Gamma: hoe krijgen we een amusementspark Nieuw-Vennep?!

Gamma: hoe krijgen we een amusementspark Nieuw-Vennep?!

Inleiding

Welkom bij de ontwerp-je-amusementspark-lessen van wetenschapsoriëntatie. Dit is één van de drie onderdelen uit de carrousel alfa-beta-gamma.

Lesdoelen

Na deze lessen:

  • Heb je een beter beeld van wat gamma-wetenschap inhoudt
  • Leer je werken met bestaande onderzoeksdata en weet je hoe je dat kunt gebruiken in je onderzoek
  • Heb je systematisch onderzoek gedaan naar een maatschappelijk vraagstuk

Eindresultaat

Als resultaten lever je in:

  • Een document met je voorbereiding (G1 t/m G3)
  • Je ruwe onderzoeksdata (G4)
  • Het resultaatproduct (G5)
  • Je persoonlijke afronding (G6)

Planning

  • Week 1: maken van alle opdrachten onder het kopje 'Deel 1: vooronderzoek' (dus opdracht G1 t/m G3)
  • Week 2: maken van alle opdrachten onder het kopje 'Deel 2: uitvoeren en analyseren' (dus opdracht G4 t/m G6) én de afronding.

Samenwerken

  • Voor deze opdracht werk je samen in een groep van vier tot vijf personen.

Beoordelingsrubric

Bij de beoordeling van hoe jullie deze opdracht hebben gemaakt, krijgen jullie een als groepje een rubric van één. Alleen het niveau goed is omschreven. We vragen jullie om zelf de eigen beoordeling in te vullen in hoeverre jullie wel of niet aan dit niveau voldoen. Je kunt per opdracht tussen de 1 en 9 punten scoren en komt daarmee ongeveer op maximaal 100 punten in totaal uit. Wil je sommige opdrachten zwaarder laten wegen, dan is dat zoals in de rubric staat mogelijk. Wel geef je dan een duidelijke uitleg voor jullie puntenverdeling.    

Wij bekijken bij de cijfers die jullie hebben gegeven naar de argumentatie die je geeft en bekijken een aantal uitwerkingen. Zorg er dus voor dat je beoordeling rechtvaardig en eerlijk is. En als je twijfelt kun je altijd een docent om hulp vragen.

Stap 1: plan maken

Je gaat starten met de gamma-opdracht. Maak voordat je dat doet de volgende opdracht:

Opdracht G0
1. Lees de verschillende stappen van deze opdracht door, zodat je een idee krijgt wat je te wachten staat.
2. Deze opdracht bestaat uit samenwerkingsopdrachten. Maak een groep waarmee je goed kunt samenwerken.
2. Maak met elkaar een planning. Je krijgt twee blokuren de tijd om stap 2 en 3 af te ronden. Bedenk daarom welke opdrachten je in de les maakt en welke opdrachten je als huiswerk meeneemt. Voeg je planning als opmerking of als document toe aan de map voor de gamma-opdracht in Teams.

Stap 2: vooronderzoek

G1. Kennismaken met gammawetenschap

Gammawetenschappen zijn de wetenschappen die menselijk gedrag bestuderen.

Hieronder vallen:

  • Sociale wetenschappen: hoe gedragen mensen zich in grote groepen?
  • Communicatiewetenschappen: hoe kun je media het best gebruiken?
  • Economie / bedrijfskunde: hoe gaan mensen om met geld?
  • Psychologie: hoe gedragen mensen zich?
  • Rechten: welke wetten en regels zijn er in een land (nodig)?

Bron: Wikipedia (2019). Opgehaald van: https://nl.wikipedia.org/wiki/Gammawetenschappen

Amsterdam wil af van hangouderen

In bovenstaand artikel en filmpje zie je een voorbeeld van een maatschappelijk probleem: iets waarvan grote groepen mensen vinden dat het opgelost moet worden. Maar is het probleem wel goed onderzocht?

 

Opdracht G1a. Lees het stukje tekst hierboven om te weten te komen wat gammawetenschap inhoudt. Lees vervolgens het artikel over hangouderen en bekijk het filmpje.

