Thema: Bevolking en ruimte 2 - vmbo12

Thema: Bevolking en ruimte 2 - vmbo12

Thema Bevolking en ruimte 2

Inleiding

Er zijn twee thema's Bevolking en ruimte.

In het eerste thema gaat het vooral over de bevolking: bevolkingsopbouw en bevolkingsgroei, emigratie en immigratie en spreiding van de bevolking.

In dit tweede thema gaat het vooral over ruimte: de ruimte die we gebruiken om te wonen.

  • Urbanisatie
    Door industrialisatie en mechanisatie trekken veel mensen naar de stad om daar te gaan wonen en werken. Er ontstaan grote woongebieden rond de steden. Dit brengt ook gevolgen mee voor het verkeer, criminaliteit en huisvesting.
  • Wonen in de stad

    In en rond een stad vind je verschillende soorten woongebieden. Elk woongebied heeft weer verschillende typen woningen.
    De tegengestelde beweging van urbanisatie noem je suburbanisatie.
    Dat mensen na lange tijd weer vertrekken uit de stad heeft verschillende oorzaken.

  • Multicultureel
    Je maakt kennis met een multiculturele wijk, het Willemskwartier in Nijmegen.
    Een plek waar mensen van verschillende culturen samen werken en leven, ze zijn daar geïntegreerd.
    Er zijn ook bevolkingsgroepen die juist niet tussen andere bevolkingsgroepen gaan wonen.
    Ze zoeken groepen op met vergelijkbare afkomst, opleiding en inkomen en gaan bij elkaar wonen.
    Dat noem je segregatie.

Introductie - opdracht

  • Woon jij in een leuk huis?
  • Staat het huis in een leuke buurt?
  • Zijn er in jouw buurt voorzieningen zoals winkels of een buurtcentrum?
  • Staat jouw school in de buurt of moet je ver fietsen?
  • Woon je ver van de stad?


Maak een klein verslagje waarin je het antwoord op deze vragen verwerkt.
Natuurlijk mag je ook wat meer vertellen over je huis of buurt.

Lees daarna het verslag van een klasgenoot. Wonen jullie in dezelfde buurt?
Bespreek samen de verschillen over de buurt.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van het thema kan ik:

  Opdracht
de begrippen urbanisatie en sub-urbanisatie omschrijven.
  • Urbanisatie
een reden noemen waarom er in Nederland nog steeds sprake is van verstedelijking.
  • Urbanisatie
verschillende soorten Nederlandse woningtypen noemen (historisch, nieuwe steden, vinex) en de opbouw vergelijken.
  • Wonen in de stad
de begrippen groeikernen, slaapsteden, agglomeraties en vinexwijken herkennen.
  • Wonen in de stad

de verschillen in bevolkingssamenstelling tussen wijken omschrijven.

  • Multicultureel
omschrijven wat wordt bedoeld met integratie en segregatie.
  • Multicultureel

Wat ga ik doen?

Het thema 'Bevolking en ruimte 2' bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdeel Tijd in lesuren Eindproduct
Inleiding 0,5 Verslagje buurt
Opdracht: Urbanisatie 1 à 1,5 Toets
Opdracht: Wonen in de stad 2 Eindproduct naar keuze
Opdracht: Multicultureel 2 à 3 Straatgidsje
Afsluiting 1 Affiche
Totaal 8  


De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van het eindproduct.

Opdrachten

Urbanisatie

Urbanisatie

Intro

Na de Tweede Wereldoorlog verhuisden er steeds meer mensen van het platteland naar de steden.

In de landbouw gingen steeds meer boeren werken met landbouwmachines, dus was er te weinig werk.
De arbeiders trokken naar de steden.

Mede door de urbanisatie wonen er meer en meer mensen in miljoenensteden.
In ontwikkelingslanden is dat maar al te vaak een woning in een krottenwijk aan de rand van zo’n stad.

In deze opdracht bestudeer je verschillende redenen voor urbanisatie.

Bekijk de video van Schooltv over verstedelijking in Nederland.
Welke grote steden vallen onder het stedelijk gebied 'De Randstad'?

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • het begrip verstedelijking (urbanisatie) omschrijven.
  • een reden noemen waarom er tijdens de industriële revolutie verstedelijking plaatsvond.
  • twee redenen noemen waarom er in Nederland nog steeds sprake is van verstedelijking.
  • herkennen wat wordt bedoeld met segregatie.

