Hoofdstuk 1
Dit is een nieuwe opdracht voor MeMa. Deze opdracht maak je niet in je schrift. Het is een opdracht die je samen kan doen.
- Jongeren en schulden filmpje
- Laat je niet verleiden volkom schulden
Je zult veel overleggen en samen moeten oplossen.
Hoelang mag je over de opdrachten doen?
Vanaf de start werk je vooral op school. Je moet zorgen voor voldoende materiaal. Uiteindelijk lever je na twee weken een werkstuk in waar je samen trots op bent.
Hoe pak je de opdrachten aan?
Nummer de opdrachten en geef antwoord in goede zinnen!
Ben jij voor een onderdeel verantwoordelijk, dan laat je telkens zien hoever je bent. Ook luister je naar opmerkingen van de ander. Pas je werk aan als dat nodig is. Krijg je geen kritiek dan kan er achteraf niet worden geklaagd over je kwaliteit van werken.
Gaat het werk niet volgens afspraak, dan meld je dat direct bij de docent

Opdracht 1
1.1 Maak een voorkant voor je werkstuk.
De titel is: Goed omgaan met geld…..best lastig!
Tips:
⇒Zorg voor een mooie voorkant. (knippen, plakken, tekenen, kleuren)
⇒Noteer de namen van de groep.
⇒Vergeet niet de klas erbij te schrijven.
Opdracht 2
Deze opdracht doe je samen.
2.1 Hoeveel zakgeld krijgen jullie gemiddeld?
Bereken het gemiddelde zakgeld per maand en laat die rekensom ook zien.
Tip: weekbedrag x 52 : 12 = maandbedrag
2.2 Wat is kleedgeld?
Heeft iemand van jullie in de klas al kleedgeld?
Wat zijn voordelen, wat zijn nadelen?
2.3 Sommige ouders betalen ook de smartphone van hun kinderen.
Is dat bij jullie ook zo?
Vertel in korte verhaaltjes hoe dat bij jullie is geregeld.
2.4 Hebben jullie al eens problemen gehad met je smartphone gebruik?
2.5.Noteer een aantal van de mogelijke problemen
Bedenk oplossingen?
Opdracht 3: Jouw geld.
Ga naar deze Link
Iedereen heeft met andere situaties te maken. Iedereen krijgt dus ook op een andere manier zakgeld. Misschien krijg je kleedgeld of heb je een bijbaantje. Inkomsten kun je dus moeilijk met elkaar vergelijken. Hoe is het gemiddelde van Nederland?
3.1 Schrijf de gevonden bedragen in een tabel. (zie voorbeeld hieronder)
Leeftijd |
Zakgeld |
Kleedgeld |
Bel geld |
12 jaar |
|
|
|
13 jaar |
|
|
|
14 jaar |
|
|
|
15 jaar |
|
|
|
3.2 Gebruik de gegevens uit de tabel (zakgeld) en maak er een grafiek van.
Tip: Op de x-as zetten we de leeftijden. Op de y-as de geldbedragen.

Opdracht 4
Ga eerst na het artiekel bijbaantjes
4.1 Noteer een aantal bijbaantjes voor jongeren van jullie leeftijd?
4.2 Geef een aantal regels waaraan je je moet houden als 13- 14 jarige.
4.3 Wat is het wettelijk minimumloon (per uur) voor een 13- 14 jarige?
4.4 Wat wordt er bedoeld met “zwart” werken? Geef een voordeel, maar noem ook een groot nadeel.
4.5 Er zijn dus verschillende inkomsten. Vergelijk jouw inkomsten met het gemiddelde in Nederland. (zie opdracht 3.1)

Opdracht 5
Uitgaven.
scholieren geld uitgeven
5.1
Waaraan geef jij het meeste geld uit?
Maak allebei een Top-5 waar je het meeste geld aan uitgeeft. Kom daarna bij elkaar en overleg.
Maak nu een tabel van jullie Top- 5.
Top 5 uitgaven van…….. |
1. |
2. |
3. |
4. |
5. |
Opdracht 6
6.1
Maak een collage over jullie Top-5 tabel.
Als je niet weet wat een collage is…vraag het dan aan je docent. De collage laat zien wat in de tabel van vraag 4 is genoteerd.

Opdracht 7
Maak een begroting.
We hebben het al gehad over jullie inkomsten. Natuurlijk geven jullie ook geld uit. Geld uitgeven betekent dat je keuzes moet maken. (prioriteiten stellen) Om dat te kunnen heb je overzicht nodig. Wat krijg ik aan geld binnen en wat geef ik uit?
7.1 Maak een eigen begroting (overzicht) waarbij je jezelf kunt vergelijken met een leeftijdsgenoot.
Maak gebruik van: deze website
Print je gegevens uit en doe deze bij het werkstuk.

Het is verstandig om te leren omgaan met geld. Er zijn belangrijke regels:
- Weet wat je hebt.
- Op = Op.
- Blijf reclame de baas.
- Vergelijk.
Het is goed om te begrijpen dat je geld maar 1 x kunt uitgeven. Maak goede beslissingen over wat je wel en niet nodig hebt. Impulsaankopen kunnen dure aankopen zijn.
Opdracht 8
:8.1 Wat zijn drie belangrijke regels om goed om te gaan met geld?
8.2 Leg uit wat impulsaankopen zijn?
8.3 Hoe vaak heb je het idee dat je iets wilt hebben, maar later valt het eigenlijk tegen?
8.4 Geef een voorbeeld van een “miskoop” Leg ook uit waarom het een miskoop was.

Opdracht 9
Vergelijken van prijzen
Vergelijken van prijzen is slim. Dat gaan jullie ook een keer doen. Vergelijk prijzen van boodschappen bij twee verschillende supermarkten. We kiezen steeds het goedkoopste product. (geen A-merken).
9.1 Je zult dus even de winkel in moeten en de prijzen opschrijven die worden gevraagd. Noteer de prijzen in een tabel
Artikel |
Supermarkt 1 |
Supermarkt 2 |
1.Cola 1,5 liter |
|
|
2.Paprika chips 300 gram |
|
|
3.Halve volle melk 1 liter |
|
|
4.Één bruin brood |
|
|
Totaal |
€ |
€ |
9.2 Welke supermarkt is de goedkoopste? Leg ook uit waarom jij denkt dat dat zo is.

Opdracht 10
Consumenten worden overgehaald om allerlei producten te kopen. Ze hebben ze niet altijd nodig, maar toch… Reclamemakers geven je het gevoel dat je een product echt nodig hebt. Kortom reclamemakers “verleiden”. Jongeren zijn een belangrijke doelgroep. Ze zijn makkelijk te beïnvloeden en hebben veel geld.
Kijk maar eens hoe ze dat doen.
Bekijk het Filmpje en ook dit Filmpje.
10.1 Je wordt dus verleid door mooie vrouwen of mooie mannen. Op welke manieren verleiden reclamemakers ook? Geef daarvan twee andere voorbeelden.
10.2 Plak reclames op een A-4. Zet erbij op welke manier je verleid wordt om het product te kopen. Schrijf er ook onder voor wie de reclame bedoeld is. (We noemen dat de doelgroep)
10.3 Ga zelf een reclame bedenken. Je bedenkt een product. Geef dat product ook een naam. Maak een paginagrote advertentie die zorgt voor voldoende aandacht.

Hoofdstuk 2
Opdracht 11
Kopen via internet
Games, boeken, kleding: we kopen steeds meer op internet. Het kan anywhere, anytime. Wat wil je nog meer? Waar moet je op letten?
- Prijzen vergelijken.
- Bijkomende kosten.
- Hoe kun je ruilen?
- Is de winkel betrouwbaar?
- Kan ik veilig betalen?
11.1 Bij welk bedrijf kopen jullie regelmatig online?
11.2 Vertel hoe dit bedrijf omgaat met bijkomende kosten en ruilen.
11.3 Op welke digitale manier betalen jullie een bestelling? Leg uit waarom jullie dat zo doen.
Karin wil een smartphone kopen. Via internet ziet ze een hele mooie. “Mag het Mam?” “Maar je hebt toch nog een goede. Waarom dan toch een andere?” “En heb je wel goed gekeken of er geen goedkopere te vinden is?” Karin zucht: “Moeders maken van iets kopen iets heel ingewikkelds.”
Ga na deze website.
11.4 Als jullie iets nieuws kopen willen jullie informatie over prijs en kwaliteit.. Hoe komen jullie aan deze informatie? Geef een paar mogelijkheden..