Het arrangement De ontwikkeling van wetenschappelijk denken is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
- Auteur
- Laatst gewijzigd
- 2025-08-21 13:07:09
- Licentie
-
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
- het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
- het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
- voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
- Toelichting
- De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
- Leerinhoud en doelen
- Geschiedenis;
- Eindgebruiker
- leerling/student
- Moeilijkheidsgraad
- gemiddeld
Filosofie betekent letterlijk zoiets als: uit zijn op kennis. De eerste denkers richtten zich op de natuur. In het Grieks heet het domein van hun denken de fysica. In de moderne tijd ontwikkelde de fysica, natuurwetenschap, zich tot een zelfstandige wetenschappelijke discipline.
Rond 800 nam de omvang van de bevolking toe. Dit leidde in de eerste plaats tot veroveringen direct rond de polis. Zo hoorde op den duur een flink deel van de Peloponnesos bij de polis Sparta en heel Attica bij Athene.
In Ionië begint het verhaal van de Griekse filosofie. Eeuwenlang hadden mensen voor het beantwoorden van levensvragen hun toevlucht genomen tot bovennatuurlijke verklaringen, waarin goden en helden een grote rol speelden.



Door een steeds toenemende handel, maar ook door nieuwe economische activiteiten als de mijnbouw kregen de traditionele rijken, de grootgrondbezitters, concurrentie van nieuwe groepen. Deze ´nieuwe rijken´ waren ook in staat de kosten te dragen voor een wapenrusting om ten strijde te trekken – van oorsprong het alleenrecht van de bezittende klasse. De nieuwe status vroeg erom ook omgezet te worden in politieke macht: waarom zouden de nieuwe rijken niet evenveel recht hebben op deelname aan het bestuur van de polis?
Protagoras (ca 490-420)
Gorgias (ca 480-376)
Tegenover de relativistische denkwijze van de sofisten staat de filosofie van Sokrates, Plato en Aristoteles.
Deze theorie wordt Plato’s Ideeënleer genoemd. Plato onderscheidt twee werelden. In de waarneembare wereld is alles veranderlijk en vergankelijk; dit is het domein van de opvattingen en meningen. De ware wereld is eeuwig en onveranderlijk. Hier bevinden zich de ‘essenties’ (in het Grieks ‘ideeën’) van alles wat we met onze zintuigen waarnemen; deze wereld is ‘ideaal’. Dit is het domein van de zekere kennis en de objectieve waarheid. De allerhoogste Idee is het Goede. Dit dualisme – de theorie dat er twee werelden zijn – uit zich ook in een onderscheid tussen het menselijk lichaam, veranderlijk, sterfelijk, waarneembaar, en een onveranderlijke, eeuwige kern, de ziel.
Alexander de Grote kwam uit Macedonië, ten noorden van de Peloponnesos.
Epikouros (in het Latijn wordt zijn naam gespeld als Epicurus, vandaar dat de filosofische stroming het Epicurisme wordt genoemd) bouwde voort op de atoomtheorie van Demokritos. Alles is in dit wereldbeeld toevallig ontstaan door een samenvoeging van atomen. En alles zal ook op zeker moment weer uit elkaar vallen. Het leven is van tijdelijke aard en alles wat gebeurt is een kwestie van toeval. De enige manier om je tegen het toeval te wapenen is je gemoedsrust bewaren. Mensen moeten proberen onverstoorbaar te blijven. Actief meedoen aan de politiek past daar niet bij.
De Stoa ging van een totaal tegenovergesteld wereldbeeld uit: de hele kosmos is in stoïcijnse ogen volstrekt rationeel geordend. Niets gebeurt toevallig, alles is voorzien door een hogere macht, die wordt aangeduid met Rede (ratio, verstand) of Voorzienigheid.