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt omschrijven wat wordt bedoeld met verstedelijking en waarom verstedelijking nog steeds plaatsvindt.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leert in de Kennisbank over verstedelijking en industrialisatie. Je bekijkt een video en beantwoordt vragen.
Stap 2 Je leert wat een agglomeratie is en wat wereldsteden zijn. Je leest erover in de Kennisbank. In de oefening ga je op een wereldkaart de top 12 van wereldsteden aangeven en beantwoord je een vraag daarover.
Stap 3 Je leert welk soort problemen er in wereldsteden kunnen ontstaan, met name in krottenwijken. Je leest in de Kennisbank over segregatie en vult een tekst in.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippenlijst gaat over urbanisatie en segregatie.
Eindopdracht Je sluit de opdracht af met een toets.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 1 à 1,5 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Industrialisatie/mechanisatie/urbanisatie

In de tweede helft van de 20e eeuw vond in Nederland de industriële revolutie plaats.

Bestudeer in de Kennisbank Urbanisatie de pagina's

  • industrialisatie/mechanisatie/urbanisatie
  • suburbanisatie

Industrialisatie, mechanisatie en urbanisatie


Werken in de landbouw
Je kunt je de landbouw nu niet meer voorstellen zonder het gebruik van landbouwmachines.
Denk aan ‘landbouw’ en de meeste mensen noemen meteen: de tractor.
De eerste tractor kwam pas aan het eind van de 19e eeuw in Nederland.

Pas na de Tweede Wereldoorlog gebruikten boeren massaal al die nieuwe machines voor het zaaien, planten, poten, wieden en oogsten.
Tot die tijd kregen de boeren hulp van landarbeiders, boerenknechten en trekdieren.

Bekijk de video van Schooltv.

 

Werken in fabrieken
De door mechanisatie overbodig geworden landarbeiders en boerenknechten vertrokken naar de steden.
Ze gingen daar werk zoeken in de fabrieken.
Tegelijkertijd met de mechanisatie van de landbouw werd in de fabrieken ook overgegaan naar machinaal werken.

Van het platteland naar de stad
Het zwaartepunt van het werk verschoof daarmee van het platteland naar de stad.
Er komt een trek naar de steden op gang.

Stap 2: Grote steden/agglomeraties

Amsterdam

De grootste stad van Nederland is Amsterdam met ruim 800.000 inwoners.
Het stedelijk gebied houdt niet op bij de gemeentegrenzen van Amsterdam.

Steden als Amstelveen, Hoofddorp, Uithoorn, Zaandam, Haarlem zijn min of meer aan Amsterdam vastgegroeid. Het is één stedelijk gebied geworden.
Zo'n stedelijk gebied noem je een agglomeratie.

De agglomeratie Amsterdam is met 1,1 miljoen inwoners nog een kleintje.
Er zijn in de wereld zo'n 30 agglomeraties met meer dan 10 miljoen inwoners.
Je spreekt ook wel van een metropool of megastad.

Bestudeer in de Kennisbank Urbanisatie de pagina 'Agglomeratie en wereldstad'.

Agglomeratie en wereldstad


In de volgende oefening ga je aan de hand van een overzicht een aantal wereldsteden in kaart brengen.

Gigasteden
Per dag trekken ongeveer 170.000 mensen van het platteland naar de stad.
Net zoveel mensen als een stad als Nijmegen inwoners heeft.
Die groei, de urbanisatie, zal in snel tempo doorzetten.
Veel megasteden zullen doorgroeien tot gigasteden.
Bijvoorbeeld in China. De verwachting is dat er in China vier gigasteden komen die samen meer inwoners hebben dan alle inwoners van de Verenigde Staten bij elkaar.

Stap 3: Problemen in grote steden

Krottenwijk

Alle grote, miljoenen- en megasteden hebben te maken met problemen.

Denk bijvoorbeeld aan het verkeer.
In en rond grote steden is het vaak filerijden.
Het gevolg: lawaai, fijnstof en luchtvervuiling.

Denk bijvoorbeeld ook aan criminaliteit.
In steden is er vaak meer criminaliteit dan op het platteland.

Of neem het vraagstuk van de huisvesting.
Megasteden kenmerken zich door wolkenkrabbers, maar ook door krottenwijken.
Een op de 7 à 8 mensen op de wereld woont in een krottenwijk.
Een krottenwijk bestaat uit kleine woningen, gemaakt van goedkoop bouw- of afvalmateriaal, karton of golfplaten.
De sanitaire voorzieningen (zoals een waterleiding en riolering) ontbreken veelal.
Een groot deel van de mensen heeft er geen werk of een slecht betaalde baan.
Als je in een krottenwijk geboren wordt, is de kans om eruit te komen niet zo groot.

De scheiding tussen de bevolkingsgroepen en tussen de wijken noem je segregatie.
De segregatie doorbreken is bijzonder moeilijk.

Bestudeer in de Kennisbank de pagina's over segregatie en re-urbanisatie.
Bekijk ook de video in de Kennisbank over verstedelijking.

Segregatie en re-urbanisatie

 

Maak de volgende sleepoefening over segregatie.

Afronding

Begrippen

Urbanisatie
De trek van het platteland naar stedelijk gebied.
Industrialisatie
De omschakeling van het produceren van goederen met de hand naar de productie met machines.
Mechanisatie
Wanneer machines het werk van arbeiders steeds meer overnemen.
Platteland
Gebieden met een lage bebouwingsdichtheid en veel open ruimte.
Agglomeratievorming
Een stad met daaraan vastgegroeide omliggende dorpen en steden.
Megastad
Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners.
Segregatie
Bevolkingsgroepen met vergelijkbare afkomst, opleiding en inkomen komen bij elkaar te wonen.
Stadsvernieuwing
Het proces van renovatie en/of nieuwbouw van stedelijke gebieden om de leefbaarheid van het gebied te verbeteren.

Eindopdracht: Toets

In deze stap maak je ter afsluiting van deze opdracht een toets.
De toets bestaat uit gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je aangeven waarom er nog steeds verstedelijking plaatsvindt?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 1 à 1,5 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je voldoende tijd om alles te bestuderen ende vragen te beantwoorden over de verschillende begrippen?

  • Eindopdracht
    Had je een goede score bij de toets? Dan heb je de inhoud van deze opdracht goed begrepen!

Wonen in de stad

Wonen in de stad

Intro

In en rond een stad vind je verschillende soorten woongebieden: slaapsteden, vinexwijken, centrum, woonerven.

Elk woongebied heeft weer verschillende typen woningen: herenhuizen, stadswoningen, portiek- en galerijflats, woonboten.

Deze opdracht gaat over verschillende typen woningen.

Op de afbeeldingen zie je een paar type woningen.
In welk woongebied komen deze huizen voor, denk je?

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • het begrip suburbanisatie omschrijven en twee redenen voor suburbanisatie noemen.
  • omschrijven wat wordt bedoeld met groeikernen en slaapsteden en het ontstaan van groeikernen en slaapsteden verklaren als gevolg van urbanisatie.
  • omschrijven wat wordt bedoeld met een vinexwijk en twee voorbeelden van vinexwijken noemen.
  • minimaal vijf verschillende soorten woningen noemen die je in een stad kunt tegenkomen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je onderscheidt de opbouw van de verschillende wijken (en woningtypen) in een Nederlandse stad.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leest hoe woningen in een (oud) stadscentrum gesitueerd zijn. Je kijkt er een video over en beantwoordt een vraag erover.
Stap 2 Je leest wat de kenmerken van een tuindorp zijn en waarom het vroeger betondorp werd genoemd. Je bekijkt een video, beantwoordt vragen en zoekt afbeeldingen.
Stap 3 Je leert wat portiekflats en galerijflats zijn en waar ze voorkomen. Je leest over het ontstaan en de voor- en tegens van wijken als de Bijlmer. Je bekijkt een video over de Bijlmer, beantwoordt vragen en zoekt afbeeldingen.
Stap 4 Je leest over het ontstaan van woonerven en het nut ervan. Je zoekt afbeeldingen.
Stap 5 Je leert wat suburbanisatie is, wat groeikernen. slaapsteden en vinexwijken zijn. Je zoekt afbeeldingen.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over urbanisatie, suburbanisatie en de verschillende woongebieden en woningtypen.
Eindopdracht Je maakt een eindopdracht naar keuze, waarbij je gebruikmaakt van de afbeeldingen die je verzameld hebt.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Afhankelijk van de keuze van het eindproduct.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Wonen in het centrum

Stadscentrum

Het centrum van veel Nederlandse steden is al heel oud.
Je vindt er nog gebouwen, bijvoorbeeld kerken, die uit de middeleeuwen stammen.

De stad werd vroeger meestal omringd door een stadswal en een gracht.
Zo kon de vijand op afstand worden gehouden.

Sporen van dit verleden tref je in oude steden nog aan.
Soms zijn delen van een stadsmuur of gracht nog te zien.
Soms vertellen straatnamen als Walstraat of Molenpoort iets over vroeger.

De woningen in het historisch centrum van een oude stad zijn vaak klein en staan dicht op elkaar.
Dit zie je terug in een stad als Utrecht.

