Geschiedenis Tijdvak 10 05

Wederopbouw

Wederopbouw

De Tweede Wereldoorlog had ook in Nederland veel schade veroorzaakt. De wederopbouw vormde een belangrijke uitdaging.

Er werd op vele manieren samengewerkt om het land weer op te bouwen. En dat gebeurde met veel succes. Het gevolg was een periode met meer economische voorspoed.

Kenmerkend voor Nederland in de tweede helft van de 20ste eeuw zijn:

  • de ontzuiling,
  • de roep om meer inspraak,
  • de opbouw van de verzorgingsstaat,
  • het ontstaan van de consumptiemaatschappij.

Ontzuiling

Ontkerkelijking - Ontzuiling

Nederland van voor de oorlog was sterk verzuild.
Mensen gingen vooral om met mensen van de eigen groep. Katholieken gingen om met katholieken, protestanten met protestanten, socialisten met socialisten, enzovoorts.

Iedere groep had zijn eigen verenigingen, zijn eigen politieke partij, zijn eigen scholen en zijn eigen radio-omroep.

Kort na de oorlog was dat nog niet echt veranderd.
Maar vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw gingen steeds minder mensen naar de kerk. En lieten vooral jongeren zich niet langer 'opsluiten' binnen hun eigen zuil.

Ook de televisie droeg bij aan de ontzuiling.
Door televisieprogramma's maakten mensen kennis met wat er in andere zuilen leefde.

Meer inspraak

De toename van de welvaart zorgde ervoor dat burgers meer inspraak wilden. Het gezag van de 'oude' gezagsdragers werd niet langer zomaar geaccepteerd.

Vanaf de jaren zestig probeerden jongeren de gezagsverhoudingen te veranderen. Op universiteiten bijvoorbeeld gingen studenten meepraten en gaven hun mening.

Er werden nieuwe partijen opgericht die meer democratie wilden. Een voorbeeld van zo'n partij is D66.

Er ontstonden ook allerlei protestbewegingen.
Een voorbeeld was Dolle Mina: een groepering die opkwam voor gelijke rechten voor vrouwen.

Mondige burgers geloofden de overheid niet altijd.
Dat was bijvoorbeeld het geval met kernenergie. Veel mensen vonden de gevaren van kernenergie onaanvaardbaar groot.
Er werd fel tegen het gebruik van deze energiebron geprotesteerd.

Verzorgingsstaat

Verzorgingsstaat

Na de Tweede Wereldoorlog lag de herinnering aan de crisis van 1929 nog vers in het geheugen. De ellende van die jaren mocht niet meer terugkeren.

De jaren van de wederopbouw werden daarom ook de jaren van de opbouw van de verzorgingsstaat.

Er kwamen wetten die alle mensen in Nederland verzekerden van een redelijk inkomen. Ook in geval van ouderdom of ziekte kregen mensen een uitkering.

De bekendste wet is de AOW (Algemene ouderdomswet) uit 1957: het ouderdomspensioen voor alle Nederlanders. De politicus Willem Drees nam het initiatief voor deze wet.

Alle regels en wetten bij elkaar die het welzijn van mensen regelen, noemen we ook wel sociale zekerheid.

Welvaartsstaat

Welvaartsstaat

De economische groei in de jaren na de oorlog had grote gevolgen voor de consumptie.

Door de snel stijgende lonen kregen mensen meer te besteden.
Er werd geld uitgegeven aan allerlei consumptiegoederen.
Denk aan: auto’s, televisies, radio’s en keukenapparatuur.
En er werd ook steeds meer geld uitgegeven aan vrije tijd.
Denk aan sport, recreatie en vakantie.

De maatschappij veranderde in een consumptiemaatschappij of welvaartsstaat.

De ontwikkeling van de computer verloopt na de oorlog stormachtig. De computers in de jaren 50 en 60 waren groot, zwaar en duur. Ze waren alleen in bezit van bedrijven en overheden.
Eind jaren 70 werden de eerste thuiscomputers gebruikt.
En nu zijn de computers niet meer uit ons leven weg te denken.

Energiebehoefte - Aandacht voor milieu

Fietsen op de snelweg op
een autoloze zondag

Door de economische groei was er grote behoefte aan energie en grondstoffen.

In Nederland is koken op gas heel gewoon. Niet zo gek als je bedenkt dat in Groningen in 1959 een grote gasvoorraad werd ontdekt. Het gasveld wordt wel de 'kurk' genoemd waarop de Nederlandse welvaart drijft: voor de Nederlandse overheid is het gas een zeer belangrijke inkomstenbron.

Hoe sterk de Nederlandse consumptiemaatschappij afhankelijk was geworden van energie bleek in 1973. In dat jaar zorgden Arabische olieproducerende landen voor een wereldwijd olietekort. Het gevolg was dat benzine op de bon ging. En om benzine te besparen werden enkele autoloze zondagen ingesteld.

Door de oliecrisis en door de toename van de milieuvervuiling werd er meer onderzoek gedaan naar alternatieve energiebronnen. Denk aan zonne-energie en windenergie.

  • Het arrangement Geschiedenis Tijdvak 10 05 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2019-08-19 14:12:53
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
    Leerinhoud en doelen
    Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld