De Opstand

Inleiding - De Opstand

Karel V, naast keizer van het Heilige
Duitse Rijk en koning van Spanje
tevens landsheer van de
Nederlandse gewesten.

Onder keizer Karel V kregen de Zeventien Provinciën der Nederlanden een aaneengesloten karakter. Met de Pragmatische Sanctie van 4 november 1549 werden de Nederlandse gewesten een ondeelbaar en overerfbaar deel van het Spaanse Habsburgse Rijk.

Karel V zette een politiek van centralisatie in die ten koste ging van de privileges van de hoge adel. Die politieke lijn werd vanaf 1555 voortgezet door Filips II, de zoon van Karel V. De centralisatiepolitiek creëerde in combinatie met de felle vervolging van aanhangers van de Reformatie een voedingsbodem voor onvrede die uiteindelijk resulteerde in de Opstand.

Fase 1: De aanleiding

1565–1572 van Beeldenstorm tot Alva - 1

Margaretha van Parma (bovenste afbeelding) was landvoogdes over de Nederlanden en plaatsvervanger van haar halfbroer Filips II. Zij had te maken met groeiende weerstand tegen de centralisatie van het bestuur in Brussel en tegen de kettervervolgingen. Een nieuwe indeling in bisdommen op initiatief van Filips II waarvan werd gevreesd dat het de kettervervolging efficiënter moest maken, veroorzaakte nieuwe onrust.

In 1565 nam de hoge adel, verenigd in het Verbond der Edelen (onderste afbeelding), het initiatief om met een smeekbede aan de landvoogdes te vragen de kettervervolging te staken. Haar vage toezeggingen werden zodanig geïnterpreteerd dat veel uitgeweken calvinisten terugkeerden. De hagenpreken op het platteland zweepten de sfeer op en resulteerden in 1566 in de Beeldenstorm. De Beeldenstorm was een uitbarsting van geloofsijver en frustratie over armoede. Door de Beeldenstorm escaleerden de gebeurtenissen snel.

1565–1572 van Beeldenstorm tot Alva - 2

Met harde hand trad Alva op.
Dat werkte uiteindelijk averechts,
veel mensen kozen juist daardoor de
zijde van de opstandelingen.

Ondanks het feit dat Margaretha van Parma de orde wist te herstellen stuurde Filips II troepen onder leiding van de hertog van Alva naar de Nederlanden om de opstandigen streng te straffen. Willem van Oranje probeerde vanuit het buitenland met gehuurde legertjes een opstand te ontketenen in de Zuidelijke Nederlanden. Tot 1572 zat Alva stevig in het zadel en voerde hij de politiek van centralisatie en vervolging van calvinisten verder door. Het verzet tegen de harde onderdrukking en nieuwe belastingplannen nam daardoor sterk toe.

Afbeelding rechtsboven:
In 1566 weggehakte gezichten in de Domkerk in Utrecht

Aankomst hertog van Alva in Rotterdam

 

Fase 2: De kanteling van de strijd vanaf 1572

Uitbeelding van de Pacificatie van Gent

In 1572 vielen huurlegers van Willem van Oranje en van zijn broer Lodewijk aan vanuit het oosten en het zuiden. Vanuit zee deden de watergeuzen mee met de strijd. Deze laatste groep had het meest succes. De Geuzen wisten de stad Den Briel te veroveren. Na dit succes schaarden meer steden in Holland en Zeeland zich aan de zijde van de opstandelingen. Alva-gezinde stadsbesturen werden verjaagd. In 1572 werd voor het eerst de vergadering van de Staten van Holland bij elkaar geroepen. Willem van Oranje werd tot stadhouder uitgeroepen en vrijheid van godsdienst afgekondigd. In de periode 1572-1576 streden de provincies Holland en Zeeland openlijk tegen hun wettige vorst Filips II. Er werd een hevige strijd geleverd om steden als Alkmaar, Haarlem en Leiden. De overige provincies waren gedurende deze periode nog trouw aan Filips II. Dat veranderde in 1576 toen de vervanger van Alva de Spaanse landvoogd Requesens plotseling stierf.

In het ontstane machtsvacuüm namen de Zuid-Nederlanders in de Staten Generaal het bestuur over en toonden zich bereid om over vrede te praten. Inmiddels sloegen Spaanse soldaten flink aan het plunderen wegens uitblijven van soldij. Dat trok de Zuidelijke gewesten over de streep. In 1576 bezegelden de Zuidelijke provincies de vrede met Holland en Zeeland d.m.v. de Pacificatie van Gent en werd besloten om gezamenlijk de Spanjaarden te verdrijven, meer zelfstandigheid te eisen van Filips II en geloofszaken te laten rusten.

