De klassieke vormentaal

Inleiding - De klassieke vormentaal

In deze kennisbank ga je meer leren over klassieke bouwkunst en klassieke beeldende kunst. De klassieke bouwkunst is onderverdeeld in Griekse en Romeinse bouwkunst.

Het onderdeel klassieke beeldende kunst behandelt de veranderingen in de Griekse beeldende kunst.

De Griekse tempel

De vorm van de Griekse tempel is misschien wel de meest geïmiteerde vorm uit de hele geschiedenis.

Op de volgende pagina's vind je meer informatie over de vier genummerde onderdelen van de Griekse tempel.

De Griekse tempel - 1

• Trigliefen

• Metope
Gebeeldhouwd reliëf. Omdat de scènes ook vanaf grote afstand ‘leesbaar’ moesten zijn werden de beelden beschilderd met duidelijk onderscheiden kleuren. We hebben slechts hier en daar verfsporen teruggevonden. Daarom is ten onrechte het beeld ontstaan dat de klassieke kunst (eenvoudig en sober) wit is. In de andere bouwstijlen loopt dit reliëf overigens over de hele breedte, alleen in de Dorische bouwstijl wordt dit zogeheten fries opgedeeld in metopen en trigliefen.

• Architraaf

De Griekse tempel - 2

Beeldhouwwerk vulde het tympanon. Omdat de scènes ook vanaf grote afstand ‘leesbaar’ moesten zijn werden de beelden beschilderd met duidelijk onderscheiden kleuren. We hebben slechts hier en daar verfsporen teruggevonden. Daarom is ten onrechte het beeld ontstaan dat de klassieke kunst (eenvoudig en sober) wit is.


De Griekse tempel - 3

Er zijn in verschillende delen van Griekenland varianten in de bouw van tempels ontstaan,
die het makkelijkst te herkennen zijn aan de kop van de zuil, de zogeheten kapiteel.

De Griekse tempel - 4

Tempel in Nîmes in de Provence, in Zuid-Frankrijk.

De Romeinse tempel
Bij een Griekse tempel loopt de zuilengalerij helemaal rond de tempel. Een Romeinse tempel is frontaal gebouwd, d.w.z. op de voorkant gericht.

Romeinse bouwkunst

Parallel aan de groei van het Romeinse Rijk groeide de behoefte aan steeds grotere ruimten, waarin veel mensen tegelijk aanwezig konden zijn. De Romeinse architecten wisten aan deze behoefte te voldoen met behulp van met name drie bouwelementen:

  1. beton dat in houten vormen kon worden gegoten,
  2. baksteen en
  3. de boogconstructie met wigvormige stenen.

Met deze ‘ingrediënten’ bouwden zij de enorme ruimten: thermen (badhuizen), amfitheaters en basilieken (gebouwen voor rechtspraak en handel) bijvoorbeeld. Maar ook aquaducten, triomfbogen, bruggen, marktpleinen, vestingmuren en forten.

Badhuis in Trier, Duitsland
Aquaduct bij Pont du Gard, Frankrijk
Amfitheater in Nimes, Frankrijk

Van algemeen type naar individueel portret

De eerste Griekse beelden vertonen sterke gelijkenis met de Egyptische: frontaal, houterig, een algemeen type weergevend. Maar op drie punten ontwikkelde de Griekse beeldhouwkunst zich.

  1. De Grieken besteedden steeds meer aandacht aan anatomie en fysionomie (gezichtsuitdrukkingen).
  2. Zij idealiseerden mensen op grond van bijzondere prestaties, zoals sport, staatsmanschap, veldheerschap of kunstenaarschap; idealiseren wil dan zeggen: boven de alledaagse werkelijkheid plaatsen, vereren als held of halfgod.
  3. De Grieken kregen oog voor het persoonlijke, het individuele.

Helaas zijn bijna alle Griekse portretbeelden verloren gegaan. De meeste Griekse portretten in brons of marmer kennen we alleen via kopieën uit Romeinse tijd. Overigens zijn deze Romeinse kopieën - tenminste als zij het origineel niet verkleind weergeven - behoorlijk betrouwbaar. Want van bronzen beelden werden afgietsels gemaakt en van marmeren beelden mechanisch vervaardigde kopieën.

Griekse beelden - Het Archaïsche portret


Het Archaïsche portret
Er worden nog geen individuele persoonlijkheden weergegeven, maar algemene typen.

Deze beelden werden alleen op graven of in tempels geplaatst. De beelden uit deze tijd worden gekenmerkt door de zogeheten ‘archaïsche glimlach’.

De betekenis van deze glimlach is niet helemaal duidelijk: misschien is het een glimlach om duidelijk te maken dat de persoon door de goden gezegend is, of als een kunstmatige glimlach zoals we die ook op moderne foto's zien.

Griekse beelden - Vroeg klassiek



Vroeg klassiek
Er is een begin van individualisering.

Afbeelding links
Het bijzondere van dit beeldenpaar is dat het de eerste beelden zijn, die voor zover wij weten niet op een heilige plaats zijn neergezet, maar in de openbare ruimte, in dit geval op de agora (de Atheense markt). Het zou daarna nog 100 jaar duren, voordat dat gewoon werd in Athene. Het moeten dus bijzondere personen zijn geweest; daarom gaat men ervan uit dat het om Harmodios en Aristogeiton gaat, die de tiran Hipparchos hebben gedood.

