Thema: Consumeren (klaar)

Inleiding

Consumeren
Jongeren zijn voor winkeliers een interessante groep.
Niet alleen als klant, maar ook als (goedkope) arbeidskracht.
Winkeliers proberen door reclame te maken mensen over te halen hun producten te kopen.

Reclame heeft invloed op de manier waarop je jouw inkopen doet.
Als je iets koopt, hebben jij en de verkoper rechten en plichten.
Heb je de keuze uit verschillende merken, kies jij dan het product dat het beste is voor het milieu, kies je het bekendste merk of ga je voor het goedkoopste product?

In het hoofdstuk ¨Consumeren¨ gaan we onder andere kijken naar bovenstaande onderwerpen. 
Aan het eind van het hoofdstuk vind je een begrippenlijst, een oefentoets en examentraining. 

Leerdoelen

Aan het eind van het thema moet je:

  • weten waarom jongeren een interessante doelgroep zijn voor winkeliers.
  • kunnen uitleggen wat wordt bedoeld met koopgedrag en weten waar je koopgedrag door wordt beïnvloed.
  • weten wat een koopovereenkomst is en weten wat je rechten en plichten zijn als je iets koopt.
  • voorbeelden kunnen geven van milieuvriendelijk (koop)gedrag.

Werkplan

Het thema consumeren bestaat uit: een inleiding, vier onderelen, een extra opdracht, een begrippenlijst en een kennistest.

Het is belangrijk dat je goed bijhoudt wat je gedaan hebt.
Om je hierbij te helpen is er een werkplan gemaakt. Deze krijg je van je docent.
Op dat werkplan kun je bijhouden welke onderdelen je al gedaan hebt. Het werkplan heb je elke les bij je. Mocht je hem kwijtraken dan kun je hem hier downloaden.

Download hier het Werkplan Consumeren

Jongeren als doelgroep

Vooraf

Lees het onderstaande krantenartikel.


1. Wat denk jij?

a. Waarom verhoogt Dirk van den Broek de uurlonen?
b. Wat gebeurt er met de koopkracht van de jongeren die bij Dirk van den Broek werken?
c. Er is een verschil in uitgaven tussen jongens van 15 en meisjes van 15. Bedenk twee verschillen.

Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.


Aan het eind van dit onderdeel kun je:

  • uitleggen waarom een ondernemer reclame maakt.
  • uitleggen waarom jongeren voor veel ondernemers een belangrijke doelgroep zijn.


Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Vragen over een doelgroep beantwoorden.
Stap 2 Alleen Diagram bekijken en vragen beantwoorden met behulp van dit diagram.
Stap 3 Alleen Vragen over de redenen waarom jongeren interessant zijn beantwoorden.
Stap 4 Alleen Krantenartikel lezen en vragen beantwoorden over werkende scholieren.
Stap 5 Alleen Vragen over de uitgaven van jongens en meisjes beantwoorden.
Stap 6 Alleen Vragen over 'werken voor een computer' beantwoorden.


Benodigdheden
Voor deze opdracht heb je een rekenmachine nodig.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

Stap 1

Doelgroep
De mogelijke kopers van een product noem je de doelgroep van het product.
Verschillende producten hebben vaak verschillende doelgroepen.

Om een product onder de aandacht van de doelgroep te brengen, maakt een ondernemer vaak reclame voor het product.

2. Schrijf van de volgende producten zo nauwkeurig mogelijk de doelgroep(en) op.

  • brommers
  • auto's
  • fietsen

3. Joshua en Irma zijn het niet met elkaar eens. Volgens Joshua zijn baby's de doelgroep van luiers.
Volgens Irma zijn de ouders van baby's de doelgroep.
Wie heeft er gelijk? Zeg ook waarom.

4. Schrijf een winkel op die als doelgroep jongeren heeft.
Schrijf zo veel mogelijke dingen op waaraan je ziet dat de winkel zich op jongeren richt.

Stap 2

Jongeren als doelgroep
De gemeente Deventer heeft aan 1400 jongeren gevraagd waar ze geld aan uitgeven.
In het diagram hieronder zie je waar jongeren tussen 12 en 17 jaar geld aan uitgeven.

Uitgaven jongeren Deventer

In het diagram zie je bijvoorbeeld dat ruim 40% van de jongeren geld uitgeeft aan muziek.

