Thema: Oorlog - vmbo12

Thema: Oorlog - vmbo12

Thema Oorlog

Inleiding

Dit thema heeft als titel Oorlog.
In het thema staan de wereldoorlogen uit de 20ste eeuw centraal.
Daarnaast kijk je naar de Koude Oorlog.

In het thema ga je op zoek naar antwoorden op vragen als:

  • Hoe verliep de Eerste Wereldoorlog?
  • Hoe was het in de periode tussen de twee wereldoorlogen?
  • Waarom onstond de Tweede Wereldoorlog?
  • Hoe verliep de Tweede Wereldoorlog?
  • Bij welke conflicten na WOII zijn Amerika en Rusland betrokken?

Dit thema rond je af met de opdracht oorlogsmonument..

Genoeg te doen.
Aan de slag!

Wat kan ik straks?

In de tabel vind je de leerdoelen van dit thema.
Per leerdoel is aangegeven welke opdracht bij het leerdoel hoort.

Leerdoel Opdrachten
Je kunt oorzaken noemen voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. De Eerste Wereldoorlog
Je kunt de landen noemen die betrokken waren bij de Eerste Wereldoorlog. De Eerste Wereldoorlog
Je kunt uitleggen waarom de Eerste Wereldoorlog een totale oorlog wordt genoemd. Interbellum
Je kunt de oorzaken en gevolgen van de economische wereldcrisis van 1929 omschrijven. Interbellum
Je kunt de opkomst van Hitler beschrijven. Interbellum
Je kunt oorzaken noemen voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. De Tweede Wereldoorlog
Je kunt op een tijdlijn de belangrijkste gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog aangeven.  De Tweede Wereldoorlog
Je kunt uitleggen waarom ook de Tweede Wereldoorlog een totale oorlog wordt genoemd. De Tweede Wereldoorlog
Je kunt aangeven hoe Nederland bij de Tweede Wereldoorlog betrokken raakte. De Duitse bezetting 
Je kunt de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog voor de Nederlanders omschrijven. De Duitse bezetting 
Je kunt omschrijven welke spanningen er ontstonden na de Tweede Wereldoorlog. Wereld in blokken
Je kunt de term Koude Oorlog verklaren. Wereld in blokken

 

Wat ga ik doen?

Het thema 'Oorlog' bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdeel Tijd Eindproduct
Inleiding 0,5 lesuur       -
Opdracht: De Eerste Wereldoorlog 2 á 3 lesuur Toets of tijdlijn
Opdracht: Interbellum     2 á 3 lesuren Toets
Opdracht: De Tweede Wereldoorlog 2 á 3 lesuren Toets of tijdlijn
Opdracht: De Duitse bezetting van Nederland 2 á 3 lesuren Toets of eigen keuze
Opdracht: De wereld in blokken 2 lesuren Toets
Afsluiting 2 lesuren Oorlogsmonument
Totaal 15 lesuren  


*Keuzeopdrachten

De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van de eindopdracht.  

Opdrachten

De Eerste Wereldoorlog

Eerste Wereldoorlog

Intro

De eerste opdracht gaat over de Eerste Wereldoorlog. De Eerste Wereldoorlog duurde van 1914 tot 1918. In deze oorlog vochten niet alleen legers met elkaar. De hele maatschappij was betrokken bij de oorlog. De oorlog wordt daarom wel een 'totale oorlog' genoemd.

Bespreek met een klasgenoot wat er allemaal zou veranderen als er een oorlog is in een land en de hele maatschappij is betrokken.
Jullie docent bespreekt dit ook klassikaal met jullie.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • drie oorzaken noemen voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
  • twee landen noemen die behoorden tot de Centralen.
  • twee Europese landen noemen die behoorden tot de Geallieerden.
  • een reden noemen waarom Amerika bij de oorlog betrokken raakte.
  • omschrijven waarom de Eerste Wereldoorlog een totale oorlog wordt genoemd.
  • uitleggen waarom het einde van de Eerste Wereldoorlog gezien kan worden als oorzaak van de Tweede Wereldoorlog.
  • omschrijven wat het betekende dat Nederland neutraal was tijdens de Eerste Wereldoorlog.

 

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Stap

Activiteit

Stap 1

Je bestudeert de Kennisbank en koppelt daarna een aantal begrippen aan hun juiste omschrijving.

Stap 2

Je leest over het begin van de Eerste Wereldoorlog, maakt vragen en bespreekt met een klasgenoot wat de betekenis is van een afbeelding.

Stap 3

Je zoekt afbeeldingen op internet over de loopgravenoorlog en bespreekt deze met een klasgenoot.

Stap 4

Je bestudeert de Kennisbankitems Amerika en WO I en Einde WO I.
Je beantwoordt vragen over deze Kennisbankitems.

Stap 5

Op de website entoen.nu bestudeer je wat WO I voor Nederland heeft betekend.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippenlijst

Hier vind je de Kennisbankitems en de begrippen die passen bij deze opdracht.

Eindproduct A

Als je kiest voor eindproduct A maak je de toets Eerste Wereldoorlog.

Eindproduct B

Als je kiest voor eindproduct B maak je een tijdlijn over het verloop van WO I.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 à 3 uur nodig.
Tijd is mede afhankelijk van de keuze van het eindproduct.

 

Aan de slag

Stap 1: Oorzaken WO I

Ga naar de Kennisbank geschiedenis en bestudeer het onderwerp:

De Eerste Wereldoorlog - oorzaken


In de Kennisbank worden vijf oorzaken voor de Eerste Wereldoorlog genoemd.

  1. Rivaliteit Frankrijk-Duitsland
  2. Bondgenootschappen
  3. Kolonialisme
  4. Wapenwedloop
  5. Nationalisme

Stap 2: Begin WO I

De moord op Franz Ferdinand

Ga naar de Kennisbank geschiedenis.
Bestudeer op de eerste pagina de informatie over het begin van WO I.

De Eerste Wereldoorlog - verloop


Gebruik de informatie uit de Kennisbank om de volgende vragen te beantwoorden.

Opdracht

Op de afbeelding hieronder zie je twee handen.
Je ziet ook de vlag van Oostenrijk-Hongarije en de vlag van Duitsland.
Leg een klasgenoot uit waarom de afbeelding goed past bij het begin van de Eerste Wereldoorlog.

Bondgenootschap

Stap 3: Loopgravenoorlog

Ga opnieuw naar de Kennisbank geschiedenis.
Bestudeer de pagina over de loopgravenoorlog.

De Eerste Wereldoorlog - verloop

Bekijk ook de video over de Slag bij Somme op SchoolTV:


Video: Slag bij Somme

Opdracht
Tik bij Google het woord 'loopgravenoorlog' in.
Kies voor Afbeeldingen.
Kies vier afbeeldingen uit.
Laat de afbeeldingen aan een klasgenoot zien.
Bekijk ook de afbeeldingen van je klasgenoot.
Bespreek samen de afbeeldingen.
Kun je elkaar uitleggen wat wordt bedoeld met een loopgravenoorlog?

Stap 4: Amerika en Einde WO I

Lees in de Kennisbank hoe Amerika bij de Eerste Wereldoorlog betrokken raakte.

Amerika en de Eerste Wereldoorlog


Ga nog een keer naar de Kennisbank geschiedenis.
Bestudeer de drie pagina's over het einde van de Eerste Wereldoorlog en de Vrede van Versailles.

De Eerste Wereldoorlog - einde


Beantwoord de volgende vragen.

Stap 5: Nederland in de WO I

Afronding

Begrippenlijst

Nationalisme
Het eigen land (de natie) als het belangrijkste beschouwen. Andere landen als minder zien.

Kolonialisme
Het willen bezitten en veroveren van koloniën.

Bondgenootschap
Een afspraak tussen landen. Bondgenoten beloofden elkaar steun in het geval van oorlog.

Wapenwedloop
Meerdere landen die niet willen dat hun vijanden beter bewapend zijn en daarom zelf investeren in wapens.

Geallieerden
Een verbond tussen een aantal landen in de Eerste Wereldoorlog. De Geallieerden bestonden onder andere uit Frankrijk, Engeland en Rusland.

