Introductie op het thema
Zinvolle daginvulling: cliënten met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking willen ook graag hun dagen zinvol besteden. Gewoon meedoen! Een zorgboerderij is daar een voorbeeld van en speelt in op deze behoefte en biedt de mogelijkheid mee te werken op een boerderij.
Cliënten kunnen iedere werkdag aan de slag met allerlei werkzaamheden. Zoals de verzorging van kleine en grote dieren, onderhoud, technische klusjes en kleine bouwwerkzaamheden. Er wordt vanuit zinvolle daginvulling bekeken wat de behoeften, mogelijkheden en interesses van iedere individuele cliënt zijn en het werkaanbod wordt hierop afgestemd.
Kwaliteitszorg
Klik hier voor het document KWALITEITSKADER GEHANDICAPTENZORG 2017-2022

Zorgboerderij de Mekkerbek
Klik hier voor de YouTube film ZORGBOERDERIJ DE MEKKERBEK

Lesinhoud PIT
Aan de slag, durf te vragen
Om een professionele website of projectplan voor jullie dagbesteding te kunnen bouwen/schrijven, heb je achtergrondinformatie nodig. Zo ga je onderzoeken hoe een cliënt zich kan aanmelden voor dagbesteding en op welke manier de doelgroep het beste begeleid kan worden bij zijn of haar zinvolle daginvulling.

stap 1 - Gezamenlijke leervraag
De betrokkenen bij het project komen gezamenlijk, bijvoorbeeld door onderzoek in een brainstormsessie, tot een aantal uitdagende en/of inspirerend leervragen. De vragen passen bij het thema/onderwerp en zijn authentiek voor beroep, maatschappij en/of opleiding. Aan het einde van het project kan elke student hierop beargumenteerde antwoorden geven of gevraagde producten laten zien. Een kenmerk van de leervragen is dat er vooraf geen eenduidig antwoord is.
Stap 2 - Persoonlijke leervraag
Iedere student formuleert, n.a.v. stap 1, één of meer persoonlijke leervragen om tijdens het project aan te werken. Deze leervragen kunnen te maken hebben met zelfbeeld, opleidingsbeeld, beroepsbeeld, beroepsinhoud en hebben een onderzoekend karakter en worden aan het einde van het project door de student beantwoord.
Stap 3 - Bronnen en leeractiviteiten
Ga met je groep onderstaande vragen onderzoeken en beantwoorden.
Financiering zorgboerderijen/dagbesteding
• Op welke manier(en) kan een plek op een zorgboerderij gefinancierd worden?
• Bij welke instantie moet een cliënt aangeven dat hij bij een zorgboerderij wil werken?
• Wie bepaalt of een cliënt een plek krijgt op een zorgboerderij?
• Op basis waarvan wordt bepaald of een cliënt een plek krijgt op een zorgboerderij?
• Krijgen cliënten die werkzaam zijn bij een zorgboerderij een inkomen? Motiveer je antwoord.
Meedoen/WMO/participeren
• Wat houdt de Participatiewet precies in? Waarom is meedoen belangrijk voor mensen met een beperking?
• Valt werken bij een zorgboerderij onder de Participatiewet? Motiveer je antwoord.
• Wanneer spreek je over zinvolle dagbesteding en waarom is dat belangrijk voor clienten?
Visie en methodiek dagbesteding
• Wat zijn de hoofdlijnen van ondersteunen bij arbeidsmatige dagbesteding?
• Welke vaardigheden spelen een rol als je begeleider bent bij een dagbesteding/zorgboerderij?
• Welke methodieken kun je inzetten binnen dagbesteding? Motiveer je keuzes.
• Welke rolt speelt BeZinn voor zorgboerderijen?
Kwaliteitszorg
• Hoe kun je kwaliteitszorg integreren in het aanbieden van dagbesteding?