Beantwoord de volgende vragen:

  1. Wat is precies het probleem met de hangouderen volgens de gemeente?
  2. Wat is het probleem volgens de hangouderen?

Om een goede conclusie te trekken zie je direct een lastig probleem: er zijn verschillende meningen over. Een goede sociale wetenschapper probeert altijd zo feitelijk mogelijk onderzoek te doen. De conclusie moet dus:
- te herhalen zijn. Levert het onderzoek hetzelfde resultaat op als iemand anders het herhaalt?
- controleerbaar zijn. Kun je makkelijk alle stappen die de onderzoeker gedaan heeft controleren?

Je bent onderzoeker en wil een enquete opstellen waarmee je de mening van buurtbewoners over de hangouderen goed kunt meten. Hierbij maak je vaak stellingen waarop mensen van 1 (helemaal oneens) tot 5 (helemaal eens) kunnen antwoorden.

3. Bedenk minimaal vijf stellingen waarmee je de mening goed kan onderzoeken.

Een goede onderzoeksstelling bevat altijd maar één ding dat je wil meten. Dus: 'Kabouters zijn leuke wezentjes' en niet 'Kabouters zijn leuke en gezellige wezentjes'. Controleer goed of je het verschil snapt en kan uitleggen waarom de eerste stelling wetenschappelijk is en de tweede niet.

4. Vergelijk jullie stellingen met die van een ander groepje. Geef elkaar tips en tops, en pas darna je stellingen aan tot ze echt wetenschappelijk zijn.

5. Laat je stellingen door een docent goedkeuren.

 

Nu kun je verder met de volgende stap: hangjongeren!

 

Geen nieuw buurthuis voor Poelenburg-jongeren

Opdracht G1b. Lees het artikel over 'Geen nieuw buurthuis voor Poelenburg-jongeren'. Ook jongeren kunnen voor overlast zorgen lezen we hier.  Bovendien valt iets anders op: komt de overlast doordat de jongeren vervelend zijn of door iets anders?

1. Waarom zorgen de jongeren voor overlast?
2. Verklaar waarom cameratoezicht niet werkt.

Bij opdracht G1a heb je een aantal goede stellingen voor een enquête opgesteld. Sociale wetenschappers gebruiken daarnaast een interview vaak als manier om informatie te verzamelen. Daarbij is het vaak wel lastig om goede vragen te bedenken zonder stiekem je mening te geven. Let er op dat je kan vragen naar feiten maar ook naar een gevoel of mening, maar je moet altijd goed opletten dat jouw conclusies ook als feiten opgeschreven staan. Als Piet zegt "ik vind dat de gemeente te weinig geld uitgeeft aan hangplekken voor jongeren" dan is de conclusie niet "gemeente geeft te weinig geld uit aan hangplekken". Een goede conclusie is: "Piet vindt dat gemeente te weinig geld aan hangplekken uit geeft".

Stel: je wil goed begrijpen waarom de paar jongeren in Poelenburg voor overlast zorgen. Je vindt er een paar en houdt een interview met ze. 

3. Bedenk drie goede vragen die je kan stellen in een interview
4. Geef je vragen aan minimaal drie klasgenoten en laat die antwoord geven op elke vraag
5. Maak als wetenschapper bij alle drie de vragen goede feitelijke conclusies. Laat daarna je conclusies goedkeuren dooreen docent.

G2. Onderzoeksdata

Gamma-onderzoek gaat altijd over gedrag van mensen. Het verschil met bèta-onderzoek is dat dit heel moeilijk is: mensen gedragen zich namelijk altijd weer anders. Een simpel voorbeeldje: als je water verwarmt is het eigenlijk heel makkelijk: dat verdampt altijd. Of je er nu een camera zet om het te meken of niet. Maar wat gebeurt er als je een camera gebruikt om te meten of leerlingen spieken tijdens een toets? Precies! De leerlingen passen door de camera hun gedrag aan en zullen het spieken wel laten ;-)

Je moet als je 'het veld in' gaat dus altijd extra goed opletten. Dat betekent mensen bevragen, interviewen, observeren en allerlei gegevens met elkaar combineren.

