Ter inspiratie
Een onderdeel van je taak als Doktersassistente is Laboratoriumwerk:
- bloed afnemen en bepalingen uitvoeren.
- onderzoeken of er glucose in de urine van de patient zit.
Daarvoor ga je in deze lessen je kennis en vaardigheden ontwikkelen.
In onderstaande filmpjes alvast een begin. Veel plezier!
Inleiding
Bij de vakken Laboratorium Theorie en Laboratorium Praktijk leer je zaken die je in je werk in de praktijk nodig hebt.
Laboratoriumonderzoek wordt vooral ingezet om de arts te ondersteunen bij het stellen van de diagnose of om het effect van een therapie te volgen. Ook het verloop van een ziekte kan met behulp van laboratoriumonderzoek gevolgd worden.
Je komt in aanraking met verschillende lichaamsvloeistoffen van patienten, zoals bloed en urine.
Je leert tijdens deze lessen om een aantal bepalingen te doen. Daar hoort natuurlijk ook bij, dat je netjes en hygienisch werkt.
bloedbuisjes
urine
Kerntaken/WP en competenties
Deze periode planner is een onderdeel van de kennis- en vaardighedenlijn die hoort bij:
- Kerntaak 2: Bijdragen aan medische zorg en de hierbij behorende werkprocessen (wp)
- 2.3: Voert handelingen uit in het kader van de individuele gezondheidszorg
- 2.4: Begeleidt en informeert de zorgdrager
Specifiek gaat het om onderstaande vakkennis en vaardigheden:
- Laboratorium handelingen die je kunt uitvoeren bij infectieziekten; onderzoek naar bacteriën, (wp 2.3)
- Beschrijven hoe schimmelonderzoek wordt verricht (wp 2.3)
- Beschrijven hoe een wormeipreparaat wordt gemaakt/beoordeeld (wp 2.3)
- Instrumenten en materialen beschrijven, die nodig zijn voor het uitvoeren van bovenstaande handelingen
- Bovenstaande handelingen op de juiste manier inplannen in de organisatie (wp 2.3)
- De juiste instrumenten en materialen selecteren voor bovenstaande handelingen (wp 2.3)
- Bovenstaande handelingen voorbereiden (wp 2.3)
- Alle handelingen in opdracht uitvoeren (wp 2.3)
- Bij bovenstaande handelingen uitleg geven aan de patiënt/cliënt (wp 2.4)
- De patiënt/cliënt begeleiden bij bovenstaande handelingen (wp 2.4)
- Onderzoeksresultaten op de juiste wijze noteren en doorgeven (wp 2.4)
- Bij bovenstaande handelingen veilig en hygiënisch werken (wp 2.3)
Er wordt gewerkt aan de competenties:
- Aandacht en begrip tonen
- Samenwerken en overleggen
- Presenteren
- Vakdeskundigheid toepassen
- Materialen en middelen inzetten
- Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten
- Kwaliteit leveren
- Instructies en procedures opvolgen
Werkprocessen
* De doktersassistent is in staat accuraat te rekenen, werkt bij het uitvoeren van verpleegtechnische handelingen vakkundig, precies, bedreven en bekwaam, zodat de verpleegtechnische handelingen op een deskundige wijze worden uitgevoerd en bij bijzonderheden op een juiste wijze is gehandeld.
- De doktersassistent is goed op de hoogte van de werking van de materialen en middelen die ze gebruikt en zet de materialen en middelen zo efficiënt en effectief mogelijk in, zodat de verpleegtechnische handelingen verantwoord en deskundig worden uitgevoerd.
2.4
De doktersassistent vraagt aan de zorgvrager of de behandeling naar verwachting verloopt en checkt of de begeleiding en informatie aansluit bij de behoeften en verwachtingen, zodat de zorgvrager hierover tevreden kan zijn.
Leerdoelen
De student kan de volgende onderdelen benoemen en of beschrijven:
- Hoe de verschillende benodigdheden in een laboratorium heten en wat het doel van het werken met deze benodigdheden is en wat hun functie is
- Wat het doel is van het werken met een microscoop
- Welke onderdelen er aan een microscoop zitten en wat de functie hiervan is
- Welke organismen tot de micro-organismen horen
- Welke grondvormen van bacteriën er zijn
- In welke patiëntenmaterialen pathogene micro-organismen kunnen voorkomen.
- Welke wormeieren vaak voorkomen en hoe ze er uit zien
- Wat een kweek is
- Wat het doel van een dipslide bepaling is
- Uit welke voedingsbodems de dipslide meestal bestaat en de namen kunnen noemen
- Wat het verschil tussen de verschillende voedingsbodems van de dipslide is
- Hoe je de uitslag van de dipslide interpreteert
De student:
- Weet hoe een preparaat van micro-organismen wordt gemaakt
- Hoe een wormei preparaat wordt gemaakt
- Weet hoe de dipslide wordt uitgevoerd en wordt afgelezen.
- Weet wat de referentiewaarde van de dipslide is
|
De student kan de volgende onderdelen benoemen en of beschrijven:
- Welke micro-organismen vaak een schimmelinfectie van de huid veroorzaken
- Wat een KOH preparaat is.
- Hoe een KOH preparaat wordt uitgevoerd
|
De student kan:
- Bovenstaande handelingen op de juiste manier inplannen in de organisatie
- De juiste materialen selecteren voor bovenstaande handelingen
- Bovenstaande handelingen voorbereiden
- Bovenstaande handelingen in opdracht uitvoeren
- Bij bovenstaande handelingen uitleg geven aan de patiënt/cliënt
- De patiënt/cliënt begeleiden bij bovenstaande handelingen
- Onderzoeksresultaten op de juiste wijze noteren en doorgeven
- Bij bovenstaande handelingen veilig en hygiënisch werken
De student kan:
- Bovenstaande handelingen voorbereiden
- Bovenstaande handelingen in opdracht uitvoeren
- Onderzoeksresultaten op de juiste wijze noteren en doorgeven
- Gebruikte instrumenten en materialen huishoudelijk schoonmaken, desinfecteren, steriliseren en opruimen
- Bovenstaande handelingen evalueren
|
De student:
- Werkt bij deze handelingen veilig en hygiënisch
- Maakt afspraken met de patiënt/cliënt voor de uitslag en verdere behandeling
- Regelt zo nodig een verwijzing naar een specialist
- Stuurt materialen op naar het juiste laboratorium, met de juiste formulieren
- Toont de juiste beroepshouding tijdens het uitvoeren van bovenstaande handelingen
|
Beoordeling
Kerntaak 2 wordt aan het einde van de opleiding geïntegreerd getoetst door middel van een proeve van bekwaamheid. Wat betreft de vaardighedenlijn wordt in de verschillende fasen van de opleiding gewerkt met zogenaamde aftekenkaarten, waarmee een kandidaat kan aantonen bepaalde vaardigheden te beheersen. De aftekenkaart wordt met voldoende of onvoldoende afgetekend. Een voldoende is voorwaardelijk om deel te mogen nemen aan de eindproeve.
De kennislijn wordt getoetst door middel van een theoretische kennistoets. Voor lab gaat dat in periode 3 om een kleine theorietoets (tt). Dit is een toets waarin de net verkregen kennis wordt getoetst, maar ook de kennis uit eerdere periodes.
Zie ook het Studiewijzer /Onderwijs-en Examenreglement (StOER) op NELO (Noorderpoort Electronische Leeromgeving) en de overgangsnormen.
Planning periode
Periode 5
Week
(1 lesuur)
|
Leerinhoud
|
Voorbereidend huiswerk
|
1
|
Omgaan met lab. materialen en veilig en hygiënisch werken
|
Bestuderen H2.1, 2.2 blz 19 tm 22
Reader H1.1, 1.2, 1.3 en 1.5
SOP 0001, 0003
Taak 1
|
1 skill
|
Opdrachten taak 1 en 2
|
SOP 0001 en 0002
|
2
|
Werken in het laboratorium, wat betekent de uitslag van een test; werken met een microscoop
|
Bestuderen H5.1 blz:70 tm 73
Reader H1 (+microscoop)
SOP 0001, 0002
Taak 2 en 3
|
2 skill
|
Opdrachten taak 1 en 2
|
SOP 0001, 0002 en 0003
|
3
|
Basiskennis bacterieel onderzoek/ gram- MB kleuring
|
Bestuderen Reader H4
SOP 0002 en 0007
Taak 4 Opdr.1 t/m 4 maken en bestuderen
|
3 skill
|
MB kleuring uitvoeren
|
SOP 0002 en 0007
|
4
|
Schimmelinfecties van de huid
|
Reader H 7
SOP 0002 en 0006
Taak 4 Opdr. 5 Bestudeer de artikelen en boeken over deze onderwerpen.
Taak 6 Opdr. 3
|
4skill
|
KOH uitvoeren
|
SOP 0002 en 0007
|
5
|
Schimmelinfecties van de huid + wormeieren
|
Reader H 6 en H7
SOP 0002 en 0006
Taak 4 Opdr. 6,7 Bestudeer de theorie + voorschriften over deze onderwerpen.
|
5 skill
|
Vaardigheden over bovengenoemde onderwerpen.
|
SOP 0002, 0006 en 0007
|
6
|
Inleiding urine /Urinekweek/dipslide
|
Bestuderen H5.8 blz 97 tm 100
Reader H 3.1, 3.3
SOP 0005
Taak 5, 6
|
6 skill
|
Dipslide inzetten en aflezen
|
SOP 0005
|
7
|
Start theorie urinesediment
|
Bestuderen H5.9 blz 101 tm 109
Reader H3.4
SOP 0002 en 0008
|
7 skill
|
Urinesediment
|
SOP 0002 en 0008
|
8
|
Urinesediment/ difdus
|
Bestuderen:H 5.9
Reader H3.4
SOP 0008 urinesediment
Taak 7 opdracht 1, 2 en 3
|
8 skill
|
Taak 7 opdr. 4 tm 6;
urinesediment
|
SOP 0008 urinesediment
SOP 0002 Microscoop
|
De hoofdstukken genoemd bij voorbereidend huiswerk zijn uit het boek: “Verpleegtechnisch handelen voor doktersassistenten; J. van Amerongen, F. Hersevoort-Zomer”
Periode 6
Week
(1 lesuur)
|
Leerinhoud
|
Voorbereidend huiswerk
|
1
|
Urinesediment/ difdus
Urineonderzoek:
|
Bestuderen H 5.9
Reader H3.1, H3.4
SOP 0008
Taak 1 opdracht 1 tm 3; Taak 2 opdracht 1 tm 3
|
1 praktijk/
skill
|
Taak1 opdr. 4 tm 6;
Taak 2 opdracht 4 en 5
|
Urine aspect & urinesediment
SOP 0002, 0008
|
2
|
Stickreacties:
|
Bestuderen (H 5.7) Reader H3.2.1. en H3.2.3
Taak 3 opdracht 1 tm 4; opdracht 5 m.b.t. leuko’s en nitriet maken
|
2 praktijk/
skill
|
Urinesediment
