Je gaat nadenken/brainstormen over een onderwerp voor jouw poëtische tekst. Je maakt daarvoor een mindmap. Je werkt vanuit een gebeurtenis of herinnering (onderwerp) die geschikt is voor het schrijven van jou gedicht. Je maakt eerst vertakkingen die de gebeurtenis (onderwerp) in één of twee woorden kan omschrijven. Vanuit daar maak je meerdere vertakkingen.
Voor een voorbeeld van een mindmap, zie de afbeelding die hierbij hoort.