![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Laat-klassiek
Het individuele karakter van de afgebeelde persoon komt sterker naar voren, ten koste van het idealistische. Geleidelijk aan probeert men ook iets van het innerlijke leven tot uitdrukking te brengen. De mensen van wie deze portretten zijn, kennen we ook uit beschrijvingen van tijdgenoten.
Sokrates (469-399) wordt beschreven als een man die een onaantrekkelijk uiterlijk combineerde met een ongeëvenaarde uitstraling. Stevig, breedgeschouderd, brede neus met wijd open neusgaten, uitpuilende ogen, brede mond, dikke lippen, kaal en met een buikje. Maar hij was overrompelend charmant, hij had humor en er ging een enorme intellectuele kracht van hem uit.
Plato (427-347), de beroemdste leerling van Sokrates, was, zei men, sterk en breedgeschouderd, bezat mooie ogen en een zeer fijn gevormde neus. Hij was serieus en aristocratisch. Hij geldt als één van de grootste filosofen aller tijden.
Sofokles (496-406) was een van de grote tragedie-dichters van Athene. Hij wordt beschreven als knap, innemend, genereus, godsdienstig en veelzijdig begaafd.
Euripides (480-406), een andere grote klassieke tragediedichter, wordt beschreven als een sombere man die nooit lachte, niet erg sociaal was, vrouwen haatte, alleen leefde voor zijn werk. Over zijn uiterlijk wordt opgemerkt dat hij een lange baard droeg en sproeten had in zijn gezicht.
Alexander de Grote bezat een krachtige, goedgebouwde gestalte en een weelderige haardos met een merkwaardige kruin op het voorhoofd. Deze geniale veldheer had ook belangstelling voor natuur en cultuur. Hij kon zeer hoffelijk zijn, maar ook in blinde woede losbarsten, waarvan hij vaak later weer spijt had.