Thema: Arm en rijk - vmbo12

Thema: Arm en rijk - vmbo12

Thema Arm en rijk

Inleiding

In dit thema ontdek je hoe je ontwikkelingslanden kunt herkennen en wat hun belangrijkste problemen zijn. Je leert dat mensen daar vaak minder verdienen, in slechtere huizen wonen en dat de gezondheidszorg niet goed geregeld is. Ook zie je dat niet alle ontwikkelingslanden hetzelfde zijn.

 

Zo ga je bijvoorbeeld Burundi en Afghanistan met elkaar vergelijken. Je kijkt hoe landen samenwerken om armoede te bestrijden en wat voor soorten hulp er zijn. Daarbij ontdek je ook dat handel soms beter werkt dan hulp, vooral als die handel eerlijk is.

 

Fair trade geeft boeren en kleine ondernemers in arme landen de kans op een beter leven. Tot slot sta je stil bij armoede in Nederland, want ook hier leven nog steeds mensen onder de armoedegrens.

Introductie - opdracht

Nederland is een rijk land. Maar waarom eigenlijk?
Bedenk samen of alleen drie dingen die laten zien dat Nederland rijk is. Denk aan wat je om je heen ziet, wat je thuis hebt of hoe mensen in Nederland leven.

 

Teken deze drie dingen op papier of schrijf ze kort op. Je kunt er ook kranten of tijdschriften bij gebruiken om plaatjes te zoeken en op te plakken.

 

Bespreek daarna jouw drie voorbeelden met een klasgenoot.
Leg elkaar uit waarom je deze dingen hebt gekozen.
Luister goed naar elkaar en praat samen over de woorden die je hebt gebruikt.
Wil je daarna iets verbeteren of aanvullen? Dat mag natuurlijk!

Wat kan ik straks?

Aan het eind van het thema kan ik:

 

Opdracht

het begrip ontwikkelingsland beschrijven.

minimaal drie kenmerken beschrijven van ontwikkelingslanden: armoede, analfabetisme, hoge bevolkingsgroei, monocultuur, lage levensverwachting, slechte infrastructuur.

Kenmerken ontwikkelingslanden

twee ontwikkelingslanden met elkaar vergelijken: Afghanistan en Burundi.

de verschillen benoemen.

Diversiteit
  • noodhulp en structurele samenwerking. Noodhulp is snelle hulp na een ramp, structurele hulp is hulp om het land blijvend te helpen.
  • gebonden en ongebonden samenwerking. Gebonden hulp is hulp waar afspraken aan vastzitten, ongebonden hulp is hulp zonder afspraken.
  • bilaterale en multilaterale samenwerking. Bilaterale hulp is hulp van één land aan één ander land, multilaterale hulp is hulp via een groep landen samen.
  • gouvernementele en niet-gouvernementele organisatie. Gouvernementele organisaties zijn van de overheid, niet-gouvernementele organisaties zijn van bijvoorbeeld hulporganisaties zoals het Rode Kruis.

Ik kan bij elke omschrijving een voorbeeld geven.

Ontwikkelingssamenwerking
  • omschrijven wat wordt bedoeld met fair trade en een voorbeeld noemen van fair trade.
  • omschrijven wat wordt bedoeld met trade not aid.
Trade not aid

uitleggen wat wordt bedoeld met armoedegrens.

uitleggen dat er twee soorten armoede zijn: absolute armoede en relatieve armoede.

uitleggen dat armoede niet overal hetzelfde betekent, maar afhangt van waar en wanneer mensen leven.

een voorbeeld noemen van armoede in Nederland.

Armoede in Nederland

Wat ga ik doen?

Het thema 'Arm en rijk' bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdeel Tijd in lesuren Eindproduct
Inleiding 0,5 (Google-)document
Opdracht: Kenmerken ontwikkelingslanden 3 Verslag
Opdracht: Diversiteit 2 Twee posters
Opdracht: Samenwerking 2 Schema
Opdracht: Trade not aid 2 Brief
Opdracht: Armoede in Nederland 6 Dagdeel voedselbank of dagdeel kringloop. Reflectie hierop schrijven
Afsluiting 3 Pitch jullie oplossing
Totaal 18  

 

De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van het eindproduct.

Opdrachten

Hieronder vind je de vijf opdrachten die horen bij dit thema.
Maak je keuze.

Opdracht 1

Kenmerken ontwikkelingslanden

Opdracht 2

Diversiteit

Opdracht 3

Ontwikkelingssamenwerking

Opdracht 4

Trade not aid

Opdracht 5

Armoede in Nederland

Afsluiting

Kennisbanken

Het thema 'Arm en rijk' bestaat uit de volgende Kennisbankitems:

Eindopdracht

Het thema Arm en rijk sluit je af met een pitch om een probleem in ontwikkelingsland op te lossen.
Je doet dit in groepjes van drie of vier leerlingen.
 


In de wereld zijn er landen waar mensen arm zijn, weinig eten hebben of niet naar school kunnen. Jullie hebben geleerd dat er veel manieren zijn om zulke problemen aan te pakken. Nu is het aan jullie!

Wat gaan jullie doen?
Je werkt in groepjes van 3 of 4 leerlingen. Jullie kiezen samen een probleem uit een ontwikkelingsland, bijvoorbeeld gebrek aan schoon drinkwater, slechte gezondheidszorg of armoede bij boeren.
Daarna verzinnen jullie samen een simpele oplossing, die echt zou kunnen werken in zo'n land.

