Grammar Family & Friends

Grammar Family & Friends

Grammar - Zelfstandige naamwoorden en lidwoorden

Zelfstandige naamwoorden en lidwoorden
These are the links from the 'Kennisbank Engels'.

Zelfstandig naamwoorden zijn woorden die zaken aanduiden als mensen, dieren en dingen, maar ook zaken als gevoelens, plaatsen, eigenschappen en gebeurtenissen.
Zelfstandignaamwoorden kunnen meestal gecombineerd worden met een van de lidwoorden 'the', 'a' of 'an'.

  • the boy - de jongen
  • the cat - de kat
  • a house - een huis
  • an egg - een ei
  • love - de liefde
  • the Middle East - het Midden-Oosten
  • the Netherlands - Nederland
  • the accident - het ongeluk

Het Engels kent twee soorten lidwoorden:

 

  • het bepaald lidwoord 'the'
  • de onbepaalde lidwoorden 'a' en 'an'.


  •  

Het bepaald lidwoord 'the' wordt gebruikt waar je in het Nederlands 'de' of 'het' gebruikt.
'The' kan zowel gebruikt worden bij enkelvoud als bij meervoud.

Voorbeelden:

 

  • The apple, the apples
  • The house, the houses
  • The umbrella, the umbrellas

Het lidwoord 'a' gebruik je als de eerste letter van het woord dat volgt als een medeklinker wordt uitgesproken; wordt de eerste letter van het woord dat volgt als een klinker uitgesproken, dan gebuik je 'an'.
Voorbeelden:

  • a house - een huis
  • a girl - een meisje
  • an apple - een appel
  • a unit - een hoofdstuk
  • an hour - een uur
  • a nice idea - een leuk idee
  • an excellent plan - een uitmuntend plan

De meeste zelfstandig naamwoorden hebben een enkelvoud en een meervoud.
Er zijn verschillende manieren om het meervoud te maken.

1 Plaats een '-s' achter het woord.

  • one friend - two friends

2 Eindigt het woord op een sis-klank dan voeg je '-es' toe.

  • one box - two boxes

3 Eindigt een woord op een 'y' dan wordt dit soms 'ies' in het meervoud.

  • one baby - two babies

4 Een aantal woorden die op '-f' of '-fe' eindigen krijgen '-ves' in het meervoud.

  • one knife - two knives

5. Een aantal woorden die eindigen op 'o' krijgen 'oes' in het meervoud.

  • one tomato - two tomatoes

6. Sommige woorden veranderen niet als ze in het meervoud worden gebruikt.

  • one sheep - two sheep
  • one fish - two fish

7. Onregelmatig

  • one man - two men
  • one woman - two women
  • one child - two children
  • one foot - two feet

 

Now, do the following exercises:

Toets:Wat is het zelfstandig naamwoord?

Toets:'A' of 'an'?

Toets:Wat is het meervoud?

Toets:Vul het meervoud in.

Grammar - Present continuous

Present continuous
De volgende 'Kennisbank' geeft uitleg over de present continuous.
Deze vorm van het werkwoord gebruik je om aan te geven dat iemand nu iets aan het doen is.

Je gebruikt de present continuous om aan te geven dat iemand iets nu aan het doen is. Je maakt van het werkwoord de vorm op '-ing'.
Je gebruikt ook altijd het werkwoord 'to be'.

Voorbeelden:

  • I am cooking dinner.
  • You are cooking dinner.
  • He/she is cooking dinner.
  • We are cooking dinner.
  • You are cooking dinner.
  • They are cooking dinner.

Ook in vraagzinnen en ontkennende zinnen kun je de present continuous gebruiken:

 

bevestigende zin Vraagzin Ontkenning
I am cooking. Am I cooking? I am not cooking.
You are cooking. Are you cooking? You are not cooking.
He is cooking. Is he cooking? He is not cooking.
We are cooking. Are we cooking? We are not cooking.
You are cooking. Are we cooking? We are not cooking.
They are cooking. Are they cooking? They are not cooking.

 


Do the following exercises.

In the following exercise, the present continuous is used in questions.
Any idea how to answer?

Toets:Present continuous

Toets:Present continuous

Toets:Present continuous

Toets:Vraag en antwoord

Grammar - Woordvolgorde

Toets:Woordvolgorde

Woordvolgorde
Have a look at the following Kennisbank about word order (= woordvolgorde).

KB: Grammar: Word order


Do the following exercise.

Grammartest
You are about to finish the grammar part of this theme. Before you finish, you will take a grammar test.

If you pass the test, you will be ready for the next step!

Good luck!