Klankleer

Klankleer

Vooraf:

Klanken hebben in onze taal een bijzondere plaats. Woorden worden gevormd door klanken. De relatie tussen de klank en de betekenis van het woord is niet altijd duidelijk. Zo hebben de klanken in  het woord t-a-f-e-l niets te maken met de betekenis van draagblad op staander of iets dergelijks. Bij een onomatopee is er wel een relatie tussen de klank en het betekende. Een koekoek heet zo vanwege het geluid dat het dier maakt.

Daarnaast geeft de klank waarmee woorden worden uitgesproken een extra betekenis aan het woord. Als ik zachtjes zeg ‘lieverd’ dan bedoel ik dat ik de persoon waartegen ik het zeg ook echt lief vind. Maar als ik het hard zeg, met een sterke klemtoon op de eerste lettergreep, kan ik het ook cynisch bedoelen en wil ik eigenlijk zeggen dat ik die persoon helemaal niet lief vind.

Tijdens deze workshop onderzoeken we hoe klank betekenis geeft aan woorden en hoe wij die betekenis bewust mee kunnen geven met onze intonatie.

Doel:

Na afloop van deze workshop hebben leerlingen:

-          Inzicht in de betekenis die klanken aan een woord verlenen.

-          Geoefend met het bewust betekenis geven aan klanken.

-          De vaardigheid om klankleer in te zetten in hun communicatie.

Inhoud

 

Klanksymboliek in taal: betekent ‘tsurutsuru’ glad of ruw?

 

https://taalenhersenen.files.wordpress.com/2014/02/gwilym.png?w=226&h=325Beschrijft iets schuddends. Trillends. Ook gebruikt om iemands lichaam te beschrijven dat rilt van de kou of angst. Picture taken from Gomi 1989 ‘An illustrated dictionary of Japanese onomatopoeic expressions’

Begrippen:

  •          Arbitrair: individuele klanken die een woord vormen staan los van de betekenis van het woord.
  •          Onomatopee: de klanken van een woord bootst het betekende na.
  •          Ideofoon: geluidssymbolische woorden. De klank geeft een beeld van de betekenis. Dat heet klanksymboliek. Door het woord te horen, zie je het als het ware voor je.

Raad de betekenis van deze Japanse ideofonen, welke betekenis past erbij?

  1. Nurunuru – droog of slijmerig?
  2. Pikapika – licht of donker?
  3. Wakuwaku – opgewekt of verveeld?
  4. Iraira – blij of boos?
  5. Guzuguzu – beweegt snel of beweegt langzaam?
  6. Kurukuru – draait rondjes of beweegt omhoog en omlaag?
  7. Kosokoso – loopt zachtjes of loopt luidruchtig?
  8. Gochagocha – opgeruimd of rommelig?
  9. Garagara – druk bezocht of rustig?
  10. Tsurutsuru – glad of ruw?

Hoe klanksymboliek werkt, is nog niet helemaal duidelijk en er zijn nog niet veel neurowetenschappelijke studies naar gedaan. Uit het onderzoek tot nu toe komt naar voren dat deze combinatie van het horen van een klanksymbool en het waarnemen van de bijbehorende eigenschap lijkt op wat er gebeurt bij synesthesie (bijvoorbeeld, sommige mensen met synesthesie associëren letters met kleuren).

Antwoorden:

1.       nurunuru – slijmerig

2.       Pikapika – licht

3.       Wakuwaku – opgewekt

4.       Iraira –boos

5.       Guzuguzu –beweegt langzaam

6.       Kurukuru – draait rondjes

7.       Kosokoso – loopt zachtjes

8.       Gochagocha – rommelig

9.       Garagara –rustig

10.   Tsurutsuru – glad

  1.   We luisteren elke dag naar de spraak van tientallen verschillende mensen. Denk bijvoorbeeld aan de verschillen tussen de stem van een jonge vrouw, het hoge stemmetje van een kleuter of de bromstem van een oude heer. We kunnen de spraak van deze mensen vaak moeiteloos verstaan, ook al klinken hun stemmen enorm verschillend. Maar hoe komt het dan dat mensen zo goed zijn in het verstaan van spraak van al deze verschillende mensen? Het antwoord zit hem vooral in de manier waarop we gebruik maken van context!
  2.   Context draagt op allerlei manieren bij aan het verstaan van spraak. Om te laten zien hoe belangrijk context is voor onze waarneming in het algemeen, is het makkelijk om een visueel voorbeeld te geven. In het plaatje hieronder zien we een Rubik’s kubus waar schaduw over valt. Deze context gebruiken we om te interpreteren wat we zien. Kijk bijvoorbeeld eens naar de kleuren van het middelste vakje op de bovenkant en het middelste vakje op de linker voorkant van het linker plaatje hieronder. Welke kleuren denk je dat die vakjes zijn?
  3.   color_illusion
  4.   Geloof het of niet, maar beide vakjes zijn exact dezelfde kleur! Dat kan je beter zien wanneer de context wordt bedekt zoals in het rechter plaatje. De vlakjes in het linker plaatje lijken een andere kleur omdat de context van het plaatje op het ene vakje schaduw suggereert en op het ander niet. Hoewel veel mensen bekend zijn met deze of andere visuele illusies bestaan dezelfde soort invloeden van context ook wanneer we naar spraak luisteren.
  5.   matthias_templateHet verschil tussen een “oo” en een “oe” (zoals in de woorden “boor” en “boer”) bestaat uit een verschil in de “klankkleur” van deze spraakgeluiden. Een “oe” heeft een iets lagere (donkerdere) klankkleur dan een “oo”. Maar wanneer je naar de zware, donkere stem van een lange man luistert hebben alle spraakgeluiden überhaupt een lagere klankkleur dan wanneer je naar het piepstemmetje van een kind luistert. Toch is het niet zo dat alle klinkers van een lange man als “oe” klinken, en alle klinkers van een kind als “oo”. Luisteraars compenseren namelijk automatisch voor verschillen tussen sprekers doordat ze in staat zijn om automatisch en heel snel een inschatting te maken van de gemiddelde stemkarakteristieken van een spreker. Deze kennis gebruiken we vervolgens onbewust om die gemiddelde stemkarakteristieken uit het signaal te “filteren” (net zoals we onbewust de invloed van schaduw uit het plaatje hierboven filteren) zodat alleen de bedoelde klinker overblijft.
  6.   Luisteraars compenseren namelijk automatisch voor verschillen tussen sprekers…
  7.   En op een vergelijkbare manier kunnen mensen zich ook aanpassen aan andere soorten verschillen in spraakgebruik. Denk bijvoorbeeld aan verschillen in spreeksnelheid. In het nederlands hebben we korte en lange klinkers (zoals in “gas” en “gaas”). Maar sommige mensen praten veel sneller dan anderen. Hoe komt het dan dat we deze klinkers niet altijd als “a” horen voor snelle sprekers, en altijd als “aa” voor langzame sprekers? Wederom komt dat doordat we gebruik maken van context. Luisteraars passen zich onbewust aan aan het ritme van een spreker in de voorgaande zinnen, en “filteren” de gemiddelde spreeksnelheid uit het signaal, om vervolgens de bedoelde klinker waar te nemen.
  8.   Luisteraars passen zich onbewust aan aan het ritme van een spreker in de voorgaande zinnen.
  9.   Door deze en andere onbewuste “trucjes” van ons brein zijn mensen ontzettend goed in het verstaan van spraak. Sterker nog, ondanks het gebruik van supercomputers lukt het nog steeds niet om ze net zo goed te laten zijn in het verstaan van spraak als willekeurige mensen (stel Siri maar eens een vraag in een drukke kroeg!). Dat komt omdat er nog veel onbekend is over de hersen-processes zoals hierboven beschreven. Deze processen helpen ons bij het verstaan van spraak onder verschillende omstandigheden. Een goede reden om verder onderzoek te doen naar ons talige brein!

20.  Het menselijke taalbegripssysteem is in staat om een enorme hoeveelheid complexe informatie in rap tempo als betekenis aan te bieden aan de lezer of luisteraar. Een lezer bepaalt (meestal) zijn eigen tempo, maar een luisteraar moet natuurlijk een spreker kunnen bijhouden; en gesproken taal bevat gemiddeld wel rond de 150 woorden per minuut, dus dat gaat rap. En die woorden worden niet eens netjes 1 voor 1 aangeboden, want in gesproken taal is er een enorme overlap van woorden, en zijn de stiltes binnen een woord soms langer dan tussen woorden. Toch hoort de luisteraar meestal netjes allemaal losse woorden, en gelukkig maar. Maar de luisteraar moet natuurlijk ook nog wat met die woorden doen: herkennen zijnde woorden, volgens grammaticale regels een zin opbouwen, en, niet te vergeten, proberen te begrijpen wat er dan wel precies gezegd wordt. Hoe doet de luisteraar dit?

21.  mante_templateEen luisteraar verwerkt elk nieuw stukje informatie zo snel mogelijk, dit wordt ‘incrementeel’ genoemd, in plaats van te wachten totdat alle relevante informatie binnen is. Incrementele verwerking gebeurt op allerlei niveau’s: we wachten niet met het begrijpen van een zin totdat het verhaal af is (dit is wellicht overduidelijk), we wachten niet met het begrijpen van een woord totdat de zin af is, en we wachten niet met het verwerken van een stukje van een woord totdat het woord af is. Het kleinste stukje geluid van een woord dat relevant is voor taalbegrip, d.w.z. het stukje veranderen leidt tot een andere betekenis, is een ‘phoneem’, zoals bijvoorbeeld het geluid van ‘m’ of ‘n’ in ‘maar/naar’. Ons taalsysteem begint al de informatie van het phoneem ‘m’ te verwerken zonder dat we weten van welk woord het deel uitmaakt, zo rap gaat het.

22.  Een luisteraar verwerkt elk nieuw stukje informatie zo snel mogelijk, dit wordt ‘incrementeel’ genoemd, in plaats van te wachten totdat alle relevante informatie binnen is.

23.  Taalpsychologische experimenten hebben dit uitgewezen door bijvoorbeeld hersenactiviteit te meten terwijl proefpersonen naar gesproken zinnen luisteren. In die zinnen zit soms een woord met een phoneem dat de luisteraar informatie verschaft dat de zin een rare betekenis zal hebben. Bijvoorbeeld, “In Amerika betalen ze met de…” gevolgd door ‘dollar’ (normaal) of ‘dolfijn’ (raar). Het eerste moment waarop dollar/dolfijn van elkaar verschillen is zo ongeveer het geluid ‘a’ en ‘f’, en dat is precies waar de hersengolven al aangeven dat er een probleem is geconstateerd. Deze efficientie van ons taalsysteem heeft als functie dat we niet tijdelijk informatie ‘nutteloos’ (d.w.z., niet verwerkt) online hoeven te houden, want dat zou natuurlijk tot een verlies van informatie kunnen leiden. De efficientie maakt het uiteraard ook makkelijker om sneller te begrijpen wat er gezegd wordt.

24.  dolphin-shopOriginele foto doo: wikipedia.commons

25.  Deze efficientie gaat nog verder: luisteraars gebruiken niet alleen informatie zodra die beschikbaar is, ze vormen ook nog eens voorspellingen over wat er komen gaat. Deze voorspellingen gebeuren grotendeels onbewust en automatisch, d.w.z. zonder dat luisteraars aktief zitten te gokken wat er gaat komen. Die voorspellingen komen voort uit een opbouw van activiteit in de hersenen zonder dat een luisteraar het per se zelf door heeft. Bijvoorbeeld bij het horen van een zin die steeds sterker in de richting van een bepaald woord lijkt te gaan (bv, “De man poetste grondig zijn tanden met de ..”), is bepaalde informatie van dat woord (‘tandenborstel’) al in de hersenen aktief voordat het woord verschijnt. Met name de betekenis is aktief, dus bijvoorbeeld de representatie van de betekenis van het concept ‘tandenborstel’ zoals dat in ons geheugen is opgeslagengeheugen. Voorspellingen hebben, net als incrementele verwerking, het voordeel dat ze begrip bespoedigen, zolang ze correct zijn natuurlijk.

26.  Luisteraars gebruiken niet alleen informatie zodra die beschikbaar is, ze vormen ook nog eens voorspellingen over wat er komen gaat.

27.  Kortom, onze hersenen zijn heel efficient in het snel verwerken van inkomende informatie zoals bijvoorbeeld gesproken taal, maar ze zijn zelfs een beetje ‘ongeduldig’: d.w.z. ze wachten niet met het verwerken van een woord totdat ze het woord hebben gehoord, ze activeren zelfs informatie over dat woord voordat het wordt gezegd. Hoe dit precies werkt is een enorm belangrijke vraag waar steeds meer taalonderzoekers zich mee bezighouden.

 

 

Oefening baart kunst. Nou ja, op z’n minst zorgt herhaling voor verbetering.Waarom is dat zo? Een visie hierop is dat je brein door herhaling efficienter z’n werk gaat doen, vergeleken met wanneer je aan iets nieuws begint.

Denk bijvoorbeeld aan het lezen in een vreemde taal. In het begin moest je de woorden waarschijnlijk letter voor letter vertalen en de klank achterhalen; daarna moest je de vertaalde klanken samenvoegen om het hele woord te kunnen uitspreken. Dit kost veel tijd. Als een woord bijvoorbeeld vijf letters heeft zoals “tafel”, dan moet je dus vijf keer een letter naar een klank omzetten, t-t, a-a, f-f, e-e, l-l, ze samenbrengen tot t-a-f-e-l, om dan pas het hele woord “tafel” te kunnen uitspreken. Maar als je dit woord vaker leest zal je brein het woord in z’n geheel in je geheugen opslaan (“tafel” = “tafel”), zodat je uiteindelijk maar 1 keer het hele woord hoeft te vertalen. Dit is dus vier keer sneller dan een letter-voor-letter vertaling.

In een recente studie leerden we Nederlandse studenten om Koreaanse karakters te lezen, bijvoorbeeld:

28.         

Eerst vertelden we ze dit:

29.          ㄴ= n, ㅏ = a, ㅂ = p, ㅣ= i

Als je dus weet wat hoe je elk karakter uitspreekt kun je ze letter voor letter vertalen, n-a-p-i, en ze dan samenvoegen tot “napi” (“vlinder”). Toen de studenten vaker achter elkaar “나 비” hardop voorlazen als “napi”, werden ze steeds sneller in het lezen. We onderzochten ook welke hersengebieden actief waren tijdens het hardop lezen van de Koreaanse woorden. In het begin moesten meerdere hersengebieden hard werken om dit mogelijk te maken. Omdat de studenten aandacht moesten schenken aan elke individuele letter, waren ook de visuele gebieden aan het werk. Ook moesten ze alle vertaalde klanken in hun werkgeheugen opslaan om ze vervolgens te kunnen combineren. Hiervoor was ook een deel van het werkgeheugen van het brein sterk actief.

NovelWordReadingBIG

Na het meermalig voorlezen van “napi” zagen we dat een ander hersengebied gebruikt werd.

TrainedWordReadingBIG

We denken dat deze delen van de hersenen medeverantwoordelijk zijn voor het omzetten van het geschreven naar het gesproken woord, want toen deze hersengebieden sterk actief was, zagen we tegelijkertijd dat mensen sneller en beter waren in het hardop voorlezen van Koreaanse woorden, zelfs nog drie weken later (terwijl ze niet geoefend hadden).

Als je dus vloeiend een vreemde taal wilt kunnen lezen, lees dan woorden en zinnen vaak hardop voor; op deze manier gaat je brein efficienter werken!

Onze kennis over het brein is de agfelopen 10 jaar heel snel toegenomen. Steeds meer mensen houden zich bezig met de vraag hoe we onze hersenen kunnen boosten: hoe kunnen we slimmer, sneller en beter worden in ons dagelijks leven? Maar de vraag is of dat eigenlijk wel kan. Kunnen we ons geheugen, onze sociale vaardigheden, intelligentie, en ook onze taalvaardigheden verbeteren door bepaalde training of medicatie?

 

Misschien kunnen we juist beter bij die indivuele verschillen beginnen om erachter te komen hoe we onze taalvaardigheid kunnen verbeteren. Bewijs daarvoor komt uit psycholinguïstisch onderzoek. Er is bijvoorbeeld al vaak aangetoond dat er een sterke relatie is tussen iemands persoonlijke taalvaardigheid en de mate waarin iemand zijn aandacht kan controleren. Mensen die hun aandacht heel goed kunnen richten op informatie die relevant is voor een taak en irrelevante informatie goed kunnen negeren, blijken ook beter te zijn in het verwerken van taal. Deze mensen maken minder spraakfouten en hebben minder moeite met de interpretatie van zogenaamde “intuinzinnen”. Intuinzinnen zijn zinnen die in eerste instantie naar een bepaalde betekenis leiden, die dan later bijgesteld moet worden. Neem bijvoorbeeld een zin als De jongen verstopt achter de kast werd als laatste gevonden. In eerste instantie lees je ‘verstopt’ waarschijnlijk als het hoofwerkwoord van de zin, maar zodra je ‘werd’ leest, moet je concluderen dat die eerste interpretatie niet de juiste was. Mensen die beter zijn in het controleren van hun aandacht zijn ook beter in het herinterpreteren van zulke intuinzinnen.

Als cognitieve vaardigheden dus invloed hebben op onze taalvaardigheid, kunnen we onze taalvaardigheid misschien wel verbeteren door die gerelateerde vaardigheden (zoals aandacht, motivatie en geheugen) te trainen. Onderzoekers van de Universiteit van Maryland hebben dat inderdaad aangetoond: proefpersonen begrepen zinnen beter en sneller als ze eerst werden getraind op aandachtscontrole. In ons eigen lab hebben we onderzocht hoe hormonen onze taalvaardigheid beïnvloeden. We hebben laten zien dat proefersonen na het innemen van oxytocine, een hormoon waarvan bekend is dat het de sociale motivatie verbetert en sociale angst verkleint, minder moeite hebben met zinnen die niet kloppen met hun kennis van de wereld (zoals Nederlandse treinen zijn wit). Mensen die in plaats van oxytocine een placebo kregen toegediend, vonden zulke zinnen minder acceptabel. De verklaring hiervoor is dat mensen onder invloed van oxytocine meer geneigd zijn om andere werelden en mogelijkheden te onderzoeken, en meer open staan voor nieuwe scenario’s.

 

oxitocina_smallHet oxytocine molecuul. Foto door wikipedia.

Wat leren we hier nu van? We kunnen in ieder geval zeggen dat taal geen onafhankelijk gebied in de hersenen is dat zijn eigen ding doet, maar dat het sterk verbonden is met een groot aantal andere cognitieve processen, zoals aandacht en geheugen. Door al die verbindingen is het logisch dat het verbeteren van een van die processen ook invloed heeft op onze taalvaardigheid en andersom. Dus als je een slimmere spreker of luisteraar wilt worden, probeer dan ook je andere cognitieve vaardigheden te trainen, en zo je persoonlijke taalvaardigheidstraining zo efficient mogelijk te maken!

 

 

 

 

Colofon

Het arrangement Klankleer is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

Auteur
Anja Schoots
Laatst gewijzigd
2017-04-23 22:30:34
Licentie

Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

  • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
  • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
  • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
4 uur 0 minuten

Downloaden

Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

Metadata

LTI

Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

Arrangement

IMSCC package

Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

Voor developers

Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.

close
Colofon
gemaakt met Wikiwijs van kennisnet-logo
open