Parallel aan de groei van het Romeinse Rijk groeide de behoefte aan steeds grotere ruimten, waarin veel mensen tegelijk aanwezig konden zijn. De Romeinse architecten wisten aan deze behoefte te voldoen met behulp van met name drie bouwelementen:
Met deze ‘ingrediënten’ bouwden zij de enorme ruimten: thermen (badhuizen), amfitheaters en basilieken (gebouwen voor rechtspraak en handel) bijvoorbeeld. Maar ook aquaducten, triomfbogen, bruggen, marktpleinen, vestingmuren en forten.
![]() |
![]() |
![]() |