Erfgoed klassieke oudheid

Inleiding - Erfgoed klassieke oudheid

Zoals beschreven in kenmerkend aspect ‘Veranderend mensbeeld in de Renaissance’ was de Renaissance de uiting van een mentaliteitsverandering die begon in het Italië van de veertiende eeuw. Vanuit die regio verspreidden de ideeën van het humanisme en de Renaissance zich over de rest van Europa. In kunst, wetenschap, literatuur en architectuur werd veelvuldig teruggegrepen op de cultuur van de klassieke oudheid. Het herontdekken van de klassieke cultuur leidde tot groot enthousiasme. Zo sprak de Duitse ridder Ulrich:
O eeuw, o letteren, het is een lust om te leven
(`O saeculum, o litterae, juvat vivere').

In dit deel van de kennisbank vind je enkele voorbeelden van klassieke inspiratiebronnen op het gebied van literatuur, kunst en architectuur waar humanisten, kunstenaars en architecten rond 1500 naar teruggrepen.

Reproductie
Bekijk de afbeelding hiernaast. Op deze wijze werd in de Middeleeuwse kloosters eeuwenlang gewerkt: een kopiist schreef per dag ongeveer 4 vellen papier van een handschrift over. Opdrachtgevers waren de geestelijkheid en de adel. Met de hand kopiëren was de enige wijze waarop in de Middeleeuwen handschriften uit de klassieke oudheid konden worden gereproduceerd.

De Florentijnse Italiaanse humanist Niccolò Niccoli ontwikkelde in 1420 een nieuw lettertype waarmee sneller kon worden geschreven: de humanistische cursief.

De uitvinding van de boekdrukkunst was een impuls voor de snelle verspreiding van werken uit de klassieke oudheid.

Klassiek latijn

In de periode tussen 1400 en 1700 werden duizenden nieuwe Latijnse teksten geproduceerd waarbij schrijvers het classicistisch ideaal probeerden te benaderen. De taal van de oudheid werd letterlijk tot nieuw leven gewekt.

Petrarca (1304 – 1374) speelde bij deze ontwikkeling een voortrekkersrol en was als schrijver van alle klassieke genres actief. Het klassieke Latijn werd ook de taal van de moderne wetenschap. Revolutionaire wetenschappelijke werken als van Copernicus en Galilei waren niet voor niets opgesteld in het her gevonden klassieke Latijn.

Colloquia van Erasmus
Dit werk bevatte tal van voorbeelden van Latijnse zinnen goed én fout en werd op vele scholen gebruikt. Een goede beheersing van het klassieke Latijn, dat werd beschouwd als de taal van de hoogste menselijke beschaving, was voor humanisten een erezaak.

Poggio Bracciolini
Italiaanse humanist Poggio Bracciolini (1389-1459), ontdekker van vergeten klassieke teksten die lagen opgeborgen in Franse en Duitse kloosters.

Vergilius
Het werk van de Romeinse dichter Publius Virgilius Maro (70 - 90 voor Chr.) doorgaans aangeduid als Vergilius, vormde tijdens de Renaissance een belangrijke klassieke bron. Zijn hoofdwerk Aeneis, een beschrijving en geschiedenis van Rome was duidelijk geïnspireerd door Homerus. In Aeneis wordt het verhaal verteld van de Trojaanse held Aeneas die na de ondergang van Troje een goddelijke opdracht moest vervullen: de stichting van een nieuwe stad, het begin van het machtige Romeinse rijk. Aeneis heeft een enorme invloed uitgeoefend op latere schrijvers, kunstenaars en componisten. Gedurende de Middeleeuwen werden grote hoeveelheden van de handschriften van Vergilius gekopieerd. Dante beschouwde hem als zijn leermeester.

Geschiedschrijving

Herodotus en Thucydides. Klassieke geschiedschrijvers die
de menselijke ambitie als uitgangspunt namen in hun
geschiedschrijving in plaats van louter en alleen aandacht
voor de rol van de goden.

Geschiedschrijvers grepen tijdens de Renaissance terug op klassieke voorbeelden. Dat betekende waardering voor de literaire vorm en de voorbeeldfunctie die van de geschiedenis zou moeten uitgaan. Humanisten maakten zich die klassieke aanpak eigen en schreven historische verhalen waarbij de vorm en de moraal voorop stonden. Kennis van de geschiedenis was een nuttig instrument voor de eigen tijd en de nadruk kwam te liggen op de beschrijvingen van daden van grote heersers uit de wereldgeschiedenis.

Er werd veel aandacht besteed aan de stijl van het verhaal: die moest pakkend en meeslepend zijn. Humanisten streefden naar een perfecte combinatie van vorm en inhoud.

Ook het analyseren van historische gebeurtenissen kreeg meer aandacht. Geschiedschrijvers tijdens de Renaissance kregen meer oog voor machtspolitieke oorzaken van historische gebeurtenissen. De humanist Petrarca introduceerde de indeling in oudheid, Middeleeuwen en nieuwe tijd. Dat was een heel andere benadering dan de christelijke heilsgeschiedenis die verhaalde van de schepping via leven en sterven van Christus naar het einde der tijden.

Politiek-1

Werk van Marcus Tullius
Cicero. Vroeg vijftiende
eeuws handschrift (met de
hand gekopieerd) met werk
van Cicero.
Marcus Tullius Cicero
(106 v. Chr. – 43 v. Chr.):
Romeins politicus en filosoof
en fervent voorstander en
verdediger van de
Republikeinse staatsvorm.

Cicero was een van de meest vereerde klassieke auteurs tijdens de Renaissance. In zijn werk zochten humanisten wijsheid en levenslessen, maar ook richtlijnen voor het bedrijven van politiek.

In zijn geschiedschrijving gaf Cicero inzicht in de roerige politieke gebeurtenissen van zijn tijd. Ook zijn omgang met taal en argumentatie werd tijdens de Renaissance zeer bewonderd.
Naast Cicero’s werk vormden ook de politiek-historische geschriften van Livius en Tacitus een inspiratiebron voor het denken over politieke besluitvorming.

Politiek - 2

Machiavelli

Machiavelli (1469-1527)
Machiavelli wordt gezien als typische Renaissancemens.
In dit brieffragment beschrijft hij het hoogtepunt van een dag:

Als de avond valt, ga ik weer naar huis en ga mijn studeerkamer binnen; bij de deur doe ik mijn daagse kleren, die met modder en stof overdekt zijn, uit en trek dan hoofse kledij aan. Zo passend gekleed treed ik de hoven van de antieke mensen binnen. Ze ontvangen me vriendelijk en dan eet ik van hun geestelijke voedsel dat echt voor mij het ware is, en waarvoor ik in de wieg gelegd ben. Ik praat graag met ze en vraag ze waarom ze doen wat ze doen. Zij antwoorden mij dan heel vriendelijk. Vier uur lang verveel ik me dan niet, vergeet ik al mijn problemen, ben niet bang voor armoede of dood. Ik geef me helemaal aan hen over. En omdat Dante zegt dat er geen kennis wordt gegenereerd wanneer we alleen luisteren maar niet onthouden, heb ik alles uit deze gesprekken opgetekend; dat heeft me nut gebracht en ik heb er en boekje van gemaakt Over vorstendommen waar ik zo diep mogelijke beschouwingen geef over dat onderwerp: wat een vorstendom is, wat voor soorten er bestaan, hoe men ze wint, houdt en verliest.
Uit: Il principe (de vorst, 1513)


In het genoemde boek beschrijft Machiavelli hoe volgens hem een stabiele staat eruit moet zien. Zijn werk is een uitgebreid commentaar op de Romeinse geschiedschrijver Livius. De christelijke moraal is in deze visie geheel ondergeschikt gemaakt aan de doelstelling: een efficiënt staatsbeleid.

Architectuur - 1

De klassieke oudheid keerde op glorieuze wijze terug in de architectuur van de Renaissance. De Italiaanse stadstaat Florence was de eerste stad waar de Renaissancistische bouwkunst opbloeide. Later werd Rome een belangrijke financier en opdrachtgever van classicistische architectuur. Kenmerkend voor de bouwkunst was de zoektocht naar de ideale verhoudingen op basis van waarneming en wetenschappelijk onderzoek.

Het ideale gebouw was tijdens de Renaissance gebaseerd op de cirkel, de zogenoemde centraalbouw. De cirkel werd gezien als het ideale meetkundige figuur en speelde een belangrijke rol in het godsbegrip van de Renaissance.

Afbeelding: Centraalbouw, kenmerkend voor de bouwkunst van de Romeinse bouwkunst bestond in verschillende vormen: de plattegrond kan cirkelvormig, vierkant, kruisvormig of veelhoekig zijn.

Het wil zeggen dat de inrichting van het gebouw sterk op het midden gericht is. Centraalbouw werd tijdens de Renaissance weer veel toegepast.
Dit is de plattegrond van het kerkgebouw van de basiliek van San Vitale in Ravenna.

Architectuur-2

In het Italiaans uitgegeven De Architectura
van de Romeinse bouwmeester Vitruvius,
geschreven in ongeveer 25 voor Christus,
uitgegeven in 1521.

Het werk is bewaard gebleven dankzij de
Middeleeuwse traditie om klassieke teksten
met de hand te kopiëren. De teksten van
Vitruvius werden herontdekt door de
Florentijnse humanist Poggio Bracciolini.
De Architectura kan worden beschouwd als
een antieke gids voor bouwprojecten en is
een van de belangrijkste bronnen van de
moderne kennis van de Romeinse bouwkunst.
De Sint-Pieter-basiliek in Rome.
De oorspronkelijke basiliek werd gebouwd
tussen 324 en 349 na Chr. Tijdens de
Renaissance kreeg het zijn huidige imposante
uiterlijk en afmetingen.
Tal van architecten werkten aan de basiliek.

Vaak werd het werk van voorgangers weer
opnieuw aangepast of zelfs afgebroken.

 

De universele mens-1

Het sculptuur De Pietą in de Sint Pieter basiliek is het
enige gesigneerde kunstwerk van Michelangelo in
deze kerk.

Kunst in de Middeleeuwen werd in opdracht gemaakt van de Kerk en de adel en had praktisch altijd een religieus karakter. Kunstenaars bleven anoniem en signeerden hun werk niet, de makers werden gezien als ambachtslieden. De eerste kunstenaars die trots hun naam verbonden aan hun ontwerp of kunstwerk vinden we in het tijdperk van de Renaissance. Zij vergaarden een maatschappelijke hoge status en baseerden hun werk op wetenschappelijk onderzoek. Die onderzoekende houding was geïnspireerd op de cultuur van de klassieke oudheid. Het weergeven van juiste verhoudingen en proporties en een toepassing van wetenschappelijk inzicht in natuurwetten en perspectief, werd kenmerkend voor het technisch zeer hoogstaande werk van de Renaissancekunstenaars. Dat verklaart ook het feit dat deze kunstenaars vaak op zo veel terreinen tegelijkertijd actief waren.

Aan hun werk lag een enorme nieuwsgierigheid en onderzoeksdrift ten grondslag. Om de werkelijkheid te doorgronden, deden deze kunstenaars onderzoek op tal van terreinen. Die zucht naar kennis leidde bij vele kunstenaars tot een enorme veelzijdigheid en activiteiten in uiteenlopende disciplines. Leonardo da Vinci is een bekend voorbeeld van deze ‘uomo universale’ (universele mens). Hij was kunstenaar, geleerde, technicus en uitvinder.

De universele mens - 2

Tekening van Da Vinci van een
foetus in een baarmoeder.
Da Vinci is waarschijnlijk de eerste mens die zijn gedachten
over vliegmachines op papier zette. Zijn ontwerpen waren
gebaseerd op nauwkeurige studies van vliegbewegingen
in het dierenrijk.
Het laatste avondmaal van Leonardo da Vinci.

 

Beeldkunst - 1

Afbeelding links: De discuswerper, een Romeinse kopie van de vijfde eeuwse beeldhouwer Myron.

