Anders dan in de andere tijdvakken zijn we in tijdvak 1 voor informatie geheel afhankelijk van archeologische vondsten. De eerste geschreven bronnen dateren uit omstreeks 3000 v. Chr. Alles wat we weten, of liever gezegd denken te weten over de tijd daarvoor, is gebaseerd op interpretatie van archeologische vondsten.
De prehistorie hebben we ingedeeld in de Steentijd, de Bronstijd en de IJzertijd naar gelang de materialen die mensen gingen gebruiken voor hun belangrijkste werktuigen en voorwerpen.
Met de Steentijd duiden we de periode aan vanaf de eerste mensen ca. 2,4 miljoen jaar geleden tot ca. 3000 jaar v. Chr. Tegen die tijd had het brons geleidelijk aan het steen vervangen als belangrijkste materiaal voor werktuigen en wapens.
Bodemvondsten-1
Ook in Nederland worden resten uit de prehistorie gevonden.
In 2009 bijvoorbeeld werd een stukje van een schedel van een Neanderthaler gevonden voor de Zeeuwse kust.
Het stuk schedel is naar schatting tussen de veertig- en honderdduizend jaar oud en dateert uit de periode dat de Noordzee nog land was.
Botten in de Noordzee zijn soms goed bewaard gebleven omdat ze bedekt zijn en niet met zuurstof in aanraking komen.
Bodemvondsten-2
7 miljoen jaar oude schedel in Tsjaad gevonden - Artikel juli 2002
Een spectaculaire vondst uit Tsjaad blijkt maar liefst 7 miljoen jaar oud te zijn. Er bestaan echter twijfels of het hier wel om een hominide gaat. De recente ontdekking van wat volgens wetenschappers het oudste lid van de menselijke evolutionaire stamboom is, heeft de studie naar de menselijke oorsprong op zijn kop gezet.
Een team van onderzoekers, aangevoerd door Michel Brunet van de universiteit van Poitiers, schat dat het wezen, dat zij Sahelanthropus tchadensis hebben gedoopt, zo’n 6 a 7 miljoen jaar geleden leefde. De onderzoekers noemen hun vondst Toumaď, wat “hoop op leven” betekent in de taal van de Afrikaanse stam die in de omgeving leeft.
De bijna complete schedel, samen met twee fragmenten van de onderkaak en drie losse tanden die aan de nieuwe soort worden toegewezen houden een aantal opmerkelijke verrassingen. Ten eerste bestaat de vondst uit een kleine hersenpan, vergelijkbaar met hedendaagse mensapen, terwijl het gezicht en de tanden doen denken aan die van de hominiden met grote herseninhoud die ongeveer 1,75 miljoen jaar geleden leefden en zelfs in sommige opzichten aan ons eigen geslacht Homo. Niemand had gedacht dat de uiterlijke kenmerken van de laatstgenoemde groep- met name een kort, relatief plat gezicht, een uitgesproken wenkbrauwboog en kleine hoektanden— bij de eerste hominiden tegelijk voorkwamen met een kleine aapachtige herseninhoud.
Een tweede verrassing was dat Brunet en zij collega’s hun ontdekking in Tsjaad deden, een land in centraal Afrika, dat ver verwijderd is van de gerenommeerde fossiele vindplaatsen in oost- en zuidelijk Afrika. Het lijkt erop dat, tussen 7 en 5 miljoen jaar geleden, de hominiden in meer geslachtslijnen en over een groter gebied verspreid evolueerden dan eerder door wetenschapper werd aangenomen, zegt antropoloog Bernard Wood van de George Washington University in Washington, D.C. “Dit is een ongelofelijke vondst,” vind antropoloog Daniel Lieberman van de Harvard universiteit. "De hominide-geslachten in Oost- en zuidelijk Afrika blijken maar een klein deel te vormen van een ingewikkeld evolutionair proces."
