In deze opdracht kijken jullie naar het economisch ontwikkelingspeil van Angola, Brazilië en Portugal en naar cijfers op het gebied van verstedelijking, geboorte en sterfte en beroepsbevolking. De informatie komt uit verschillende informatiebronnen met statistische gegevens: Gapminder, Google Public Data Explorer en het statistiekkatern in de Grote Bosatlas.
Uit cijfers is veel op te maken, maar de interpretatie van getallen is vaak een heikel punt. Winston Churchill schijnt over statistieken te hebben gezegd: “Ik geloof alleen de statistieken die ik zelf vervalst heb.”
Een ander veelgehoord statistieken-citaat van ‘een wijs staatsman’: “Er zijn drie soorten leugens: leugens, verdomde leugens en statistieken.”
Dat klinkt niet echt positief, maar toch is onderzoek meestal op cijfers gebaseerd.
Wat ga je leren?
We kijken naar de volgende theoretische concepten voor de voorbeeldlanden Angola, Brazilië en Portugal:
Theorie: hoe hoger het economisch ontwikkelingspeil van het land, des te hoger de verstedelijkingsgraad en des te lager het tempo waarmee de verstedelijking doorgaat.
Theorie: hoe hoger het economisch ontwikkelingspeil van het land, des te lager zijn de geboorte- en sterftecijfers.
Theorie: naarmate het economisch ontwikkelingspeil van een land hoger is, werkt een kleiner deel van de beroepsbevolking in de landbouw en een groter deel in de formele dienstensector.
Hoofdvragen
In hoeverre gelden de theoretische uitgangspunten voor Angola, Brazilië en Portugal? In hoeverre komen de theorie en de praktijk overeen?
Deelvraag
Komen de theoretische uitgangspunten betreffende het economische ontwikkelingspeil overeen met de cijfers uit de praktijk?
Begrippen
Economisch ontwikkelingspeil
Verstedelijkingsgraad
Geboorte- en sterftecijfers
Beroepsbevolking
Wat ga je doen?
Activiteiten
Vooraf
Wat kun je al?
Bestudeer de Kennisbank en maak de instaptoets.
Aan de slag
Stap 1
Om de verstedelijkingsgraad te meten in Angola, Brazilië en Portugal maak je gebruik van Gapminder. Beantwoord er vragen over.
Stap 2
Gebruik Google Public Data Explorer om geboorte- en sterftecijfers van de drie landen in beeld te krijgen. Beantwoord er vragen over.
Stap 3
Met de atlas onderzoek je de statistische gegevens van de beroepsbevolking van de drie landen. Je zoekt en vergelijk het percentage van de beroepsbevolking wat in de landbouw en in de dienstensector werkt.
Afronding
Samenvattend
Omschrijf de begrippen. Vergelijk ze met een klasgenoot.
Eindopdracht A
Maak de eindtoets.
Eindopdracht B
Schrijf een krantenartikel over het economisch ontwikkelingspeil van Angola, Brazilië en Portugal.
Examenvragen
Oefen met de eindexamenvragen.
Terugkijken
Kijk terug op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht is de studiebelasting ongeveer 3 SLU.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Voor deze stap gebruik je de Gapminder-website.
Je selecteert in de rechterkolom de landen Angola, Brazilië en Portugal.
Als je deze landen gekozen hebt, verschijnt er een aparte schuif met ‘DESELECT’. Zet de schuif helemaal naar links, dan houd je alleen de gekozen landen op je scherm over.
Op de verticale as ga je naar Population > Urbanization en dan naar Urban population share. Op de horizontale as kun je elk gewenst onderwerp zetten (bijvoorbeeld: GNI/capita PPP $).
De pijl linksonder geeft - na het aanklikken - de verschuiving door de jaren heen aan.
Toenemende verstedelijking
Van de totale wereldbevolking leefde rond 1900 zo’n 12 tot 15 procent in steden (225 miljoen). Tegen 1950 lag dit rond de 30 procent en in 2007 bereikten we een mijlpaal toen voor het eerst meer dan de helft van de wereldpopulatie in een stad woonde. Rond 2050 zal naar verwachting 70 procent van de wereldbevolking wonen in een stedelijk gebied.
Volgens de theorie geldt: hoe hoger het economisch ontwikkelingspeil van het land, des te hoger de verstedelijkingsgraad en des te lager het tempo waarin de verstedelijking doorgaat.
