8.03 Slachtkwaliteit

8.03 Slachtkwaliteit

1. Inleiding

2. Weten

Vleeskwaliteit

Iedereen heeft tegenwoordig de mond vol van kwaliteit. Logisch want de consument wil graag een goede kwaliteit varkensvlees in zijn mond hebben.

Bij selectie van varkens, maar ook op een slachthuis, wordt onderscheid gemaakt tussen karkaskwaliteit en vleeskwaliteit. Beide zijn door fokkerij, voeding, verzorging en dergelijke te beïnvloeden. Alleen de karkaskwa- liteit speelt een rol bij de uitbetaling aan de varkenshouder.

Karkaskwaliteit is de combinatie van spekdikte, magervleespercentage en vleesverdeling of type.

Bij vleeskwaliteit spelen andere aspecten een rol, zoals:

 

1   de sensorische of technologische kwaliteit, onder andere:

–   vleeskleur,

–   pH en waterbindend vermogen,

–   geur,

–   sappigheid;

2   de hygiënische kwaliteit:

–   micro-biologische kwaliteit,

–   toxicologische kwaliteit;

3   de emotionele kwaliteit.

 

Vleeskleur, pH en waterbindend vermogen

Na het steken gaan verschillende processen in de ‘vleescellen’ gewoon door. De bloedsomloop (aan- en afvoer van voedings- en afvalstoffen) en de ademhaling zijn gestopt. Onder normale omstandigheden bevindt zich nog wat spiersuiker in de spiercellen. Omdat er geen zuurstof meer aangevoerd wordt, wordt het spiersuiker afgebroken tot melkzuur. Het gevolg is, dat de pH van het karkas geleidelijk daalt tot 5,5 - 6,5. Dat is de normale waarde voor varkensvlees.

 

PSE-vlees

Indien een varken stressgevoelig is of onder stressomstandigheden geslacht wordt, gaat die pH-daling duidelijk anders.  Door  de  stress  is  de  hoeveelheid  spiersuiker  sterk  toegenomen.  Vaak  is  er  ook  een  verhoogde lichaamstemperatuur. Deze twee factoren samen zorgen ervoor dat er snel veel melkzuur ontstaat. De pH daalt in korte tijd tot ongeveer 5,0. Het vleeseiwit raakt hierdoor beschadigd en dat heeft gevolgen voor de vleeskwaliteit:

•   Het vlees verliest een deel van het waterbindend vermogen en wordt nat aan de buitenkant.

•   Het vlees krijgt een bleke kleur.

•   Het vlees verschrompeld als het gekookt of gebraden wordt.

Kortom, er is PSE-vlees ontstaan, P = pale (bleek), S = soft (zacht), E = exudative (zwetend).

 

DFD-vlees

Deze vorm van kwaliteitsafwijking komt bij varkensvlees minder vaak voor. Ze ontstaat door een gebrek aan spiersuikers na het steken als gevolg van slachten in vermoeide toestand. De pH-daling treedt dan bijna niet op, met als gevolg een extra sterke waterbinding. DFD betekent : Dry = droog, Firm = stevig, Dark = donder.

 

 

Opdrachten PSE- en DFD-vlees

Afwijkende vleeskwaliteiten zijn voor een deel te voorkomen. Welke mogelijkheden zijn er? Wat kunnen een fokker en een vleesvarkenshouder doen ter voorkoming van PSE-vlees? Wat kunnen de transporteur en het slachthuis doen ter voorkoming van PSE-vlees?

Is PSE opgenomen in de uitbetaling? Waarom wel/niet?

Kan PSE-vlees nog wel gebruikt worden voor verdere verwerking en/of consumptie? Hoe komt het dat DFD-vlees bij varkens minder voorkomt?