Bodemvondsten-3
Deel 2 artikel: 7 miljoen jaar oude schedel in Tsjaad gevonden
Volgens Brunets team is het moeilijk om te bepalen of Tournaď een directe voorouder van de moderne mens is. Tournaď’s ongewone anatomie onderscheidt het van chimpansees en gorilla’s en van andere fossielen. Midden in de woestijn groeven de onderzoekers verschillende geologische tijdslagen af die waren blootgelegd door zandstormen. Volgens het verslag dat zij schreven voor het blad Nature, vonden zij fossiele resten van 42 verschillende diersoorten in dezelfde laag als waarin zij ook de hominide fossielen vonden. Onder deze diersoorten waren vissen, krokodillen, schildpadden, nijlpaarden, apen, knaagdieren en antilopen. Deze mix geeft aan dat de regio ooit bestond uit een groot meer met bossen en lichtbeboste graslanden, aldus de wetenschappers.
Het was niet mogelijk om een absolute leeftijd vast te stellen voor de vindplaats omdat er geen vulkanische as werd gevonden, wat meestal wordt gebruikt om dergelijke sites te dateren. De geschatte leeftijd is afgeleid uit een vergelijking tussen de gevonden diersoorten in Tsjaad en die van andere Afrikaanse vindplaatsen die wel goed gedateerd konden worden.
Hoewel er een “grote diversiteit aan mensachtigen” evolueerde in Afrika, is het onduidelijk of de vondst behoort tot de eerste mensapen of toch tot de eerste hominiden zoals in het verslag wordt beweerd, zegt antropoloog Christopher B. Stringer van het British Museum in Londen. Als de schedel aan een vrouwtje toebehoort, dan kan het gaan om een kleine versie van de mannelijke schedels die we hebben gevonden van vroege mensapen, is het van een mannetje, dan geven het kleine gezicht en de kleine tanden op kracht aan de bewering dat het hier om een vroege hominide gaat, aldus Stringer.
Brunets team denkt dat het om een mannetje gaat vanwege de viziervormige wenkbrauwboog. Stringer vindt dat er eerst meer van het onderlichaam gevonden moet worden om het geslacht te kunnen
bepalen en om te bepalen of Tournaď op twee benen liep, een onderscheidend kenmerk van hominiden.
Oorsprong van de moderne mens
Paleontologen, wetenschappers die de oorsprong van de mens onderzoeken, geloven dat de oudste mensachtige wezens zo’n 4 à 6 miljoen jaar geleden in Oost-Afrika leefden. Waarschijnlijk leefden er destijds meerdere soorten mensachtigen naast elkaar. De oudste werktuigen die zijn gevonden zijn ongeveer 2,4 miljoen jaar oud en aangetroffen in het huidige Tanzania.
Vanuit Afrika verspreidde de homo erectus zich als eerste mensensoort over Europa en het Nabije Oosten. Dat proces nam vele duizenden jaren in beslag. Wetenschappers gaan ervan uit dat de homo erectus de eerste mensensoort was die het vuur beheerste, wat een belangrijk vereiste was voor migratie.
Afbeelding links: een reconstructie van Lucy op basis van in 1974 gevonden botvondsten (ribben, onderkaak en een deel van het bekken). Haar botten worden geschat op 3,2 miljoen jaar oud. Ze was een rechtop lopende mensachtige van ongeveer 120 cm lengte. Ze leefde met haar soortgenoten in het huidige Ethiopië. Er is waarschijnlijk geen directe link tussen de soort waartoe Lucy behoorde en de moderne mens.
Afbeelding rechts: Fossiele sporen van soortgenoten van Lucy.
Verspreiding van de Homo sapiens over de wereld
Zo’n 140.000 jaar geleden
woonde de voorganger van de moderne mens, de homo sapiens, in Oost-Afrika.
160.000 - 135.000 jaar geleden
De soort verspreidde zich in vier richtingen over Afrika.
90.000 - 75.000 jaar geleden
Een groep stak de mond van de Rode zee over en trok over het Arabische schiereiland tot diep in Azië.
75.000 - 65.000 jaar geleden
Na een flinke dip als gevolg van een supereruptie van een vulkaan op Sumatra ongeveer 74.000 jaar geleden groeit de bevolking weer en verspreidt zich over de Indische archipel en Australië.
65.000 - 52.000 jaar geleden
In deze periode werd het klimaat snel warmer. De homo sapiens trekt naar het Noorden en Europa.
52.000 - 45.000 jaar geleden
Kleine ijstijd.
45.000 - 40.000 jaar geleden
Groepen verspreiden zich over Azië.