Stickreacties
|
SOP 0008 urinesediment
SOP 0004 Teststicks voor urine
|
3
|
stickreactie :
- Bloed
Urinesediment bloed + osmose
|
Bestudeer Reader H3.5
Taak 3 opdracht 5 mbt bloed; Taak 4
|
3 praktijk/
skill
|
Urinesediment + stick bloed
Osmose, Taak 5
|
SOP 0008 urinesediment
SOP 0004 Teststicks voor urine
|
4
|
Stickreacties op:
|
Bestuderen Reader H3.2.4; 3.2.5 en 3.2.6
Taak 6
|
4 praktijk/
skill
|
Urinesediment + stick Combur 3
pH >8 Aanzuren; pH indicator papier
|
SOP 0004 Teststicks voor urine
|
5
|
Basiskennis bloed, prikaccidenten, vingerprik
|
Bestudeer H4.4 en 5.11
Reader H2.1, H2.1.1 en H2.1.3
SOP 0011 tm 4.1 en filmpje vingerprik
(VL: Taak 7)
|
5 praktijk/
skill
|
Vingerprik en bloedsuiker
|
Bestudeer SOP 0014, 0020, 0021, 0022, 0022a
|
6
|
Vingerprik en bloedsuiker
|
Bestudeer H 5.14
Reader 2.2.2
Taak 8
VL: SOP 0019
|
6 praktijk/
skill
|
Vingerprik en bloedsuiker
|
Bestudeer SOP 0014, 0023, 0024, 0025
|
skill
|
De in de les aangeleerde vaardigheden oefenen en herhalen voor aftekenen vaardighedenkaart
|
Alle relevante lab. voorschriften zie SOP’s
|
Lesinhoud Periode 5
Wk 1
Theorie
|
Omgaan met lab. materialen en veilig en hygiënisch werken
|
Bestuderen H2.1, 2.2 blz 19 tm 22
Reader H1.1, 1.2, 1.3 en 1.5
SOP 0001, 0003
Taak 1
|
Skill
|
Opdrachten taak 1 en 2
|
SOP 0001 en 0002
|
Opdrachten
College
Wk 2
Theorie
|
Werken in het laboratorium, wat betekent de uitslag van een test; werken met een microscoop
|
Bestuderen H5.1 blz:70 tm 73
Reader H1 (+microscoop)
SOP 0001, 0002
Taak 2 en 3
|
Skill
|
Opdrachten taak 1 en 2
|
SOP 0001, 0002 en 0003
|
Opdrachten
College
Wk 3
Theorie
|
Basiskennis bacterieel onderzoek/ gram- MB kleuring
|
Bestuderen Reader H4
SOP 0002 en 0007
Taak 4 Opdr.1 t/m 4 maken en bestuderen
|
Skill
|
MB kleuring uitvoeren
|
SOP 0002 en 0007
|
Opdrachten
College
Wk 4
Theorie
|
Schimmelinfecties van de huid
|
Reader H 7
SOP 0002 en 0006
Taak 4 Opdr. 5 Bestudeer de artikelen en boeken over deze onderwerpen.
Taak 6 Opdr. 3
|
Skill
|
KOH uitvoeren
|
SOP 0002 en 0007
|
Opdrachten
College
Wk 5
5
|
Schimmelinfecties van de huid + wormeieren
|
Reader H 6 en H7
SOP 0002 en 0006
Taak 4 Opdr. 6,7 Bestudeer de theorie + voorschriften over deze onderwerpen.
Taak 6 (inzetten tijdens skill)
|
5 skill
|
Vaardigheden over bovengenoemde onderwerpen.
|
SOP 0002, 0006 en 0007
|
Opdrachten
College
Wk 6
Theorie
|
Inleiding urine /Urinekweek/dipslide
|
Bestuderen H5.8 blz 97 tm 100
Reader H 3.1, 3.3
SOP 0005
Taak 5
|
Skill
|
Dipslide inzetten en aflezen
|
SOP 0005
|
Opdrachten
College
WK 7
7
|
Start theorie urinesediment
|
Bestuderen H5.9 blz 101 tm 109
Reader H3.4
SOP 0002 en 0008
|
7 skill
|
Urinesediment
|
SOP 0002 en 0008
|
Opdrachten
College
WK 8
8
|
Urinesediment/ difdus
|
Bestuderen:H 5.9
Reader H3.4
SOP 0008 urinesediment
Taak 7 opdracht 1, 2 en 3
|
8 skill
|
Taak 7 opdr. 4 tm 6;
urinesediment
|
SOP 0008 urinesediment
SOP 0002 Microscoop
|
Opdrachten
College
WK 9
Opdrachten
College
Wk 10
Opdrachten
College
Lesinhoud Periode 6
Wk 1
1
|
Urinesediment/ difdus
Urineonderzoek:
|
Bestuderen H 5.9
Reader H3.1, H3.4
SOP 0008
Taak 1 opdracht 1 tm 3; Taak 2 opdracht 1 tm 3
|
1 praktijk/
skill
|
Taak1 opdr. 4 tm 6;
Taak 2 opdracht 4 en 5
|
Urine aspect & urinesediment
SOP 0002, 0008
|
Opdrachten
College
Wk 2
2
|
Stickreacties:
|
Bestuderen (H 5.7) Reader H3.2.1. en H3.2.3
Taak 3 opdracht 1 tm 4; opdracht 5 m.b.t. leuko’s en nitriet maken
|
2 praktijk/
skill
|
Urinesediment
Stickreacties
|
SOP 0008 urinesediment
SOP 0004 Teststicks voor urine
|
Opdrachten
College
Wk 3
3
|
stickreactie :
- Bloed
Urinesediment bloed + osmose
|
Bestudeer Reader H3.5
Taak 3 opdracht 5 mbt bloed; Taak 4
|
3 praktijk/
skill
|
Urinesediment + stick bloed
Osmose, Taak 5
|
SOP 0008 urinesediment
SOP 0004 Teststicks voor urine
|
Opdrachten
College
Wk 4
4
|
Stickreacties op:
|
Bestuderen Reader H3.2.4; 3.2.5 en 3.2.6
Taak 6
|
4 praktijk/
skill
|
Urinesediment + stick Combur 3
pH >8 Aanzuren; pH indicator papier
|
SOP 0004 Teststicks voor urine
|
Opdrachten
College
Wk 5
5
|
Basiskennis bloed, prikaccidenten, vingerprik
|
Bestudeer H4.4 en 5.11
Reader H2.1, H2.1.1 en H2.1.3
SOP 0011 tm 4.1 en filmpje vingerprik
(VL: Taak 7)
|
5 praktijk/
skill
|
Vingerprik en bloedsuiker
|
Bestudeer SOP 0014, 0020, 0021, 0022, 0022a
|
Opdrachten
College
Wk 6
Vingerprik en bloedsuiker
|
Bestudeer H 5.14
Reader 2.2.2
Taak 8
VL: SOP 0019
|
Vingerprik en bloedsuiker
|
Bestudeer SOP 0014, 0023, 0024, 0025
|
Opdrachten
College
Wk 7
Opdrachten
College
Wk 8
Opdrachten
College
Wk 9
Praktijk
1 tm 8 (9)
|
Praktijkles sluit aan bij de theorieles, daarnaast herhalen van vaardigheden
|
Bestudeer labvoorschriften bij de behandelde theorie.
Bestudeer KD 2.3 en 2.4, bijbehorende competenties (K,L en T; D, I en R)
|
Opdrachten
College
Wk 10
Praktijk
1 tm 8 (9)
|
Praktijkles sluit aan bij de theorieles, daarnaast herhalen van vaardigheden
|
Bestudeer labvoorschriften bij de behandelde theorie.
Bestudeer KD 2.3 en 2.4, bijbehorende competenties (K,L en T; D, I en R)
|
Opdrachten
College
Bronnen
- Verpleegtechnisch handelen voor doktersassistenten; J. van Amerongen, F. Hersevoort-Zomer
- Protocollenboek Laboratoriumwerk, SOP’s
- Reader Laboratoriumwerk
- Internet