Misstanden in de katholieke kerk

In de 15e eeuw was Italiƫ een erg rijk land. De pausen in dit tijdperk voelden zich naast kerkleider ook vorst van de pauselijke staat. Zij hadden een dure levensstijl. Ze lieten grote kerken bouwen, zoals de Sint-Pietersbasiliek in Rome. Ook verzamelden ze kostbare kunstvoorwerpen.

Geld voor deze dure levensstijl kwam gedeeltelijk uit de handel in aflaten. Door een 'aflaat' te kopen werden je fouten (zonden) vergeven en kon je na de dood toch in de hemel komen.

Wie kritiek had op de kerk werd met geweld gestraft door de inquisitie. Dat was een kerkelijke rechtbank die ketterij kon vaststellen.

Het geweld dat de inquisitie gebruikte liet zien dat de kerk bang was voor de kritiek van gelovigen. De paus was bang dat hij zijn macht zou verliezen.

Veel gelovigen vonden alle rijkdom van de kerk maar niets. Ze vonden dat de kerk haar belangrijkste taak niet goed deed: de gelovige in contact brengen met God.Veel gelovigen wilden een diepe en goede relatie met God. Een zuivere kerk was daarbij onmisbaar.

Mensen vonden dat de kerk zich niet met geld en rijkdom moest bezighouden. En ze wilden niet langer een kerk die niet tegen kritiek kon.