• Beschrijf hoe jullie met onderstaande items aan de slag gaan in jullie vorm van dagbesteding:
het zorgproces rond de individuele cliënt
onderzoek naar de ervaringen van cliënten
zelfreflectie in zorgteams
kwaliteitsrapport en visitatie
Stap 4 - Producten
Deelproduct 1: Bronnenonderzoek
Bij stap 3 (bronnen en activiteiten) staan bij een aantal onderwerpen vragen beschreven. In de lessen worden de onderwerpen zoals kwaliteitskader, financieringsstelsel, methodieken, zingeving etc. besproken, maar ook gaan jullie zelfstandig onderzoek doen hiernaar. Dit bronnenonderzoek verwerken jullie ook in je website/verslag.
Deelproduct 2: Interview
Ga op zoek naar een persoon die bekend is met een zorgboerderij/dagbesteding voor cliënten met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking. Bijvoorbeeld doordat hij hier zelf werkzaam is als cliënt of een (oud-)medewerker/leidinggevende. Stel een vragenlijst over werken bij een zorgboerderij/dagbesteding.
Hoe ziet een typische werkdag (voor cliënt of medewerker) eruit? Hoe worden de cliënten begeleid?
Houd een telefonisch interview en noteer alle antwoorden die je krijgt.
Verwerk je antwoorden vervolgens in een lopend verhaal (minimaal 500 woorden).
Deelproduct 3: Verslag aanbod dagebsteding
Schrijf een verslag over het aanbod van jullie dagbesteding.
Welke werkzaamheden bieden jullie aan? Hoe wordt rekening gehouden met een lichamelijke en eventueel bijkomende psychische beperking tijdens de werkzaamheden op een zorgboerderij? Hoe ziet de begeleiding er specifiek eruit? Welke doelgroep willen jullie gaan begeleiden en beschrijf welke methodieken jullie willen gebruiken? Welke doelen kunnen nagestreefd worden? Welke visie hanteren jullie? Hoe wordt er gewerkt aan kwaliteitszorg binnen jullie dagbesteding? Hoe wordt jullie dagbesteding gefinancierd? En hoe werken jullie aan zingeving voor de client?
Neem je onderzoek bij stap 3 - Bronnen ook mee in dit deelproduct.
Deelproduct 4: Infographic
Maak een infographic van de procedure: hoe kun je bij de dagebestedig te werk gesteld worden? Dus welke stappen moet een cliënt (eventueel met hulp van diens betrokkenen) doorlopen om uiteindelijk bij jullie dagbesteding te kunnen werken?
Deelproduct 5: Website of Projectplan
Maak een website of projectplan over jullie nieuw op te zetten dagbesteding.
Zoek op internet een site waar je eenvoudig een gratis website kunt bouwen, zoals www.webnode.nl.
Let op, de website gaat niet online. Als je iets anders wilt kun je ook kiezen om een wiki te maken. Verwerk al je deelproducten op de website of projectplan. Voeg tevens twee pagina’s toe met aanvullende informatie die je zelf relevant vindt met betrekking tot jullie dagbesteding/zorgboerderij en de doelgroep.
Stap 5 - Waardering
Er wordt kritisch gekeken naar de bereikte resultaten. Successen worden gewaardeerd, gevierd en verzilverd. Welke factoren droegen bij aan het succes? Voor wat niet goed ging worden verbeteringen voorgesteld.
Toestsing PIT
Beoordelingsformulier
Brief aan jezelf
Iedereen maakt een persoonlijk verslag waarin je reflecteert op de uitdaging en jouw werkwijze. In dit verslag staan de volgende onderwerpen beschreven:
Met betrekking tot jouw persoonlijke leerproces:
• Wat heb je geleerd van de keuzes die je maakte voor de verschillende begeleidingsvormen?
• Met welk gevoel/welke gedachte ben je aan deze uitdaging begonnen?
• Welke onderwerpen/onderdelen waren nieuw voor je? Waar heb je nieuwe kennis over opgedaan?
• Hoe ben je te werk gegaan? Wat heb je aangepakt en op welke manier?
• Hoe kijk je terug op deze uitdaging? Waar ben je trots op/tevreden over en waar ben je minder tevreden over? Wat ga je volgende keer anders doen?
• Welke conclusie trek jij uit de dingen die je met deze uitdaging geleerd hebt?
Met betrekking tot het groepsproces:
• Hoe is de keuze voor de verschillende begeleidingsvormen tot stand gekomen?
• Welke rol heb jij hier zelf ingenomen?
• Welke andere rollen heb je bij jouw groepsleden gezien?
• Wat heb jij als prettig ervaren in het samenwerken in deze groep?
• Wat zou jij liever anders gezien hebben?
• Wat vind je van de beoordeling die je van je groepsleden hebt gekregen?
De beschrijving van de antwoorden op de bovenstaande vragen geeft duidelijk zicht op het leerrendement van elk groepslid.
Startopdracht
De meeste studenten lopen op een nieuwe plek stage. Om deze plek goed te leren kennen start je met deze opdracht. In deze opdracht ga je de meeste zaken omtrent je stageplek ontdekken.
Je laat dit verslag lezen aan je stagebegeleider. Je stagebegeleider geeft je feedback. Als je het verslag inlevert op school (Week 8 ) is het ondertekend door je stage.
Veel succes!
Maak de volgende opdrachten. Beantwoord de vragen. Let erop dat er van je wordt verwacht dat alle vragen erin zitten.
Opdracht 1 Stage
- Waar loop je stage?
- Geef een omschrijving van je stageadres. (Denk aan locaties, grootte etc..)
- Om welke reden is je stageadres ontstaan?
- Wat is de missie en visie van de instelling? Geef je professionele mening hierover.
- Vanuit welke benaderingswijze/methodieken werkt je instelling? Zorg ervoor dat je vakliteratuur gebruikt om dit uit te werken.
- Welke houding wordt er van jou verwacht? Denk aan telefoongebruik / sociaal media / kleding / taalgebruik etc..)
Opdracht 2 Doelgroep verkennen
- Onder welke doelgroep valt je stage?
- Geef aan waarom deze cliënten bij je stageadres komen.
- Benoem alle stoornissen en / of handicappen van je cliënten.
- Leg uit wat deze verschillende stoornissen inhouden. Let erop dat je dit onderbouwd met vakliteratuur en bronvermelding
- Interview een cliënt. Stel vragen op die passend zijn bij je cliënt. Wees nieuwsgierig!
Opdracht 3 Jezelf verkennen
- Maak minimaal 3 leerdoelen
Opdracht 4 Personeel / organisatie
- Maak een organogram van de instelling
- Welke verschillende opleidingen hebben de verschillende disciplines en medewerkers binnen de instelling?
- Neem een interview af bij 3 verschillende disciplines. Stel zelf de vragen op. Bedenk goed wat je wilt weten.
- Beschrijf op welke wijze de methodische cyclus van de begeleidingsplannen wordt geëvalueerd. Welke personen zijn hierin belangrijk? Wat is belangrijk voor je organisatie qua begeleidingsplannen?
Opdracht 5 Maatschappelijk perspectief
- Beschrijf wat er zou gebeuren als je stage instelling niet zal bestaan
- Zou er een andere wijze kunnen zijn van het helpen van deze mensen? Een wijze wat minder geld kost? Beschrijf dit.
Opdracht 6 Bekostiging
- Zoek uit op welke wijze cliënten betalen voor de zorg. Geef hierbij een uitleg.
- Zoek uit op welke manier de subsidiegelden tot stand komen
- Hoe zijn de budgetten op je stageadres? Welk geld kan je uitgeven? Zijn er verschillende potjes? ( Denk aan: Boodschappen / uitjes / huishoudelijke zaken)
- Stel er moet een appartement / kantoor / leefruimte worden opgeknapt. Er moet nieuw meubilair komen en alles moet geverfd worden. Ook de vloer moet worden vervangen. Omschrijf welke stappen je dan moet nemen. Welke personen moeten er komen en hoe zit dit financieel.
Opdracht 7 Maak een presentatie over je stage.
Je laat bovenstaande informatie terug komen. Leg de nadruk op de doelgroepen. Zorg ervoor dat de medestudenten duidelijk hebben waar jij stage loopt, wat jij doet en hoe de financiering is. Zorg ervoor dat je minimaal 5 foto`s toevoegt van je stageadres. (filmpjes mag ook) Let er wel op dat ivm privacy cliënten niet op de foto mogen.
Beoordelingscriteria
Opdrachten
|
1e kans
|
2e kans
|
Opdracht 1 is volledig
|
|
|
Opdracht 2 is volledig
|
|
|
Opdracht 3 is volledig
|
|
|
Opdracht 4 is volledig
|
|
|
Opdracht 5 is volledig
|
|
|
Opdracht 5 is volledig
|
|
|
Presentatie is gegeven en duidelijk
|
|
|
Lay-out is kloppend
|
|
|
Oefenopdracht 7: Evalueert de geboden ondersteuning
Opdracht: B1-K1-W2 Evalueert de geboden zorg
Inleiding
Om de juiste ondersteuning te kunnen geven aan een cliënt is methodisch werken erg belangrijk. Methodisch werken houdt in dat je volgens bepaalde stappen werkt. Deze stappen zijn:
- Informatie bepalen
- Doelen bepalen
- Plannen
- Uitvoeren
- Evalueren
Naar aanleiding van de evaluatie vindt de mogelijke bijstelling van de zorg plaats.
Opdracht 1: Evalueer de ondersteuning
Je gaat de geboden ondersteuning en de doelen uit het ondersteuningsplan van de cliënt evalueren. Je gaat dit doen met de cliënt (indien mogelijk), de naastbetrokkene (indien mogelijk) en je BPV-begeleider of een collega. Je maakt gebruik van de formulieren die er zijn binnen de instelling om te evalueren.
Je doorloopt de volgende stappen:
1. Bespreek met je begeleider over welke cliënt je de evaluatie doet.
2. Bekijk de doelen die op dit moment in het plan staan en bepaal dan samen met je begeleider welke doelen je kunt evalueren. Zorg ervoor dat je minimaal 2 doelen evalueert.
3. Onderzoek vervolgens welke ondersteuning is afgesproken, maar kijk ook naar de daadwerkelijk geboden ondersteuning om de doelen te halen
4. Bekijk of de geboden ondersteuning nog relevant is. Maak voor dit onderzoek gebruik van:
- Dagrapportage
- Dagprogramma van de cliënt
- vragen die je stelt aan collega`s / naastbetrokkenen
- Bevragen of observeren van de cliënt.
5. Bespreek het resultaat van je onderzoek met je begeleider en vraag feedback.
Opdracht 2: Voer een evaluatieverslag
Jij voert het (tussen) evaluatiegesprek met een cliënt en/of naastbetrokkenen. Ook je begeleider is aanwezig. Je gebruikt dezelfde cliënt als bij opdracht 1.
1. Lees het ondersteuningsplan. Stel evaluatievragen op.
2. Bespreek hoe de geboden ondersteuning is verlopen. Denk bijvoorbeeld aan:
- Het welbevinden van de cliënt
- Het gevoel van veiligheid
- De mate van tevredenheid over de ondersteuning
- Eventuele aanpassingen die moeten worden gemaakt in het ondersteuningsplan.
3. Bespreek met je begeleider het gesprek. Vraag feedback
4. Je rapporteert bevindingen en bijzonderheden in het dossier van de cliënt.
Opdracht 3: Schrijf het evaluatieverslag
Van de bovenstaande opdrachten schrijf je een evaluatieverslag. Dit verslag gaat niet over jou, maar over de cliënt. Let erop dat je goed denkt aan opbouw, grammatica, relevante en betrouwbare gegevens.
In te leveren producten:
Opdracht 1
|
Uitwerking van de doelen
Verslag van het onderzoek
Feedback stagebegeleider
|
Opdracht 2
|
De evaluatievragen
Feedback van je stagebegeleider
De rapportage in het dossier. (denk om privacy)
|
Opdracht 3
|
Het evaluatieverslag
|
Wanneer je het verslag inlevert zorg je ervoor dat er op elke pagina van het verslag een handtekening, naam en datum staat van je stagebegeleider.
Ook beschrijft je stagebegeleider (kort) of je de opdracht voldoende hebt uitgewerkt.
Oefenopdracht 9: Kwaliteitszorg
Literatuurlijst en bronnen