Afbeelding midden
De Atheense politicus Themistocles.


Afbeelding rechts
De bronzen wagenmenner. Oorspronkelijk hoorde er ook nog een vierspan bij.

Griekse beelden - Klassiek idealisme



Klassiek idealisme
Het klassieke portret combineert individualiteit en idealisering. Er is geen verschil te zien tussen goden- en mensenbeelden. Mensen zijn wel herkenbaar, maar hun gelaatstrekken zijn gestileerd: er zijn geen rimpels, geen afwijkingen, er worden geen emoties getoond. Daardoor zijn het toch meer ´modellen´ dan echte individuen.

Afbeelding links
De lansdrager. Dit beeld van een onbekende atleet is gemaakt door Polykleitos. Het beeld gold als hét model voor alle beeldhouwkunst.


Afbeelding midden
Het uiterlijk van de beroemde Atheense staatsman Perikles (500-429) wordt omschreven als aristocratisch en streng. Hij werd jarenlang herkozen tot opperbevelhebber.


Afbeelding rechts
Athene, beeld van Lemnos.

Phidias, de maker van dit beeld, is de beroemdste kunstenaar uit de klassieke eeuw van Griekenland.
Hij was naast beeldhouwer ook architect. Onder zijn verantwoordelijkheid is het Parthenon tot stand gebracht, zowel het gebouw als het daarop aangebrachte beeldhouwwerk.


Met Phidias bereikt de klassieke, idealiserende stijl zijn hoogtepunt.

Griekse beelden - Laat klassiek

Socrates
Plato
Sofokles
Euripides
 
Alexander de Grote

Laat-klassiek
Het individuele karakter van de afgebeelde persoon komt sterker naar voren, ten koste van het idealistische. Geleidelijk aan probeert men ook iets van het innerlijke leven tot uitdrukking te brengen. De mensen van wie deze portretten zijn, kennen we ook uit beschrijvingen van tijdgenoten.

Sokrates (469-399) wordt beschreven als een man die een onaantrekkelijk uiterlijk combineerde met een ongeëvenaarde uitstraling. Stevig, breedgeschouderd, brede neus met wijd open neusgaten, uitpuilende ogen, brede mond, dikke lippen, kaal en met een buikje. Maar hij was overrompelend charmant, hij had humor en er ging een enorme intellectuele kracht van hem uit.

Plato (427-347), de beroemdste leerling van Sokrates, was, zei men, sterk en breedgeschouderd, bezat mooie ogen en een zeer fijn gevormde neus. Hij was serieus en aristocratisch. Hij geldt als één van de grootste filosofen aller tijden.

Sofokles (496-406) was een van de grote tragedie-dichters van Athene. Hij wordt beschreven als knap, innemend, genereus, godsdienstig en veelzijdig begaafd.

Euripides (480-406), een andere grote klassieke tragediedichter, wordt beschreven als een sombere man die nooit lachte, niet erg sociaal was, vrouwen haatte, alleen leefde voor zijn werk. Over zijn uiterlijk wordt opgemerkt dat hij een lange baard droeg en sproeten had in zijn gezicht.

Alexander de Grote bezat een krachtige, goedgebouwde gestalte en een weelderige haardos met een merkwaardige kruin op het voorhoofd. Deze geniale veldheer had ook belangstelling voor natuur en cultuur. Hij kon zeer hoffelijk zijn, maar ook in blinde woede losbarsten, waarvan hij vaak later weer spijt had.

Griekse beelden - Hellenistische tijd

 
Demosthenes
Epikouros
Zeno
Nikè
Laokoön

Hellenistische tijd
In de Hellenistische tijd bereikt de Griekse portretkunst zijn meest realistische fase. Men schrikt niet terug voor de weergave van emoties, voor rimpels, ouderdom en gebreken. Soms op het theatrale af. Maar soms keert men ook weer terug naar het klassieke ideaal.

Demosthenes (384-320), de grootste redenaar van zijn tijd, was fel gekant tegen de Macedonische overheersing van Griekenland en riep met al zijn sprekersgaven Athene op zich te verzetten tegen Filippos II en zijn zoon Alexander. Bitter en stroef zou zijn uiterlijk geweest zijn, streng en ernstig.

Epikouros (341-270) viel op, zei men, door zijn grote neus. Hij moet een imponerende persoonlijkheid zijn geweest, een soort goeroe, wiens aantrekkingskracht lag in zijn belofte dat je ook in tegenspoed gelukkig kunt zijn, mits je de aanwijzingen van zijn filosofie opvolgde.

Zeno (335 – 263), grondlegger van de Stoa. Mager, tamelijk lang, donker van huid, dikke benen, slap en zwak, stuurs, zuinig, met een gerimpeld en gefronst gezicht: niet alleen in filosofisch opzicht, maar ook qua uiterlijk de volstrekte tegenpool van Epikouros.

Nikè
Beeld van de gevleugelde godin van de overwinning Nikè, gevonden op het eiland Samothrake. Het beeld suggereert dat de godin tegen de wind in neerstrijkt op de voorplecht van een schip.

Laokoön
Scène uit de mythologie: Laokoön en zijn zonen worden gewurgd door zeeslangen. Op hun gezichten zijn de emoties af te lezen.

Griekse beelden - Overzicht tijdlijn


  • Het arrangement De klassieke vormentaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-05-20 08:54:26
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
    Leerinhoud en doelen
    Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld