Dochter van Karel de Stoute, erfde een verarmd Bourgondië dat ten prooi leek te vallen aan Frankrijk. Lodewijk XI van Frankrijk probeerde zijn zoontje te koppelen aan Maria om op die manier Bourgondië als erfland zonder oorlog binnen te slepen. Intussen bouwde Lodewijk aan de opbouw van een sterk leger om de buit eventueel met geweld binnen te slepen. Maria stond alleen en kon zelfs niet terugvallen op de steun van de adel die grotendeels was overgelopen naar het Franse kamp. Zij zocht via de Staten-Generaal hulp bij de steden en gewesten. Steden en gewesten gaven haar financiële steun in ruil voor een ruim pakket aan privileges (Het Groot Privilege) voor de steden en gewesten.
Door haar huwelijk met Maximiliaan I, zoon van de Duitse keizer Frederik III wilde Maria de Franse koning Lodewijk XI buiten de deur houden. Deze reageerde op het huwelijk met de verovering van Bourgondische steden ten zuiden van Vlaanderen. In 1479 werd de opmars van Franse troepen tot staan gebracht door het leger van Maximiliaan en bleef Vlaanderen een Franse bezetting bespaard.