Inleiding
De leerlingen gaan in deze les aan de slag met het schrijven van een gedicht/ poëtische tekst. Ze gaan eigen ideeën, ervaringen, gebeurtenissen en fantasieën opschrijven in een gedicht. Het is een vrije schrijfopdracht, maar toch is de les ook sterk voor gestructureerd. Dit is voor leerlingen die moeite hebben met het schrijven van een gedicht en voor leerlingen die dit nog nooit (of niet vaak) hebben gedaan.
Opdracht 1
Vaak hoor je mensen zeggen dat ze wel beroemd willen zijn, want dan ben je bekend en word je bewonderd. Denk maar aan bekende Nederlandse rappers, zoals Gers Pardoel, Ali B, Lange Frans, Kraantje Pappie, De jeugd van tegenwoordig en ga zo maar door. Jullie kennen vast nog meer bekende rappers of rappers die nog niet zo bekend zijn, zoals je neef of een van je vrienden. Kortom, je kunt misschien zo een hele lijst met rappers opschrijven.
Rappers rappen graag over hun eigen ervaringen, over situaties die vaak in de werkelijkheid voor komen of rappen juist over hun fantasie. In hun teksten gebruiken ze vaak ook spreek- en straattaal.
Rapteksten lijken erg op poëtische teksten. Zo zou jij ook zomaar een poëtische tekst kunnen schrijven alsof het uit je eigen leven is gegrepen.
Je gaat nu proberen dit alles in een gedicht vorm te geven. Als je het lastig vindt kun je deze opdrachten ook met z'n tweeën uitvoeren. Misschien kom je dan tot betere ideeën. Kijk eerst naar het filmpje die hierbij hoort. Ali B rapt hier een liedje, dit is zijn poëtische tekst.
Rapper Ali B - Terwijl jullie nog bij mij zijn
Opdracht 2
Mindmap
Je gaat nadenken/brainstormen over een onderwerp voor jouw poëtische tekst. Je maakt daarvoor een mindmap. Je werkt vanuit een gebeurtenis of herinnering (onderwerp) die geschikt is voor het schrijven van jou gedicht. Je maakt eerst vertakkingen die de gebeurtenis (onderwerp) in één of twee woorden kan omschrijven. Vanuit daar maak je meerdere vertakkingen.
Voor een voorbeeld van een mindmap, zie de afbeelding die hierbij hoort.
Opdracht 3
Ga dan kleien, boetseren met de gebeurtenissen die je hebt opgeschreven. Plak de woorden van gebeurtenissen eens achter el
kaar. Je gebruikt zo min mogelijk werkwoorden. Je schrijft in korter zinnen.
Laat eventueel dingen weg die je niet mooi of leuk vindt. Bijvoorbeeld:
Samen dit gevoel
Met jou, mijn grote liefde
Sms'jes van jou
Vlinders in mijn buik.
Verblindt door jou ogen, je lach
Zo lief, gevoelig en attent.
Dat ben jij,
Mijn grote liefde, jij!
Opdracht 4
- Jij denkt dat hij/ zij jouw grote liefde is, alleen dan gebeurt er iets wat jij niet leuk vindt, bijvoorbeeld je komt erachter dat je liefde vreemdgaat. Schrijf dan de emoties op die bij deze gebeurtenis naar voren komen. Bijvoorbeeld: woede, verdriet, of misschien wel juist opluchting.
- Denk ook na wat die emotie met je doet. Wat voel je of doe je als je woedend bent? Ga je schreeuwen of word je stil? Wat doe je als je opgelucht bent? Schijf dat in een paar regels op. Je mag best overdrijven.
Mijn liefde
Woede, teleurstelling,
Dromen vallen in duigen,
Zwart voor mijn ogen,
Handen vouwen,
Hoe kon je....
Opdracht 4 - laatste zin
Sluit vervolgens af met een verrassende laatste zin(nen). Waarom? Het geeft een andere wending aan het verhaal en het kan bijvoorbeeld de dramatiek in het gedicht verlichten.
Ik schrik.... De stem van mijn vriend maakt me wakker.
Opdracht 5
Dan volgt het hele verhaal/ gedicht. Je zet de bovenstaande fragmenten van opdracht 3 en 4 nu onder elkaar en laat tussen ieder fragment een witregel. Het gedicht geef je ook een titel, namelijk de gebeurtenis (onderwerp) die je bij opdracht 1 hebt opgeschreven. Je hebt nu je eigen gedicht/ poëtische tekst geschreven!
Voorbeeld:
Liefde
Samen dit gevoel
Met jou, mijn grote liefde
Sms'jes van jou
Vlinders in mijn buik.
Verblindt door jou ogen, je lach
Zo lief, gevoelig en attent.
Dat ben jij,
Mijn grote liefde, jij!
Mijn liefde
Woede, teleurstelling,
Dromen vallen in duigen,
Zwart voor mijn ogen,
Handen vouwen,
Hoe kon je....
Ik schrik....
De stem van mijn vriend maakt me wakker.