Maar hoe doe je dat op een slimme manier? Je kunt wel zomaar allerlei mensen gaan bevragen, maar dan ga je misschien de mist in. Bijvoorbeeld: je bevraagt allerlei huisdierenbezitters of er een nieuwe hondenspeelplaats moet komen. Terwijl in werkelijkheid blijkt dat het huisdierenbezit de afgelopen tien jaar is gedaald en er dus helemaal geen noodzaak voor is.

Het is moeilijker om dat onderzoek goed controleerbaar en herhaalbaar aan te pakken. Wat je kan helpen zijn resultaten uit grote onderzoeken onder de bevolking die regelmatig worden uitgevoerd. Er zijn speciale bureaus die dat onderzoek in opdracht van de overheid en bedrijven uitvoeren. In deze opdracht maak je gebruik van dit soort bestaande onderzoeken, met name die van de gemeente waar je naar school gaat: de gemeente Haarlemmermeer.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek onderzoekt elke dag het gedrag van mensen op allerlei manieren. Bijvoorbeeld: hoeveel mensen zijn er nu eigenlijk miljonair? En wat verdienen die mensen dan? bekijk het onderstaande filmpje!

 

 

Hoeveel miljonairs kent Nieuw Vennep?

Opdracht G2a. Hoeveel verdient een miljonair gemiddeld per maand?

 

Het CBS onderzoekt nog veel meer menselijk gedrag. Hoeveel jongeren gaan naar school? Waar wonen de meeste allochtonen? Welke gemeentes zijn het populairst? Waar wonen de meeste mensen met een uitkering?

Je kan bij het CBS dus veel informatie vinden, maar ook in de gemeente Haarlemmermeer wordt onderzoek gedaan. Bekijk de volgende website:

Onderzoek van de gemeente Haarlemmermeer

Dit soort websites maakt het voor sociale wetenschappers mogelijk om onderzoek te doen vanuit hun luie stoel: bronnenonderzoek! Omdat er zo veel te vinden is kun je als je slim nadenkt elke keer weer nieuwe conclusies trekken die andere wetenschappers nog niet gevonden hadden en dus iets 'nieuws' ontdekken.

 

Opdracht G2b. Ga eens door de data op de website heen en bekijk vijf onderwerpen die jullie interessant vinden. Schrijf de - volgens jullie - belangrijkste cijfers van deze onderwerpen op en leg per onderwerp kort uit wat jullie interessant of opvallend vinden aan deze cijfers. Als er sprake is van toename of afname, probeer dan te bedenken hoe dit komt en schrijf dat ook op.

G3. Onderzoek voorbereiden

Om problemen met hangouderen en -jongeren in Nieuw-Vennep te voorkomen, zou het ontwikkelen van een amusementspark voor alle inwoners, alle bevolkingsgroepen van het dorp, een oplossing kunnen zijn. Uiteraard mag het ook aantrekkelijk zijn voor mensen die van buiten komen, maar het is bedoeld als service voor de eigen bevolking om verveling tegen te gaan.

De gemeente Haarlemmermeer vraagt jullie te onderzoeken of er genoeg draagvlak is voor dit amusementsparkt. Jullie gaan dat onderzoeken en jullie bevindingen op een rijtje zetten.

Het aan te leggen park moet aan twee voorwaarden absoluut voldoen:

  1. Er moet voor alle inwoners van Nieuw-Vennep iets te doen zijn en
  2. De verdeling van de activiteiten moet evenredig zijn met de verdeling van de bevolkingsgroepen. Dit heet met een moeilijk woord dat het representatief moet zijn.

Dat betekent het volgende. Stel dat als 30% van de bevolking in Nieuw Vennep jongeren zijn, en 10% van de bevolking zijn ouderen. Bij een goed representatief park moeten dan dus ook 30% van de activiteiten voor jongeren zijn en 10% van de activiteiten voor ouderen.

Jullie moeten dus de bevolkingsopbouw van Nieuw Vennep goed onderzoeken. Let dus op:
- hoeveel % jongeren, hoeveeel % ouderen
- hoeveel % gezinnen, hoeveel % alleenstaanden
- hoeveel % mannen, hoeveel % vrouwen
- hoeveel % hoogopgeleden, hoeveel % laagopgeleiden
er in Nieuw Vennep wonen! 

 

De hoofdvraag is dus:

Aan welke eisen moet een aantrekkelijk amusementspark voor de bewoners van Nieuw-Vennep voldoen om een succes te kunnen worden?

Het hoeft niet per sé een 'park' te zijn: het kan ook een buurthuis of andere faciliteit zijn. Je mag na je onderzoek onder de bevolking zelf een plan maken van wat volgens jullie goed past!


Om een gedegen antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag, zal je eerst deelvragen moeten opstellen en beantwoorden. Dat weet je inmiddels.

Een aantal deelvragen zijn:

  • Wat verstaan wij onder een amusementspark?
  • Welke bevolkingsgroepen zijn er in Nieuw-Vennep?
  • In welke leeftijdscategorieën delen wij ze in?
  • Wat vinden de verschillende groepen leuk/interssant om te doen?
  • Waar moet het park komen? En waarom precies daar?
  • Wat moet de entreeprijs zijn? Of zou het gratis kunnen zijn?

 

Opdracht G3a. Maak een onderzoeksopzet waarin jullie de hoofdvragen en deelvragen overnemen. Voeg zelf nog drie deelvragen toe.

Laat de hoofd- en deelvragen goedkeuren door je docent.

 

Goede onderzoekers schrijven altijd vóór ze beginnen met onderzoeken wat ze verwachten dat de conclusie is. Dit noem je een hypothese.

 

Opdracht G3b. Zou het mogelijk zijn een hypothese op te stellen bij jullie hoofdvraag? Indien ja, schrijf deze dan op. Indien nee, beargumenteer waarom niet.

 

Opdracht G3c. Vertel hoe je het onderzoek gaat organiseren. Neem de vragen over en geef per vraag antwoord. De bedoeling is dat je twee dingen maakt:
1. Een goed onderzoek naar de mening van de bevolking
2. Een advies aan de gemeente hoe volgens jullie het park er uit moet zien om aan de wensen van alle bewoners te voldoen.

  1. Hoe gaan jullie het onderzoeken?
  2. Wie gaat wat doen? Verdeel de taken!
  3. Hoe komen jullie aan de informatie? Ga je de straat op, in school rondvragen, mensen via facebook benaderen... enzovoorts.
  4. Welke onderzoeksmethode(s) gaan jullie gebruiken? Interviews, enquetes, bronnenonderzoek of allemaal?
    Let op: bij enquetes is het vooral heel belangrijk om veel mensen te benaderen zodat je een goed beeld hebt. Als je te weinig mensen hebt die het invullen is je enquete niet representatief.
  5. Hoe gaan jullie voorkomen dat je in tijdnood komt?
  6. Hoe ga je de resultaten opschrijven/bijhouden?
  7. Waar moet een goede presentatie aan voldoen?
  8. Hoe gaan jullie er voor zorgen dat het goed wordt?
  9. Hoe moet de plattegrond van het park er uit zien?
  10. Hoe willen jullie gaan maken? Op papier? Digitaal? Anders?

 

Opdracht G3d. Schrijf een plan van aanpak.

Een voorbeeld daarvan staat hieronder.

Sommige dingen zijn voor jou al ingevuld (in blauw).

Vul waar nodig aan. Dit kun je vaak doen met antwoorden uit de voorgaande vragen.

Bespreek het plan met de docent voordat jullie verder gaan.

 

Plan van Aanpak

 

Onderdeel

Omschrijving

Vak en onderwerp

Gamma-onderzoek naar de eisen waaraan een amusementspark in Nieuw-Vennep moet voldoen.

Omschrijving van het onderzoek

Schrijf hier op wat jullie allemaal gaan doen om tot een goed onderbouwd antwoord op de hoofdvraag te komen.

Onderzoeksvraag

 

Aan welke eisen moet een aantrekkelijk amusementspark voor de bewoners van Nieuw-Vennep voldoen?

 

Deelvragen

Schrijf alle deelvragen in een logische volgorde op.

 

Wie doet wat wanneer?

Maak een logboek of schema van wie wat wanneer gaat doen en hoe jullie elkaar aan de afspraken gaan houden.

 

Hypothese

 

 

Welke bronnen ga je gebruiken/wat heb je nodig?

 

 

 

Wijze van presenteren van onderzoeksresultaten

Verslag (of documentaire, of website, of...) en plattegrond van het park

 

Opdracht G3e. Verdeel de taken, zoek naar bronnen en maak enquêtes die jullie nodig hebben.

In je eindproduct is het straks natuurlijk belangrijk dat je kunt laten zien welke vragen jullie hebben gesteld, waar, wanneer aan wie.

Stap 3: onderzoek uitvoeren en analyseren

G4. Onderzoek uitvoeren

Opdracht G4. Voer het onderzoek uit.

Jullie kunnen veel informatie op internet vinden, maar het is absoluut nodig ook de straat op te gaan om de verschillende bevolkingsgroepen te interviewen. En jullie moeten natuurlijk locaties gaan scouten, foto’s maken enzo.




 

 

Belangrijk: bedenk hoe je alle gegevens zo goed mogelijk kunt vastleggen! Je mag zelf weten hoe je dat doet. Maar bedenk: het onderzoek moet herhaalbaar zijn en dus moet je de verzamelde bewijzen goed vastleggen en documenteren.

G5. Analyseren en presenteren

Een goede presentatie van je resultaten is in deze opdracht heel belangrijk. Jullie willen mensen overtuigen van dat jullie bedachte oplossing de beste is. Je kunt hiervoor verschillende middelen gebruiken: 

  • Infographic
  • Maquette
  • Explainer video (stelling onderzoeken)
  • Poster
  • Presentatie
  • Schriftelijk verslag
  • Film

Kies er hier één van (of ene combi) en maak deze opdracht tot een succes. Let er wel op dat je opdracht aan de volgende aspecten voldoet (rubric!):

  • Aansluiting op je hoofd- en deelvragen (inhoud) en compleetheid daarvan
  • Je hebt gebruik gemaakt van bestaand onderzoek (zoals van de gemeente) én zelf geproduceerd onderzoek (interviews, enquetes)
  • Wetenschappelijke kwaliteit (goed laten zien hoe jullie onderzoek controleerbaar en herhaalbaar is: jullie geven niet alleen het resultaat, maar ook hoe jullie eraan zijn gekomen)
  • Vormgeving, duidelijkheid, originaliteit
Opdracht G5. Maak het 'resultaat' en lever dit in via Teams. Overleg met de docenten als dat (vanwege de vorm) ingewikkeld is. Maar wees creatief en verzin slimme oplossingen! Zorg er daarnaast voor dat je er ook weer niet téveel tijd in steekt.

Lever naast je resultaat ook de voorbereiding in (G3 en G4).

Stap 4: terugblik

In deze laatste opdracht kijk je terug op wat je gedaan hebt. Dit deel is individueel (ook in een groepsopdracht lever je individueel een bijdrage).

Opdracht G6. Beantwoord de volgende vragen om te reflecteren op je werk.
  1. Beschrijf in eigen woorden wat je door het maken van deze opdrachten geleerd hebt.
  2. Geef aan hoe elke opdracht scoort op de schaal makkelijk...moeilijk en op de schaal saai...uitdagend.
  3. Kijk terug op hoe je de opdrachten hebt aangepakt en beschrijf dat kort. Geef daarbij ook aan in welke omgeving je de opdrachten hebt gemaakt.
  4. Geef aan wat je in je aanpak hetzelfde zou doen en wat je de volgende keer anders zou aanpakken.
  5. Als je nog andere bijzonderheden hebt, verwerk die dan hier.

Stap 5: beoordeling

Je geeft de beoordeling van jullie gamma-opdracht als volgt vorm:

  1. Vul de rubric voor jullie eigen werk in en bepaal aan de hand daarvan jullie eindcijfer. Noteer dit cijfer in Teams en leg met argumenten uit waarom deze beoordeling bij jullie werk past.
  2. Vraag aan een ander groepje om jullie werk te beoordelen aan de hand van de rubric. Ook zij geven een cijfer en leggen dit uit met argumenten.
  3. Vergelijk jullie eigen beoordeling met die van je klasgenoten. Beantwoord daarbij voor jezelf de volgende vragen: Komen de cijfers overeen? Waar komen eventuele verschillen vandaan? Heb ik nog verduidelijking van de beoordeling van mijn klasgenoot nodig? Ben ik tevreden met mijn eerste beoordeling en vind ik die nog steeds terecht? Is een andere beoordeling passender?