Joke de Vries wil een eigen bedrijf beginnen. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Daar komt nog heel wat bij kijken. Gelukkig kan ze hulp krijgen, bijvoorbeeld bij de Kamer van Koophandel.
Wat denk jij?
Bedenk een aantal vragen waarop Joke het antwoord moet bedenken als ze een eigen bedrijf wil beginnen. Schrijf alle vragen op. Surf eventueel ook nog even rond op internet en zoek naar stappenplannen voor het starten van een eigen onderneming.
Bespreek de vragen die je hebt opgeschreven met een klasgenoot.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
vijf juridischeondernemingsvormen noemen.
omschrijven hoe het zit met de aansprakelijkheid binnen de ondernemingsvormen.
de verschillen in heffingen tussen de ondernemingsvormen noemen.
uitleggen wat wordt bedoeld met beleggen in aandelen en met beleggen in obligaties.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Leervragen
Stap 1
Welke ondernemingsvormen zijn er?
Stap 2
Welke ondernemingsvormen komen het meest voor? Wat zijn de voor- en nadelen van deze ondernemingsvormen?
Stap 3
Wat is een aandeel? Waar worden aandelen verhandeld?
Stap 4
Wat is een obligatie? Wat is het verschil tussen een obligatie van een bedrijf en een obligatie van de overheid?
Stap 5
Wat is een stichting?
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Eindopdracht
Maak de toets.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.
Aan de slag
Stap 1: Ondernemingsvormen
Als je een bedrijf gaat beginnen, moet je je bedrijf inschrijven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Bij de KvK moet je aangeven welke ondernemingsvorm of rechtsvorm je bedrijf gaat krijgen. De keuze heeft gevolgen voor de belastingverplichting en de aansprakelijkheid.
In het volgende Kennisbankitem worden vijf ondernemingsvormen besproken.
Vergelijk de eenmanszaak, vennootschap onder firma, besloten vennootschap en naamloze vennootschap door onderstaand schema in te vullen.
Eigendom
Aansprakelijkheid
Belasting
éénmanszaak
vof
bv
nv
Bespreek het ingevulde schema met een klasgenoot.
Stap 2: Eenmanszaak, vof en bv
De drie meest voorkomende rechtsvormen zijn de eenmanszaak, de vof en de bv.
Bekijk de videoclip hieronder.
Ook een eenmanszaak kan personeel hebben.
De term eenmanszaak zegt iets over de rechtsvorm,
maar niets over het aantal personen dat in het bedrijf werkt.
Een zelfstandige zonder personeel noem je een zzp'er.
Een zzp'er is geen rechtsvorm.
Ook als zzp'er moet je een rechtsvorm kiezen.
Beantwoord de volgende vier vragen
Stap 3: Aandelen
Een bv en een nv werken met aandelen.
Iedere aandeelhouder van een bv of nv is voor een deel de eigenaar van het bedrijf. Bij een bv zijn alle aandeelhouders bekend. De aandelen staan op naam. Bij een nv zijn er vaak heel veel aandeelhouders.
Als je een aandeel hebt in een bedrijf dan mag je samen met de andere aandeelhouders bijvoorbeeld beslissen over wat er met de winst gebeurt. Soms wordt besloten een deel van de winst uit te keren aan de aandeelhouders. Je noemt dividend uitkeren.
Van sommige grote bedrijven kun je aandelen kopen op de beurs. De waarde van aandelen kan veranderen. Doet een bedrijf het goed dan stijgt de waarde meestal. Doet een bedrijf het slecht dan daalt de waarde. Een belegger is iemand die handelt in aandelen. Hij probeert de aandelen goedkoop in te kopen en probeert ze met winst te verkopen.
Stap 4: Obligaties
Soms werken bedrijven (of de overheid) met obligaties. Als een bedrijf (of de overheid) geld nodig heeft om te investeren kan het door het uitgeven van obligaties aan geld komen. Een obligatie is een schuldbewijs. De bezitter van de obligatie krijgt rente van het bedrijf dat de obligatie heeft uitgegeven.
De bezitter van een obligatie kan de obligatie doorverkopen. Je zegt de obligaties zijn verhandelbare schuldbewijzen.
Een nadeel van het beleggen in aandelen is het feit dat er geen zekerheid is. De koers van een aandeel kan sterk stijgen, maar ook sterk dalen. Ook het beleggen van obligaties brengt risico's met zich mee. Maar doorgaans zijn de risico's van het beleggen in obligaties kleiner dan bij het beleggen in aandelen.
Stap 5: Stichting
Een stichting is een organisatie die een maatschappelijk doel nastreeft.
Een stichting heeft geen winstoogmerk.
Zoek op internet drie voorbeelden van stichtingen op.
- Schrijf de naam van de stichting op.
- Schrijf ook op welk doel de stichting nastreeft.
- Probeer te achterhalen hoe de stichting aan geld komt.
- Probeer ook uit te zoeken wie de leiding heeft over de stichting.
Vertel een klasgenoot welke stichtingen je gevonden hebt.
Vraag je klasgenoot welke stichtingen hij/zij gevonden heeft.
Bespreek met elkaar in welke sector(en) er veel stichtingen voorkomen.
Afronding
Eindproduct: Toets
Test je kennis over ondernemingsvormen. Maak de toets.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het arrangement Opdracht: Ondernemingsvormen - vmbo-kgt34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema 'Marktvormen', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor economie vmbo-kgt34. De opdracht begint met een intro, hier moet je samen met een klasgenoot nadenken over een eigen bedrijf beginnen. Daarna komt er een stuk tekst over wat je straks kan na deze opdracht (de leerdoelen) en vervolgens komt er een uitleg wat je gaat doen. De opdracht bestaat uit vijf verschillende stappen met bijbehorende opdrachten, een eindopdracht en een reflectie. Bij stap 1 is er een opdracht over ondernemingsvormen. Hier moet je samen met een klasgenoot een schema invullen met de verschillende ondernemingsvormen. Bij stap 2 is er een opdracht over eenmanszaak, vof en bv. Hier worden vragen gesteld over de rechtsvormen. Bij stap 3 is een opdracht over aandelen. Hier moet je een vraag beantwoorden over winst en aandelen. Bij stap 4 is er een opdracht over obligaties. Hier wordt een vraag gesteld over obligaties. Bij stap 5 is er een opdracht over stichting. Samen met een klasgenoot ga je nadenken over verschillende stichtingen. Na deze drie stappen komt de eindopdracht: de Toets. Hier worden zes meerkeuzevragen gesteld over de ondernemingsvormen. Uiteindelijk wordt er nog teruggekeken naar de opdracht, dus hoe ging het? En kan ik wat ik moet kunnen?
Deze opdracht hoort bij het thema 'Marktvormen', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor economie vmbo-kgt34. De opdracht begint met een intro, hier moet je samen met een klasgenoot nadenken over een eigen bedrijf beginnen. Daarna komt er een stuk tekst over wat je straks kan na deze opdracht (de leerdoelen) en vervolgens komt er een uitleg wat je gaat doen. De opdracht bestaat uit vijf verschillende stappen met bijbehorende opdrachten, een eindopdracht en een reflectie. Bij stap 1 is er een opdracht over ondernemingsvormen. Hier moet je samen met een klasgenoot een schema invullen met de verschillende ondernemingsvormen. Bij stap 2 is er een opdracht over eenmanszaak, vof en bv. Hier worden vragen gesteld over de rechtsvormen. Bij stap 3 is een opdracht over aandelen. Hier moet je een vraag beantwoorden over winst en aandelen. Bij stap 4 is er een opdracht over obligaties. Hier wordt een vraag gesteld over obligaties. Bij stap 5 is er een opdracht over stichting. Samen met een klasgenoot ga je nadenken over verschillende stichtingen. Na deze drie stappen komt de eindopdracht: de Toets. Hier worden zes meerkeuzevragen gesteld over de ondernemingsvormen. Uiteindelijk wordt er nog teruggekeken naar de opdracht, dus hoe ging het? En kan ik wat ik moet kunnen?
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Ondernemingsvormen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.