Biologie havo 4 en 5

Module: Hoe doe je onderzoek? - h45

Biologisch onderzoek

Intro

Biologisch onderzoek
In de biologielessen doe je regelmatig zelf onderzoek. Soms is in de opdracht al beschreven hoe je het moet aanpakken, andere keren maak je zelf een onderzoeksopzet.
Er zijn verschillende soorten onderzoek die je op school kunt doen.
Kijk maar eens naar de volgende video:

Veel biologisch onderzoek is erop gericht een bepaald verschijnsel te verklaren.
De vragen die erbij horen:

  • Hoe komt het dat?
  • Als er dit gebeurt, wat is dan het gevolg?
  • Wat is het verband tussen --- en ---?

Met die kennis kun je bijvoorbeeld een bepaald proces beter laten verlopen.

Video: Zembla - Voedselverspilling

Wat kan biologisch onderzoek in dit geval bijdragen?

Vooraf

Eindproduct-Beoordeling

In deze module werk je aan zeven opdrachten.

 

Doelen-Concepten

Na het afronden van deze module kan ik:

  • de werkwijze bij het doen van experimenteel onderzoek in een bestaand onderzoek herkennen en in een eigen onderzoek toepassen.
  • zelf een eenvoudig onderzoek opzetten en uitvoeren vanuit een gegeven onderzoeksvraag.
  • onderzoeksgegevens vastleggen in tabellen en diagrammen en deze voorzien van de juiste bijschriften.

Werkwijze

De module 'Hoe doe je goed onderzoek?' bestaat uit een groot aantal opdrachten.

Werkvorm
In deze module wordt geen theorie behandeld.
Je leert enkele algemene regels over het opzetten en uitvoeren van een onderzoek.

Benodigdheden:

  • Bekerglas 500 ml
  • Oplossing van azijnzuur
  • Krenten
  • Soda
  • Theelepeltje
  • Werkblad Krentenexperiment
  • Twee petrischalen met kiemplantjes van tuinkers, gemerkt A en B
  • Millimeterpapier

Verwerking

Stap 1

Onderzoeksvraag
Elk onderzoek begint met een vraag. Zo’n onderzoeksvraag geeft richting aan het onderzoek dat je daarna gaat uitvoeren. Het formuleren van een goede onderzoeksvraag is daarom erg belangrijk.
Zo’n vraag:

  • mag alleen begrippen bevatten die maar voor één uitleg vatbaar zijn
  • moet niet te algemeen zijn, maar ook niet zo smal dat hij alleen met ja of nee beantwoord kan worden
  • moet enkelvoudig zijn (dus geen twee vragen ineen bevatten).

Bekijk de volgende onderzoeksvragen.
Is de onderzoeksvraag juist of onjuist?

  1. Gaat het gebruik van deodorant transpiratie tegen?
    1. juist
    2. onjuist
  2. Wat zijn de resultaten van het gebruik van alcohol en hoe zijn die te verklaren?
    1. juist
    2. onjuist
  3. Welke prikkel zet roodborstjes in het voorjaar aan een nest te bouwen?
    1. juist
    2. onjuist
  4. Hoe is het succes van EPO te verklaren?
    1. juist
    2. onjuist
  5. Hoeveel voedingsstoffen zitten er in brood?
    1. juist
    2. onjuist
  6. Welke invloed heeft het dagelijks toedienen van 500 mg aspirine op de bloedstolling van volwassen mannen?
    1. juist
    2. onjuist
  7. Waarom trekken zwaluwen in de herfst naar het zuiden?
    1. juist
    2. onjuist

Bespreek de antwoorden met een medeleerling.
Verbeter daarna de afgekeurde onderzoeksvragen en noteer de verbeterde zinnen.

Stap 2

Hypothese

Bekijk de video en stel een onderzoeksvraag op die je door middel van eigen onderzoek op school zou kunnen testen.
Noteer daarna ook de bijbehorende hypothese.