Bekijk de video en beantwoord de vraag over de video.

 

Zoek ook twee afbeeldingen van woningen in het oude centrum van een stad.

Stap 2: Tuindorpen

Rond 1930 komt er meer aandacht voor woonomstandigheden.
Veel arbeiderswoningen in de grote steden verslechterden.
Daarom werden er tuindorpen gebouwd om deze woningen te vervangen.

Een tuindorp kenmerkt zich door lage eengezinswoningen.
De woningen hebben vaak een voor- en achtertuin.
In de omgeving is veel groen.
In de tuindorpen is niet veel te doen.
Je vindt er meestal geen kroegen of bioscopen.
Zo is geprobeerd om de wijk een fatsoenlijk en burgerlijk karakter te geven.

Een voorbeeld van een tuindorp is Watergraafsmeer in het oosten van Amsterdam.
Er werd voor het eerst veel beton gebruikt bij de bouw.
Daarom ging dit tuindorp in de volksmond ‘Betondorp’ heten.

Bekijk de video over Betondorp en beantwoord de vragen erover.

Zoek ook twee afbeeldingen van woningen in een tuindorp.
Print ze uit of sla ze op in een (Google-)document.
Bij de eindopdracht heb je ze nodig.

Stap 3: Portiekflats en galerijflats

Een portiekflat in Kanaleneiland
Flat in de Bijlmer

Na de Tweede Wereldoorlog neemt de bevolkingsgroei in Nederland snel toe.
De behoefte aan nieuwe woningen is dan ook groot.

Begin jaren 60 worden er grote nieuwe wijken gebouwd.
Een voorbeeld van zo'n wijk is Kanaleneiland in Utrecht.
Dat werd een ruim opgezette wijk met veel groenvoorzieningen en hoogbouw.
Kenmerkend voor Kanaleneiland zijn de portiekflats met vier woonlagen.

Ook in Amsterdam worden in die jaren veel flats gebouwd.
De bekendste zijn de galerijflats in de Bijlmer. Deze flats hebben tien verdiepingen.

Er wordt verschillend gedacht over de wijken als Kanaleneiland en de Bijlmer.
Aan de ene kant zijn de wijken geliefd vanwege de fantastische speelruimte voor jonge kinderen.
Ook het vele mooie groen en de rangschikking van de woonblokken wordt bewonderd.
Aan de andere kant vinden mensen dat de wijken ver van het stadscentrum liggen.
Ze worden soms ervaren als saaie wijken waar niets te doen is.

Bekijk de video over de Bijlmer op Schooltv. De vragen in de oefening gaan over de video.

Zoek daarna twee afbeeldingen van portiekflats en twee afbeeldingen van galerijflats.
Print ze uit of bewaar ze in een (Google-)document.
Bewaar ze voor de eindopdracht.

Stap 4: Woonerven

Verkeersbord woonerf

Rond 1970 kwam er een omslag in de massale en grootschalige woningbouw.
Mensen wilden een gevarieerdere woonomgeving.

Er werd gezocht naar nieuwe woonvormen die geen grootschalig karakter hadden.
Gezelligheid en de menselijke maat moesten centraal staan in het ontwerp.
Zo zou de ontmoeting tussen de bewoners worden bevorderd.

Kronkelige straten en kleinschalige bouwvormen moesten het gevoel van veiligheid, overzichtelijkheid en saamhorigheid verder versterken.

Zo ontstonden de woonerfwijken. Ze worden ook wel 'bloemkoolwijken' genoemd.
Die naam verwijst naar de structuur van deze wijken.
De woonwijken zijn als bloemkoolroosjes aan elkaar gehaakt.

De woningen in woonerfwijken zijn geliefd bij jonge gezinnen en mensen die graag een woning met een tuin willen.

Zoek twee afbeeldingen van woningen in woonerven.
Print ze uit of bewaar ze in een (Google)-document.
Je hebt ze nodig bij de eindopdracht.

Stap 5: Slaapsteden en vinexwijken

Urbanisatie houdt in dat veel mensen naar de stad verhuizen als gevolg van industrialisatie en mechanisatie.

De tegengestelde beweging - mensen die vertrekken uit de stad -  noem je suburbanisatie.

De 'vlucht' uit de stad had verschillende oorzaken: gebrek aan woonruimte, veel lawaai, luchtvervuiling, enzovoorts.

De overheid hield hier rekening mee door groeikernen aan te wijzen.
Groeikernen zijn vaak kleinere gemeenten die in de buurt van een stad liggen.
Deze gemeenten mochten extra huizen bouwen om de groei op te vangen.

Suburbanisatie zorgde ook voor extra mobiliteit: mensen die in de stad werkten en buiten de stad woonden.
Het begrip forens is hier sterk aan gekoppeld.
Het resultaat was het onstaan van slaapsteden.

Tussen 1995 en 2005 ontstaan ook de zogenaamde vinexlocaties.
In het filmpje wordt kort uitgelegd wat deze begrippen inhouden.

Zoek ook twee afbeeldingen op van woningen in een vinexwijk.
Print ze uit of sla ze op in een (Google-)document.

Je hebt ze straks nodig voor de eindopdracht.

Afronding

Begrippen

Urbanisatie
De trek van het platteland naar stedelijk gebied.
Suburbanisatie
De trek van dichtbevolkte gebieden naar dunbevolkte gebieden.
Industrialisatie
De omschakeling van het produceren van goederen met de hand naar de productie met machines.
Mechanisatie
Wanneer machines het werk van arbeiders steeds meer overnemen.
Platteland
Gebieden met een lage bebouwingsdichtheid en veel open ruimte.
Agglomeratievorming
Een stad met daaraan vastgegroeide omliggende dorpen en steden.
Megastad
Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners.
Segregatie
Bevolkingsgroepen met vergelijkbare afkomst, opleiding en inkomen komen bij elkaar te wonen.
Stadsvernieuwing
Het proces van renovatie en/of nieuwbouw van stedelijke gebieden om de leefbaarheid van het gebied te verbeteren.
Galerijflat
Flatgebouw waarbij langs de afzonderlijke woningen op de bovenverdiepingen een toegangsgalerij loopt.
Portiekflat
Een portiekflat is een flatwoning waarbij de voordeur uitkomt op een gemeenschappelijk afsluitbaar trappenhuis, een centrale hal of een gesloten portiek.
Tuindorpen
Wijken met eengezinswoningen met tuin en openbaar groen, zonder cafe, bioscoop, o.i.d. Dit is om deze wijken fatsoenlijk en burgerlijk te houden.
Woonerf
Een straat of plein(tje) waarbij de nadruk zeer sterk ligt op de verblijfsfunctie: wonen, spelen, wandelen, enzovoort.
Doorgaande wegen zijn er niet. De nadruk ligt op bestemmingsverkeer.
Slaapsteden
Een slaapstad of forensenstad is een stad waarvan het grootste deel van de in deze stad woonachtige bewoners, niet in deze stad werkt en waar het aantal arbeidsplaatsen lager ligt dan het aantal beroepsgeschikten.
Vinexwijken
Grootschalige nieuwbouwwijken dichtbij de stad. Dit om het woon-werkverkeer te bekorten en wat natuur over te houden.

Eindopdracht: Eigen eindproduct

Jullie hebben in de verschillende stappen afbeeldingen verzameld van:

  • woningen in het oude centrum van een stad;
  • woningen in een tuindorp;
  • portiekflats en galerijflats;
  • woningen in woonerven;
  • woningen in een vinexwijk.

Met deze afbeeldingen ga je samen met een klasgenoot een eindopdracht maken.
Jullie kunnen bijvoorbeeld een poster maken, maar ook een (memory)spel.
Overleg samen wat jullie het beste bij de eindopdracht vinden passen.

Kijk voor ideeën in de gereedschapskist.

Klaar?
Het eindproduct laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:

  • de inhoud: het eindproduct laat zien dat er verschillende woningtypen zijn.
  • de vorm: jullie hebben het eindproduct met zorg gemaakt.
  • creativiteit: het eindproduct is origineel.

 

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Kun je al een aantal woningtypen onderscheiden?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je het verschil tussen urbanisatie en sub-urbanisatie benoemen?

Hoe ging het?

  • Eindopdracht
    Heb je samen met je klasgenoot een geschikte eindopdracht gemaakt?
    Hoe verliep jullie samenwerking, waren de taken gelijk verdeeld?

Multicultureel

Multicultureel

Intro

De Willemsweg in Nijmegen is het winkelhart van het Willemskwartier.
Het Willemskwartier was van oorsprong een blanke volkswijk.

Rond 2012 is de winkelstraat veranderd in een internationaal en multicultureel winkelgebied met winkels en eetgelegenheden.

Hoe dat is verlopen, leer je in deze opdracht.
Dat ga je aan de hand van filmpjes en Google Street View onderzoeken.

Heb je in de plaats waar jij woont ook zo'n straat of winkelgebied?
Wat kun je er zoal kopen?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • de verschillen in bevolkingssamenstelling tussen wijken omschrijven; bevolkingsgroepen met vergelijkbare afkomst, opleiding en inkomen wonen bij elkaar in dezelfde wijk.
  • de begrippen etniciteit en segregatie omschrijven.

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je verklaart de spreiding van verschillende bevolkingsgroepen in Nederland.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je maakt een virtuele wandeling in de Willemsstraat met behulp van Google Street View.
Je schrijft een aantal namen op van winkels, die je tijdens je virtuele wandeling tegenkomt.
Stap 2


en

Je bekijkt de video 'Willemsweg'. Je maakt ondertussen aantekeningen.
Je vergelijkt ze met die van je klasgenoot.
Je kunt de aantekeningen gebruiken in de eindopdracht.

Stap 3 Je leest over de geschiedenis en de verandering van het Willemskwartier. Je beantwoordt er vragen over.
Stap 4 Je luistert naar interviews met ondernemers van de Willemsweg. Je bestudeert de Kennisbank over het begrip 'etniciteit'. Je maakt een sleepoefening over etniciteit.
Stap 5

en

Je leert wat het begrip 'segregatie' inhoudt.
Je leest erover in de Kennisbank en overlegt met een klasgenoot of in het Willemskwartier sprake is van segregatie.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over multicultureel en segregatie.
Eindopdracht Je maakt samen met een klasgenoot een straatgidsje van de Willemsweg.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Materiaal voor het maken van de straatgids.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 à 3 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Virtuele wandeling

Je begint deze opdracht met een virtuele wandeling.

Je wandelt met Google Street View over de Willemsweg in Nijmegen.
Deze straat vormt het winkelhart van het Willemskwartier.

Maak de volgende opdracht.
Als het niet lukt om de straat in beeld te krijgen, vraag dan hulp van een klasgenoot of je docent.

Stap 2: Willemsweg

Na de virtuele wandeling bekijk je de video ‘Willemsweg’.
De video gaat over de opknapbeurt van de Willemsweg rond 2006.

​Houd pen en papier klaar om aantekeningen te maken.

Let daarbij op:

  • de namen van de ondernemers.
  • wat voor soort zaak zij runnen.
  • hun opmerkingen over het multiculturele karakter van hun winkelstraat.
  • hun wensen voor de toekomst van de winkelstraat.


Vergelijk je aantekeningen met die van je klasgenoot.
Hebben jullie dezelfde namen en soort winkels?

Bewaar je aantekeningen voor de eindopdracht.

 

 

Stap 3: Een beetje geschiedenis

Buurtsamenkomst Willemsweg

Het Willemskwartier is van oudsher een volksbuurt.
Oorspronkelijk wonen er voornamelijk laagbetaalde en laagopgeleide mensen.

Zo rond 1950 begint de bevolkingssamenstelling te veranderen.
Met de groeiende welvaart gaan steeds meer kinderen naar het voortgezet onderwijs en vervolgens naar de universiteit.
Na hun opleiding willen ze vaak niet meer in hun oude volkswijk wonen.

Tegelijkertijd verouderden de huizen, een reden voor bewoners om te verhuizen naar modernere woningen in andere gedeeltes van de stad.

Met het vertrek van de voormalige Willemskwartierders komt er plek voor de groeiende groep Nederlanders met een migratieachtergrond.
Zij komen hier als gastarbeiders en de lage huren zijn aantrekkelijk voor hen.

Rond 2012 wonen in het Willemskwartier meer dan 20 procent Nederlanders met een migratieachtergrond.

Het Willemskwartier heeft slechte tijden gekend.
Het lage opleidingsniveau van de bewoners, de hoge werkloosheid en het slechte onderhoud van de huizen veroorzaakten overlast en criminaliteit.
De wijk kreeg daardoor een slechte naam.  

Maar na een grondige opknapbeurt gaat het nu weer beter met de buurt.
Oude huizen zijn gesloopt en vervangen door nieuwbouw.
Ook heeft de buurt zich ingespannen om te komen tot een betere saamhorigheid in de buurt.

Beantwoord de volgende vragen over de geschiedenis van de Willemsweg.

 

Stap 4: Winkels in de lift

Dat de wijk weer in de lift zit, merk je aan vestigingen van allerlei nieuwe winkels.
De bewoners van de wijk zijn blij met het gevarieerde aanbod.

Boven de multiculturele winkels wonen veel studenten.

Een van de studentes, Joyce Goverde, zegt er dit over:
‘Het is een goede plek om te wonen.
Door de aanwezigheid van allerlei etniciteiten is hier van alles te koop.
Ik heb veel waardering voor de winkeleigenaren aan de Willemsweg.
Ze verdienen weinig geld, maar werken hard.
Er zijn nu zoveel plaatselijke winkeliers, dat de meeste studenten voor boodschappen de straat niet uit hoeven. Het is net een klein dorp.’


Ook de ondernemers zelf zijn tevreden over de ontwikkelingen.
Luister maar eens naar de interviews met

  • Mw. Kailey van New India kleding
  • Mimi Schoots van Gaertner Gafo's Wonen
  • Tugay Yilmaz van Eethuis Anil.


In het verhaaltje gebruikt de scholiere het woord etniciteit.
Weten jullie wat het woord etniciteit betekent?
Zoek het op en bestudeer de pagina in de Kennisbank.

Etniciteit


Vul in de tekst de ontbrekende woorden in.

 

Stap 5: Segregatie

Segregatie in het Willemskwartier?
Als bevolkingsgroepen met vergelijkbare afkomst, opleiding en inkomen bij elkaar komen noem je dat segregatie.

Segregatie wordt ook wel het tegenovergestelde van integratie genoemd.

Bestudeer in de Kennisbank de pagina over:

Segregatie

 

Afronding

Begrippen

Segregatie
Bevolkingsgroepen met vergelijkbare afkomst, opleiding en inkomen komen bij elkaar te wonen.
Multicultureel
Multicultureel is het idee dat verschillende culturen (uit verschillende landen) vreedzaam naast elkaar bestaan en leven. We hebben het dan over mensen met verschillende culturele achtergronden.
Etniciteit
Een sociaal-culturele identiteit die een bepaalde groep mensen verbindt.
Etnische minderheid
De benaming voor een duidelijk onderscheiden bevolkingsgroep die een minderheid vormt in het land of de staat waarin ze verblijft.
Nederlander met een migratieachtergrond
Als een persoon of een van de ouders in een ander land is geboren, heeft deze persoon volgens de definitie van CBS een niet-westerse migratieachtergrond.

Eindopdracht: Gids maken

Samen met een klasgenoot ga je een straatgidsje maken.
In het gidsje komen afbeeldingen en namen van vijf winkels en/of eethuizen aan de Willemsweg.
Vertel in het kort iets over elke winkel of eetgelegenheid.
Je kunt de informatie gebruiken die je in stap 2 over de Willemsweg hebt opgeschreven.

Zo'n straatgidsje kan er uitzien als een folder.
Om inspiratie op te doen, kun je kijken in de gereedschapskist.

Sla afbeeldingen en tekst op in een (Google-)document.

Om de Willemsweg te introduceren bij de lezer komt er een kort voorwoord in.
In het voorwoord vertellen jullie hoe de Willemsweg haar multiculturele karakter heeft gekregen.

Klaar?
Lever de straatgids over de Willemsweg in bij jullie docent.
Bij de beoordeling wordt gelet op de volgende punten:

  • Het voorwoord maakt duidelijk hoe het multiculturele karakter van de Willemsweg is ontstaan.
  • Het gidsje laat duidelijk het multiculturele karakter van de Willemsweg zien.
  • Het gidsje nodigt uit tot een bezoek aan de Willemsweg.
  • Het gidsje bevat duidelijke omschrijvingen van de winkels/eetgelegenheden.
  • Er zijn duidelijke afbeeldingen toegevoegd en het gidsje ziet er verzorgd uit.
  • Het bevat weinig tot geen taalfouten.

Folder maken

Met maken van een folder presenteer je kennis die je hebt opgedaan aan anderen.

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen wat wordt bedoeld met de term 'multicultureel'?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 à 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je voldoende tijd om een straatgidsje als eindopdracht te maken?

  • Eindopdracht
    Is het gelukt een leuk straatgidsje over de Willemsweg samen te stellen?
    Heb je prettig samengewerkt met je klasgenoot? Waren de taken onderling goed verdeeld?

Afsluiting

Kennisbanken

Het thema 'Bevolking en ruimte 2' bestaat uit de volgende Kennisbankitems:

Eindopdracht

Je hebt, door met Street View rond te wandelen, een indruk gekregen van de Willemsweg in het Willemskwartier. Ook heb je wat video's bekeken en een straatgidsje/folder gemaakt.

Aan het eind van dit thema ga je samen met een klasgenoot een affiche maken.
Onderwerp: een (denkbeeldige) multiculturele markt op de Willemsweg.

