Fase 3: Definitieve scheiding: de Unie van Atrecht en de Unie van Utrecht

Van verdraagzaamheid tussen calvinisten en katholieken kwam weinig terecht. In Holland en Zeeland werd het katholicisme verboden en ook op andere plekken toonden calvinisten zich weinig verdraagzaam ten opzichte van katholieke medeburgers. Waarschijnlijk heeft het geweld tegen katholieken, enkele Zuidelijke provincies overgehaald om zich in 1579 opnieuw aan koning Filips II te verbinden in de Unie van Atrecht. In datzelfde jaar verbonden de Noordelijke provincies en steden als Antwerpen en Gent zich in de Unie van Utrecht. Het was een samenwerkingsverband dat hun zelfstandigheid en calvinistisch geloof moest waarborgen en veiligstellen.

In de strijd die opnieuw losbarstte tussen de Spanjaarden onder leiding van de nieuwe Spaanse landvoogd de hertog van Parma en de Noordelijke provincies onder leiding van Willem van Oranje was er geen sprake van streven naar onafhankelijkheid. Kosten nog moeite werden gespaard om een nieuw soevereine vorst aan het hoofd van de Nederlanden te krijgen.

Er volgden enkele experimenten met soevereiniteitsoverdracht aan de Franse heer van Anjou in 1582 en een voogdijschap van de Engelse Graaf van Leicester in 1585 die beide mislukten. Uiteindelijk namen de opstandige gewesten van de Nederlanden in 1588 het heft in eigen hand en kwam de soevereiniteit bij de gewesten en de Staten Generaal zelf te liggen. Dat was echter nooit het streven geweest maar eerder een noodzakelijk kwaad.

Afbeelding: Met de tekst van het plakkaat van Verlatinghe nam de Staten Generaal van de zeven Verenigde Nederlanden in 1581 afstand van koning Filips II van Spanje: ’t volk was van Gode niet tot behoef des vorsten geschapen, maar de vorst tot nut des volks, om gelijk een vader zijne kindren, gelijk een herder zijn schapen, ’t zelve te kweken, te behoeden en te bestieren. Met andere woorden, het volk was door God niet geschapen voor de vorst maar de vorst was door God voor het volk geschapen zoals een vader voor zijn kinderen zorgde. In het plakkaat, een rechtvaardiging van de Opstand, stelde de Staten Generaal dat de ‘vader’ (Filips II) die niet goed voor zijn ‘kinderen’ zorgde, werd afgezworen. Een zoektocht naar een nieuwe ‘pleegvader’ volgde want de normale staatkundige situatie was dat staten in Europa werden geregeerd door een vorst of vorstin.