon in geval van gewapende conflicten een beroep doen op de adel. De adel was een gesloten kaste met een eigen cultuur en taalgebruik waarvan je door geboorte deel uitmaakte. In de late Middeleeuwen werd de positie van rijke handeldrijvende burgers in de steden steeds belangrijker. Personeel voor de uitdijende koninklijke bureaucratie werd steeds meer gerekruteerd uit deze nieuwe klasse van goed opgeleide burgers. De macht van de adel kalfde daarmee langzaam af. Steden kregen door handel meer macht en hadden bestuur en rechtspraak vaak in eigen hand. De adel kon hier weinig tegen uitrichten omdat zij geen handel mochten drijven. Na 1500 toen de bevolking groeide en de prijzen stegen(voedselschaarste) bleef het inkomen van de adel achter. Pachtafspraken werden voor lange perioden vastgesteld en konden niet zonder slag of stoot worden aangepast. De adel werd qua inkomen afhankelijker van de vorst die daar graag misbruik van maakte.

In het proces van staatsvorming probeerden vorsten belastingmaatregelen te nemen die ten koste gingen van de machtsposities van de adel en de steden. Een gecentraliseerde staat kon alleen bereikt worden als de macht van de delen werd beperkt en als er een efficiënt belastingstelsel werd ingevoerd om de hoge kosten van een uitdijende bureaucratie en van oorlogen met rivalen te kunnen bekostigen.

Godsdienstoorlogen

Oorlogen in de 17e eeuw waren langdurig en bloedig. Religieus fanatisme tussen katholieken en protestanten ging in sommige conflicten een belangrijke rol spelen. De Opstand van de Nederlanden tegen de Spaanse koning Filips II is een voorbeeld van een oorlog waarin machtspolitieke elementen gaandeweg werden gecombineerd met de geloofskwestie van de Reformatie. Ook in De Dertigjarige oorlog in Duitsland (1618-1648) waar een coalitie rond de katholieke keizer vocht met wisselende coalities van protestantse staten, speelde de geloofskwestie een belangrijke rol.

Bekijk hier meer over dit onderwerp.

Conflicten vorsten met adel en steden - 2

  • Het arrangement Vorsten en absolute macht is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-05-25 09:07:35
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
    Leerinhoud en doelen
    Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld