Inleiding - Romeinen, Kelten en Germanen
In de tijd van de Romeinen woonden in West- en Noord-Europa Keltische en Germaanse stammen.
De Germaanse stammen hadden elk een eigen taal, godsdienst en cultuur.
De Keltische stammen werden door de Romeinen Galliërs genoemd. De stammen waren heel verschillend, maar ze hadden wel dezelfde taal.
De Romeinen waren gericht op internationale handel en steden. Germanen en Kelten hielden zich bezig met landbouw en met handel dicht bij huis. Sommige stammen werden bondgenoten van de Romeinse overheersers. Andere waren vijanden.
De Germaanse cultuur
De grenzen van het Romeinse Rijk werden voortdurend bedreigd.
In tijden dat de Romeinen een sterk leger hadden werd handel gedreven met de Germaanse volken aan de grenzen.
Zodra de militaire kracht van de Romeinen afnam probeerden Germaanse stammen daarvan te profiteren.
Ze staken de grenzen over en vestigden zich in het Romeinse Rijk.
Botsing met de Germanen
Rond 100 v. Chr. maakten de Romeinen voor het eerst kennis met de Germanen.
De Romeinen en Germanen vochten regelmatig met elkaar. De eerste veldslagen vonden plaats langs de grenzen van het toenmalige Romeinse grondgebied in Noord-Italië en Zuid-Frankrijk.
In het jaar 9 na Chr. verloren de Romeinen van de Germanen.
Ze verloren de 'slag in het Teutoburgerwoud'.
De rivieren de Rijn en de Donau vormden vanaf toen de grens tussen het Romeinse Rijk en het Germaanse grondgebied.
Limes
De Romeinen beveiligden de grens van het rijk door zogeheten limes aan te leggen.
De limes was een strook land langs de grens. Op gunstige plaatsen werden verdedigingstorens en legerkampen gebouwd. Tussen de legerkampen legde men wegen aan voor de soldaten en voor handelaren. Langs de grens ontstonden steden.
De grens was niet helemaal gesloten. De Romeinse en Germaanse manier van leven (cultuur) kon met elkaar in aanraking komen. De Germanen namen veel onderdelen van de Romeinse cultuur over. Dat heet 'romanisering'.
Sommige Germaanse stammen zoals de Bataven en de Cananefaten werden bondgenoten van de Romeinen. Deze bevriende stammen woonden aan de grens. Ze hielpen mee om het Romeinse Rijk te verdedigen tegen indringers.
Lees meer over limes op de volgende pagina.
Limes - 2
De vriendschap van de Romeinen met de Cananefaten en Bataven duurde niet lang. De Romeinen misbruikten hun macht. Alle mannen moesten verplicht soldaat worden en er werden hoge belastingen opgelegd.
In 69 na Chr. kwamen de Cananefaten en Bataven in opstand tegen de Romeinen.
Dit wordt de Bataafse opstand genoemd.
De militaire nederzettingen langs de Rijn werden vernietigd. Keizer Vespasianus beëindigde de opstand door het sturen van een grote Romeinse legermacht.
Video: Romeinen in ons land
Romeinen in ons land (15 minuten)
Volksverhuizingen
De grenzen van het Romeinse Rijk in het noorden en oosten werden steeds bedreigd door Germaanse en Keltische stammen. Het met geweld binnendringen van deze vijandige volken in het Romeinse Rijk noemen we de volksverhuizingen.
Er waren ook stammen die van de Romeinen toestemming kregen om binnen het Romeinse Rijk te wonen.
Die stammen moesten dan trouw aan Rome zweren. Ze moesten belasting betalen en soldaten leveren aan het leger.
In tijden van Romeinse zwakte mochten de Germanen op hun grondgebied binnen het Romeinse rijk steeds meer zelf beslissen.
Volksverhuizingen - 2
De Hunnen waren een sterk volk uit Rusland. In de 3e eeuw vielen ze vanuit het Oosten het Romeinse Rijk aan.
De Germaanse stammen in het Romeinse Rijk sloegen op de vlucht en verspreidden zich over heel Europa.
De Romeinen wilden zich beter kunnen verdedigen. Ze bedachten een oplossing. In 395 splitsten ze het Romeinse rijk in een oostelijk en een westelijk deel.
In 476 viel het zwakke West-Romeinse Rijk uit elkaar. Het werd ingenomen door de Germanen.
Het Oost-Romeinse, Byzantijnse Rijk, was sterker en bleef bestaan tot 1453. Toen werd de hoofdstad Constantinopel ingenomen door de Turken of Ottomanen.
In het Westen leefden de Germaanse volken met de taal en gewoonten die ze van de Romeinen hadden overgenomen. Ze hingen het christelijke geloof aan.