40.000 - 25.000 jaar geleden
Verdere verspreiding over Azië en Europa. Eerste kunstuitingen stammen uit deze periode zoals de rotstekeningen in Chauvet in Frankrijk.
25.000 - 22.000 jaar geleden
Voorouders van de Indianen steken de Beringstraat over naar Alaska en betreden zo het Amerikaanse continent.
22.000 - 19.000 jaar geleden
Ontvolking Noord-Europa, Azië en Noord- Amerika door kou.
19.000 - 15.000 jaar geleden
Mensen wonen ten zuiden van de ijsgrens. Er ontstaat diversiteit aan talen, culturen en levenswijzen. Voorouders indianen trekken verder naar Zuid-Amerika.
15.000 - 10.000 jaar geleden
Mens verspreidt zich over Amerikaans continent.
10.000 - 8.000 jaar geleden
Einde ijstijd. Mensen trekken naar het Noorden. De Jager-verzamelaars worden landbouwers.
Levenswijze in de prehistorie - Nomaden
Nomaden
Voorlopers van de moderne mens in de prehistorie waren nomaden die in kleine groepen van gebied naar gebied trokken, op zoek naar voedsel en wild om op te jagen. Ze waren altijd onderweg om voldoende voedsel te verzamelen. Hoe deze mensen leefden is niet precies bekend. Waarschijnlijk werd alles wat eetbaar was, verzameld, bejaagd of gevangen en op hun trektocht meegenomen.
In 1989 werden in Israel ontdekkingen gedaan die ons veel leerden over een nomadenvolk (Ohalo-cultuur).
Dat was een volk van jagers en verzamelaars. Zij bouwden echter ook kampen die het hele jaar door werden bewoond. De klimatologische omstandigheden van 20.000 jaar geleden (laatste IJstijd) in het nabije Oosten maakten het mogelijk om graan en gewassen te verbouwen. Een dergelijke vondst dwingt archeologen het beeld bij te stellen van het tijdstip waarop mensen landbouw gingen beoefenen. Ongeveer 10.000 jaar eerder dan tot nu toe werd aangenomen!
In de rest van Europa dat nog werd geteisterd door de IJstijd bleven mensen rondtrekken en waren landbouwactiviteiten vanwege de kou praktisch onmogelijk.
Levenswijze in de prehistorie - Gereedschap
Gereedschap
In de steentijd was vuursteen het belangrijkste materiaal voor het maken van gereedschap. Het materiaal is hard en toch relatief gemakkelijk bewerkbaar.
Van vuursteen werden o.a. pijlpunten, speerpunten, schrapers en vuistbijlen gemaakt.
Hoogstwaarschijnlijk werd ook hout gebruikt maar dat is niet bewaard gebleven. Naast vuurstenen gereedschap gebruikten maakten mensen ook werktuigen en gebruiksvoorwerpen gemaakt van beenderen.
Gebruik vuur
Vermoedelijk werd vuur voor het eerst gebruikt ongeveer 500 000 jaar geleden door de Pekingmens (homo erectus). De mens zal het vuur bij blikseminslagen of bij gloeiend lava meegenomen hebben. Vervolgens leerden mensen het vuur brandend te houden met gesprokkeld hout. Lange tijd zijn de mensen van vuur uit de natuur afhankelijk geweest. Uiteindelijk hebben mensen geleerd zelf vuur te maken.
De datering daarvan is giswerk. Het gebruik van vuur onderscheidde mensen van alle andere levensvormen op Aarde. Het vuur werd gebruikt om te koken, licht te maken en zich te verwarmen. Er kwamen steeds meer toepassingen voor het vuur bij. Zo werd het bijvoorbeeld gebruikt bij het maken van aardewerk of het smelten van ijzer uit ijzererts.
Levenswijze in de prehistorie - Nederland
Nederland
De groepen mensen die tussen 14.000 en 8000 v. Chr. in de streken van het huidige Nederland rondtrokken
waren rendierjagers. Het voornaamste prooidier dat zij bejaagden was het rendier. Nederland was lange tijd niet meer dan een zandvlakte bedekt met ijs.
Rond 14000 v. Chr. veranderde het klimaat en werd het iets warmer. Er kwamen toendragebieden die zich uitstrekten van Polen tot Engeland. In de zomer ontdooide de bodem en in de winter was alles met sneeuw en ijs bedekt. Rendieren trokken in de winter naar het zuiden en in de zomer naar het noorden.