Fase 3: Definitieve scheiding: de Unie van Atrecht en de Unie van Utrecht

Van verdraagzaamheid tussen calvinisten en katholieken kwam weinig terecht. In Holland en Zeeland werd het katholicisme verboden en ook op andere plekken toonden calvinisten zich weinig verdraagzaam ten opzichte van katholieke medeburgers. Waarschijnlijk heeft het geweld tegen katholieken, enkele Zuidelijke provincies overgehaald om zich in 1579 opnieuw aan koning Filips II te verbinden in de Unie van Atrecht. In datzelfde jaar verbonden de Noordelijke provincies en steden als Antwerpen en Gent zich in de Unie van Utrecht. Het was een samenwerkingsverband dat hun zelfstandigheid en calvinistisch geloof moest waarborgen en veiligstellen.

In de strijd die opnieuw losbarstte tussen de Spanjaarden onder leiding van de nieuwe Spaanse landvoogd de hertog van Parma en de Noordelijke provincies onder leiding van Willem van Oranje was er geen sprake van streven naar onafhankelijkheid. Kosten nog moeite werden gespaard om een nieuw soevereine vorst aan het hoofd van de Nederlanden te krijgen.

Er volgden enkele experimenten met soevereiniteitsoverdracht aan de Franse heer van Anjou in 1582 en een voogdijschap van de Engelse Graaf van Leicester in 1585 die beide mislukten. Uiteindelijk namen de opstandige gewesten van de Nederlanden in 1588 het heft in eigen hand en kwam de soevereiniteit bij de gewesten en de Staten Generaal zelf te liggen. Dat was echter nooit het streven geweest maar eerder een noodzakelijk kwaad.

Afbeelding: Met de tekst van het plakkaat van Verlatinghe nam de Staten Generaal van de zeven Verenigde Nederlanden in 1581 afstand van koning Filips II van Spanje: ’t volk was van Gode niet tot behoef des vorsten geschapen, maar de vorst tot nut des volks, om gelijk een vader zijne kindren, gelijk een herder zijn schapen, ’t zelve te kweken, te behoeden en te bestieren. Met andere woorden, het volk was door God niet geschapen voor de vorst maar de vorst was door God voor het volk geschapen zoals een vader voor zijn kinderen zorgde. In het plakkaat, een rechtvaardiging van de Opstand, stelde de Staten Generaal dat de ‘vader’ (Filips II) die niet goed voor zijn ‘kinderen’ zorgde, werd afgezworen. Een zoektocht naar een nieuwe ‘pleegvader’ volgde want de normale staatkundige situatie was dat staten in Europa werden geregeerd door een vorst of vorstin.

Fase 4: Cruciaal jaar in de strijd: 1588 - 1

Een zware klap voor de Noordelijke provincies was de moord in 1584 op Willem van Oranje (zie afbeelding). De situatie zag er in dat jaar sowieso weinig rooskleurig uit voor de Unie van Utrecht. De hertog van Parma veroverde in 1584 in snel tempo Vlaanderen en rukte met zijn troepen tevens op vanuit het oosten. Een volledige militaire nederlaag van de opstandige Nederlanden leek een kwestie van tijd.

De grote ommekeer in de strijd in 1588 gebeurde niet op land maar op zee. Een enorme onoverwinnelijk geachte militaire Spaanse vloot van 137 oorlogsschepen die naast Engeland ook korte metten moest maken met de provincies Holland en Zeeland werd een grote mislukking. De vloot werd verslagen door de Engelse vloot en liep deels schipbreuk op de Ierse kust.

Filips II had intussen ook zijn handen vol aan een ander belangrijk conflict: de oorlog met Frankrijk.

Fase 4: Cruciaal jaar in de strijd: 1588 - 2

Al met al hadden de Noordelijke Nederlanden door de nederlaag van de Armada en de oorlog van Spanje met Frankrijk de gelegenheid om orde op zaken te stellen.

Onder politieke leiding van raadpensionaris Van Oldenbarnevelt en het militaire gezag onder leiding van de zoon van Willem van Oranje, prins Maurits (zie afbeelding), gingen de opstandige Nederlanden na 1588 verder als zelfstandige Republiek. Prins Maurits ontpopte zich als een uitstekende veldheer en wist in de periode 1588 – 1598 samen met neef Willem Lodewijk, stadhouder van Friesland, vele overwinningen te halen op de Spaanse troepen. Na 1598 werd de Spaanse militaire slagkracht vergroot omdat de oorlog van Spanje met Frankrijk was beëindigd. In de jaren daarna kwam het tot vele veldslagen tussen de Spaanse legers en de legers van de Republiek maar een militair overwicht werd door geen van beide bereikt.

In 1609 volgde een wapenstilstand die tot 1621 duurde. In dat jaar ging de strijd verder. Ook in de periode vanaf 1621 wisten de legers van beide partijen geen definitief overwicht te bereiken. Uiteindelijk volgde de vrede die in 1648 in Munster werd gesloten.

Verschillende fasen in kaart gebracht-1566

Verschillende fasen in kaart gebracht-1572

Verschillende fasen in kaart gebracht-1579

Verschillende fasen in kaart gebracht-1596-1598

Verschillende fasen in kaart gebracht-1648-1795

  • Het arrangement De Opstand is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-05-20 12:35:58
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
    Leerinhoud en doelen
    Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld