Opdracht 7

Maak een begroting.

We hebben het al gehad over jullie inkomsten. Natuurlijk geven jullie ook geld uit. Geld uitgeven betekent dat je keuzes moet maken. (prioriteiten stellen)  Om dat te kunnen heb je overzicht nodig. Wat krijg ik aan geld binnen en wat geef ik uit?

 

 

7.1  Maak een eigen begroting (overzicht) waarbij je jezelf kunt vergelijken met een leeftijdsgenoot.

Maak gebruik van: deze website

Print je gegevens uit en doe deze bij het werkstuk.

Het is verstandig om te leren omgaan met geld. Er zijn belangrijke regels:

  1. Weet wat je hebt.
  2. Op = Op.
  3. Blijf reclame de baas.
  4. Vergelijk.

Het is goed om te begrijpen dat je geld maar 1 x kunt uitgeven. Maak goede beslissingen over wat je wel en niet nodig hebt. Impulsaankopen kunnen dure aankopen zijn.