5. Gebruik het diagram bij het beantwoorden van de volgende vragen.

  1. Hoeveel procent van de jongeren spaart?
  2. Hoeveel procent van de jongeren geeft geld uit aan sport?

6. Vergelijk de uitgaven van de jongeren in Deventer met jouw uitgavenpatroon.
Waar geef jij je geld aan uit?

 

Stap 3

Jongeren zijn interessant
Jongeren zijn een interessante doelgroep voor ondernemers. Dit heeft drie redenen:

1 Jongeren hebben veel geld te besteden.
2 Jongeren zijn makkelijk te beïnvloeden
3 Jongeren zijn de klanten van de toekomst

Jongeren verdienen niet zoveel als ouderen. Maar jongeren kunnen hun geld wel vaak uitgeven aan wat ze willen. Jongeren hebben veel vrije koopkracht.
Van het inkomen van ouderen gaat vaak een groot deel op aan vaste lasten.
Ouderen hebben veel gebonden koopkracht.

7. Wat versta je onder koopkracht?
8. Geef twee voorbeelden van vaste lasten.
9. Leg uit waarom de koopkracht van jongeren vaak vrije koopkracht is.

 

Naast het feit dat jongeren een interessante doelgroep zijn voor ondernemers, zijn jongeren om nog een reden interessant voor ondernemers. Jongeren zijn ook interessant als werknemer. Jongeren zijn veel goedkoper dan oudere werknemers, zijn over het algemeen fitter, bezitten de meest actuele kennis en willen vaak graag nieuwe dingen leren.

Stap 4

Scholieren werken

10. In supermarkten werken veel jongeren.

  1. Waarom is het voor supermarkten vaak goedkoper om jongeren in te zetten dan het vaste personeel?
  2. Wat wordt bedoeld met 'op de onmogelijkste tijden'?
  3. Noem een reden waarom bedrijven ook graag werken met ¨ouder¨ personeel.

11. In veel supermarkten verdienen jongeren als basis het minimumjeugdloon.
Overwerken na 6 uur en in het weekend zijn er vaak aanvullende afspraken.

  1. Wat wordt bedoeld met minimumjeugdloon?
  2. Voor jongeren is werken op de 'onmogelijkste tijden' ook vaak prettig.
    Leg uit waarom.

Stap 5

Jongens en meisjes
In de tabel staan uitgaven per maand van jongens en meisjes van 17 en 18 jaar.

  jongens meisjes
snacks/snoep € 16,-      ........% € 11,-      ........%
uitgaan € 18,-      ........% € 14,-      ........%
computer € 19,-      ........% € 14,-      ........%
telefoon € 32,-      ........% € 33,-      ........%
kleding € 42,-      ........% € 45,-      ........%
overigen € 73,-      ........% € 78,-      ........%
     
totaal € .......      100% € .......      100%

 

12. Schrijf voor de jongens en de meisjes twee voorbeelden op van uitgaven die onder het kopje overigen zouden kunnen vallen.
13. Neem de tabel over en vul de ontbrekende bedragen en percentages in.
14. Wat valt je op als je de uitgaven van jongens en meisjes met elkaar vergelijkt?

Stap 6

Werken voor een computer

 

Raldie heeft een jaar lang haar zakgeld en het geld dat ze verdient met haar werk in de supermarkt op een spaarrekening gezet. Raldie wil een laptop kopen. De laptop die Raldie wil kopen, kost € 785,-.

 

15. Wat is de doelgroep van laptops: jongeren of ouderen? Of maakt dat niet uit? Licht je antwoord toe.
16. Een computer doet het wel een jaar of tien, maar toch zal Raldie waarschijnlijk niet tien jaar met de computer werken. Leg uit waarom niet.
17. Raldie verwacht dat ze vier jaar met de laptop kan doen. Daarna wil ze hem inruilen voor een nieuwe. Misschien dat ze er dan nog 100 euro voor terug krijgt.
Bereken welk bedrag Raldie in die vier jaar per maand zal moeten sparen om dan weer een nieuwe laptop van € 785,- te kunnen kopen.

Reclame

Vooraf

Als je een spijkerbroek koopt, heb je veel keus. De keuze die je uiteindelijk maakt voor het merk of het model wordt onder andere beïnvloed door reclame.

Hieronder zie je een aantal producten.

luiers sigaretten
scooters wasmiddel
bier meubels


18.  Wat denk jij?

 

a. Wordt er voor deze producten veel reclame gemaakt?
b. Wat voor soort reclame wordt er gemaakt?

  • vooral over de prijs van het product of juist over de kwaliteit?
  • vooral op televisie of in de krant of op internet?
  • .....

 


Aan het eind van dit onderdeel kun je:

  • uitleggen wat het verschil is tussen commerciële en ideële reclame.
  • uitleggen wat bedoeld wordt met misleidende reclame en met mond-tot-mondreclame.
  • uitleggen wat sponsoring is.


Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Informatie lezen en vragen beantwoorden met behulp van het internet.
Stap 2 Alleen De website van SIRE bezoeken en vragen beantwoorden met behulp van deze website.
Stap 3 Alleen Vragen over een reclame-actie beantwoorden.
Stap 4 Alleen De website van de Reclame Code Commissie bezoeken en vragen beantwoorden met behulp van deze website.
Stap 5 Alleen Vragen over misleidende reclame beantwoorden met behulp van het internet.
Stap 6 Alleen  Vragen over mond-tot-mondreclame beantwoorden.
Stap 7 Alleen Vragen over sponsoring beantwoorden.


Benodigdheden
Voor deze opdracht heb je een rekenmachine nodig.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

Stap 1

Lees in de Kennisbank wat het verschil is tussen commerciële reclame en ideële reclame en beantwoord daarna de vragen.

KB: Reclame

19. Lees de volgende reclameslogans.
Zijn het voorbeelden van ideële reclame of van commerciële reclame?

  1. Heerlijk, helder Heineken.
  2. Geef kinderen hun spel terug.
  3. Kruitvat, steeds verassend en altijd voordelig!

20. Welk woord moet worden ingevuld: ideële reclame of commerciële reclame?

  1. De advertenties in kranten of op internet behoren bijna allemaal tot ..... .
  2. Reclame in de STER-blokken zijn voorbeelden van ..... .
  3. De spotjes van Informatie Rijksoverheid (voorheen Postbus 51) behoren tot ..... .

21. Ga op zoek naar Nederlandse commerciële reclameslogans.
Schrijf drie reclameslogans op die jij goed vindt en waarvan je denkt dat iedereen deze wel kent.
Schrijf ook op waarom je deze reclameslogans goed vindt.

Stap 2

SIRE
SIRE is een onafhankelijke stichting die maatschappelijke onderwerpen onder de aandacht brengt, bespreekbaar maakt én agendeert bij het Nederlandse publiek, opinieleiders en besluitvormers.

22. Wat betekent de afkorting SIRE?
23. Ga naar de website van SIRE (www.sire.nl).
Welke campagne loopt er op dit moment?
24. Bekijk nog minimaal twee oudere campagnes.
Schrijf de naam van de campagne op en schrijf ook in het kort op waar de campagne zich op richt.

De stichting SIRE is onder andere afhankelijk van sponsors. Onderaan een SIRE-advertentie staat soms een zin toegevoegd als: 'Deze advertentie is mogelijk gemaakt .....' of 'Met dank aan .....'

25. Ga op de site op zoek naar enkele sponsors van SIRE.
26. Bedenk een reden voor een bedrijf om SIRE te sponsoren.
27. Wat vind jij? Vind je het goed dat SIRE werkt met sponsors of vind je dat SIRE betaald zou moeten worden door de overheid.

Stap 3

Reclame-actie
Een wasmiddelenfabrikant laat een grote reclame-actie bedenken door een reclamebureau.
De totale kosten van de reclame zullen € 1.000.000,- bedragen.

28. Op welke doelgroep zal de reclame-actie zich vooral richten?
29. Het wasmiddel kost € 4,- per kilo. In deze prijs is € 0,40 opgenomen ter dekking van de reclame-actie.
Hoeveel kilo waspoeder moet de fabrikant verkopen om de reclamekosten terug te verdienen?
30. Een onderdeel van de reclame-actie is het huis aan huis verspreiden van gratis waspoeder in zakjes van 100 gram.
Er worden in totaal 1 miljoen zakjes verspreid. De productiekosten bedragen per zakje € 0,08. Het verspreiden kost € 0,12 per zakje.
Hoeveel kost dit onderdeel van de reclame-actie?
31. Hoeveel procent van de totale kosten gaat op aan de huis-aan-huisactie?
32. Verzin zelf nog een andere actie voor de fabrikant.

Stap 4

Reclame voor sigaretten - Reclame Code Commissie


33. De verkoop en het reclame maken voor sigaretten is aan allerlei wet- en regelgeving gebonden. De hoofdregel is duidelijk: elke vorm van reclame voor tabaksproducten is verboden. Maar voor een tabaksspeciaalzaak zelf mag wel reclame gemaakt worden bijvoorbeeld in een huis-aan-huisblad of op internet.

  1. Waarom, denk je, is de hoofdregel dat er geen reclame gemaakt mag worden voor tabaksproducten?
  2. Op dit moment is er sprake van een verandering in de manier van verkoop van shag en sigaretten in supermarkten. Weet jij wat er verandert aan de manier van verkoop?

Als je een reclame-uiting niet vindt kunnen, kun je een klacht indienen bij de Reclame Code Commissie. Als de commissie het met jou eens is wordt het bedrijf verzocht de reclame niet meer te gebruiken. De Reclame Code Commissie is opgericht door het bedrijfsleven zelf.

34. Zoek twee voorbeelden van reclames op die zijn verboden door de Reclame Code Commissie. Wat was de klacht en waarom zijn deze reclames dus verboden?

Stap 5

Misleidende reclame
In Nederland moet reclame aan een aantal regels voldoen. Deze regels staan in de Nederlandse Reclame Code. Eén van de regels is dat een reclame niet misleidend mag zijn. In een misleidende reclame zegt een adverteerder dingen die niet waar zijn. Ook als er in een reclame belangrijke informatie wordt weggelaten spreek je van misleidende reclame.

35. Bedenk een voorbeeld van misleidende reclame waarbij de adverteerder dingen zegt die niet waar zijn.
36. Bedenk ook een voorbeeld van misleidende reclame waarbij de adverteerder dingen weglaat die hij eigenlijk wel hoort te zeggen.
37. Bij welke commissie kun je een klacht indienen als je denkt dat reclame misleidend is?

Sinds enkele jaren is er de verkiezing van het Gouden Windei, een prijs voor de meest misleidende reclame.

38. Zoek uit wie het Gouden Windei het afgelopen jaar gewonnen heeft en met welke reclame.
39. Vind je het goed dat er jaarlijks een Gouden Windei wordt uitgereikt? Beargumenteer je antwoord.

Stap 6

Mond-tot-mondreclame
Als jij tevreden (of ontevreden) bent over een bepaald product of over een bepaalde winkel, dan vertel je dit aan een ander. Er is dan sprake van mond-tot-mondreclame. Tegenwoordig worden ook uitingen op internet (bijvoorbeeld via een blog of via twitter) tot mond-tot-mondreclame gerekend.
Hieronder een aantal uitspraken over de mond-tot-mondreclame.

  1. In tegenstelling tot de meeste andere vormen van reclame is mond-tot-mondreclame gratis.
  2. Mond-tot-mondreclame is moeilijk te sturen. Soms worden er onwaarheden verteld.
  3. Omdat je degene van wie je hoort dat het product of de winkel goed is vaak kent, is mond-tot-mondreclame betrouwbaar.
  4. Mond-tot-mondreclame is heel gericht. Je vertelt alleen iets door over een product of winkel die je goed vindt, als dat voor degene aan wie je het vertelt relevant is.
  5. Mond-tot-mondreclame gaat vaker over een negatieve ervaring dan over een positieve ervaring.

 

40. Heb jij ook wel eens mond-tot-mond reclame uitgevoerd? Weet je nog over welk product dit ging?
41. Waar hecht jij meer waarde aan, mond-tot-mond reclame of reclame van een bedrijf zelf? Motiveer je antwoord.

Stap 7

Sponsoring
Veel bedrijven maken reclame op televisie. Op Nederland 1, 2 en 3 wordt de reclame tussen de programma's uitgezonden in STER-blokken.
Maar ook tijdens de programma's wordt er wel eens reclame gemaakt. Denk maar eens aan een voetbalwedstrijd.

42. Hoe kan een bedrijf tijdens een voetbalwedstrijd reclame maken?

Veel sportverenigingen hebben op hun kleding de naam van een bedrijf staan. De vereniging ontvangt hiervoor geld van het bedrijf. Je zegt: het bedrijf is de sponsor van de vereniging.

43. Leg uit waarom sponsoring meestal commerciële reclame is.
44. Ziggo is de sponsor van de Ajax. Het sponsoren kost Ziggo geld.
Naar de wedstrijden van Ajax komt veel publiek.
De wedstrijden worden ook op televisie uitgezonden.

  1. Wat denk je dat voor Ziggo belangrijk is:
    het publiek op de tribune of de mensen voor de tv?
  2. Soms zal Ziggo niet echt blij zijn dat het de sponsor van Ajax is.
    Kun je een voorbeeld bedenken?

De koopovereenkomst

Vooraf

Bekijk de factuur.


Beantwoord de volgende vragen.

45. Welk artikel wordt verkocht/gekocht?
46. Wie is de koper? En wie is de verkoper?
47. Op de bon zie je twee handtekeningen staan.
Waarom denk je dat die op de bon staan?


Aan het eind van dit onderdeel kun je:

  • uitleggen wat een koopovereenkomst is.
  • de plichten en de rechten van de verkoper en van de koper noemen.
  • uitleggen aan welke eisen een koopovereenkomst moet voldoen.


Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Vraag over een koopovereenkomst beantwoorden.
Stap 2 Alleen Vragen over de rechten en plichten van de koper en verkoper beantwoorden.
Stap 3 Alleen Vragen over de eisen van een koopovereenkomst beantwoorden.
Stap 4 Alleen Vragen over koopovereenkomsten met uitzonderingen beantwoorden.


Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

Stap 1

Koopovereenkomst
Als een koper en een verkoper het eens zijn over het gekochte/verkochte artikel en over de prijs dan spreek je van een koopovereenkomst. Bijna iedereen die 18 jaar of ouder is kan een koopovereenkomst sluiten. Ben je nog geen 18, en dus minderjarig, dan gelden er speciale regels.

Een koopovereenkomst kan zowel schriftelijk als mondeling worden aangegegaan. Een belangrijke overeenkomst kun je het beste schriftelijk vastleggen.

Iris Gadema heeft bij een rijwielhandelaar een fiets van € 600,- besteld.
Ze kan de fiets over vijf dagen ophalen. De volgende dag ziet Iris een advertentie in de krant.
Dezelfde fiets wordt aangeboden voor € 550,-.
Iris denkt dat ze nog van de koop af kan. Ze heeft immers niets getekend.

48. Wat denk jij? Kan Iris nog van de koop af? Motiveer je antwoord.

Stap 2

Rechten en plichten

 

Bij een koopovereenkomst horen rechten en plichten voor de koper en de verkoper.

 

Koper
Plicht: betalen van de prijs.
Recht: ontvangen van het afgesproken product.
Verkoper
Recht: ontvangen van de prijs.
Plicht: leveren van het afgesproken product.


49. Iris Gadema heeft in een rijwielwinkel een fiets van € 600,- gekocht.

  1. Schrijf de rechten en plichten van Iris op.
  2. Schrijf ook de plichten en rechten van de rijwielhandelaar op.

 

De verkoper heeft als plicht "het leveren van het afgesproken product". Lees het artikel hieronder.

In plaats van €319 werd de hoogslaper aangeboden voor €24

50. Beschrijf in eigen woorden met welk probleem we in het artikel te maken hebben.

Stap 3

Eisen koopovereenkomst
Jochem van Ast wordt op straat lastiggevallen door drie jongens. De jongens dwingen Jochem zijn fiets aan hen te verkopen voor € 10,-. Jochem geeft de jongens zijn fiets. Hij krijgt van de jongens € 10,-.
Denk jij dat er hier sprake is van een geldige koopovereenkomst?

Een koopovereenkomst moet aan de volgende eisen voldoen:
  • de koper en verkoper moeten weten over welk artikel het gaat.
  • de koper en verkoper moeten beiden minimaal 18 jaar zijn.
  • er mag geen sprake zijn van dwang, bedrog, misbruik van omstandigheden of dwaling.
  • de overeenkomst mag niet in strijd zijn met de wet.


Beantwoord de volgende vragen.

51. Erik is 12 jaar. Hij koopt zonder toestemming van zijn ouders een telefoon van € 489,-.
Is de koopovereenkomst geldig?
52. De verwarming van de familie de Vries is met Kerst stuk gegaan. De reperateur die hem gemaakt heeft geeft de rekening met hierop €200 voorrijkosten aan meneer de Vries. Hij betaalt deze maar na Kerst probeert hij de overeenkomst toch ongedaan te laten verklaren. Waarom denkt meneer de Vries dat hij de overeenkomst ongeldig kan laten verklaren ?
53. Frits van Ravenstein koopt een tweedehands fiets. De volgende dag wordt hij aangehouden.
De fiets blijkt gestolen te zijn. Wat is er mis?

Stap 4

18 jaar en ouder

 

Om een koopovereenkomst af te sluiten moet je 18 jaar of ouder zijn. Minderjarigen mogen volgens de wet alleen met toestemming van hun ouders een koopovereenkomst afsluiten. Toch zijn er wel uitzonderingen. We zeggen dan dat je als minderjarige toch over het oordeel des onderscheids beschikt.

De rechter zal in de volgende gevallen de koopovereenkomst gesloten door een minderjarige geldig verklaren:
  • er is iets gekocht met zelfverdiend geld.
  • er is iets gekocht wat voor iemand van die leeftijd normaal is;
    de hoogte van het aankoopbedrag speelt dan een rol.
  • er is iets gekocht voor het huishouden of studie.


Beantwoord de volgende twee vragen.

54. Ben je het eens met de eerste uitzondering? Leg je antwoord uit.
55. Schrijf drie producten op waarvan jij denkt dat een minderjarige die volgens de tweede uitzondering mag kopen

 

Consumeren en milieu

Vooraf

Afvalproductie
In het diagram zie je van een aantal landen hoeveel een persoon gemiddeld aan afval produceert.

Afvalproductie per persoon per jaar in kilogram


In het diagram zie je bijvoorbeeld dat iemand in Ierland gemiddeld 300 kg afval per jaar produceert.

Gebruik het diagram bij het beantwoorden van de volgende vragen.

56. Van welk land produceren de inwoners gemiddeld het meeste afval?
57. Hoeveel kg afval produceert een Nederlander gemiddeld per jaar?
58. Hoeveel kg afval wordt er in totaal in Nederland per jaar geproduceerd?
Ga uit van 17 miljoen mensen.
59. Volgens Inge wordt er in rijke landen meer afval geproduceerd dan in armere landen.
Ben je het met Inge eens? Motiveer je antwoord. 


Aan het eind van dit onderdeel kun je:

  • door middel van voorbeelden duidelijk maken wat wordt bedoeld met milieuvriendelijk gedrag.
  • uitleggen wat recycling is.
  • een manier noemen waarop consumenten aan producenten kunnen laten weten dat ze een bepaald product niet willen hebben.


Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Vragen over milieuvriendelijk gedrag beantwoorden.
Stap 2 Alleen Vragen over het scheiden van afval beantwoorden.
Stap 3 Alleen Vragen over een koperstaking beantwoorden.
Stap 4 Alleen Vragen over groene stroom beantwoorden.
Stap 5 Alleen Video bekijken en vraag beantwoorden met behulp van het internet.


Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

Stap 1

Milieuvriendelijk gedrag
Mensen produceren veel afval. Afval vervuilt het milieu.
Milieuvriendelijk gedrag is gedrag dat helpt om de afvalberg niet te groot te laten worden.
Voorbeelden van milieuvriendelijk gedrag zijn:

  • het gebruik van statiegeldflessen.
  • het gebruik van LED lampen.
  • het reizen met de trein in plaats van met de auto.
  • het scheiden van afval.

Het reizen met de trein in plaats van met de auto is een voorbeeld van milieuvriendelijk gedrag.
Toch reizen er nog veel mensen met de auto.

60. Waarom is reizen met de trein beter voor het milieu?
61. Reis je thuis als gezin wel eens met de trein in plaats van met de auto? Waarom wel/niet?
62. Schrijf een nadeel van de trein op.
63. Schrijf ook een voordeel van de trein op.
64. Wat zou er moeten gebeuren om meer mensen met de trein te laten reizen in plaats van met de auto?

Stap 2

Recycling
Het scheiden van afval is ook een voorbeeld van milieuvriendelijk gedrag.
Papier hoort in de papierbak, glas in de glasbak, groente-, fruit- en tuinafval in de gft-bak en plastic in de plasticbak.

65. Wat is het voordeel van het gescheiden ophalen van afval?

Het hergebruiken van afvalproducten noem je ook wel recycling.
66. Schrijf minimaal drie producten op die hergebruikt kunnen worden.
67. Als je in een winkel rondloopt, zie je vaak niet meteen welke producten te recyclen zijn. Om je hierbij te helpen zijn er milieukeurmerken.
Zoek op internet een milieukeurmerk op dat aangeeft dat producten te recyclen zijn.

Stap 3

Kopersstaking
Tropisch hout kan worden gebruikt voor bijvoorbeeld kozijnen, deuren en hekwerken. Om aan tropisch hout te komen, worden tropische regenwouden gekapt. Dat tropisch regenwoud is belangrijk voor het milieu.
Het is niet goed als er te veel regenwoud verdwijnt. In de meeste doe-het-zelfwinkels kun je ook ander hout dan tropisch hout kopen.

68. Hoe kun je als consument een bijdrage leveren aan het behoud van het tropisch regenwoud?

Als een bepaald product door veel mensen niet gekocht wordt, spreek je van een kopersstaking. Consumenten kunnen door een kopersstaking laten merken dat ze milieuonvriendelijk gedrag niet goed vinden. (Dit heet ook wel boycotten)

69. Leg uit waarom een kopersstaking een heel goed middel is om producenten te dwingen milieuvriendelijker te produceren.

Stap 4

Groene stroom
Consumenten kunnen tegenwoordig kiezen tussen natuurstroom en 'gewone' stroom. Natuurstroom wordt opgewekt uit zon, water en wind. 'Gewone' stroom wordt opgewekt uit kolen, gas of olie.
Natuurstroom wordt ook wel groene stroom genoemd, omdat het opwekken minder milieuvervuiling met zich meebrengt. Groene stroom is vaak wel duurder dan gewone stroom.

70. Gebruiken jullie thuis gewone stroom of groene stroom?
71. Schrijf op waarom jullie thuis wel of geen groene stroom gebruiken.
72. Zoek uit waarom groene stroom vaak duurder is dan gewone stroom.
73. Bedenk een actie waarmee de overheid het gebruik van groene stroom zou kunnen promoten.

Stap 5

Recyclingbijdrage

 

Iedereen die in 2014 of later een nieuwe auto heeft gekocht, heeft een recyclingbijdrage van 45 euro betaald. De recyclingbijdrage wordt gebruikt om de auto aan het eind van zijn levensduur milieuverantwoord te recyclen.

De gemiddelde levensduur van een auto is in Nederland zo'n 17 jaar. Elk jaar danken we in Nederland zo'n 200.000 auto's af. Afgedankte auto's zitten vol materialen die goed opnieuw te gebruiken zijn. Zo kun je de autobanden van een afgedankte auto opnieuw tegenkomen als de zachte rubberen tegels onder een speeltoestel.

Bekijk de video.

 

 

De recyclingbijdrage die wordt betaald bij de aanschaf van een auto is bedoeld om de kosten voor de inzameling en het hergebruik te betalen.
De recyclingsbijdrage geldt niet alleen bij aanchaf van een auto.
74. Zoek op bij welke apparaten je ook een recyclingsbijdrage betaalt.

 

Extra: Energieleverancier

Introductie

Een goede energieleverancier vinden kost veel energie!

Vind maar eens een goede energieleverancier! Het liefst ook nog één met lage prijzen. Dat valt niet mee. De prijzen die de Nederlandse consumenten betalen voor elektriciteit behoren tot de hoogste van Europa. Dat blijkt uit cijfers van het CBS. Voor elektriciteit betaalden op 1 januari 2007 alleen de Denen en de Italianen meer.

Denk, samen met een klasgenoot, eens na over de volgende vragen.

  • Hoeveel, denk je, betaalt een gezin dat bestaat uit twee personen per maand aan energie?
  • Bij het kiezen van een energieleverancier heb je verschillende mogelijkheden.
    Is dat een voordeel of een nadeel? En waarom?
  • Hoeveel je per jaar aan gas betaalt, staat niet van te voren vast.
    Bedenk een reden waardoor je niet ieder jaar evenveel betaalt?
  • Niet iedereen kijkt bij de keuze van een energieleverancier alleen naar de prijs.
    Wat kan nog meer een reden zijn om voor een bepaalde energieleverancier te kiezen?

Over het kiezen van een energieleverancier ga je straks een aantal vragen beantwoorden.

Kennisbank

Voor je aan de slag gaat met het beantwoorden van de vragen die horen bij deze opdracht, bestudeer je de theorie in het volgende items in de Kennisbank Economie.

KB: Budgetteren

KB: Consumeren en milieu

Zorg dat je antwoord kunt geven op de volgende vragen:

E1. Wat is het verschil tussen een budget en een begroting?
E2. Wat wordt bedoeld met milieuvriendelijk gedrag?
E3. Geef twee voorbeelden van milieuvriendelijk gedrag.

Vragen

Vincent en Simone zijn net verhuisd. Ze krijgen van hun energieleverancier een brief dat het voorschotbedrag van de energierekening € 280 per maand bedraagt.
Ze vinden dit erg hoog. Vorig jaar was hun maandelijkse voorschotbedrag € 175 en kregen ze aan het eind van het jaar € 210 terug.

E4. Wat waren de energiekosten voor Vincent en Simone van vorig jaar?

  1. € 1.890
  2. € 2.100
  3. € 3.150
  4. € 3.360

​E5. ​Sinds 2004 kunnen consumenten zelf hun energieleverancier kiezen.

Simone vindt het vreemd dat de prijzen sindsdien alleen maar hoger zijn geworden.
Volgens haar zou concurrentie juist voor lagere prijzen moeten zorgen.
Geef een argument voor de mening van Simone.

Bekijk de volgende gegevens over de Elektriciteitsprijzen in Nederland.

Elektriciteitprijzen in Nederland

E6. Het elektriciteitsverbruik van Vincent en Simone is momenteel 1.750 kWh per jaar.
Hun leverancier is Caplara. Ze krijgen telefonisch een aanbod van Cogas.
Dat aanbod komt neer op € 315 per jaar. Zie tabel.
Hoeveel zijn Vincent en Simone goedkoper uit als ze op het aanbod van Cogas ingaan? Schrijf je berekening op
E7. Vincent denkt dat ze bij hun keuze voor een energieleverancier niet alleen naar de prijs moeten kijken. “We kunnen wel allemaal alleen naar de laagste prijs voor de consument kijken, maar je moet ook kijken naar hoe de energie wordt geproduceerd. Anders levert het ons op den duur alleen maar maatschappelijke kosten op.”
Geef een argument voor de uitspraak van Vincent.
E8. Simone: “Als de prijs voor energie erg hoog wordt, kan dat ook voordelen hebben”, zegt zij. “Op den duur zijn we dan misschien wel beter uit.”
Geef twee argumenten voor de uitspraak van Simone.

Begrippenlijst

Consumeren

doelgroep
de mogelijke kopers van een product.
sponsor
een bedrijf dat een vereniging geld geeft omdat de vereniging reclame maakt voor het bedrijf.
reclame
acties van een winkelier om een product onder de aandacht van de doelgroep te brengen.
koopovereenkomst
de koper en verkoper zijn het eens over het gekochte artikel en de prijs.
koopgedrag
de manier waarop een consument zijn aankopen doet.
onroerende goederen
de grond en alles wat daaraan vastzit.
commerciële reclame
reclame die tot doel heeft de winst te verhogen.
roerende goederen
alles wat niet onroerend is.
ideële reclame
reclame zonder winstdoel.
milieuvriendelijk gedrag
gedrag dat helpt om de afvalberg niet te groot te laten worden.
misleidende reclame
reclame die het niet zo nauw neemt met de waarheid.
kopersstaking
consumenten weigeren massaal een product van een bepaalde producent te kopen.
mond-tot-mondreclame
de consumenten vertellen elkaar dat ze een product goed (of slecht) vinden.

 

Kennistest

Consumeren

Het thema 'Consumeren' sluit je af met een kennistest.


De test bestaat uit een aantal meerkeuzevragen.
Aan het eind van de test zie je je score.
Bij een score van ongeveer 80% heb je een voldoende. Deze kennistest geeft een beeld van de kennis die jij op dit moment hebt opgedaan van dit thema.
Aan het eind van je test kun je van de vragen die je fout had, zien wat het goede antwoord was.

Een goed cijfer voor deze test wil niet zeggen dat je de stof beheerst en de toets niet (goed) hoeft voor te bereiden. Om de toets voor te bereiden leer je je aantekeningen, antwoorden op de vragen, theorie van dit thema en maak je de examentraining.

Succes.

Toets:Consumeren

Examentraining

vmbo-kgt34

  • Het arrangement Thema: Consumeren (klaar) is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Henk-Jan van Mierlo Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2017-10-03 13:36:58
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    VMBO theoretische leerweg, 4;
    Leerinhoud en doelen
    Consumptie en consumenten-organisaties; Economie; Natuur en milieu;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    12 uur en 50 minuten
    Trefwoorden
    leerlijn, rearrangeerbare

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Economie. (2020).

    Thema: Consumeren - vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/73801/Thema__Consumeren___vmbo_kgt34

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Consumeren

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.