Natuurverschijnselen

Aardbeving

De aardkorst is niet één geheel, maar bestaat uit verschillende platen. Die platen bewegen ten opzichte van elkaar.

Soms bewegen twee platen evenwijdig ten opzichte van elkaar. Dat gebeurt niet geleidelijk maar met schokken. Zo'n plotselinge beweging geeft soms een enorme schokgolf: een aardbeving.

Een aardbeving verspreidt zich doorgaans in een cirkelvorm. Het midden van die cirkel wordt aangeduid met epicentrum. In het epicentrum zijn de schokken het grootst en vaak vind je rond het epicentrum de meeste verwoestingen. Het epicentrum ligt recht boven het hypocentrum. Het hypocentrum is de plaats onder de aardkorst waar de aardbeving ontstaat.

Video: Aardbeving

Hoe ontstaat een aardbeving?

Aardbeving - Tsunami

Aardbevingen worden geregistreerd met behulp van een seismograaf. De hevigheid van een aardbeving wordt gemeten op de schaal van Richter. Een aardbeving met een sterkte tot 4 op de schaal van Richter is een lichte aardbeving. Aardbevingen met een sterkte boven de 5 zijn al vrij krachtig.

Een aardbeving waarvan het epicentrum in de zee ligt, wordt ook wel een zeebeving genoemd. Als een zeebeving in een korte tijd een grote hoeveelheid water verplaatst, kan er een tsunami ontstaan. Zo'n vloedgolf uit de zee overspoelt vaak zeer onverwacht de kuststrook en kan enorme schade veroorzaken. 

Video: Tsunami

Hoe ontstaat een tsunami?

Vulkanen

Een vulkaan is een opening (krater) in het oppervlak van de aarde waar gesmolten gesteente (magma), gas en brokken gesteente door naar buiten komen. Een uitbarsting of eruptie is het moment waarop het materiaal door de vulkaan uitgestoten wordt. Eenmaal aan de oppervlakte stolt het magma en wordt het lava genoemd.

Vulkanen vind je vooral in gebieden waar tektonische platen aan elkaar grenzen.
Soms komt vulkanisme ook voor op een tektonische plaat, op een plaats waar de aardkorst erg dun is. Zo'n plaats noem je een hotspot.

In de buurt van vulkanen kom je soms door aardwarmte verwarmde heetwaterbronnen (geisers) tegen. Ze ontstaan daar omdat de aardkorst in de buurt van vulkanen dunner is dan op andere plaatsen.

Vulkanen - vervolg

Vulkanen op de grens van twee oceanische platen
In het midden van de Atlantische Oceaan ligt een grens van twee oceanische platen die langzaam uit elkaar drijven. Door de spleet tussen de platen kan gesmolten gesteente (magma) uit de aarde omhoogkomen en is er dus sprake van vulkanische activiteit. Als het magma omhoogkomt, koelt deze af. Daardoor ontstaat op de grens van de twee platen een bergrug.

Vulkanen op de grens van een oceanische plaat en een continentale plaat
Als een oceanische plaat en een continentale plaat botsen, ontstaan er vulkanen. De oceanische plaat wordt onder de continentale plaat geduwd en neemt water en brokken steen mee naar beneden. Hoe verder naar beneden, hoe heter het wordt. En uiteindelijk smelt het gesteente. Het stijgt als magma op uit de aardmantel, breekt door de aardkorst heen en wordt een vulkaan. Soms ontstaat er een hele rij vulkanen die samen een eiland vormen.

Video: vulkaanuitbarsting

Waarom barst een vulkaan uit?

Orkaan

Als een tropische storm windkracht 12 bereikt, noem je de storm een orkaan. Orkanen ontstaan boven zee op plekken waar de watertemperatuur minstens 27 graden is. Het warme zeewater verdampt en stijgt in de warme lucht snel op. Als de lucht hoger in de atmosfeer weer afkoelt, daalt de lucht weer.

Er ontstaan luchtstromen die, mede door de draaiing van de aarde, met een razende snelheid ronddraaien. Het middelpunt van de draaiing noem je het oog van de orkaan.

Het orkaanseizoen begint ieder jaar in augustus en duurt tot ongeveer december. Orkanen worden soms ook cyclonen of tyfoons genoemd of in het Engels ‘hurricanes’.

