De Romeinen beveiligden de grens van het rijk door zogeheten limes aan te leggen.
De limes was een strook land langs de grens. Op gunstige plaatsen werden verdedigingstorens en legerkampen gebouwd. Tussen de legerkampen legde men wegen aan voor de soldaten en voor handelaren. Langs de grens ontstonden steden.
De grens was niet helemaal gesloten. De Romeinse en Germaanse manier van leven (cultuur) kon met elkaar in aanraking komen. De Germanen namen veel onderdelen van de Romeinse cultuur over. Dat heet 'romanisering'.
Sommige Germaanse stammen zoals de Bataven en de Cananefaten werden bondgenoten van de Romeinen. Deze bevriende stammen woonden aan de grens. Ze hielpen mee om het Romeinse Rijk te verdedigen tegen indringers.
Lees meer over limes op de volgende pagina.