Sofisten

Protagoras (ca 490-420)
De bekendste sofist is wel Protagoras, nog bekender is zijn uitspraak: ‘De mens is de maat van alle dingen.’ Daarmee verwoordde hij kernachtig het relativisme dat kenmerkend is voor de democratie. Wetten en normen zijn het resultaat van afspraken tussen mensen en hebben dus geen algemene of absolute geldigheid. De mens bepaalt wat goed is en wat niet. Het is niet helemaal duidelijk of Protagoras de mens ook als ´maatstaf´ beschouwde voor de werkelijkheid. Dan zou de stelling ook inhouden dat er geen objectieve werkelijkheid bestaat waarover we algemeen geldende kennis kunnen krijgen; dan zou de werkelijkheid voor ieder mens anders in elkaar zitten, afhankelijk van diens eigen waarneming en overtuiging.

Gorgias (ca 480-376)
Een andere bekende sofist is Gorgias, die beroemd was om zijn overtuigingskracht. Gorgias voerde het relativisme nog verder door: er is geen objectieve waarheid, dus het komt er alleen op aan anderen te overtuigen van jouw eigen opvattingen. Je hoeft daarbij niet uit te gaan van waarden of normen of een samenhangend wereldbeeld.

Op den duur kregen de sofisten door deze manier van redeneren een slechte naam. Ze zouden er enkel op uit zijn om tegenstanders met retorische trucjes onderuit te halen. Atheners van de oude stempel konden het niet aanzien dat deze leraren de jongeren radicale ideeën over normen en waarden bijbrachten.