Inleiding - Levenswijze van jagers-verzamelaars
De prehistorie betekent letterlijk: 'vóór de geschiedenis'.
De prehistorie duurde heel erg lang: ongeveer 2,5 miljoen jaar.
In de prehistorie bestond het schrift nog niet. Mensen hebben dus geen geschreven bronnen nagelaten. Daarom is het lastig om de geschiedenis van de eerste mensen te beschrijven.
Archeologen onderzoeken overblijfselen van het leven van mensen uit alle tijden. Dus ook uit de prehistorie.
De overblijfselen zijn dingen die je kunt zien of aanraken. Ze zijn bewaard gebleven in de grond of in de zee. Bijvoorbeeld skeletten en gebruiksvoorwerpen.
Archeologen bedenken op die manier hoe de prehistorie eruit moet hebben gezien.
De prehistorie eindigde toen het schrift werd uitgevonden. Dat gebeurde niet overal op hetzelfde moment. In sommige gebieden eindigde de prehistorie eerder dan in andere gebieden.
Verspreiding eerste mensen
De eerste mensen leefden in Afrika. Vanuit Afrika trokken enkele mensensoorten naar andere delen van de wereld.
De 'homo sapiens' had het meeste succes. Deze 'moderne mens' bleef als enige mensensoort overal ter wereld over.
De eerste mensen
Jagers en verzamelaars
De eerste mensen leefden van de jacht en van eetbare dingen die ze onderweg vonden. Daarom noemen we deze mensen jagers-verzamelaars.
Deze volken leefden nooit lang op één plek. De jagers reisden achter de dieren aan, want die trokken telkens verder op zoek naar voedsel.
Voor deze nomadische levenswijze hadden ze verplaatsbare hutten, gereedschap en wapens nodig. Die maakten zij van dierenhuiden, vuursteen, beenderen en hout.
Gereedschap en vuur
De eerste mensachtigen leefden waarschijnlijk 4 tot 6 miljoen jaar geleden in Oost-Afrika. Er leefden meerdere mensensoorten naast elkaar. Hoe ze precies leefden weten we niet.
Ongeveer 2,4 miljoen jaar geleden gingen mensen eenvoudig stenen gereedschap gebruiken.
Een half miljoen jaar geleden kon de mensensoort homo erectus waarschijnlijk zelf vuur maken. Door het vuur konden zij ook in de koudere gebieden van Europa en Azië gaan wonen.
Vuur maakte veel dingen makkelijker. Rauw vlees werd door koken of braden veel beter verteerbaar. Met vuur kon men gevaarlijke dieren wegjagen.
Voedsel
De mensen in de prehistorie waren de hele dag op zoek naar voedsel. Ze jaagden op mammoeten en rendieren voor vlees en huiden. Ze vingen vis en verzamelden eetbare planten en vruchten.
De rendierjagers jaagden met pijlen en speren.
De samenwerking tussen de jagers was heel belangrijk.
Ze omsingelden een mammoet of rendier. Ze jaagden het ook wel op tot het van een rotswand viel. Of totdat het vast bleef zitten in een moeras. Daarna werd het dier aangevallen en gedood.
Aan het eind van de ijstijd (14.000 v Chr) was West-Europa een uitgestrekte toendra.
Door het toendraklimaat was de bodem zes maanden per jaar bevroren. Daardoor groeiden er geen bomen, maar alleen grassen, mossen en lage struiken.
In de zomer ontdooide alleen de bovenste laag van de toendra. De bodem was daardoor moerassig. Er trokken grote kuddes rendieren rond.
Video: De mammoet
De mammoet: koning van de ijstijd
Rendierjagers
In Nederland en het gebied van de huidige Noordzee (de lage landen) leefden aan het einde van de ijstijd de rendierjagers. Op de toendra leefden grote kuddes rendieren. Rendierjagers volgden de kuddes en jaagden in kleine groepen. Deze mensen waren altijd onderweg. Daarom leefden ze in tenten van rendierhuiden.
Vanaf 8000 jaar geleden werd het warmer. Het gebied dat we nu Nederland noemen raakte bedekt met bossen. Door het smeltende ijs ontstond de Noordzee.
Rendieren trokken weg. De eland, het everzwijn, beren en herten bevolkten ons land.
Men jaagde ook op deze dieren, met lichte wapens gemaakt van hout en been. Mensen leefden in basiskampen die bestonden uit enkele ronde hutten. Voor de jacht waren mannen vaak meerdere dagen van huis.
Grotschilderingen
De jagers en verzamelaars woonden in tenten of in grotten. Ze hadden weinig bezittingen.
In grotten zijn vaak grotschilderingen gevonden.
Deze schilderingen hebben vaak te maken met de jacht. Men schilderde meestal dieren, soms mensen. Men wilde er waarschijnlijk de goden gunstig mee stemmen.
De mensen sneden ook wel kleine beeldjes uit bot of ivoor. Die moesten geluk brengen bij de jacht.
Video: Mensen in de steentijd
Jagers en verzamelaars: mensen in de steentijd