De affiche komt te hangen voor de winkelruiten van de winkeliers aan de Willemsweg.
Meerdere winkeliers zullen er aan deelnemen met een kraampje of activiteit.

Vermeld in ieder geval op de affiche:

  • datum en tijdstip van de multiculturele markt;
  • namen van deelnemende winkeliers;
  • welke activiteiten/attracties er zijn;
  • wat voor soort producten er te koop zijn.

Je kunt je gemaakte aantekeningen en het straatgidsje gebruiken.
Voorzie de affiche van leuke tekeningen of afbeeldingen.
Kijk voor tips over het maken van een affiche in de gereedschapskist.

Klaar?
Hebben jullie bovengenoemde informatie vermeld op de affiche?
Ziet het er verzorgd uit en hebben jullie geen taalfouten gemaakt?
Kijk voor de beoordelingscriteria nog even in de gereedschapskist.

Lever de affiche in bij jullie docent. Hij/zij zal de affiche beoordelen:

  • staat alle nodige informatie vermeld: is duidelijk waar en wanneer de multiculturele markt plaatsvindt?
  • ziet de affiche er verzorgd uit en bevat deze geen taalfouten?

 

Affiche maken

Met een affiche geef je op een aantrekkelijke manier informatie door. Het is een soort
reclameboodschap met afbeeldingen en tekst. Het draait om twee dingen: inhoud en vorm.

 

D-toets

Test je kennis. Maak de diagnostische toets.

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van dit thema nog eens door.
    Kreeg je bij het lezen wel een indruk over het onderwerp 'Ruimte' in dit thema?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
    Kun je een aantal woningtypen opnoemen en aangeven in welk woongebied ze voorkomen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Voor dit thema was ongeveer 8 uur gepland.
    Klopt dat met het aantal lessen dat je over dit thema hebt gehad?
    Had je voldoende tijd om alle opdrachten te maken en de affiche te maken?
  • Inhoud
    In dit thema kwam ruimte om te wonen ter sprake. Kun je aangeven waarom de verstedelijking in Nederland nog steeds doorgaat?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Vond je het leuk om een affiche te maken voor een multiculturele markt?
    Hoe was de samenwerking met je klasgenoot, waren de taken goed verdeeld?
  • Het arrangement Thema: Bevolking en ruimte 2 - vmbo12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    07-11-2025 09:15:26
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het tweede thema 'Bevolking en ruimte' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use.
    Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via
    de helpdesk van VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor VMBO leerjaar 1 en 2. In het thema 'Bevolking en ruimte 2' worden drie verschillende onderwerpen besproken. In het eerste onderwerp, genaamd "Urbanisatie," wordt uitgelegd hoe industrialisatie heeft geleid tot een toename van stedelijke ontwikkeling. Ook worden grote steden besproken en de problemen die zich daar voordoen, waarbij begrippen zoals agglomeraties, segregatie en leefbaarheid aan bod komen. In het onderwerp "Wonen in de stad" wordt de structuur van een stad uitgelegd, waarbij de wijk Tuindorp in Utrecht wordt gebruikt als voorbeeld van een wijk met woningen ter vervanging van arbeiderswoningen. Na de jaren 60 werden er als gevolg van bevolkingsgroei veel nieuwe flats gebouwd, waarvan de voor- en nadelen worden besproken. In de jaren 70 kwamen de zogenaamde woonerfwijken op en worden ook begrippen zoals slaapsteden en Vinexwijken uitgelegd. Het laatste onderwerp is "Multicultureel," waarbij aan de hand van de volksbuurt Willemskwartier een verandering in de bevolkingsopbouw wordt beschreven en de gevolgen daarvan, zoals een toename van investeringen in winkels maar ook segregatie.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Bevolkingskenmerken; Migratie; Aardrijkskunde; Bevolking en ruimte; Ruimtelijke ontwikkeling;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    8 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    aardrijkskunde, agglomeraties, arrangeerbaar, bevolking en ruimte 2, multicultureel, stercollecties, urbanisatie, vmbo leerjaar 1 & 2, wonen in de stad

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Aardrijkskunde. (2018).

    Opdracht: Multicultureel

    https://maken.wikiwijs.nl/130194/Opdracht__Multicultureel

    VO-content Aardrijkskunde. (2018).

    Opdracht: Urbanisatie

    https://maken.wikiwijs.nl/130191/Opdracht__Urbanisatie

    VO-content Aardrijkskunde. (2018).

    Opdracht: Wonen in de stad

    https://maken.wikiwijs.nl/130193/Opdracht__Wonen_in_de_stad

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Bevolking en ruimte 2 D-toets

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.