 

Geur

Bij het ouder en zwaarder worden van beertjes neemt de kans op ‘stinkers’, afwijkende vleesgeur toe. Onder invloed van hormoonachtige stoffen (skatol en andostenon) gaan spek en vlees bij verhitting sterk stinken. Op

dit moment zijn de deskundigen het er niet over eens welke stoffen in welke mate verantwoordelijk zijn voor de berengeur.

Vanwege die berengeur staat het mesten van beertjes in een exportland als Nederland onder invloed van de afnemers op een zeer laag pitje.

De vleesgeur kan verder beïnvloed worden door stoffen in het voer, maar dit komt zelden of nooit voor. Net als

bij berengeur wordt in feite de geur van het vet beïnvloed. Voeringrediënten die invloed op de geur kunnen hebben zijn onder andere vismeel en uienafval.

 

 

Figuur 3-10: Over geur zijn de meningen verdeeld.

 

 

 

 

Vet en sappigheid

Vet is bij de consumenten niet erg gewild, maar zonder vet kunnen ze toch ook weer niet. Naast energie levert vet de vetoplosbare vitamines en een aantal essentiële vetzuren. Bovendien geeft vet de smaak aan het vlees. Met name het vet in de spieren, het intramusculaire vet, bepaalt mede de smaak, sappigheid en kleur van het vlees. Vlees met minder dan 1% intramusculair vet heeft vrijwel geen smaak. Consumentenonderzoek wijst uit

dat een karbonade met 2% intramusculair vet de beste smaak heeft. Intramusculair vet wordt ook wel marmering genoemd . Het optimum ligt tussen 2% en 3%.

 

Door de vraag naar een magerder varken is ook de marmering afgenomen. Zo is de Piëtrain erg bevleesd, maar met minder dan 1% intramusculair vet. Bij de Duroc ligt dat percentage veel hoger: ruim 3%. Tussen, maar ook binnen de rassen is wel veel variatie. Dat is maar goed ook, want dat maakt selectie op marmering een stuk eenvoudiger.

 

Vet

Vet heeft een slechte naam, toch kun je niet zonder vet. Hoe zit het met vet in varkensvlees? Noem de vetoplosbare vitamines.

Noem drie essentiële vetzuren. Wat kan het gevolg zijn van een tekort aan dergelijke vetzuren?

Als je spek lang bewaart, kan het bederven (dat geldt bijvoorbeeld ook voor roomboter). Wat gebeurt er dan met het vet en hoe noemt men dat?

Is de marmering al opgenomen in de uitbetaling?

Leg uit waarom een grote variatie voor het kenmerk intramusculair vet de selectie hierop makkelijker maakt.

 

Micro-biologische kwaliteit

De kwaliteit van het vlees wordt onder andere bepaald door de bacteriële toestand van het vlees. Bacteriën hebben invloed op de houdbaarheid van het vlees, maar ook op de gezondheid van de consument. Consumptie van vlees dat besmet is met de salomonellabacterie kan tot soms zeer ernstige voedselvergiftiging leiden.

Salmonellose is een darmaandoening die ook bij varkens kan voorkomen. Een varken hoeft dan niet ziek te worden, maar kan als drager van de bacterie wel smetstof verspreiden. Besmetting met salmonella kan via allerlei kanalen. Op het slachthuis kan het vlees van besmette varkens via kruisbesmetting weer andere

karkassen besmetten. De aanpak van salmonellabesmetting is vooral een ketenaanpak. De besmetting kan al in het kraamhok beginnen en ook het voer zou met salmonella besmet kunnen zijn.

 

Toxicologische kwaliteit

De toxicologische kwaliteit geeft aan in hoeverre het vlees verontreinigd is met restanten van geneesmiddelen, bestrijdingsmiddelen, hormonen en dergelijke. Restanten of residuen in producten als varkensvlees zijn te verdelen in drie groepen:

•   bestrijdingsmiddelen,

•   geneesmiddelen,

•   milieuverontreinigingen (lood, pcb’s, koper en dergelijke).