Nederland komt in de ranking van het Gross Nationale Income (per capita/in dollars) voor in de lijst van landen in de high-income group* en is voor 80% verstedelijkt. Bekijk de Gross National Income GNI per capita.
*Bijgewerkt tot 2019.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Een van de redenen waarom de omvang van de wereldbevolking nog steeds toeneemt, heeft te maken met de gestegen levensverwachting. In 1960 werden wereldburgers gemiddeld 52 jaar. Nu ligt die verwachting dat zo’n 20 jaar hoger. In Nederland was die stijging minder spectaculair (van 73 naar 82 jaar).
De wereldbevolking groeit ook omdat het aantal sterftegevallen lager ligt dan het aantal kinderen dat geboren wordt. Wereldwijd zijn de geboorte- en sterftecijfers al tientallen jaren aan het dalen.
Voorbeeld:
Het geboortecijfer is van bijna 32 geboortes per 1000 mensen in 1960 wereldwijd, gedaald naar iets meer dan 18 geboortes per 1000 mensen in 2020.* Het sterftecijfer is van bijna 18 sterfgevallen per 1000 mensen in 1960 wereldwijd, gedaald naar ruim 7 sterfgevallen per 1000 mensen in 2020.*
(werkelijkheid : geboortecijfers: 18,1; sterftecijfers 7,7 – bron: indexmuni.com)
*Bijgewerkt tot 2021.
* Op de site Index Mundi kun je een grafiek zien van geboorte- en sterftecijfers wereldwijd vanaf het jaar 2000.
Volgens de theorie geldt: hoe hoger het economisch ontwikkelingspeil van het land, des te lager zijn de geboorte- en sterftecijfers.
Zoek uit met behulp van Google Public Data Explorer of dat klopt voor Angola, Brazilië en Portugal.
Om de volgende vragen te beantwoorden, ga naar: Google Public Data Explorer > Wereldontwikkelingsindicatoren > Gezondheid > geboortecijfer ongeclassificeerd / sterftecijfer ongeclassificeerd
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Voor deze stap gebruik je de statistische gegevens in je Bosatlas, met name de kolom WERKEN: Landbouw en Diensten, in % van de beroepsbevolking.
GB54 Kaarten 256-259 / GB55 Kaarten 282-285
Nederland is na de Verenigde Staten de grootste exporteur van landbouwproducten. Met recht kunnen we Nederland beschouwen als een wereldspeler op het gebied van de landbouw. Dat zegt het rapport “De agrarische handel van Nederland”, gemaakt door het Landbouw Economisch Instituut (LEI), gebaseerd op cijfers van het CBS. Als je bedenkt hoe klein Nederland is en hoe dichtbevolkt, dan krijgen deze cijfers nog meer betekenis.
Door de verregaande automatisering is het aantal mensen dat werkzaam is in de landbouw in Nederland gedaald tot zo’n 2% van de beroepsbevolking. Anno nu werkt 80% van de beroepsbevolking in Nederland in de dienstensector.
Dat is in lijn met de theorie: naarmate het economisch ontwikkelingspeil van een land hoger is, werkt een kleiner deel van de beroepsbevolking in de landbouw en een groter deel in de formele dienstensector.
Maar klopt die theorie ook voor andere landen? Zoek dat uit met behulp van de statistische gegevens in de Grote Bosatlas voor Angola, Brazilië en Portugal.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Als eindopdracht ga je een krantenartikel schrijven, waarin je al je onderzoeksgegevens over het economisch ontwikkelingspeil van Angola, Brazilië en Portugal kunt verwerken. Kies uit een van de volgende onderwerpen:
het tempo van de verstedelijkingsgraad
de ontwikkeling van geboorte- en sterftecijfers
de ontwikkeling van een landbouwberoepsbevolking naar een dienstenberoepsbevolking.
Je schrijft een krantenartikel over het door jou gekozen onderwerp (half-heel A4 vel). Hoe je een artikel schrijft, kun je bekijken in de Gereedschapskist hieronder. Maak ook gebruik van de sites die je in deze opdracht hebt gebruikt en die je terugvindt in de Stap Bronnen.
Over het gekozen onderwerp verwerk je in je artikel de volgende gegevens:
vergelijking van de gegevens van Angola, Brazilië en Portugal;
statistische gegevens van genoemde landen;
eventueel aangevuld met grafieken en/of afbeeldingen of linkjes.
Zorg dat je je artikel kort en bondig schrijft. Geef duidelijke uitleg en/of voorbeelden.
