Filips de Goede, zoon van Jan zonder Vrees wilde, mede door de moord op zijn vader, los van de feodale banden met Frankrijk, een Bourgondische staat stichten. Daarin was hij bijzonder succesvol. Hij was een goed strateeg die de adel en de rijke steden tevreden wist te houden en tegelijkertijd zijn macht wist uit te breiden.
Het Bourgondische gebied breidde zich onder zijn bewind flink uit en het hof van Filips werd een van de machtigste en rijke hoven van Europa. Filips de Goede kan worden gezien als grondlegger van de latere Nederlanden. In 1433 werden Holland, Zeeland en Henegouwen deel van het Bourgondische rijk. In de Honderdjarige Oorlog steunde hij Engeland. Dat gaf hem een voordelige onderhandelingspositie bij vredesbesprekingen in Atrecht in 1435 met Frankrijk. Op voorwaarde dat hij de kant van Frankrijk koos, kreeg hij in ruil belangrijke gebieden in Noord-Frankrijk en werd bovendien ontslagen van feodale verplichtingen aan de Franse Kroon. Daarmee was de onafhankelijkheid van de Bourgondische staat een feit.
Door goede banden met de paus kreeg Filips de mogelijkheid om zijn invloed uit te breiden in de bisdommen Luik en Utrecht. Het was zijn grote streven om als hertog gelijke te worden van de machtigste koningen van Europa.