![]() |
|
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Hellenistische tijd
In de Hellenistische tijd bereikt de Griekse portretkunst zijn meest realistische fase. Men schrikt niet terug voor de weergave van emoties, voor rimpels, ouderdom en gebreken. Soms op het theatrale af. Maar soms keert men ook weer terug naar het klassieke ideaal.
Demosthenes (384-320), de grootste redenaar van zijn tijd, was fel gekant tegen de Macedonische overheersing van Griekenland en riep met al zijn sprekersgaven Athene op zich te verzetten tegen Filippos II en zijn zoon Alexander. Bitter en stroef zou zijn uiterlijk geweest zijn, streng en ernstig.
Epikouros (341-270) viel op, zei men, door zijn grote neus. Hij moet een imponerende persoonlijkheid zijn geweest, een soort goeroe, wiens aantrekkingskracht lag in zijn belofte dat je ook in tegenspoed gelukkig kunt zijn, mits je de aanwijzingen van zijn filosofie opvolgde.
Zeno (335 – 263), grondlegger van de Stoa. Mager, tamelijk lang, donker van huid, dikke benen, slap en zwak, stuurs, zuinig, met een gerimpeld en gefronst gezicht: niet alleen in filosofisch opzicht, maar ook qua uiterlijk de volstrekte tegenpool van Epikouros.
Nikè
Beeld van de gevleugelde godin van de overwinning Nikè, gevonden op het eiland Samothrake. Het beeld suggereert dat de godin tegen de wind in neerstrijkt op de voorplecht van een schip.
Laokoön
Scène uit de mythologie: Laokoön en zijn zonen worden gewurgd door zeeslangen. Op hun gezichten zijn de emoties af te lezen.