Het arrangement Begin staatsvorming en centralisatie is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
- Auteur
- Laatst gewijzigd
- 2025-08-21 13:07:41
- Licentie
-
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
- het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
- het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
- voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
- Toelichting
- De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
- Leerinhoud en doelen
- Geschiedenis;
- Eindgebruiker
- leerling/student
- Moeilijkheidsgraad
- gemiddeld
In de periode 1000 – 1500 begon het proces van staatsvorming gestalte te krijgen. Er ontstonden aangesloten gebieden waar het bestuur zich op last van de vorst steeds meer centraliseerde.
Door een handige huwelijkspolitiek kreeg Filips de Stoute (betekent ‘de moedige’) die de Bourgondische landen van zijn vader te leen had gekregen, het voor elkaar een huwelijk te sluiten met Margareta van Male, erfgename van welvarende graafschappen in Vlaanderen.
In 1404 overleed Filips de Stoute en werd opgevolgd door zijn zoon Jan zonder Vrees. Deze erfde Bourgondië van zijn vader en via zijn moeder de gebieden Vlaanderen, Artois en Franche-Comté.
Filips de Goede, zoon van Jan zonder Vrees wilde, mede door de moord op zijn vader, los van de feodale banden met Frankrijk, een Bourgondische staat stichten. Daarin was hij bijzonder succesvol. Hij was een goed strateeg die de adel en de rijke steden tevreden wist te houden en tegelijkertijd zijn macht wist uit te breiden.
Karel de Stoute, zoon van Filips de Goede zette de traditie van zijn vader voort. Ook hij droomde van het koningschap en uitbreiding van macht en gebied. Zijn enorme ambities brachten hem in conflict met de adel en de steden. Omdat Karel een staand huurleger had ingesteld was hij in staat om verzet van steden als Gent en Luik met geweld de kop in te drukken.
Dochter van Karel de Stoute, erfde een verarmd Bourgondië dat ten prooi leek te vallen aan Frankrijk. Lodewijk XI van Frankrijk probeerde zijn zoontje te koppelen aan Maria om op die manier Bourgondië als erfland zonder oorlog binnen te slepen. Intussen bouwde Lodewijk aan de opbouw van een sterk leger om de buit eventueel met geweld binnen te slepen. Maria stond alleen en kon zelfs niet terugvallen op de steun van de adel die grotendeels was overgelopen naar het Franse kamp. Zij zocht via de Staten-Generaal hulp bij de steden en gewesten. Steden en gewesten gaven haar financiële steun in ruil voor een ruim pakket aan privileges (Het Groot Privilege) voor de steden en gewesten.
