Extra: Melkprijs
Introductie
In 2017 waren er in Nederland 1.466.000 koeien die samen 11.294.572.000 liter melk produceerden. Die melk moet allemaal verkocht worden en als het kan voor een voor de boer eerlijke prijs. Maar de melkprijs bij de boer kent een regelmatig patroon van pieken en dalen.
Denk, samen met een klasgenoot, eens na over de volgende vragen.
- Hoe duur is een pak melk van 1 liter in de supermarkt ongeveer?
- Wie verdienen er allemaal aan de verkoop van een pak melk?
- Waarom is, denken jullie, de melkprijs bij de boer niet altijd even hoog?
- Een boer heeft zowel vaste als variabele kosten. Geef van beide soorten kosten een voorbeeld.
- Boeren in Europa krijgen subsidie. Weten jullie waarom?
Over de melkprijs ga je straks een aantal vragen beantwoorden.
Kennisbank Economie
Voor je aan de slag gaat met het beantwoorden van de vragen die horen bij deze opdracht, bestudeer je de theorie in het volgende items in de Kennisbank Economie.
KB: Bedrijfskolom
KB: Bedrijfskosten
KB: Indexcijfers
Zorg dat je antwoord kunt geven op de volgende vragen:
- Wat is een bedrijfskolom? En wat wordt bedoeld met toegevoegde waarde?
- Hoe loopt de geldstroom in een bedrijfskolom?
En hoe de goederenstroom?
- Geef drie voorbeelden van bedrijfskosten.
- Wat is het verschil tussen constante kosten en variabele kosten.
Geef van beide soorten kosten een voorbeeld.
- Wat wordt bedoeld met de kostprijs van een product?
- Welk indexcijfer hoort altijd bij het basisjaar?
Vragen Melkprijs
In 2017 waren er in Nederland 1.466.000 koeien die samen 11.294.572.000 liter melk produceerden. Een boer ontving in 2017 gemiddeld € 0,35 per liter.
- Hoe groot is de gemiddelde opbrengst in euro’s van de melk per koe in 2017?
Schrijf je berekening op.
De melkprijs bij de boer kent een regelmatig patroon van pieken en dalen.
In de herfst/winter stijgt de prijs om in de lente/zomer weer te gaan dalen.
- Geef een verklaring voor dit stijgen en dalen van de prijs bij de boer.
Gebruik in je antwoord de woorden: vraag en aanbod.
In de grafiek zie de ontwikkeling van de melkprijs tussen 2000 en 2009.

Tussen 2002 en 2006 was de producentenprijs redelijk stabiel. De prijs bij de boer varieerde wel.
- In welk jaargetijde is de winst van de producent het hoogst: in de lente/zomer of in de herfst/winter? Verklaar je antwoord.
Melkveeboeren hebben vaak veel geld moeten investeren in hun bedrijf.
De kosten per liter melk bedragen gemiddeld 37 cent per liter.
De prijs die de boeren ontvangen voor de melk is voor hen vaak niet kostendekkend.
Een uitbreiding van het aantal koeien kan op den duur kostendekkend werken.
- Waarom kan er wel kostendekkend worden geproduceerd bij meer koeien?
- De variabele kosten worden over meer liters melk verdeeld.
- De variabele kosten worden over minder liters melk verdeeld.
- De vaste kosten worden over meer liters melk verdeeld.
- De vaste kosten worden over minder liters melk verdeeld.
Bekijk de bedrijfskolom van melk.

In oktober 2009 bedroeg de melkprijs in de supermarkt € 0,68 per liter, terwijl de boer maar € 0,21 per liter kreeg.
- Geef twee argumenten waarom je niet kan stellen dat de supermarkt 47 cent nettowinst maakt op een liter melk.
Je moet 1 argument uit de bron halen en 1 argument zelf bedenken.
Veel economen vinden dat de overheid zich niet moet bemoeien met de melkprijzen.
De meeste boeren willen subsidie van de Europese Unie op hun melk.
- Met wie ben jij het eens? Met de economen of met de boeren?
Geef een argument voor je mening.
Antwoorden
11.294.572.000 / 1.466.000 ≈ 7704,35 liter per jaar.
7704,35 x € 0,35 ≈ € 2696,52 opbrengst per koe.
- In de herfst/winter zal er minder aanbod van melk zijn, of een grotere vraag.
In de lente/zomer zal er meer aanbod van melk zijn, of een geringere vraag.
- In de lente/zomer
De prijs bij de boer is in de lente/zomer het laagst. In die periode zal de winst bij de producent dus het hoogst zijn.
- C, de vaste kosten worden over meer liters melk verdeeld.
- 1. De boer levert niet rechtstreeks aan de supermarkt, de overige schakels willen hier ook geld aan verdienen
2. De supermarkt heeft ook (bedrijfs)kosten in verband met de verkoop van de melk
- Voorbeelden van een juist argument voor de mening van de economen:
− Zonder bemoeienis van de overheid heeft iedere producent een eerlijke kans.
− Hoe meer concurrentie, hoe lager de prijs. Dit is gunstig voor de consument.
− De belastingbetaler hoeft nu niet te betalen.
Voorbeelden van een juist argument voor de mening van de boeren:
− Melk valt onder eerste levensbehoefte, daarin moeten we ons zelf kunnen voorzien. Boeren kunnen dan wel genoeg verdienen en hoeven niet verliesgevend te produceren.
− Boeren worden werkloos als ze niet kunnen concurreren.