Wat betreft voorstellingen en techniek maakte de schilderkunst tijdens de Renaissance een ware revolutie door. Opdrachten kwamen niet meer louter alleen van de kerk, maar ook van rijke particulieren zoals de rijke bankiersfamilie De' Medici uit Florence.
Rijke opdrachtgevers wilden graag goed lijkende realistische portretten. Kunstenaars grepen terug op de ervaring van de Romeinen die al goed door hadden hoe je diepte en ruimtelijkheid moest weergeven.
De architect Brunelleschi (1377-1446) ontwikkelde een methode waarbij denkbeeldige lijnen samenkomen in één centraal verdwijnpunt. In de schilderijen van de Renaissance zien we vaak architecturale settings en is het gebruik van perspectief kenmerkend.