Grammar - Zelfstandige naamwoorden en lidwoorden

Zelfstandige naamwoorden en lidwoorden
These are the links from the 'Kennisbank Engels'.

Zelfstandig naamwoorden zijn woorden die zaken aanduiden als mensen, dieren en dingen, maar ook zaken als gevoelens, plaatsen, eigenschappen en gebeurtenissen.
Zelfstandignaamwoorden kunnen meestal gecombineerd worden met een van de lidwoorden 'the', 'a' of 'an'.

Het Engels kent twee soorten lidwoorden:

 

Het bepaald lidwoord 'the' wordt gebruikt waar je in het Nederlands 'de' of 'het' gebruikt.
'The' kan zowel gebruikt worden bij enkelvoud als bij meervoud.

Voorbeelden:

 

Het lidwoord 'a' gebruik je als de eerste letter van het woord dat volgt als een medeklinker wordt uitgesproken; wordt de eerste letter van het woord dat volgt als een klinker uitgesproken, dan gebuik je 'an'.
Voorbeelden:

De meeste zelfstandig naamwoorden hebben een enkelvoud en een meervoud.
Er zijn verschillende manieren om het meervoud te maken.

1 Plaats een '-s' achter het woord.

2 Eindigt het woord op een sis-klank dan voeg je '-es' toe.

3 Eindigt een woord op een 'y' dan wordt dit soms 'ies' in het meervoud.

4 Een aantal woorden die op '-f' of '-fe' eindigen krijgen '-ves' in het meervoud.

5. Een aantal woorden die eindigen op 'o' krijgen 'oes' in het meervoud.

6. Sommige woorden veranderen niet als ze in het meervoud worden gebruikt.

7. Onregelmatig

 

Now, do the following exercises: