Geschiedschrijving

Herodotus en Thucydides. Klassieke geschiedschrijvers die
de menselijke ambitie als uitgangspunt namen in hun
geschiedschrijving in plaats van louter en alleen aandacht
voor de rol van de goden.

Geschiedschrijvers grepen tijdens de Renaissance terug op klassieke voorbeelden. Dat betekende waardering voor de literaire vorm en de voorbeeldfunctie die van de geschiedenis zou moeten uitgaan. Humanisten maakten zich die klassieke aanpak eigen en schreven historische verhalen waarbij de vorm en de moraal voorop stonden. Kennis van de geschiedenis was een nuttig instrument voor de eigen tijd en de nadruk kwam te liggen op de beschrijvingen van daden van grote heersers uit de wereldgeschiedenis.

Er werd veel aandacht besteed aan de stijl van het verhaal: die moest pakkend en meeslepend zijn. Humanisten streefden naar een perfecte combinatie van vorm en inhoud.

Ook het analyseren van historische gebeurtenissen kreeg meer aandacht. Geschiedschrijvers tijdens de Renaissance kregen meer oog voor machtspolitieke oorzaken van historische gebeurtenissen. De humanist Petrarca introduceerde de indeling in oudheid, Middeleeuwen en nieuwe tijd. Dat was een heel andere benadering dan de christelijke heilsgeschiedenis die verhaalde van de schepping via leven en sterven van Christus naar het einde der tijden.