Test jouw hypothese.

Een goede hypothese:

  • Sluit aan bij de onderzoeksvraag.
  • Is toetsbaar (bijvoorbeeld door een experiment uit te voeren).
  • Op basis van de hypothese kan een voorspelling gedaan worden over de uitkomst van het onderzoek:
    als de hypothese waar is, dan ...

Voldoen jouw onderzoeksvraag en hypothese aan wat je in stap 1 geleerd hebt en de voorwaarden hierboven?
Zo niet, verbeter ze!

Stap 3

Dansende krenten?

Opdracht 1 Experiment krenten
Een onderzoek begint bij verwondering.
Je neemt iets waar wat je op het eerste gezicht niet begrijpt.
Een goed opgezet experiment kan dan een antwoord geven.
Een voorbeeld van zo’n waarneming is het krentenexperiment.
Voer het experiment en het onderzoek uit met behulp van het werkblad.

Materiaal:

  • Bekerglas 500 ml
  • Oplossing van azijnzuur
  • Krenten
  • Soda
  • Theelepeltje
  • Werkblad Krentenexperiment

Werkwijze:
Voer de stappen van het werkblad uit. Geef een antwoord op je onderzoeksvraag.
Laat het werkblad aftekenen door docent of TOA.

Stap 4

De variabelen
In veel experimenten heb je te maken met meerdere variabelen:

  • er is een variabele die je meet (bijvoorbeeld: het aantal zuurstofbelletjes dat geproduceerd wordt door een takje waterpest)
  • en er zijn variabelen die je zelf kiest en een bepaalde waarde geeft (bijvoorbeeld de temperatuur)

In de onderbouw heb je kennis gemaakt met het proces fotosynthese.
In een groene plant wordt zuurstof gevormd, onder invloed van licht.
De plant heeft daarvoor kooldioxide nodig.
Bekijk de volgende video:

  1. Beantwoord met behulp van een experiment de volgende onderzoeksvraag:
    Is de hoeveelheid CO2 van invloed op de snelheid van de fotosynthese?
    Beschrijf je proef en alle instellingen en noteer de resultaten.

Formuleer in enkele zinnen wat je uit deze stap geleerd hebt.
Noteer deze en gebruik deze aantekening als een algemene regel voor het opzetten van een eigen onderzoek.

Oefening:Experiment

Stap 5

Opdracht 1 Experiment tuinkers
Zet in tweetallen zelf een onderzoek op en werk het uit tot een verslag.
Spreek met je docent af wanneer je dat inlevert en hoe het wordt beoordeeld.

In de onderbouw heb je waarschijnlijk geleerd hoe een onderzoek is opgebouwd, hoe je grafieken en tabellen maakt en hoe je een verslag schrijft.
Als je het niet helemaal meer weet kun je hier hulp vinden:

Materiaal:

  • Twee petrischalen met kiemplantjes van tuinkers, gemerkt A en B
  • Millimeterpapier
  • Werkblad Tuinkers

Werkwijze
Voer de stappen van het werkblad uit.
Maak een verslag.

Stap 6

Controle proef
Om de invloed van een variabele op een proces te kunnen beoordelen, is het belangrijk dat je weet wat de uitkomst zou zijn zonder de invloed van die variabele.
Je moet als het ware een standaard hebben, waartegen je de resultaten van je proef kunt afzetten.
In tweetallen.
Bekijk het volgende filmpje:

  1. Noteer de onderzoeksvraag bij dit onderzoek. (Kijk nog eens naar stap 1)
  2. Bij elk onderzoek hoort een controle proef.
    Dat is hetzelfde onderzoek, maar zonder de door de onderzoeker aangebrachte variatie.
    Zo’n controleproef noemen we ook wel de “blanco”. Beschrijf de proefopzet van de blanco bij dit onderzoek.
  3. De onderzoekers hebben brood gekleurd met kleurstof.
    Welke eisen moet je aan deze kleurstof stellen?
  4. Bedenk tenminste twee factoren die het onderzoek ongewild zouden kunnen beïnvloeden.
  5. Bedenk ook hoe de onderzoeker deze factoren uit kan sluiten.

Vergelijk je antwoorden met die van een andere leerling.

In stap 4 heb je een algemene regel voor het opzetten van een onderzoek geformuleerd.
Welke regels kun je uit deze stap afleiden?
 

Stap 7

Soms moet het dubbelblind!
Bij sommige onderzoeken is het van belang ervoor te zorgen dat de onderzoeker geen invloed kan hebben op de metingen. Ook niet onbewust.
Kijk maar eens naar het volgende filmpje:

Bestudeer het volgende onderzoek.

Aspirine heeft een pijnstillende en koortswerende werking.
Bovendien blijkt aspirine de bloedstolling door het samenklonteren van bloedplaatjes tegen te gaan.
Men heeft in Amerika een onderzoek uitgevoerd naar deze bijwerking.
Van een groep van 33.000 artsen nam de ene helft vijf jaar lang om de andere dag 325 mg aspirine, de andere helft kreeg een nepmiddel.
(De dosis was steeds 325 mg, terwijl de dagelijkse dosis bij pijnstilling tussen de 1500 en 3000 mg is.)
Het onderzoek werd zogenaamd dubbelblind uitgevoerd: proefpersonen noch onderzoekers wisten wie het nepmiddel kreeg en wie de aspirine. Dat was alleen achteraf op te zoeken.

Het onderzoek zou acht jaar duren, maar werd al na vijf jaar stopgezet, omdat het aantal hartinfarcten in beide groepen sterk verschilde: 104 in de aspirinegroep, 189 in de controlegroep.

Opdracht 1 Aspirine
Werk in tweetallen
Geef eerst samen antwoord op de vragen en vergelijk ze dan met de antwoorden van een ander tweetal.

  1. Noteer de onderzoeksvraag en de hypothese van dit onderzoek.
  2. Leg uit waarom men het onderzoek dubbelblind uitvoerde.
  3. Het onderzoek is eerder stopgezet dan de onderzoekers van plan waren.
    Is dat terecht? Leg uit.
  4. Dubbelblind onderzoek wordt vooral uitgevoerd in onderzoek naar de effectiviteit van een behandeling in de geneeskunde.
    Leg uit waarom het juist bij dit soort onderzoek van belang is het dubbelblind te doen.
  5. Bedenk een onderzoek onder scholieren dat jij zou willen doen en waarbij het van belang is het dubbelblind uit te voeren. Presenteer dat voorstel aan de klas en leg ook uit waarom het dubbelblind moet gebeuren.

www.lvoorl.nl

Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.

Hieronder twee video's die goed passen bij deze opdracht.
Bekijk de video's.

VideoHoe doe je onderzoek (1)
VideoHoe doe je onderzoek (2)

Antwoorden Verwerking

Stap 1
Onderzoeksvraag

    1. onjuist
    1. onjuist
    1. juist
    1. onjuist
    1. onjuist
    1. juist
    1. onjuist
  • Het arrangement Module: Hoe doe je onderzoek? - h45 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Auteur Kunskapsskolan Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2025-01-07 18:44:26
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Bij het samenstellen van deze leerbron is gebruik gemaakt van een arrangement uit de Stercollecties van VO-Content. Het oorspronkelijke arrangement is eigendom van VO-Content en gedeeld onder de CC-BY SA licentie. https://maken.wikiwijs.nl/63256/Module__Hoe_doe_je_onderzoek____h45
    Leerniveau
    HAVO 4;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    7 uur en 0 minuten

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Biologie. (2021).

    Module: Hoe doe je onderzoek? - h45

    https://maken.wikiwijs.nl/63256/Module__Hoe_doe_je_onderzoek____h45

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Experiment

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.