De militaire ambities van Karel de Stoute kwamen in botsing met de adel. Karel ging zich richten op de instelling van een permanent huurleger, onafhankelijk van de adel. Deze legers kostten veel geld.
De verpachting van grootgrondbezit en traditionele jaarlijkse bede aan de gewesten bracht te weinig op. Daarin schuilt een belangrijk element dat bijdroeg aan centralisatie en staatsvorming. Met de ambitie om over een staand huurleger te beschikken, werd het noodzakelijk om belastingen te verhogen, een efficiƫnt belastingapparaat in het leven te roepen en om de inning van belastingen centraal te organiseren. De oude feodale verhoudingen tussen vorst en adel werden door deze ontwikkeling steeds minder belangrijk.
De oprichting van de Staten-Generaal was voor de Bourgondische vorsten een middel om de gewesten en steden direct en centraal te kunnen aanspreken. In 1464 kwam de Staten Generaal voor de eerste maal bij elkaar.