Afbeelding rechts: David, gemaakt door Donatello in 1435 was het eerste vrijstaande naakt sinds de oudheid. In de berekende uitdrukking en naaktheid is Donatello’s bewondering voor de klassieke oudheid terug te vinden.

Het naakte menselijk lichaam werd een belangrijk element in de kunst en wetenschap. Het beeld was de materiële uitdrukking van een nauwkeurige studie van de anatomie van het menselijk lichaam.

Beeldkunst - 2

David van Michelangelo
(omstreeks 1501)

Bekijk hier het volgende interessante beeldfragment met uitleg over de manier waarop Michelangelo het menselijk lichaam bestudeerde en verwerkte in zijn kunst.

Schilderkunst: realisme en perspectief - 1

Het werk van de schilder Giotto di Bondone (1266-1337) uit
Florence, wordt gezien als het begin van de Renaissance.
Zijn toepassing van het perspectief in zijn fresco’s schiep
een illusie van ruimte die al eeuwenlang niet meer vertoond
was. Zijn voorstellingen zijn veel realistischer dan de haast
symbolische plaatjes die we zien in de Middeleeuwen.
Giotto was ook misschien wel de eerste kunstenaar sinds
de Middeleeuwen die er persoonlijk beroemd mee werd.

Wat betreft voorstellingen en techniek maakte de schilderkunst tijdens de Renaissance een ware revolutie door. Opdrachten kwamen niet meer louter alleen van de kerk, maar ook van rijke particulieren zoals de rijke bankiersfamilie De' Medici uit Florence.

Rijke opdrachtgevers wilden graag goed lijkende realistische portretten. Kunstenaars grepen terug op de ervaring van de Romeinen die al goed door hadden hoe je diepte en ruimtelijkheid moest weergeven.

De architect Brunelleschi (1377-1446) ontwikkelde een methode waarbij denkbeeldige lijnen samenkomen in één centraal verdwijnpunt. In de schilderijen van de Renaissance zien we vaak architecturale settings en is het gebruik van perspectief kenmerkend.

Schilderkunst: realisme en perspectief - 2

In de schilderkunst werden mensen en
achtergronden tijdens de Middeleeuwen
plat afgebeeld.

Giotto (1266-1337) gaf in zijn schilderijen de mensen en achtergronden volume. Hij schilderde gebouwen en de natuur op een manier die beter overeenkwam met de regels van het perspectief. Giotto had nog niet de technische kennis van de anatomie zoals ​Leonardo da Vinci die had.

     Voorbeeld van het perspectief in de
     schilderkunst: schilderij van Masolini (1435)
     met centraal perspectief waarin lijnen zijn te
     trekken naar het zogenoemde ‘verdwijnpunt’.

Schilderkunst: realisme en perspectief - 3

Beroemde fresco’s van Micheangelo
versieren de Sixtijnse kapel in
Vaticaanstad. Michelangelo maakte de
fresco’s in opdracht van paus Julius II in
de periode 1508-1512.
De restauratie die vanaf 1979 werd
uitgevoerd kostte ruim dubbel zoveel
tijd als Michelangelo nodig had om het
werk te schilderen.
Detail van De Schepping van Michelangelo
(1475-1564) op het plafond van de Sixtijnse kapel:
God geeft Adam het leven.

Schilderkunst: realisme en perspectief - 4

De Atheense School, een fresco gemaakt door Raffaelo Sanzio, ook wel Rafaël genoemd. Het is een voorstelling van een soort ideale bijeenkomt van Griekse wetenschappers en filosofen, geplaatst in een ruimte waarin het gebruik van perspectief kenmerkend is voor dat van de Renaissance. Centrale figuren zijn Plato met zijn leerling Aristoteles.

Afbeelding rechts: Detail met Plato
die volgens kunsthistorici opvallende gelijkenis toont met Leonardo da Vinci.

  • Het arrangement Erfgoed klassieke oudheid is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-05-20 12:03:15
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
    Leerinhoud en doelen
    Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.