Hoe gaan jullie dat doen?
Jullie gaan geen lang plan schrijven, maar een maquette, tekening, poster of toneelstukje maken waarin jullie oplossing wordt uitgelegd.
Denk creatief! Jullie kunnen bijvoorbeeld:

  • Een uitvinding tekenen die het probleem oplost.

  • Een maquette bouwen met karton of klei.

  • Een toneelstukje bedenken waarin jullie laten zien hoe jullie idee werkt.

  • Een stripverhaal tekenen over hoe het leven verandert door jullie idee.

Belangrijk:

  • Zorg dat iedereen iets doet.

  • Laat in jullie uitwerking duidelijk zien welk probleem jullie aanpakken.

  • Denk na: is het idee uitvoerbaar? Is het origineel?

  • Gebruik eenvoudige materialen, jullie kunnen ook spullen van thuis meenemen.

Presentatie:
Aan het einde presenteert ieder groepje hun oplossing aan de klas.
Vertel kort:

  • Welk probleem jullie hebben gekozen.

  • Hoe jullie oplossing werkt.

  • Waarom jullie denken dat het echt kan helpen.

Beoordeling door de docent:

  • Helpt het idee echt bij een probleem in een ontwikkelingsland?

  • Is het creatief en origineel bedacht?

  • Is het idee simpel en haalbaar?

 

 

Klaar?
Zijn jullie zover?
Overleg met jullie docent of het mogelijk is jullie pitch aan de klas te presenteren.

 

 

Probleem oplossen

Het oplossen van een probleem is een manier waarbij je een casus uit de praktijk analyseert. Je gaat brainstormen over mogelijke oplossingen. Iedereen krijgt de ruimte om zijn of haar mening te geven.

 

D-toets

Test je kennis. Maak de diagnostische toets.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

het begrip ontwikkelingsland beschrijven.

minimaal drie kenmerken beschrijven van ontwikkelingslanden: armoede, analfabetisme, hoge bevolkingsgroei, monocultuur, lage levensverwachting, slechte infrastructuur.

Kenmerken ontwikkelingslanden

twee ontwikkelingslanden met elkaar vergelijken: Afghanistan en Burundi.

de verschillen benoemen.

Diversiteit
  • noodhulp en structurele samenwerking. Noodhulp is snelle hulp na een ramp, structurele hulp is hulp om het land blijvend te helpen.
  • gebonden en ongebonden samenwerking. Gebonden hulp is hulp waar afspraken aan vastzitten, ongebonden hulp is hulp zonder afspraken.
  • bilaterale en multilaterale samenwerking. Bilaterale hulp is hulp van één land aan één ander land, multilaterale hulp is hulp via een groep landen samen.
  • gouvernementele en niet-gouvernementele organisatie. Gouvernementele organisaties zijn van de overheid, niet-gouvernementele organisaties zijn van bijvoorbeeld hulporganisaties zoals het Rode Kruis.

Ik kan bij elke omschrijving een voorbeeld geven.

Ontwikkelingssamenwerking
  • omschrijven wat wordt bedoeld met fair trade en een voorbeeld noemen van fair trade.
  • omschrijven wat wordt bedoeld met trade not aid.
Trade not aid

uitleggen wat wordt bedoeld met armoedegrens.

uitleggen dat er twee soorten armoede zijn: absolute armoede en relatieve armoede.

uitleggen dat armoede niet overal hetzelfde betekent, maar afhangt van waar en wanneer mensen leven.

een voorbeeld noemen van armoede in Nederland.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Had je voldoende tijd om alle opdrachten te maken?
  • Eindopdracht
    Vonden jullie het leuk om een plan te bedenken om een van de problemen in een ontwikkelingsland op te lossen?
    Was de taakverdeling in jullie groepje gelijk en verliep de samenwerking soepel?
  • Het arrangement Thema: Arm en rijk - vmbo12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-08-17 13:18:41
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Arm en rijk' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use.
    Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de
    helpdesk van VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor VMBO leerjaar 1 en 2. In het thema arm en rijk worden verschillende onderwerpen besproken. In het eerste onderwerp 'Kenmerken' wordt besproken wat de kenmerken zijn van een arm of rijk land, zoals inkomen, bevolkingsopbouw en monocultuur. Het onderwerp 'Diversiteit' behandelt ontwikkelingslanden met als voorbeeld Burundi en Afghanistan, waarbij belangrijke begrippen als sloppenwijken, BNP, ruilvoet, welvaart, verstedelijkingspercentage, armoedegrens en analfabetisme aan bod komen. Vervolgens is er het onderwerp 'Ontwikkelingssamenwerking' waarin de volgende belangrijke begrippen voorkomen: gebonden hulp, ongebonden hulp, bilaterale hulp en multilaterale hulp. Het onderdeel 'Trade not Aid' legt het concept van fair trade uit. Het laatste onderwerp, 'Armoede in Nederland', legt het verschil uit tussen relatieve en absolute armoede en het verschil tussen welvaart en welzijn.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Arm en rijk; Verschillen in welvaart en welzijn in de eigen regio en Nederland; Aardrijkskunde; Ontwikkelingsgebieden;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    15 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    aardrijkskunde, arm en rijk, armoede in nederland, diversiteit, kenmerken, leerjaar 1 en 2, ontwikkelingssamenwerking, rearrangeerbare, trade not aid, vmbo
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Arm en rijk D-toets

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.