Orkanen kunnen veel schade veroorzaken. Wegen en bruggen kunnen worden vernield alsof het luciferhoutjes zijn. Ook regent het ontzettend hard tijdens zo'n storm. Daardoor lopen straten onder of ze veranderen in gevaarlijke modderstromen. Orkanen komen vooral voor rondom de evenaar boven de grote oceanen. Er bestaan vijf soorten orkanen: klasse 1 tot en met klasse 5. De laatste klasse is de sterkste en gevaarlijkste orkaan.

In gebieden waar veel orkanen voorkomen, kan de overheid preventief maatregelen nemen.
Het ontwikkelen van plannen bij natuurgeweld zoals aardbevingen, orkanen en tornado's wordt ook wel het Hazard management genoemd.

  1. Ontwikkelen van een waarschuwingssysteem: een orkaan laat zich goed voorspellen, een tornado is lastiger.
  2. Bouwen van stevige huizen: in een stevig hout van steen heb je meer kans om te overleven. Maar bij een stevige orkaan of tornado helpt ook een stenen huis niet.
  3. Rampenplannen maken: van tevoren goed nadenken wat er moet gebeuren als het gebied wordt getroffen door een ramp.

Risicoperceptie
Onder risicoperceptie wordt verstaan de beleving van het risico bij een ramp. Uit onderzoek blijkt dat mensen het risico op een ramp vaak te laag inschatten. Een veel voorkomende gedachte is 'mij overkomt dit niet, zoiets overkomt altijd een ander'.

Video: Orkaan

Hoe ontstaat een orkaan?

Tornado

Een wervelwind met zeer grote windsnelheden en een diameter van tientallen meters tot een kilometer, noem je een tornado. Een tornado is pas echt een tornado als de bovenste helft onder een flinke onweersbui hangt en het onderste gedeelte contact maakt met de grond.

Verschillen tornado en orkaan
Tornado's ontstaan, in tegenstelling tot orkanen, op het land en zijn moeilijk te voorspellen. Een satelliet kan een flinke onweersbui zien, maar kan geen tornado's waarnemen.

Een waarschuwingssysteem voor tornado's is daarom lastig. Een waarschuwing voor een aankomende orkaan kan al wel enkele dagen voordat de orkaan aan land komt, uitgegeven worden.

Een tornado duurt ongeveer 15 tot 20 minuten. Een orkaan kan enkele dagen actief zijn.

Overstroming

Als er grote hoeveelheden water uit een zee of rivier op het land komen, spreek je van een overstroming. Een ernstige overstroming wordt ook wel een watersnoodramp genoemd.

In Nederland worden overstromingen vooral veroorzaakt door de Noordzee, die door storm wordt opgestuwd, waardoor dijken kunnen doorbreken. In 1953 leidde noodweer en een springvloed tot de Watersnoodramp in Zeeland.
Maar ook de dijken langs rivieren zijn regelmatig doorgebroken. Extreme regenval of veel smeltwater uit de Alpen kunnen leiden tot wateroverlast langs de grote rivieren.

Een andere oorzaak van een overstroming kan een zeebeving zijn. Als een zeebeving in een korte tijd een grote hoeveelheid water verplaatst, kan er er een tsunami ontstaan. Zo'n vloedgolf uit de zee overspoelt vaak zeer onverwacht de kuststrook en kan enorme schade veroorzaken.

Droogte

Als er gedurende een langere periode geen neerslag valt, spreek je van droogte. In Nederland is er zelden sprake van langdurige droogte. Bij zonnig weer met wind en hoge temperaturen kan er wel veel vocht verdampen, waardoor er een watertekort ontstaat, maar door kunstmatige beregening is het watertekort doorgaans goed aan te vullen.

In landen die zuidelijker liggen, is er vaker sprake van droogte, met soms grote gevolgen. Watertekorten kunnen de voedselgewassen en het vee ernstige schade toebrengen en het voortbestaan van boerenbedrijven bedreigen. Als gevolg van de droogte kan de bovengrond verdrogen en vergruizen. De vegetatie kan kurkdroog worden waardoor de kans op stofvorming en natuurbranden groot is. In ontwikkelingslanden kan droogte tot grote hongersnoden leiden.

  • Het arrangement Natuurverschijnselen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2020-10-01 09:28:06
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Systeem aarde; Endogene processen; Aardrijkskunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    kennisbank

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Kennisbanken. (2016).

    Natuurverschijnselen

    https://maken.wikiwijs.nl/87250/Natuurverschijnselen