 

Vooral  de  residuen  van  bestrijdingsmiddelen  kunnen  zich  in  het  vet  ophopen.  Een  belangrijke  bron  van besmetting  kunnen  de  veevoedergrondstoffen  vormen.  Het  Productschap  voor  Veevoeders  heeft  hiervoor allerlei controlerichtlijnen opgesteld.

 

Hygiënische kwaliteit

 

Wat zou je kunnen doen om besmetting met salmonella te voorkomen?

Welke garanties heb je dat het voer dat je van de veevoerfabriek geleverd krijgt, geen verontreinigingen bevat?

 

Emotionele kwaliteit

Onderwerpen als welzijn, dierenleed, milieu, intensieve veehouderij en productveiligheid staan sterk in de belangstelling. Negatieve berichten over de wijze waarop dieren gehouden worden, maar ook over schandalen met hormonen en dergelijke geven de sector een minder positief imago. Onder emotionele kwaliteit wordt alles samengevat met de gevoelswaarde of het imago van het product varkensvlees.

Nederlandse klassificatie

Autofom

AutoFOM is een classificeringssysteem voor vleesvarkens. Bij de slachterijen in Duitsland is het een zeer gebruikelijk systeem om de waarde van de varkens vast te stellen.

Het AutoFOM classificatie systeem is een vol automatisch systeem, dat gebruikt wordt in slachtbanen waar de slachtcapaciteit hoog ligt (>800 varkens per uur). Door middel van de Maske wordt de economische waarde van het varken bepaald.

Het AutoFOM principe
Het principe van AutoFOM is gebaseerd op een meting van de spier/spek bedekking over het gehele karkas. Deze spier/spek gegevens worden door een computersoftware omgerekend naar de gewichten van de verschillende onderdelen. De spier/spek meting wordt gecontroleerd door een externe instantie.

De omrekeningssoftware kan verschillen per slachterij waardoor de onderdeel gewichten waarden per slachterij niet met elkaar te vergelijken zijn.

Tekst: Agrifirm

De Maske is het waarderingssysteem waarbij de verschillende gewichten van de belangrijkste onderdelen van het varken worden gewaardeerd met een bepaalde waarde. Door deze systematiek wordt er sturing gegeven aan de kwaliteit/prijs verhouding van het varken. De onderdelen van het varken die op deze manier gewaardeerd worden, zijn:

  • Hammen
  • Karbonadestreng (lachs)
  • Schouder
  • Buikgewicht en magervleespercentage van de buik.

De berekende gewichten van deze onderdelen worden met verschillende waarden vermenigvuldigd, waardoor er een totaal waarde ontstaat. Deze totaal waarde gedeeld door het geslacht gewicht wordt uitgedrukt in punten per kilo.

Tevens wordt er bij meerdere slachterijen een extra korting doorgevoerd, op basis van het geslacht gewicht. Varkens buiten het gewichtstraject van 88 tot 102 kg worden extra gekort i.v.m. het afwijkende geslacht gewicht. De korting is weer afhankelijk van de Maske die de slachterij gebruikt.

Tekst: Agrifirm

3. Toepassen

4. Zelftoets

 

Lever de zelftoets in op Fronter in de inlevermap bij XXXXXXXXXXX
Sla het bestand op met de naam "XXXXXXXXXXXX 204 Zelftoets Erfelijkheid + <eigen naam>".

 

5. Bronnen

Alle informatie in deze leereenheid is afkomstig van de folder "Slachten, wegen en classificeren van vleesvarkens" uitgegeven door de pve (www.pve.nl).

  • Het arrangement 8.03 Slachtkwaliteit is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2018-04-11 08:17:21
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    502 Slachtkwaliteit
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    https://youtu.be/SYnS9i04vvo
    https://youtu.be/SYnS9i04vvo
    Video

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Peeters, Herman. (z.d.).

    502 Slachtkwaliteit

    https://maken.wikiwijs.nl/58657/502_Slachtkwaliteit

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.