Schilderkunst: realisme en perspectief - 1

Het werk van de schilder Giotto di Bondone (1266-1337) uit
Florence, wordt gezien als het begin van de Renaissance.
Zijn toepassing van het perspectief in zijn fresco’s schiep
een illusie van ruimte die al eeuwenlang niet meer vertoond
was. Zijn voorstellingen zijn veel realistischer dan de haast
symbolische plaatjes die we zien in de Middeleeuwen.
Giotto was ook misschien wel de eerste kunstenaar sinds
de Middeleeuwen die er persoonlijk beroemd mee werd.

Wat betreft voorstellingen en techniek maakte de schilderkunst tijdens de Renaissance een ware revolutie door. Opdrachten kwamen niet meer louter alleen van de kerk, maar ook van rijke particulieren zoals de rijke bankiersfamilie De' Medici uit Florence.

Rijke opdrachtgevers wilden graag goed lijkende realistische portretten. Kunstenaars grepen terug op de ervaring van de Romeinen die al goed door hadden hoe je diepte en ruimtelijkheid moest weergeven.

De architect Brunelleschi (1377-1446) ontwikkelde een methode waarbij denkbeeldige lijnen samenkomen in één centraal verdwijnpunt. In de schilderijen van de Renaissance zien we vaak architecturale settings en is het gebruik van perspectief kenmerkend.