De economische groei in de jaren na de oorlog had grote gevolgen voor de consumptie.
Door de snel stijgende lonen kregen mensen meer te besteden.
Er werd geld uitgegeven aan allerlei consumptiegoederen.
Denk aan: auto’s, televisies, radio’s en keukenapparatuur.
En er werd ook steeds meer geld uitgegeven aan vrije tijd.
Denk aan sport, recreatie en vakantie.
De maatschappij veranderde in een consumptiemaatschappij of welvaartsstaat.
De ontwikkeling van de computer verloopt na de oorlog stormachtig. De computers in de jaren 50 en 60 waren groot, zwaar en duur. Ze waren alleen in bezit van bedrijven en overheden.
Eind jaren 70 werden de eerste thuiscomputers gebruikt.
En nu zijn de computers niet meer uit ons leven weg te denken.