Inleiding - Reformatie en splitsing christelijke kerk
De katholieke kerk had gedurende de middeleeuwen een dominante positie in de maatschappij. De kerk had echter ook te maken met kritiek. De leider van de christelijke kerk in Byzantium bijvoorbeeld, wilde niets met de paus in Rome te maken hebben.
In West-Europa waren er gelovigen die op zoek waren naar zuiverheid in het geloof. Soms werden deze groepen door de Kerk in de ban gedaan of vervolgd als ketters.
Toen Maarten Luther misstanden in de kerk aan de kaak stelde, groeide hij uit tot een machtig tegenstander. Met Calvijn en andere hervormers deed hij de katholieke kerk op haar fundamenten schudden.
Reformatie
De onvrede over de rooms-katholieke kerk was in de 16e eeuw groot. De katholieke kerk was heel machtig. Mensen mochten niet meedenken. De kerk was de baas en had altijd gelijk.
Andersdenkenden ('ketters') werden door de kerkelijke rechtbank met geweld gestraft.
De behoefte aan een nieuwe kerk was zo groot dat er een hervormingsbeweging opkwam.Luther en Calvijn waren de belangrijkste leiders van deze beweging: de reformatie.
Gevolgen van de Reformatie waren: veranderingen in de katholieke kerk en opkomst van het protestantisme.
Hervormers - Maarten Luther (1483-1546)
Maarten Luther was een rooms-katholieke monnik.
Hij wilde de katholieke kerk hervormen.
De kerk mocht volgens Luther niet tussen de mens en God in staan.
Hij wilde een eenvoudige kerk die geen misbruik maakte van haar macht en zich inzette voor de gelovigen.
In 1517 schreef hij 95 stellingen. Daarin beschreef hij zijn kritiek op de katholieke kerk.
Er werden lutherse kerken opgericht. Veel dingen uit de katholieke kerk ontbraken daar.
Bijvoorbeeld de biecht en de heilige mis ter vergeving van de zonden. Heiligen werden er niet vereerd.
Het lukte Luther niet om de bestaande kerk te hervormen. De katholieke kerk wilde Luther straffen. De keurvorst van Saksen beschermde hem.
Luther zei: "Alleen door het lezen van de Bijbel is het mogelijk om God te leren kennen".
In 1521 vertaalde hij de Bijbel van het Latijn in het Duits.
Gewone burgers konden de Bijbel nu ook lezen en God leren kennen.
Video: Maarten Luther
95 stellingen: Maarten Luther heeft kritiek op de kerk
Hervormers - Johannes Calvijn (1509-1564)
Johannes Calvijn was een Frans-Zwitserse theoloog (godgeleerde).
Net zoals Luther vond hij dat niet de kerk, maar God de zonden van mensen moest vergeven.
Hij geloofde in de uitverkiezing of predestinatie. Dat betekent dat het lot van elk mens al vastligt bij de geboorte. Om God te eren moesten mensen hard werken en eenvoudig leven.
Ook Calvijn wilde de katholieke kerk veranderen. Hij was nog fanatieker dan Luther. Hij vond dat het geloof boven de staat (het bestuur van het land) moest staan.
Gevolgen van de reformatie
De katholieke kerk probeerde Luther en Calvijn te straffen voor hun ideeën. Dat lukte niet.
Ze kregen juist erg veel volgelingen. Die noemen we protestanten. Door de boekdrukkunst konden de protestantse ideeën zich heel snel over Europa verspreiden.
Het nieuwe geloof ging een belangrijke rol spelen bij politieke conflicten tussen staten. Leiders met bepaalde politieke ideeën kozen voor het protestantse of het katholieke geloof.
Bij de opstand van de Nederlandse provincies tegen Filips II gebruikten Nederlandse edelen hun protestantse geloof om te laten zien dat ze tegen de katholieke Filips II waren.
Door die opstand werden de Nederlanden onafhankelijk van Spanje en gingen verder als zelfstandig land.
Contra-reformatie
De reformatie had grote gevolgen voor de rooms-katholieke kerk. De kerk verloor veel gelovigen. Haar macht en aanzien waren veel minder geworden.
Toch had de reformatie ook positieve gevolgen. Er begon een contra-reformatie: de leiders van de katholieke kerk reageerden op de kritiek. Ze hielden kerkvergaderingen genaamd het Concilie van Trente (1545-1563).
Ze vonden de kerk schuldig aan de misstanden en beëindigden:
- de kettervervolgingen
- het machtsmisbruik van priesters
- de aflatenhandel
Verschillen tussen de katholieke en protestantse kerk
Misstanden in de katholieke kerk
In de 15e eeuw was Italië een erg rijk land. De pausen in dit tijdperk voelden zich naast kerkleider ook vorst van de pauselijke staat. Zij hadden een dure levensstijl. Ze lieten grote kerken bouwen, zoals de Sint-Pietersbasiliek in Rome. Ook verzamelden ze kostbare kunstvoorwerpen.
Geld voor deze dure levensstijl kwam gedeeltelijk uit de handel in aflaten. Door een 'aflaat' te kopen werden je fouten (zonden) vergeven en kon je na de dood toch in de hemel komen.
Wie kritiek had op de kerk werd met geweld gestraft door de inquisitie. Dat was een kerkelijke rechtbank die ketterij kon vaststellen.
Het geweld dat de inquisitie gebruikte liet zien dat de kerk bang was voor de kritiek van gelovigen. De paus was bang dat hij zijn macht zou verliezen.
Veel gelovigen vonden alle rijkdom van de kerk maar niets. Ze vonden dat de kerk haar belangrijkste taak niet goed deed: de gelovige in contact brengen met God.Veel gelovigen wilden een diepe en goede relatie met God. Een zuivere kerk was daarbij onmisbaar.
Mensen vonden dat de kerk zich niet met geld en rijkdom moest bezighouden. En ze wilden niet langer een kerk die niet tegen kritiek kon.