De Centralen
Een verbond tussen een aantal landen in de Eerste Wereldoorlog. De Centralen bestonden onder andere uit Duitsland en Oostenrijk-Hongarije.

Gifgas
Chemische stoffen die worden gebruikt om mensen buiten gevecht te stellen, te verwonden of te doden. In de Eerste Wereldoorlog werd gifgas voor het eerst gebruikt.

Loopgravenoorlog
Een oorlog waarin beide partijen zich tegenover elkaar ingegraven hebben in loopgraven. Loopgraven zijn een soort gangen in de grond, die gegraven werden om beschermd te zijn tegen de geweren van de vijand.

Totale oorlog
Ook niet-militairen waren betrokken bij de oorlog. De oorlog had invloed op de hele maatschappij.

Vrede van Versailles
Vrede na de Eerste Wereldoorlog. Duitsland kreeg de schuld en kreeg een 'strenge' vrede opgelegd.

Eindproduct A: Toets

Als je kiest voor eindopdracht A maak je de toets 'De eerste Wereldoorlog'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Eindproduct B: Tijdlijn WOI

Als je kiest voor eindopdracht B maak je een tijdlijn
Hieronder zie je zeven gebeurtenissen.
De gebeurtenissen hebben te maken met de Eerste Wereldoorlog.
Zoek van iedere gebeurtenis uit wanneer de gebeurtenis plaatsvond.
Zoek bij iedere gebeurtenis ook een passende afbeelding.
Maak met de gebeurtenissen een tijdlijn. Kijk in de Gereedschapskist.

  • Amerika raakt betrokken bij WO I.
  • Duitse leger trekt België binnen op weg naar Frankrijk.
  • Slag om de Somme in de buurt van Verdun.
  • Vrede van Versailles wordt getekend.
  • Moord op Oostenrijkse troonopvolger Franz Ferdinand in Servië.
  • Fransen, Engelsen en Duitsers sluiten wapenstilstand in treinwagon.
  • Nederland verklaart zich neutraal.


Beoordeling
Je docent let bij de beoordeling van je tijdlijn op het volgende:

  • De zeven gebeurtenissen zijn verwerkt in de tijdlijn.
  • De gebeurtenissen zijn op de juiste plek in de tijdlijn geplaatst. 
  • De tijdlijn ziet er netjes en overzichtelijk uit. 
  • Kijk voor meer beoordelingscriteria in de rubric in de Gereedschapskist. 

Klaar?
Laat de tijdlijn beoordelen door de docent. 

 

Tijdlijn maken

Een tijdlijn of tijdbalk geeft je een helder overzicht van verschillende gebeurtenissen over een bepaalde periode heen.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen onder het kopje 'Wat kan ik straks' nog eens door.
    Ga per punt na of je kunt van je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de 'Wat ga ik doen?' stond dat je 2 á 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Klopt dat?
  • Eindproduct
    Je had de keuze uit twee eindproducten. Voor welk eindproduct heb je gekozen?
    Ben je tevreden over het eindresultaat. Zou je de volgende keer dezelfde keuze maken? 

Interbellum

Interbellum

Intro

Deze opdracht gaat over de periode tussen de twee Wereldoorlogen.
Deze periode is bekend als het interbellum (inter = tussen, bellum = oorlog).

Belangrijke gebeurtenissen in deze periode zijn:

  • de economische crisis van 1929.
  • de opkomst van nationaal socialisme onder Hitler.

Kijk maar eens naar de video over de crisisjaren. Bespreek met een klasgenoot hoe het kan, dat een crisis die in Amerika begint, gevolgen heeft voor Nederland.

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • omschrijven wat wordt bedoeld met de economische wereldcrisis van 1929.
  • uitleggen waarom de economische crisis ervoor zorgde dat de nationaal-socialistische partij van Adolf Hitler populair werd.
  • met een voorbeeld uitleggen dat ook Nederland te leiden had onder de economische wereldcrisis.
  • noemen in welk jaar de partij van Hitler aan de macht kwam.
  • omschrijven hoe Hitler de Duitse economie omvormde tot oorlogseconomie.
  • omschrijven waarom Hitler de rassenwetten invoerde.
  • omschrijven wat wordt bedoeld met de term 'Lebensraum'.
  • een voorbeeld noemen van hoe Hitler de jeugd probeerde te betrekken bij zijn politiek.

 

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Na het lezen van het Kennisbankitem Economische voorspoed beantwoord je vragen.

Stap 2

Je bestudeert de pagina over de  Economische wereldcrisis en maakt samen met een klasgenoot de oefening over de informatie uit de Kennisbank.

Stap 3

Je maakt samen een schema en plaatst daarin anti-democratische politieke partijen in Duitsland, Italië en Nederland plaatsen.

Stap 4

Ook in Nederland was het crisis. Je bespreekt met een klasgenoot hoe de crisis jouw gezin geraakt zou hebben.

Stap 5

Je leest het Kennisbankitems Opkomst Hitler en Totalitaire staat en oorlogseconomie en kijkt of je elkaar een aantal begrippen kunt uitleggen.

Stap 6

Op de pagina's Rassenwetten en Lebensraum lees je wat met deze begrippen wordt bedoeld. Samen beantwoord twee vragen over deze informatie.

Stap 7

Je leest op de pagina Propaganda waarom nazi's propaganda zo belangrijk vonden. Je gaat samen met een klasgenoot op zoek naar nazipropaganda.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippenlijst

Hier vind je de kennisbank en de begrippen die passen bij deze opdracht.

Eindproduct

Als eindproduct van deze opdracht maak je de Toets Interbellum.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 à 3 uur nodig.

 

Aan de slag

Stap 1: Economische voorspoed

Auto's van de lopende band.

Ga naar de Kennisbank geschiedenis.
Bestudeer de pagina met als titel economische voorspoed.

Economische voorspoed


Gebruik de informtie uit de Kennisbank voor het maken van de volgende opdrachten.

 

Stap 2: Economische wereldcrisis

© A. Hakeboom/collectie Spaarnestad Fotoarchief

Ga naar de Kennisbank geschiedenis.
Bestudeer de pagina over de economische wereldcrisis.

Economische wereldcrisis

 

Stap 3: Politieke crisis

Propaganda poster
nationaal-socialisme

Bestudeer nu de pagina in de Kennisbank over de politieke crisis.

Politieke crisis


De economische crisis zorgde in veel landen tot een politieke crisis.
Veel mensen stemden op nationaal-socialistische partijen.
Al deze partijen waren anti-democratisch en hadden hun eigen belofte aan de mensen van hun land.

Stap 4: Crisis in NL

Crisis in Nederland
Lees in de Kennisbank ook informatie over de crisis in Nederland.

Nederland en de crisis

Bespreek met een klasgenoot welke gevolgen van de crisis jouw gezin het meest geraakt zou hebben. Kijk ook naar het gezin van je klasgenoot. Welke problemen zouden er bij hen thuis zijn ontstaan.

Stap 5: Opkomst Adolf Hitler

Ga opnieuw naar de Kennisbank geschiedenis.
Lees op de eerste pagina de informatie over de opkomst van Hitler.
Lees op pagina 2 hoe Hitler Duitsland omvormde tot een totalitaire staat.

Opkomst Hitler in Duitsland


Op de tweede pagina kom je de volgende begrippen tegen:

  • totalitaire staat
  • nazi's
  • oorlogseconomie

Bespreek de betekenis van de begrippen met een klasgenoot.
Zorg dat je elkaar kunt uitleggen wat met deze begrippen bedoeld wordt.

Stap 6: Rassenwetten

De nazi's moesten niets hebben van Joden.
In de Kennisbank lees je over de rassenwetten die werden ingevoerd.

Ook lees je over het streven van de nazi's naar meer Lebensraum.

Rassenwetten - Lebensraum


Maak de volgende twee opdrachten.

Stap 7: Propaganda

In de Kennisbank lees je over de hitlerjugend en over de radiopropaganda.

Propaganda: Jeugd en radio


Beantwoord de vragen.