Beoordeling
Je docent zal het artikel beoordelen. Daarbij wordt bekeken of je
voldoende feiten en voorbeelden hebt verzameld om het artikel te schrijven;
voldoende vergelijkingen hebt gemaakt over je onderwerp en of die duidelijk zijn;
geen fouten hebt gemaakt bij het schrijven van het artikel;
creatief te werk bent gegaan en een goedverzorgd artikel hebt ingeleverd.
Een artikel is een goede manier om informatie te presenteren of een gebeurtenis te beschrijven.
Examenvragen
Op deze pagina vind je examenvragen van ExamenKracht van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.
Maak bij het beantwoorden ook gebruik van dat wat je al eerder geleerd hebt. Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw. Nadat je een vraag beantwoord hebt, kun je deze zelf nakijken en je score aangeven.
Meer oefenen?
Ga naar ExamenKracht en oefen ook met de nieuwste examens.
Terugkijken
Intro
Lees de Introductie van de opdracht nog eens door.
Vond je de negatieve uitspraken over statistieken terecht?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de hoofdvraag en deelvragen nog eens door.
Kun je toelichten wat verstedelijksgraad en -tempo, hoogte of laagte van geboorte- en sterftecijfers en de mate waarin de beroepsbevolking in landbouw of dienstensector werkt, met het economisch ontwikkelingspeil van een land te maken heeft?
Hoe ging het?
Tijd
Voor deze opdracht staat ongeveer 3 SLU.
Heb je de opdracht binnen dit aantal uren kunnen doen?
Inhoud
In de opdracht vergelijk je een aantal theorieën over het economisch ontwikkelingspeil van het land.
Vind je dat dat in de statistieken in cijfers is terug te vinden? Licht je antwoord toe.
Eindopdrachten
Heb je alle vragen van de eindtoets kunnen beantwoorden? Had je een goede score?
Was het leuk om een artikel te schrijven en heb je daarbij gebruikgemaakt van alle (statistische) gegevens van de drie landen?
Examenvragen
Heb je de examenvragen gemaakt? Ging het goed?
Het arrangement Het economisch ontwikkelingspeil - v456 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor VWO leerjaar 4, 5 & 6. In het domein "Wereld" wordt het thema ''Het economisch ontwikkelingspeil" besproken. In de tweede helft van de 20e eeuw zijn steeds meer mensen in steden gaan wonen. Rond 1900 woonde 12-15% van de wereldbevolking in steden, maar in 2007 was dat al meer dan de helft. Tegen 2050 wordt verwacht dat 70% van de mensen in stedelijke gebieden zal wonen. De verstedelijking hangt af van de economische ontwikkeling van landen. Rijkere landen hebben meestal meer verstedelijking en dit gebeurt geleidelijker. Nederland is een voorbeeld, met 80% stedelijke bevolking. Levensverwachting stijgt en geboorte- en sterftecijfers dalen wereldwijd. Landen met een hoger economisch niveau hebben meestal lagere geboorte- en sterftecijfers. In Nederland werkt nog maar 2% in de landbouw, terwijl 80% in diensten werkt, zoals verwacht bij ontwikkelde landen. Dit patroon wordt onderzocht voor Angola, Brazilië en Portugal met gegevens uit de Grote Bosatlas.
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor VWO leerjaar 4, 5 & 6. In het domein "Wereld" wordt het thema ''Het economisch ontwikkelingspeil" besproken. In de tweede helft van de 20e eeuw zijn steeds meer mensen in steden gaan wonen. Rond 1900 woonde 12-15% van de wereldbevolking in steden, maar in 2007 was dat al meer dan de helft. Tegen 2050 wordt verwacht dat 70% van de mensen in stedelijke gebieden zal wonen. De verstedelijking hangt af van de economische ontwikkeling van landen. Rijkere landen hebben meestal meer verstedelijking en dit gebeurt geleidelijker. Nederland is een voorbeeld, met 80% stedelijke bevolking. Levensverwachting stijgt en geboorte- en sterftecijfers dalen wereldwijd. Landen met een hoger economisch niveau hebben meestal lagere geboorte- en sterftecijfers. In Nederland werkt nog maar 2% in de landbouw, terwijl 80% in diensten werkt, zoals verwacht bij ontwikkelde landen. Dit patroon wordt onderzocht voor Angola, Brazilië en Portugal met gegevens uit de Grote Bosatlas.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Economisch ontwikkelingspeil
Verstedelijking
Geboorte- en sterftecijfers
De beroepsbevolking
Economisch ontwikkelingspeil
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.