Inleiding - Romeinen, Kelten en Germanen

In de tijd van de Romeinen woonden in West- en Noord-Europa Keltische en Germaanse stammen.

De Germaanse stammen hadden elk een eigen taal, godsdienst en cultuur.

De Keltische stammen werden door de Romeinen Galliƫrs genoemd. De stammen waren heel verschillend, maar ze hadden wel dezelfde taal.

De Romeinen waren gericht op internationale handel en steden. Germanen en Kelten hielden zich bezig met landbouw en met handel dicht bij huis. Sommige stammen werden bondgenoten van de Romeinse overheersers. Andere waren vijanden.