Afronding

Begrippenlijst

Interbellum
Periode tussen de twee wereldoorlogen.
Inter = tussen, bellum = oorlog.

Technologische ontwikkelingen
Gebruik van nieuwe techniek waardoor nieuwe consumptiemiddelen ontwikkeld konden worden.

Economische wereldcrisis 1929
In Amerika en in Europa ging het slecht met de economie: bedrijven gingen failliet en veel mensen werden werkloos.

Nationaal-socialisme
Het nationaalsocialisme, ook wel nazisme genoemd, is de anti-democratische beweging van Hitler.

NSDAP
Politieke partij van Adolf Hitler. Bij de verkiezingen van 1932 werd deze partij de grootste partij van Duitsland.

Totalitaire staat
Een staat of land waarin de politieke leider op alle terreinen de baas is. De leider is een dictator.

Oorlogseconomie
Hitler maakte Duitsland klaar voor de volgende oorlog.
Hij investeerde veel in de wapenindustrie en voerde de dienstplicht in.

Rassenwetten
Wetten om van het Duitse volk een 'zuiver volk' te maken. Vooral gericht tegen Joden. De Joden kregen de schuld van alle problemen (anti-semitisme).

Lebensraum
De nazi's wilden meer levensruimte (Lebensraum) voor het Duitse volk.

Hitlerjugend
Vereniging voor de Duitse jeugd. Hitler probeerde met deze vereniging de jeugd te overtuigen van de nationaal-socialistische boodschap.

Nazificatie
De machtsovername van Adolf Hitler in 1933 had zeer ingrijpende gevolgen voor de maatschappij. Er was voortaan nog maar één politieke partij en heel het leven stond vanaf nu in dienst van het nationaal-socialisme.

Hitler
Adolf Hitler (1889-1945) was een in Oostenrijk geboren Duits politicus en de leider van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP).
Hitler veranderde Duitsland van een beginnende democratie in een totalitaire staat met hemzelf als de absolute dictator.

Eindproduct: Toets interbellum

ls eindproduct maak je de toets 'Interbellum'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kijk of je de begrippen die worden genoemd in de leerdoelen kunt omschrijven.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je 2 à 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Klopt dat?
  • Inhoud
    In de begrippenlijst staan 12 begrippen.
    Schrijf de begrippen op die nieuw voor je waren.
  • Eindopdracht
    Had je een goed cijfer voor de toets? Zo nee, wat heb je gedaan nadat je het resultaat had gekregen?

Tweede Wereldoorlog

Tweede Wereldoorlog

Intro

Deze opdracht gaat over het verloop van de Tweede Wereldoorlog.
Hoe begon deze oorlog en welke gebeurtenissen hebben het verloop ervan bepaald?

Wat weet jij al van de Tweede Wereldoorlog? Maak met een klasgenoot een mindmap.

In het midden schrijven jullie 'Tweede Wereldoorlog'. Daaromheen schrijven jullie alle woorden die jullie kennen die te maken hebben met de Tweede Wereldoorlog. 

Jullie docent zal de verschillende mindmaps klassikaal bespreken. 

Mindmap maken

Woorden bij een onderwerp bedenken en met elkaar verbinden.

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik::

  • minimaal twee oorzaken voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog noemen.
  • de volgende gebeurtenissen kort omschrijven en in de juiste volgorde zetten:
    • Duitsland pikt Sudetenland in
    • Conferentie van München
    • Duitsland valt Polen binnen
    • Duitsland verovert een aantal landen in West-Europa
    • Duitsland valt Rusland aan
    • Japanse aanval op Pearl Harbor
    • D-day
    • Overgave Duitsland
    • Atoombommen op Japan
    • Overgave Japan
  • de term 'Blitzkrieg' voor de aanval op een aantal landen in West-Europa verklaren.
  • uitleggen waarom de Tweede Wereldoorlog een totale oorlog is geweest.
  • de rol van Stalin, Roosevelt en Churchill in WO II omschrijven.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Stap

Activiteit

Stap 1

Je bestudeert de Kennisbank 'Oorzaken WO II' en bespreekt met een klasgenoot de oorzaken van de Tweede Wereldoorlog.

Stap 2

Je leest in de Kennisbank over 'Begin WO II - Blitzkrieg - Aanval op Rusland' en beantwoord een aantal vragen.

Stap 3

In de Kennisbank 'Pearl Harbor' lees je hoe Amerika bij de oorlog betrokken raakte.

Stap 4

Bij een aantal data in 1944 en 1945 zoek je de juiste gebeurtenis en je legt uit waarom de Tweede Wereldoorlog een totale oorlog genoemd kan worden.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

KB+Begrippenlijst

Hier vind je de Kennisbankitems en de begrippen die passen bij deze opdracht.

Eindopdracht A

Als je kiest voor eindproduct A maak je de toets Tweede Wereldoorlog.

Eindopdracht B

Als je kiest voor eindproduct B maak je een tijdlijn over het verloop van WO II.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

Extra

Onderdeel

Activiteit

Extra

Je maakt een portret van Stalin, Roosevelt of Churchill en bespreekt dit met klasgenoten.


Tijd

Voor deze opdracht heb je 2 à 3 uur nodig.
Tijd is mede afhankelijk van de keuze van het eindproduct en het maken van de extra opdracht.

 

Aan de slag

Stap 1: Oorzaken WO II

Ga naar de Kennisbank geschiedenis.
Bestudeer de oorzaken van de Tweede Wereldoorlog.

Tweede Wereldoorlog - oorzaken


In de Kennisbank staan vier oorzaken van de Tweede Wereldoorlog:

  1. ergernis over afloop WO I
  2. economische crisis
  3. politieke crisis
  4. opkomst nationaal socialisme

Welke van deze oorzaken is volgens jou de belangrijkste oorzaak?
Bedenk argumenten voor je keuze.

Vertel een klasgenoot welke oorzaak je gekozen hebt.
Vertel hem/haar ook waarom je voor die oorzaak gekozen hebt.
Heeft je klasgenoot dezelfde oorzaak gekozen?
Luister naar waarom hij/zij die keuze heeft gemaakt.

Stap 2: Begin WO II

Ga opnieuw naar de Kennisbank geschiedenis.
Bestudeer de pagina's

  • Begin Tweede Wereldoorlog
  • en Blitzkrieg - Aanval op Rusland.

Tweede Wereldoorlog 1939 - 1941


Zoek het antwoord op de volgende zes vragen.

  1. In welk jaar pikte Duitsland het Sudetenland in?
  2. Welke landen waren aanwezig op de Conferentie van München?
    Wat werd er afgesproken op de Conferentie van München?
  3. In welk jaar viel Duitsland Polen binnen?
  4. Toen Duitsland Polen aanviel, verklaarde Rusland niet meteen de oorlog aan Duitsland. Waarom niet?
  5. Welke landen viel Duitsland in het voorjaar van 1940 binnen?
    Waarom wordt het begin van de Tweede Wereldoorlog wel een 'Blitzkrieg' genoemd?
  6. Waarom verklaarde Rusland in 1941 wel de oorlog aan Duitsland?

Stap 3: Pearl Harbor

Op 7 december 1941 raakt Amerika betrokken bij de oorlog. Bestudeer de volgende pagina.

Tweede Wereldoorlog - Pearl Harbor


Beantwoord de volgende vragen.

  1. Wat gebeurde er op 7 december 1941?
  2. Hoe reageerde Amerika?
  3. Waarom verklaarde daarna Duitsland de oorlog aan Amerika?
  4. Waarom kan Pearl Harbor gezien worden als het
    begin van het einde van de Tweede Wereldoorlog?

Stap 4: Einde WO II

Vanaf 1944 is het duidelijk dat Duitsland en Japan de oorlog niet gaan winnen.
Bestudeer de twee pagina's met informatie over:

  • de Tweefrontenoorlog
  • Atoombommen op Japan
  • Totale oorlog

Tweede Wereldoorlog

  1. Bekijk de volgende data. Schrijf de data in je schrift.
    Schrijf achter iedere datum wat er op die datum gebeurde.
    • 6 juni 1944: .....
    • 7 mei 1945: .....
    • 6 augustus 1945: .....
    • 10 augustus 1945: .....
  2. Leg uit waarom de Tweede Wereldoorlog, net als de Eerste Wereldoorlog, een totale oorlog kan worden genoemd.

Afronding

Begrippenlijst

Vrede van Versailles
Een verdrag waarmee de Eerste Wereldoorlog formeel werd beëindigd. Dit was een verdrag tussen Duitsland en de geallieerden. Het vond plaats op 18 januari 1919.

Economische wereldcrisis
Periode na 1929, waarin het wereldwijd economisch zeer slecht ging. Er was grote werkeloosheid en armoede.

Hitler
Adolf Hitler (1889 – 1945) was een Duits politicus. Hij was de leider van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP). Hitler veranderde Duitsland van een democratie in een totalitaire staat.

Oorlogseconomie
Bij een oorlogseconomie staat het werk in dienst van een naderende oorlog. Toen Hitler in 1933 aan de macht kwam, hervormde hij de economie van Duitsland tot een oorlogseconomie.

Nationaal-socialisme
Het gedachtegoed van Hitler en de nazi’s. Zij waren tegen een staat met verkiezingen en tegen joden. Zij wilden meer levensruimte voor de Duitsers.

De conferentie van München
In september 1938 viel Hitler het Sudetenland (Tsjechië) binnen. Tijdens de conferentie van München werd geprobeerd om een oorlog te voorkomen. Hitler beloofde om af te zien van verdere agressie. Maar hij hield zich er niet aan. Op 1 september 1939 viel Duitsland Polen binnen.

Niet-aanvalsverdrag
Verdrag tussen Rusland en Duitsland om elkaar niet aan te vallen in Polen.

Blitzkrieg
Snelle verrassingsaanval met een sterk leger, zodat de vijand snel verslagen kan worden.

Pearl Harbor
Japanse aanval op de Amerikaanse vloot op 7 december 1941. De haven waar de Amerikaanse schepen lagen, heette Pearl Harbor. Na deze aanval verklaarden de VS de oorlog aan Japan en Duitsland, die bondgenoten waren.

Tweefrontenoorlog
Duitsland moest zowel in het westen vechten tegen Engeland en Frankrijk, als in het oosten tegen Rusland.

D-Day
6 juni 1944, de dag waarop de legers van de Verenigde Staten, Engeland en Canada Frankrijk via de kust binnenvielen om Europa te bevrijden.

Totale oorlog
Ook de burgers die niet in de oorlog vochten of in oorlogsgebied woonden kregen veel last van de oorlog.

Eindproduct A: Toets WO II

Als eindproduct maak je de toets 'Tweede Wereldoorlog'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je kunt vervolgens jouw antwoorden vergelijken met de goede antwoorden.

 

Eindproduct B: Tijdlijn WOII

In deze opdracht ben je veel jaartallen en gebeurtenissen tegengekomen.

Zoek acht à tien gebeurtenissen uit.
Zoek van die gebeurtenissen op wanneer ze plaatsvonden.
Zoek bij iedere gebeurtenis ook een passende afbeelding.
Maak met de gebeurtenissen een tijdlijn.

Klaar?
Vergelijk jouw tijdlijn met die van een klasgenoot.
Bespreek de verschillen. Pas je tijdlijn eventueel nog iets aan.

Tevreden?
Laat de tijdlijn beoordelen door de docent.

Tijdlijn maken

Een tijdlijn of tijdbalk geeft je een helder overzicht van verschillende gebeurtenissen over een bepaalde periode heen.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Kun je nu antwoord geven op de kijkersvraag bij de video, zonder naar de video te kijken?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Weet je hoe de eerste steden ontstaan zijn?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 1 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Klopt dat?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Als je hebt gekozen voor de toets: Waren de vragen moeilijk? Lukte het om alles te beantwoorden of moest
    je soms nog in de kennisbank kijken?
    Als je hebt gekozen voor de tijdlijn: Is het gelukt om de verschillende gebeurtenissen overzichtelijk te verwerken? Waren er problemen waar je tegenaan liep? Zo ja, hoe heb je deze opgelost?

Extra

Extra: Personen

Drie personen die een belangrijke rol hebben gespeeld tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn:

  • Jozef Stalin
  • Franklin D. Roosevelt
  • Winston Churchill

Van een van deze personen ga je een portret maken.

Een portret is een manier een persoon in beeld te brengen.
Je gaat van één van de drie personen hierboven een portret maken.
Kies één van de drie personen uit. Overleg met je docent.
Verzamel informatie over de persoon die je hebt gekozen:
- iets over zijn persoonlijke leven.
- iets over zijn werk.
- iets over zijn rol in de Tweede Wereldoorlog.
Zoek ook enkele afbeeldingen van de persoon.

Bepaal hoe je de informatie in beeld wilt brengen.
Wordt het een poster of een collage? Kijk voor tips in de Gereedschapskist hieronder.
 

Portret maken

Een portret van een persoon is een goede manier om allerlei informatie over die persoon in beeld te brengen. Dit kan in de vorm van een schilderij, een foto of een beeld van klei of ander materiaal. Portretten zijn vaak simpele afbeeldingen van iemands gezicht, zonder dat daar veel creativiteit aan te pas komt.

 

Poster maken

Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.

 

Collage maken

Een collage bestaat uit knipsels die op een ander papier geplakt zijn en samen een nieuwe afbeelding vormen.

 

De Duitse bezetting NL

De Duitse bezetting NL

Intro

Deze opdracht gaat over de Duitse bezetting van Nederland.
Hoe raakte ons land bij de oorlog betrokken en welke gevolgen had dat voor de Nederlanders?

Door het kijken van de volgende video krijg je een indruk van het leven in Nederland tijdens de oorlog. Let tijdens het kijken goed op. De informatie kun je gebruiken in de rest van deze opdracht. 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik::

  • aangeven op welke datum Duitsland Nederland binnenviel.
  • aangeven waarom Rotterdam op 14 mei 1945 werd gebombardeerd.
  • uitleggen waarom Hitler het Nederlandse volk als 'Brudervolk' zag.
  • de naam van de Nederlandse beweging noemen die Hitler steunde.
  • met behulp van voorbeelden omschrijven hoe Joden werden gediscrimineerd.
  • met behulp van voorbeelden het verschil tussen actief verzet en passief verzet aangeven.
  • omschrijven wat wordt bedoeld met de hongerwinter.
  • aangeven op welke datum Nederland werd bevrijd en aangeven door wie Nederland werd bevrijd.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Stap

Activiteit

Stap 1

Je bestudeert de Kennisbank 'WO II in Nederland' en beantwoordt vragen.

Stap 2

Je leest in de Kennisbank over de Duitse bezetting en maakt vragen beantwoorden.

Stap 3

Je maakt een poster waarin je de informatie over 'Anti-Joodse maatregelen' verwerkt.

Stap 4

Je bestudeert het Kennisbankitem 'Het Verzet' en maakt een portret van Hannie Schaft.

Stap 5

Je beantwoordt vragen naar aanleiding van het Kennisbankitem 'Bevrijding van Nederland'.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippenlijst

Hier vind je de Kennisbankitems en de begrippen die passen bij deze opdracht.

Eindproduct A

Als je kiest voor eindproduct A maak je de toets 'De Duitse bezetting'.

Eindproduct B

Als je kiest voor eindproduct B maak je een quiz over de Tweede Wereldoorlog in je eigen regio.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

Extra

Onderdeel

Activiteit

Extra

Je maakt de extra opdracht over Anne Frank.


Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 à 3 uur nodig.
Tijd is mede afhankelijk van de keuze van het eindproduct en het maken van de extra opdracht.

Aan de slag

Stap 1: Eerste oorlogsdagen

Ga naar de Kennisbank geschiedenis.
Bestudeer de eerste twee pagina's van het volgende item:

Tweede Wereldoorlog in Nederland


Beantwoord de volgende vragen.

  1. Op welke datum viel Duitsland Nederland binnen?
  2. Het Duitse leger wilde de koningin en regering arresteren. Lukte dat?
  3. Hieronder zie je vier zinnen over het bombardement op Rotterdam.
    Een of meerdere zinnen zijn juist. Welke?
    • Het bombardement op Rotterdam was bedoeld om het verzet van het Nederlandse leger te breken.
    • Het bombardement was gericht tegen militaire doelen zoals vliegvelden en bunkers.
    • Het bombardement maakte het verzet van de Nederlanders alleen maar feller.
    • Het bombardement duurde een kwartier en verwoestte het hele centrum.

Stap 2: Duitse bezetting

Ga naar de Kennisbank geschiedenis.
Lees de volgende pagina.

Duitse onderdrukking

Beantwoord de volgende vragen.

  1. Het Nederlandse volk werd door Hitler gezien als 'Brudervolk'.
    Leg uit waarom en wat het gevolg was tijdens het begin van de oorlog.
  2. Hoe heette de Nederlandse partij van Anton Mussert?
  3. Na verloop van tijd verslechterde de verhouding tussen de Duitse bezetters en de Nederlandse bevolking.
    Noem twee maatregelen die de Duitsers namen om de Nederlanders te onderdrukken.

Stap 3: Anti-Joodse maatregelen

CC-BY-SA Bundesarchiv Bild 183-N0619-506

Ga naar de Kennisbank geschiedenis.
Lees de pagina's over

  • de Anti Joodse maatregelen
  • en Anne Frank.

Anti Joodse maatregelen - Anne Frank


Bekijk de volgende vier begrippen:

  • getto
  • Jodenster (of Davidster)
  • Westerbork
  • razzia

Zoek op internet de betekenis van de vier begrippen op.
Zoek bij ieder begrip ook een afbeelding.

Maak een A4 poster met de gevonden informatie.
Zorg dat je poster een titel heeft.

Bespreek je poster met een klasgenoot.

Stap 4: Verzet

Ga naar de Kennisbank geschiedenis.
Lees de pagina over Het Verzet.

Het verzet

Een voorbeeld van een bekende verzetsstrijder is Hannie Schaft.
Hannie was in de oorlog lid van een verzetsorganisatie.
Ze heeft haar daden met de dood moeten bekopen.
Over haar leven is een film gemaakt.

Maak een portret van Hannie Schaft.
Verzamel informatie over:

  • haar persoonlijke leven.
  • haar verzetsdaden en de gevolgen.
  • hoe verzetswerk na de oorlog is beoordeeld.

Maak het portret compleet met enkele afbeeldingen van Hannie Schaft.

Klaar?
Vergelijk jouw portret met dat van een klasgenoot.

Stap 5: Bevrijding van Nederland

Ga naar de Kennisbank geschiedenis.
Lees de pagina over de Bevrijding van Nederland.
Bekijk ook de animatie.

Bevrijding van Nederland

Lees de brief over de gevolgen van de hongerwinter.

31 januari 1945

Beste Agaat,

Van harte onze gelukwenschen met je verjaardag. Moge het je gegeven worden dezen dag nog vele malen in gezondheid te herdenken, maar dan onder andere omstandigheden.

Wat een toestanden. Maar een geluk dat de dooi gekomen is. Thuis maken we het goed. Nog geen ziekte en dat is in dezen tijd al te loven. Alleen in angst dat er een of andere dag nog eens een V2-bom op ons dak zal neerkomen. Vorige week kwam er weer een V2-bom in de Riouwstraat terecht. 30 doden, veel gewonden en een groote ravage. Wat een akelige dingen zijn dat toch.

Hoe maken jullie het? Nog in leven? Je hoort of ziet niets van elkaar. Schrijf eens hoe of alles gaat.

Met het eten kunnen we het nog wel stellen. Bij veel menschen is het anders een erge toestand.
Ze zeggen dat er hier per dag wel 40 menschen van de honger doodgaan. Dat zouden we toch vroeger ook nooit gedacht hebben. In ons rijke land.
Weet je de concerten nog Agaat? Dat waren leuke zaterdagmiddagen. Ik zal blij zijn als we elkaar weer eens terugzien. Ik heb een figuur als een den gekregen.

Ma en Tante slaan zich er ook aardig doorheen en zullen nu met de dooi welschoonmaakneigingen krijgen.
Want wat gaat de kamer eruit zien als je er in kookt. Het rookt en dampt en vooral de suikerbieten doen dat erg. Heb jullie tulpenbollen gegeten? Nu dat gaat best, vooral met wat aardappelen er bij. De aanvulling van het brood kost het meest van je voorraad.

Nu, ik ben aan het eind van mijn nieuws. Vandaag of morgen draven de Russen in Voorburg rond.
Maar we gaan naar het goede eind. Agaat, vele beste wenschen. Ook Thijs en de jongens gegroet.
Een stevige handdruk van

Bets

Bewerking brief over de gevolgen van de hongerwinter - Bron: Beeldbank 40-45


Beantwoord de volgende vragen.

  1. De bevrijding begint in 1944.
    In welk deel van Nederland begint de bevrijding?
  2. In welk deel van Nederland woont de briefschrijfster, Bets? Leg uit.
  3. Uit welke delen van de brief blijkt dat mensen tijdens de winter van 1944-1945 veel honger hebben geleden?
  4. In mei 1945 is Nederland in zijn geheel bevrijd. Op welke datum?
  5. Zoek op uit welke landen veel soldaten betrokken waren bij de bevrijding.

Afronding

Begrippenlijst

10 mei 1940
De Duitsers vallen Nederland binnen op 10 mei 1945. Na vijf oorlogsdagen in mei 1940 waren de oorlogshandelingen in Nederland voorbij. Een klein deel van het Duitse leger bezette Nederland. Nederland kreeg een burgerlijk bestuur.

Februari 1941 - najaar 1944
De fase van de Duitse repressie. De Duitse machthebbers lieten hun gematigde houding varen. Vanaf 1942 volgden anti-Joodse maatregelen elkaar snel op.

Najaar 1944 - mei 1945, De Hongerwinter
De fase van ontregeling en hongersnood. De zwaarste maanden uit de oorlog. Het Zuiden van Nederland was al bevrijd. De rest van Nederland was nog bezet. Vooral in de grote steden leed men erge honger. De in het nauw verkerende Duitsers reageerden op vergrijpen en verzetsdaden met veel geweld. Uiteindelijk was Nederland op 5 mei 1945 in zijn geheel bevrijd.

Razzia
Actie waarbij een straat of wijk werd afgezet en alle huizen werden gecontroleerd op onderduikers of andere vijanden.
De opgepakte mensen waren vooral joden en mannen.
Joden werden naar de vernietigingskampen gebracht. Mannen werden naar Duitsland gebracht, waar ze moesten werken als dwangarbeider.

Blitzkrieg
Snelle verrassingsaanval met een sterk leger, zodat de vijand snel verslagen kan worden.

Brudervolk
Het Nederlandse volk werd door Hitler gezien als een 'Brudervolk', sterk verwant aan het Duitse volk.

Koninklijke familie
De Nederlandse Koninklijke familie en de regering vluchtten kort na de inval van de Duitsers naar Engeland. Ze regeerden vanuit ballingschap.

Propaganda
Communicatie die heel sterk één enkele boodschap laat horen en vaak de waarheid heel simpel voorstelt.
In de Tweede Wereldoorlog werd propaganda vooral verspreid via posters en via de radio.

Ballingschap
Naar een ander land vluchten of weggestuurd worden.
In mei 1940 vluchtte de Koninklijke familie en regering tijdens de oorlogsdagen naar Engeland. Nederland had toen een regering en koningshuis in ballingschap.

NSB
Nationaal-Socialistische Beweging. Een politieke partij die het nationaalsocialisme van Hitler aanhing en in Nederland probeerde te verspreiden.

Bombardement Rotterdam
In de middag van 14 mei 1940 werd de eeuwenoude historische binnenstad van Rotterdam compleet vernietigd door zware bombardementen door de Duitsers. Het Nederlandse leger gaf zich vervolgens snel over.

Concentratiekampen
Kampen waar tegenstanders van de nazi’s en Joden werden opgesloten. Ze moesten daar zware arbeid verrichten onder afschuwelijke omstandigheden. De meesten overleefden de kampen niet.

Invasie
Een invasie is een militaire actie die bestaat uit het binnengaan van een leger van een gebied dat valt onder een ander land. Over het algemeen met het doel het land te veroveren. De Duitse inval in Nederland was een invasie.

Dwangarbeid
Arbeid die mensen onder bedreiging van straf, tegen hun wil, verrichten. Vanaf 1942 organiseerde Duitsland gedwongen klussen in de Duitse oorlogsindustrie. Miljoenen volwassen mannen uit de bezette gebieden werden gedwongen in Duitsland te werken in werkkampen en fabrieken.

Radio Oranje
Radio-uitzendingen door de Nederlandse regering en koningin, die naar Engeland gevlucht waren.

Jodenvervolging
Jodenvervolging is gecoördineerd geweld tegen en onderdrukking van de Joodse bevolkingsgroep. De bekendste Jodenvervolging is de Holocaust.

Onderduiken
Verstoppen in een huis (kelder, zolder o.i.d.) of op het platteland, om te voorkomen dat je werd opgepakt.

Anne Frank
Joods meisje dat bekend is geworden door het dagboek dat ze schreef tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen ze ondergedoken zat in Amsterdam

Westerbork
Doorvoerkamp in Nederland in de provincie Drenthe. Hier werden Nederlandse Joden verzameld en daarna per trein naar concentratiekampen in andere landen gestuurd.

D-Day
6 juni 1944, de dag waarop de legers van de Verenigde Staten, Engeland en Canada aan de kust van Normandië in Frankrijk binnenvielen om Europa te bevrijden.

Eindopdracht A: Toets

Als eindproduct maak je de toets 'De Duitse bezetting van Nederland'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je kunt vervolgens jouw antwoorden vergelijken met de goede antwoorden.

Eindopdracht B: Quiz

Bij eindopdracht B maak je een Quiz voor je klasgenoten.

Over de Tweede Wereldoorlog in Nederland is ook een canonvenster geschreven:
> Tweede Wereldoorlog: bezetting en bevrijding

Bezoek het canonvenster en kijk er een tijdje rond. Bekijk in ieder geval:

  • de Vensterplaat Tweede Wereldoorlog.
  • de Canon-clip Voortgezet onderwijs.

Eindproduct
Werk samen met een klasgenoot.
Via de website www.canonvannederland.nl/ vind je ook een aantal regionale canons.
Is er een canon bij over jullie eigen woonomgeving? Je woonplaats of provincie?
Zoek in die regionale canon naar interessante informatie over de oorlogsjaren.
Maak met behulp van die informatie een Quiz voor je klasgenoten.
De quiz heeft minimaal 8 vragen. Minimaal 4 vragen gaan over de Tweede Wereldoorlog in jouw regio. De overige vragen gaan over Nederland in de oorlog.

Als je de vragen af hebt zorg je voor bijpassende afbeeldingen.
Laat de quiz invullen door minimaal 3 klasgenoten. Bewaar hun antwoorden en pas je quiz waar nodig nog wat aan.

Beoordeling
Je docent let tijdens het beoordelen van je quiz op de volgende punten:

  • Bevat de quiz minimaal 8 vragen?
  • Gaan minimaal 4 vragen over de oorlog in de regio?
  • Gaan de overige vragen over de oorlog in de rest van Nederland?
  • Zijn de vragen duidelijk omschreven?
  • Zijn er bijpassende afbeeldingen?
  • Is de quiz gemaakt door minimaal 3 klasgenoten?
  • Ziet het geheel er netjes en verzorgd uit?


Klaar?
Lever je quiz en de antwoorden van je klasgenoten, in bij je docent.

Quiz maken

Bij het maken van een quiz ontwerp je zelf de vragen in groepjes. Via een puntensysteem wordt de winnaar bepaald. Daarna worden de antwoorden besproken.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Gaf de informatie in de video al een duidelijk beeld over Nederland in de Tweede Wereldoorlog?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Weet je hoe de eerste steden ontstaan zijn?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 tot 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Klopt dat?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Als je hebt gekozen voor de toets: Waren de vragen moeilijk? Lukte het om alles te beantwoorden of moest
    je soms nog in de kennisbank kijken?
    Als je hebt gekozen voor de quiz: Vond je het lastig om 8 verschillende vragen te maken? Konden
    je klasgenoten je quiz maken?

Extra

Extra: Anne Frank

In het boek 'Kinderen die wereld hebben veranderd' staan verhalen over kinderen.
Een van de verhalen gaat over Anne Frank.

Anne Frank (1929-1945) moest zich tijdens de Tweede Wereldoorlog met haar Joodse familieleden verbergen voor de Nazi's. Ze hield een dagboek bij.
In het dagboek schreef ze op hoe het was om als meisje op te groeien in een te krappe ruimte terwijl buiten de oorlog woedt.
Na twee jaar werd ze ontdekt en weggevoerd naar een concentratiekamp.
Daar overleed Anne. Anne's dagboek staat symbool voor het leed van miljoenen mensen.

Download en lees nu het verhaal uit het boek 'Kinderen die de wereld hebben veranderd': Anne Frank

Antisemitisme of jodenhaat is de discriminatie van Joden.
Joden en het jodendom hebben in de geschiedenis dikwijls te maken gehad met haat van anderen.
En vaak ook met discriminerende overheidsmaatregelen.

Gebruik de informatie uit de vorige stappen bij het maken van een eindproduct over Anne Frank. Je mag zelf kiezen wat voor soort eindproduct je maakt.
In je eindproduct maak je in ieder geval duidelijk:

  • waarom dagelijks honderden mensen het Anne Frankhuis in Amsterdam bezoeken.
  • wat jij vindt van het verhaal van Anne Frank.

Voor het maken van het eindproduct kun je gebruikmaken van de Gereedschapskist.

In de gereedschapskist vind je voor veel verschillende eindproducten een plan van aanpak en kun je zien hoe de eindproducten beoordeeld worden.

Voor je begint met het maken van je eindproduct bespreek je je plan van aanpak met je docent.

Extra: Anton de Kom

Een voorbeeld van een minder bekende, maar niet minder belangrijke verzetsstrijder is Anton de Kom.

Anton de Kom is een Surinaamse schrijver en activist die zich jaren inzette tegen de overheersing en uitbuiting van Suriname door de Nederlanders. Omdat hij in Suriname geen goede baan kan krijgen, vertrekt hij naar Nederland.

Hij trouwt in Nederland met de blanke Petronella Bosboom. Nu is dat niet bijzonder meer, maar in die tijd was dat wel anders! Samen krijgen ze vier kinderen.

Onafhankelijkheid, rechtvaardigheid en gelijkheid zijn voor Anton belangrijke mensenrechten. Mensen moeten niet als slaven worden behandeld en landen moeten hun eigen regime kunnen hebben. Daarom schrijft hij een boek over de geschiedenis van Suriname: ‘Wij slaven van Suriname’, waarin hij de geschiedenis en de dan geldende problemen van het land aankaart.  

Als Nederland bezet wordt door de Duitsers, voelt Anton weer een sterk gevoel van verzet! Daarom sluit hij zich aan bij het verzet en gaat schrijven voor verschillende communistische kranten. Helaas wordt hij in 1944 gearresteerd en via verschillende concentratiekampen eindigt zijn leven in concentratiekamp Neuengamme, waar hij vlak voor de bevrijding om het leven komt.  

Meer over Anton de Kom lees je in de Canon van Nederland.

Gebruik de informatie uit de vorige stappen bij het maken van een zelfgekozen product over Anton de Kom. Je mag zelf kiezen wat je maakt.
In je werk maak je in ieder geval duidelijk:

  • hoe zijn persoonlijke leven eruit zag.
  • wat zijn verzetsdaden waren en welke gevolgen ze hadden.
  • hoe zijn verzetswerk na de oorlog is beoordeeld.

Voor ideeën kun je gebruikmaken van de Gereedschapskist.

In de gereedschapskist vind je voor veel verschillende eindproducten een plan van aanpak en kun je zien hoe de producten beoordeeld worden.

Wereld in blokken

Wereld in blokken

Intro

De wereld verdeeld in twee blokken

In deze opdracht onderzoek je hoe na WO II nieuwe spanningen ontstonden.
Amerika, Engeland en Rusland hadden Duitsland verslagen.
Maar er was veel wantrouwen tussen de overwinnaars ontstaan.
Was de Derde Wereldoorlog in zicht?

Kijk naar de video over de Koude Oorlog. Bespreek met een klasgenoot waarom er werd gesproken over een Koude Oorlog tussen Amerika en de Sovjet-Unie.

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • omschrijven in welke twee blokken de wereld na 1945 werd verdeeld.
  • het begrip wapenwedloop beschrijven.
  • uitleggen waarom de NAVO en het Warschaupact werden opgericht.
  • omschrijven wat de economische verschillen waren tussen het Westen en het Oosten.
  • omschrijven wat de politieke verschillen waren tussen het Westen en het Oosten.
  • uitleggen waarom de vijandschap tussen Amerika en Rusland een Koude Oorlog wordt genoemd.
  • uitleggen wat de Koreaoorlog en de Vietnamoorlog met de Koude Oorlog te maken hadden.
  • de rol van de Berlijnse Muur bij het einde van de Koude Oorlog beschrijven.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Stap

Activiteit

Stap 1

Je bestudeert de Kennisbankitems 'Wereld in blokken' en 'Wapenwedloop' en beantwoordt vragen.

Stap 2

Je leest in de Kennisbank over de politieke en economische verschillen tussen Amerika en Rusland.

Stap 3

Je onderzoekt de overeenkomsten en verschillen tussen de conflicten in Korea en Vietnam.

Stap 4

Je kijkt hoe er een einde komt aan de Koude Oorlog en brengt in beeld welke rol de Berlijnse Muur gespeeld heeft.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippenlijst

Hier vind je de Kennisbankitems en de begrippen die passen bij deze opdracht.

Eindproduct A

Als eindproduct maak je de toets 'Wereld in blokken'.

Eindproduct B

Je leest het verhaal over Kim Phùc in 'Kinderen die wereld hebben veranderd' en maakt bij dat verhaal een eindproduct naar keuze.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 3 uur nodig.
Als je kiest voor eindproduct B heb je waarschijnlijk meer tijd nodig!

Aan de slag

Stap 1: Einde Tweede Wereldoorlog

Ga naar de Kennisbank geschiedenis.
Bestudeer de pagina's

  • Wereld in blokken
  • en Wapenwedloop.

Wereld in twee blokken - Koude Oorlog


Beantwoord de vragen.

Stap 2: Verschillen West en Oost

Rusland en Amerika dachten verschillend over de inrichting van hun land.
Ga naar de Kennisbank geschiedenis.
Bestudeer de twee pagina's over economie en politiek in het Westen en Oosten.

Westen - Oosten

Maak de opdracht.
Vergelijk na het maken van de opdracht jouw antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot.
Zijn jullie het met elkaar eens?

Stap 3: De hete Koude Oorlog

De vijandschap tussen Rusland en Amerika is bekend geworden als de Koude Oorlog. Daar heb je al een video over gekeken in de inleiding.  
De Koude Oorlog wordt zo genoemd omdat Amerika en Rusland nooit direct tegen elkaar gevochten hebben. Beide landen bemoeiden zich wel met bijna alle gewapende conflicten na 1945.

Ga naar de Kennisbank geschiedenis.
Bestudeer de pagina over de oorlogen in Korea en Vietnam.

Korea en Vietnam

Stap 4: Einde Koude Oorlog

Ga naar de Kennisbank geschiedenis.
Bestudeer over de Berlijnse Muur en het einde van de Koude Oorlog.

Einde Koude Oorlog


De Berlijnse Muur is een belangrijk symbool van de Koude Oorlog.

Werk samen met een klasgenoot.
Je gaat een A4-postertje van de Berlijnse Muur maken.
Zoek op internet informatie en afbeeldingen:

  • over de bouw van de Berlijnse Muur.
  • over de ligging van de Berlijnse Muur.
  • over het leven aan beide zijden van de Berlijnse Muur.
  • over de val van de Berlijnse Muur.

Maak met de info en afbeeldingen een A4-poster over de Berlijnse Muur.

Klaar?
Laat jullie poster zien aan enkele klasgenoten. Vraag om commentaar.
Overleg met je docent of je de poster ook in moet leveren. Zo ja, kijk dan in de Gereedschapskist hieronder naar de beoordelingseisen in de rubric.

Poster maken

Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.

 

Afronding

Begrippenlijst

Koude Oorlog
Na WO II ontstaat een gespannen situatie tussen het kapitalistische Amerika en het communistische Rusland.

Vrijemarkteconomie en Planeconomie
De verschillende economische systemen in Rusland (planeconomie) en Amerika (vrijemarkteconomie).

NAVO en Warschaupact
Militaire bondgenootschappen van Amerika en West-Europa (NAVO) en Rusland en Oost-Europa (Warschaupact).

Wapenwedloop
Om tijdens de Koude Oorlog een evenwicht in bewapening te hebben tussen West en Oost produceerden beide kanten atoomwapens. De blokken boden tegen elkaar op: er is sprake van een wapenwedloop.

West-Duitsland (BRD) en Oost-Duitsland (DDR)
Na de Tweede Wereldoorlog viel Duitsland in twee delen uiteen.

Berlijnse Muur
Om te voorkomen dat burgers van de DDR naar het Westen vluchtten via West-Berlijn besloot de regering van de DDR een muur aan te leggen tussen Oost- en West-Berlijn.
De val van de muur staat symbool voor het einde van de Koude Oorlog.

Eindproduct A: Toets Wereld in blokken

Als eindproduct maak je de toets 'Wereld in blokken'.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je kunt vervolgens jouw antwoorden vergelijken met de goede antwoorden.
 

Eindproduct B: Kim Phùc

In het boek 'Kinderen die wereld hebben veranderd' staan verhalen over kinderen van wie de rechten zijn geschonden. Ze hebben daardoor de aandacht gevestigd op een probleem in onze maatschappij.

Een van deze verhalen gaat over Kim Phúc. Kim Phúc (1963) was negen jaar toen haar dorp tijdens de Vietnamoorlog werd gebombardeerd met napalm. Haar kleren vatten vlam. Ze deed ze uit en zetten het op een rennen. De foto die toen van haar is gemaakt, verbijsterde de wereld en heeft het eind van de oorlog waarschijnlijk dichterbij gebracht. Al jaren reist Kim de wereld rond om vrede te prediken.

Download en lees nu het verhaal uit het boek 'Kinderen die wereld hebben veranderd': Kim Phúc.

Kinderrechten

Mensenrechten zijn in diverse wetten en verdragen vastgelegd.
Ze gelden in Nederland en in de rest van de wereld - voor iedereen en voor altijd.
Dankzij deze rechten kunnen mensen een volwaardig bestaan opbouwen.
Omdat kinderen speciale behoeften hebben, bestaan er ook kinderrechten.
Helaas wordt er niet overal even netjes met deze rechten omgegaan.

Ga naar de website met de klikplaat mensenrechten en bekijk welke mensenrechten er zijn. Klik op de verschillende afbeeldingen en lees de informatie.

Het verhaal van Kim Phùc gaat over een meisje dat slachtoffer is van een bombardement tijdens een oorlog.
Bij dit verhaal speelt in ieder geval het volgende kinderrecht een rol:

  • art 38: Als het oorlog is, moet de overheid jou extra beschermen.
    Soldaten zijn bij voorkeur boven de achttien en als je jonger bent dan vijftien mag je niet in het leger.

Zijn er volgens jou nog meer (kinder-)rechten die betrekking hebben op het verhaal van Kim Phùc? Zo ja, schrijf ze op.

Kinderen getroffen door oorlog

Kim Phúc werd getroffen door de oorlog in Vietnam toen ze 9 jaar oud was. Zij is meerdere keren geopereerd, maar ondervindt nog steeds gezondheidsproblemen. Kim woont momenteel in Canada en heeft daar een eigen Stichting opgericht: Kim Foundation. Een organisatie die kinderen helpt, die slachtoffer geworden zijn van oorlogen. En dat is nodig, want er zijn nog steeds veel kinderen die leven in een oorlogssituatie.

Ga op internet op zoek naar informatie over kinderen in oorlogsgebieden.
Bezoek in ieder geval de volgende websites
- www.unicef.nl
- www.warchild.nl

In welke landen worden op dit moment veel kinderen getroffen door oorlog?

Gebruik de informatie uit de vorige stappen bij het maken van een eindproduct over Kim Phúc.
Je mag zelf kiezen wat voor soort eindproduct je maakt.
In je eindproduct maak je duidelijk:

  • welke kinderrechten een rol spelen in het verhaal van Kim Phúc.
  • waarom de fotograaf met de foto van Kim Phúc de World Press Photo heeft gewonnen.
  • wat jij vindt van het verhaal van Kim Phúc.

Voor het maken van het eindproduct kun je gebruikmaken van de gereedschapskist. Kies bijvoorbeeld voor een artikel over het leven van Kim Phúc of een brief aan Kim Phúc.
In die gereedschapskist vind je voor veel verschillende eindproducten een plan van aanpak.
Je kunt daar ook zien hoe de verschillende eindproducten beoordeeld worden.

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Denk je dat je de vragen in de eindtoets bij deze leerdoelen kunt beantwoorden?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Klopt dat?
  • Inhoud
    Wat wist jij al over de Koude Oorlog? Wist jij al iets over de conflicten in Korea en Vietnam?
    Had je al eens over de Berlijnse Muur gehoord?
  • Eindopdracht
    Als je hebt gekozen voor de toets: waren de vragen moeilijk en sloten ze goed aan bij de leerdoelen?
    Als je hebt gekozen voor de opdracht over Kim Phùc: ben je tevreden over het eindresultaat?
    Schrijf op wat goed ging en wat minder goed ging? Geef de opdracht een cijfer.

 

Afsluiting

Kennisbanken

Eindopdracht: Oorlogsmonument

Je sluit dit thema af met de opdracht Oorlogsmonument.

Groepsgrootte
Werk samen met een klasgenoot

Opdrachtbeschrijving
In heel veel Europese landen staan monumenten die herinneren aan oorlogen.
Vaak zie je stoere soldaten en/of stenen met de namen van gesneuvelden.
Vaak nogal ouderwets, want gelukkig is het allemaal lang geleden.

Hoe zou een monument voor de oorlogsslachtoffers eruit zien als een jonge kunstenaar het moest maken - dus iemand die het zelf niet heeft meegemaakt?
Ontwerp een modern monument: voor de slachtoffers, of juist voor de overlevenden die de vrede willen bewaren.

Zorg dat je monument beelden, symbolen en tekst bevat die begrijpelijk zijn voor een modern publiek. Bedenk ook waar je het wilt plaatsen.

Stappenplan

  1. Zoek afbeeldingen van monumentenen bestudeer ze.
    Spreken de monumenten je aan? Of juist niet?
    Maak aantekeningen en noteer je gedachten en ideeën.
  2. Bedenk hoe een modern oorlogsmonument er volgens jou uit zou moeten zien.
  3. Zoek een geschikte plek in Europa of in Nederland om je monument te plaatsen.
    Zorg dat je die keuze kunt uitleggen.
  4. Maak schetsen. Overleg over een geschikte tekst.
  5. Werk de schetsen uit.
    Je kunt ook gebruik maken van foto's en beeldbewerkingsprogramma's.
  6. Werk de tekst uit.
    Maak bijvoorbeeld een gedicht dat goed bij het beeld past.
  7. Bedenk hoe je het ontwerp kunt presenteren met een goede uitleg.

Tips
www.4en5mei.nl/herinneren/oorlogsmonumenten

Beoordeling

  Goed Voldoende Onvoldoende
Informatie Het ontwerp past duidelijk bij het thema oorlog en vrede. Het ontwerp past duidelijk bij het thema oorlog en vrede. Het ontwerp past niet goed bij het thema.
Beeld Het beeld spreekt moderne mensen direct aan en is origineel of verrassend. Het beeld is duidelijk en past bij onze tijd. Het monument lijkt teveel op oude monumenten, spreekt moderne mensen niet aan.
Tekst De tekst is bijzonder en past goed bij het beeld. De tekst past bij het beeld De tekst past niet goed bij het monument.
Boodschap De boodschap van het beeld komt duidelijk over in het beeld en de tekst. De boodschap van het monument is duidelijk. De boodschap is onduidelijk of ontbreekt.
Vormgeving Het beeld verrast door bijzondere materialen / vormgeving / kleur e.d. Het monument is mooi en netjes uitgewerkt qua vorm en kleur. Het ontwerp is slordig uitgewerkt.
 
Vormgeving De presentatie geeft extra informatie over de bedoeling van het monument. De presentatie maakt duidelijk wat het monument wil betekenen. De presentatie voegt te weinig toe aan het monument zelf.

 

D-toets

Test je kennis. Maak de D-toets.

Terugkijken

Hoe ging het?
Je hebt het thema Oorlog afgerond. Gebruik de volgende vragen om even terug te kijken.

  • Inleiding
    Lees de inleiding nog eens door. Past de inleiding goed bij de opdracht?
  • Planning
    Bij de planning staat dat je in het totaal ongeveer 11 uur voor het thema moest uittrekken.
    Klopt dat ongeveer?
  • Opdrachten
    Het thema bestaat uit vijf opdrachten.
    Welke opdracht vond je het leukst?
    In welke opdracht heb je de meeste nieuwe dingen geleerd?
  • Afsluiting - Begrippenlijst
    Neem de begrippenlijst door.
    Kom je in de begrippenlijst begrippen tegen die je nog niet kent?
    Mis je begrippen in de begrippenlijst?
  • Afsluiting - Eindopdracht
    Heb je eindopdracht gedaan? Vond je het een leuke opdracht?
  • Het arrangement Thema: Oorlog - vmbo12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    18-11-2025 09:17:33
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Mens en Maatschappij voor vmbo-12. In dit thema staan de wereldoorlogen uit de 20ste eeuw centraal. Aan de hand van verschillende opdrachten leer je hoe de Eerste Wereldoorlog verliep, hoe de perioden tussen de twee wereldoorlogen eruit zag, waarom de Tweede Wereldoorlog ontstond, hoe deze verliep en welke conflicten er na WOII tussen Amerika en Rusland ontstonden. Dit thema wordt afgesloten met een opdracht waarin je een oorlogsmonument gaat ontwerpen. Ook is er een diagnostische toets beschikbaar.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Internationale verhoudingen; Mens en maatschappij; Cultuur, levensbeschouwing en identiteit; De tijd van de wereldoorlogen (1900 - 1950); Geschiedenis; Macht, gezag en bestuur;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    15 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, eerste wereldoorlog, interbellum, koude oorlog, mens en maatschappij, oorlog, oorlogsmonument, stercollectie, tweede wereldoorlog, vmbo-12

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Toetsen. (z.d.).

    Thema Oorlog

    https://maken.wikiwijs.nl/148773/Thema_Oorlog

    VO-content Geschiedenis. (2017).

    De Duitse bezetting - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/98965/De_Duitse_bezetting___vmbo12

    VO-content Geschiedenis. (2017).

    De Eerste Wereldoorlog - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/98962/De_Eerste_Wereldoorlog___vmbo12

    VO-content Geschiedenis. (2017).

    De Tweede Wereldoorlog - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/98964/De_Tweede_Wereldoorlog___vmbo12

    VO-content Geschiedenis. (2019).

    Interbellum - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/98963/Interbellum___vmbo12

    VO-content Geschiedenis. (2017).

    Wereld in blokken - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/98897/Wereld_in_blokken___vmbo12

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Oorlog D-toets

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.