Mensen volgden die trek. Vanuit Frankrijk trokken groepen mensen van de Magdalénien-cultuur naar het noorden en bewoonden tijdelijk grotten in de Ardennen en het Rijnland. Mensen van de Hamburg-cultuur trokken het gebied van het huidige Nederland binnen. Er zijn kampplaatsen gevonden die meestal hoog en dichtbij water lagen. In de zomer en winter trokken kleine groepen (enkele gezinnen) rond maar in de lente en herfst leefden mensen in grotere groepen van zo’n honderd mensen.
Toen het rond 8000 v. Chr. warmer werd, veranderde de vegetatie sterk. Nederland raakte bedekt met uitgestrekte bossen. De leefwijze van de mensen die in onze streken leefden veranderde. Ze richtten zich op andere prooidieren en leefde in een ander soort omgeving. We noemen die bewoners bosjagers. Ze leefden van de jacht en de visvangst.
Levenswijze in de prehistorie - Religie
Religie
Over religie bij mensen in de prehistorie is weinig bekend. Bij graven uit de prehistorie zijn voorwerpen gevonden die werden meegegeven aan de overledene. Dat was ook bij de neanderthaler het geval. Het gebruik om voorwerpen in een graf te leggen duidt op religieuze beleving en een geloof in een hiernamaals.
Op grond van de opgravingsgegevens en verschillende andere karakteristieke kenmerken, is vrijwel zeker dat het graf van Niersen te dateren is in het Laat-Neolithicum.
Het huidige onderzoek zal nieuwe gegevens aan het licht brengen, van belang voor een beter begrip van het grafritueel in deze periode.
De ligging van het graf op een hoge locatie in het landschap geflankeerd door andere graven en de bijzondere structuren aangetroffen in de heuvel, lijken erop te wijzen dat dit misschien wel een bijzondere begraving was.
Tijdschema
Homo habilis (2,4 miljoen jaar geleden)
Waarschijnlijk de eerste mensensoort die gebruik maakte van stenen werktuigen.
Deze mensensoort was klein (hooguit 1,5 m) en leefde in Oost-Afrika.
Homo habilis betekent ‘handige mens’.
Homo erectus (1,9 miljoen jaar geleden)
De ´rechtopstaande mens´. Kenmerkend voor de homo erectus is de grote herseninhoud en de lange lichaamslengte (tot 1,8 m). De homo erectus is de eerste mensensoort die het Afrikaanse continent verliet en zich verspreidde tot in Oost-Azië. Deze mensensoort maakte verschillende soorten werktuigen en beschikte over het vuur.
Neanderthaler (230.000 jaar geleden)
Deze mensensoort verspreidde zich over Europa, het Midden-Oosten en Centraal-Azië. Het is niet duidelijk of de Neanderthaler een van de voorouders is van de moderne mens. De Neanderthaler wordt doorgaans gezien als een aparte mensensoort. Hij was ongeveer 1.6 m. lang, liep rechtop en gebruikte stenen werktuigen. Ook was de Neanderthaler bekend met het gebruik van vuur.
Homo sapiens (137.000 jaar geleden)
Waarschijnlijk is de homo sapiens: de moderne mens, zo’n 137.000 tot 200.000 jaar geleden in Afrika als soort ontstaan en verspreidde hij zich ongeveer 40.000 jaar geleden over Europa. Kenmerkend zijn de sterk ontwikkelde hersenen, het sociale gedrag en de vaardigheid om werktuigen te maken voor tal van toepassingen.
De Cro-Magnon-mens
De Cro-Magnon mens behoort tot de moderne mens ofwel homo sapiens en is genoemd naar de grotten bij het plaatsje Cro-Magnon waar prachtige grotschilderingen zijn gevonden.
Ötzi de ijsman (5.000 jaar geleden)
De in de Duitse Alpen in 1991 gevonden ijsmummie is genoemd naar het Ötztal. Wat hem zo bijzonder maakt is dat de man en zijn uitrusting erg goed bewaard zijn gebleven. De kleren van Ötzi bestonden uit een muts, een mantel van dierenhuid, beenbekleding, een gordel, een soort onderbroek en een paar schoenen.
Het arrangement Levenswijze van jagers-verzamelaars is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.